Kan Facebook ons emotioneel besmetten? Op internet staat een filmpje van Jack van Gelder die de slappe lach heeft. Als je ernaar kijkt is de kans groot dat je zelf ook in de lach schiet. Omgekeerd kan het zien van andermans verdriet je stemming doen omslaan. Gemoedstoestanden worden op anderen overgedragen door middel van ‘emotionele besmetting’. Mensen ervaren - vaak zonder dat ze het zelf in de gaten hebben - dezelfde (positieve of negatieve) emoties als degene die hen heeft ‘aangestoken’. Maar kan dit ook via sociale media? Emotionele besmetting is in klinische experimenten al eerder aangetoond. Zo is er een langlopend onderzoek waaruit blijkt dat langdurige gemoedstoestanden zoals depressie of geluk kunnen worden overgedragen via real-life sociale netwerken. Maar deze uitkomsten zijn nogal controversieel vanwege het face-toface contact dat de deelnemers met elkaar hadden; hierdoor was moeilijk vast te stellen wát precies de besmetting veroorzaakte. De onderzoekers Kramer, Guillory en Hancock deden het anders. Ze gebruikten Facebook voor een grootschalig experiment met bijna 700.000 ‘deelnemers’, waarbij werd gekeken of emotionele besmetting ook optreedt buiten directe persoonlijke interactie om. Facebook-gebruikers ventileren hun emoties veelvuldig via newsfeeds. Facebook stuurt niet alle berichten door; met behulp van een ranking algoritme – dat test welke content het meest relevant en engaging voor de gebruikers is – wordt een selectie van de newsfeeds door gezonden. Het emotionele gehalte van een bericht is daarbij een van de criteria van het algoritme; en hier haakten de onderzoekers bij aan. Ze verdeelden hun onderzoekspopulatie in twee groepen. Bij de ene groep werd op de newsfeed van Facebook het positieve emotionele gehalte van de content gereduceerd, bij de andere het negatieve emotionele gehalte. Concreet betekende dit dat de ene helft van de deelnemers op hun newsfeed minder positieve berichten van hun Facebookvrienden te zien kreeg en de andere helft minder negatieve berichten. (Let wel: de manipulatie beperkte zich tot de newsfeed, dus elke deelnemer kon de berichten van zijn vrienden op hun timeline ongefilterd bekijken.) Wat gebeurde er? Wanneer het gehalte aan positieve uitingen in de newsfeed werd verminderd, gingen de gebruikers minder positief getinte en meer negatief getinte berichten posten; wanneer de negatieve uitingen op de newsfeed wer- 1 den verminderd gebeurde het omgekeerde. Deze uitkomsten duiden erop dat emoties die andere gebruikers via Facebook uiten, onze eigen emoties beïnvloeden – en dat er zelfs grootschalige besmetting kan optreden via sociale netwerken. Bij deze resultaten vallen een paar dingen op. Om te beginnen: de inhoud van de newsfeed is niet speciaal op een bepaald iemand gericht, dus de besmetting kan niet worden toegeschreven aan de één op één interactie tussen individuen. Het onderzoek laat zien dat om besmetting te voorkomen je de updates van je vrienden dus beter niet (te vaak) moet checken. Ten tweede: hoewel non-verbaal gedrag meestal als voornaamste bron van emotionele besmetting wordt beschouwd, blijkt uit dit onderzoek dat hetzelfde effect bereikt kan worden met uitsluitend tekstuele (‘geschreven’) content. En dan gaat het niet om een simpele nabootsingsactie, er is meer aan de hand. Volgens de onderzoekers treedt er een soort kruislings emotioneel aanmoedigingseffect op. Ten derde: er is geen sprake van een zogeheten negativity bias. Dit is het verschijnsel dat mensen eerder aanslaan op slecht nieuws dan op goed nieuws. De emotionele besmetting gebeurde bij zowel positieve als negatieve gevoelens. Ten vierde: er trad een ‘terugtrekkingseffect’ (withdrawal effect) op. Degenen die aan minder emotionele berichten in hun newsfeed werden blootgesteld, waren gedurende een aantal dagen over de hele linie minder expressief, waarmee de vraag hoe emotionele expressie de betrokkenheid op sociale media beïnvloedt ook meteen getackeld is. Deze constatering plus het feit dat de deelnemers emotioneel positiever waren in reactie op positieve updates van hun vrienden, rekent ook af met theorieën die ervanuit gaan dat het bekijken van opgewekte “kijk mij het eens goed doen” berichten van Facebook-vrienden ons negatief beïnvloedt omdat we onszelf dan ‘minder’ voelen. Samenvattend: berichten die tot ons komen uit de virtuele werkelijkheid van de sociale media beïnvloeden de manier waarop we onze emoties ervaren. En dat kan weer zijn effect hebben op allerlei gedrag in de echte wereld. Gegeven het massale, wereldwijde gebruik van sociale netwerken als Facebook kunnen zelfs kleine effecten grote impact hebben. In het licht van het veel onderzochte verband tussen emoties en lichamelijk welzijn, kan dit onderzoek mogelijk ook iets betekenen voor de volksgezondheidssector. 2 Referentie(s) Kramer, A.D.I., Guillory, J.E., Hancock, J.T. (2014), Experimental evidence of massive-scale emotional contagion through social networks. PNAS, vol.111, no.24, p.8788–8790. * * : aanwezig in de EURIB Bibliotheek Goed op de hoogte blijven? Aanmelden gratis EURIB Nieuwsbrief © 2014 EURIB (www.eurib.org) Volg state-of-the-art EURIB opleiding 3
© Copyright 2024 ExpyDoc