VF-1005-w-14-1-o Spaans vwo elementair leesv en schrijfv tv 1

Staatsexamen VWO
2014
Spaanse taal elementair lees- en schrijfvaardigheid
Tijdvak 1
Woensdag 28 mei
09.00 – 11.30 uur
College-examen schriftelijk
Opgavenboekje
VF-1005-w-14-1-o
1
lees verder ►►►
Vwo Spaanse taal elementair
College-examen lees- en schrijfvaardigheid 2014
Bijgaande examenopgave bestaat uit:
• een opdracht schrijfvaardigheid (het invullen van een aangifteformulier van de
politie en het schrijven van een e-mail naar een familielid of sms naar een
Spaanse vriend)
• een opdracht leesvaardigheid
Bij de beoordeling van schrijfvaardigheid wordt er op gelet of de opdracht taalkundig
en formeel correct is uitgewerkt, of de uitwerking een goed lopend geheel is en of u
zich aan de opdracht gehouden hebt.
Veel succes!
Aanwijzingen schrijfvaardigheid
1. Beantwoord alle punten van het formulier.
2. Verwerk alle gegevens in de volgorde zoals in de opdracht staat vermeld.
3. Probeer een goede pagina-indeling te realiseren.
4. Sla na elke alinea een regel over.
5. Gebruik voor de verslaglegging minimaal 130 woorden. Gebruik voor de sms
minimaal 30 woorden.
6. Ook al schrijft u een sms, de tekst moet toch grammaticaal correct zijn.
7. Vermeld het aantal gebruikte woorden in de rechterbovenhoek van het verslag
en van de sms.
8. Het gebruik van een woordenboek is toegestaan.
2
lees verder ►►►
Schrijfvaardigheid
Situatie 1
U bezoekt tijdens uw vakantie de stad Córdoba, in het zuiden van Spanje. Als u
’s avonds op een terras zit gebeurt er iets vervelends: uw rugzak wordt gestolen.
Omdat het al laat is, besluit u de volgende ochtend vroeg aangifte van de diefstal te
gaan doen. Op het politiebureau vraagt de agent u om een formulier in te vullen.
Opdracht 1
Neem de nummers 1 t/m 8 van het onderstaande aangifteformulier over op uw
examenpapier en werk de opdracht uit.
DENUNCIA DE ROBO
Policía Nacional de España
DATOS DEL DENUNCIANTE
1. Nombre y apellidos
_________________
2. Sexo
□m
3. Lugar, país y fecha de nacimiento
4. Nacionalidad
5. Domicilio
Ciudad
País
6. Correo electrónico
_________________
_________________
_________________
_________________
_________________
__________ @ _________________
□f
INFORMACIÓN SOBRE LOS OBJETOS ROBADOS
7. Objeto(s) robado (s)
8. Valor total objetos robados
_________________
_________________
_________________
_________________
€________________ _________________
[en letras de imprenta]
3
lees verder ►►►
HECHOS QUE DENUNCIA
(relate los hechos tal como sucedieron)
9. Schrijf hier uw verslag van de gebeurtenis. Gebruik alle elementen van het
memoblaadje.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Gisteravond, op terras van bar Paco.
Tussen 22.30 en 23.00 uur.
U had uw rugzak onder uw stoel gelegd.
Achter u zat een man krant te lezen
(beschrijf uiterlijk en kleding van de man).
Links naast u zat een echtpaar van
ongeveer 60 jaar (beschrijf uiterlijk en
kleding van het echtpaar).
Rechts van u zaten twee meisjes (ze zaten
de hele tijd te bellen).
Bij vertrek merkte u dat uw tas weg was.
Gelukkig zat uw portemonnee in uw
broekzak.
Beschrijf de rugzak en de inhoud.
10. Lugar y fecha de la denuncia
_________________
11. Firma del denunciante
_________________
Situatie 2
De volgende ochtend rond 11 uur zou u een Spaanse vriend(in) ontmoeten. Door de
diefstal bent u wat vertraagd. U laat hem/haar dit weten.
Opdracht 2
Stuur een sms naar uw Spaanse vriend(in). Verwerk daarin de volgende punten.
1. Zeg dat u wat later komt (stel een ander tijdstip voor).
2. Zeg dat u vanochtend al naar het politiebureau bent geweest en waarom.
3. Vertel dat u het straks wel uitgebreid zult vertellen.
4
lees verder ►►►
Leesvaardigheid
Dit examen bestaat uit:
•
6 teksten met in totaal 17 vragen
Beantwoord de open vragen in het Nederlands.
U kunt maximaal 20 punten scoren.
Tekst 1
¿Nunca sales sin tu móvil?
Tu adicción se llama nomofobia
1. ¿QUÉ ES?
La nomofobia se identificó por primera vez en 2008 y su nombre proviene del
término inglés "no-mobile phobia" (fobia a estar sin móvil). Según los expertos las
personas que sufren nomofobia, sienten una gran ansiedad en las siguientes
situaciones: pérdida del móvil, batería o crédito agotado y falta de señal. El Gobierno
británico llevó a cabo el primer estudio que dio la voz de alarma sobre este
fenómeno en 2008. Entonces se observó que un 56% de hombres y un 48% de
mujeres sufrían esta fobia. Un 9% se sentían "estresados" cuando su aparato se
apagaba. Cuatro años después, un nuevo estudio británico revela que la cifra de
afectados aumentó. Tras encuestar a unas 1.000 personas, se constató que el 77%
de los individuos con edades comprendidas entre los 18 y los 24 años sufrían
nomofobia. El sondeo descubrió además que un 41% de los encuestados cargaban
dos móviles para así nunca quedarse desconectados.
2. "NO ES UNA ENFERMEDAD"
"Todavía no se puede hablar de una enfermedad. La nomofobia es más bien un
síntoma de la adicción al móvil", señala Francisca López Torrecillas de la
Universidad de Granada, que actualmente trabaja en un estudio sobre nomofobia
entre universitarios españoles. Según ella, los principales síntomas de una persona
nomofóbica son el miedo a no disponer del móvil. El nomofóbico no puede imaginar
salir a la calle sin el móvil. Gasta por lo menos cuatro horas diarias consultándolo
por motivos que no tienen que ver con el trabajo. El nomofóbico, apunta Torrecillas,
"suele tener baja autoestima y ser introvertido. En su tiempo libre sólo usa el móvil,
algo que va unido a no tener otras actividades de ocio".
3. ADICCIÓN A LA TECNOLOGÍA
La nomofobia se relaciona con la adicción a la tecnología. En el caso de los móviles,
muchos sienten la necesidad de revisar constantemente cada mensaje, alerta o
sonido. A principios de este año un equipo de investigadores de la Universidad de
Worcester en Reino Unido, concluyó que esta ansiedad permanente, resultado de
estar siempre conectados, eleva considerablemente los niveles de estrés de los
5
lees verder ►►►
usuarios. Paradójicamente, el estrés era mayor cuando el móvil se usaba para fines
personales que laborales. El estudio también señala que los móviles inteligentes
aumentan nuestra necesidad de sentirnos conectados. "Mientras más los usamos
más dependientes nos volvemos y en realidad aumentamos el estrés en lugar de
reducirlo.", dicen los investigadores. De hecho, observan en su informe, algunos
sienten una necesidad tan extrema de estar en contacto que llegan a notar
"vibraciones del teléfono que no existen".
1p
1
1p
2
1p
3
Lees de eerste alinea.
In welke situatie krijg je last van “nomofobia”?
A Als je ergens bent waar het gebruik van de mobiele telefoon verboden is.
B Als je telefoon niet naar behoren werkt.
C Als je te veel berichten binnenkrijgt op je telefoon.
D Als er veel mensen om je heen zitten te bellen.
Lees de tweede alinea.
Wat weten we van Francesca López Torrecillas?
A Ze heeft een therapie bedacht tegen de “nomofobia”.
B Ze is het niet eens met de conclusies uit de Engelse onderzoeken.
C Ze verricht onderzoek naar “nomofobia” onder Spanjaarden.
Wat is volgens López Torrecillas een typische eigenschap van de “nomofóbico”?
A Hij gebruikt zijn mobiel vaak stiekem op zijn werk.
B Hij heeft weinig hobby’s.
C Hij heeft weinig fantasie.
D Hij is iemand met een druk sociaal leven.
Lees de derde alinea.
Tot welke conclusie kwamen de onderzoekers in Worcester?
A De stress die je ondervindt, wordt niet veroorzaakt door de telefoon.
B De stress die je ervaart, blijkt heel goed te behandelen.
C Je krijgt meer stress naarmate je je telefoon meer gebruikt.
D Je krijgt meer stress naarmate je je telefoon minder gebruikt.
1p
4
1p
5
Voel je volgens het onderzoek meer stress wanneer je privé belt of wanneer je voor
je werk belt?
A Het maakt geen verschil of je privé of voor je werk belt.
B Meer als je privé belt.
C Meer als je voor je werk belt.
1p
6
De komst van de smartphones heeft het probleem van de “nomofobia” …
A groter gemaakt.
B kleiner gemaakt.
C niet groter en niet kleiner gemaakt.
1p
7
Dat sommigen hun telefoon voelen trillen terwijl er niets aan de hand is, toont aan
A dat de “nomofobia” niet het werkelijke probleem is.
B dat mobiele telefoons nog steeds technische tekortkomingen hebben.
C hoe ernstig het probleem van de “nomofobia” is.
D hoeveel onderzoek er nog verricht moet worden naar “nomofobia”.
6
lees verder ►►►
Tekst 2
El ‘narco de narcos’
El mexicano Rafael Caro Quintero, hijo de unos humildes campesinos, fue pionero
del tráfico de drogas a gran escala a mediados de los años setenta hacia Estados
Unidos. Una vez detenido y encarcelado, y ante el asombro del resto de presos, se
arreglaba el bigote y las cejas, un gesto interpretado como un acto narcisista del
llamado ‘narco de narcos’. “Se cuidaba muchísimo”, dice un taxista que estaba junto
con él en prisión.
El hombre que había sido uno de los tres fundadores del cartel de Guadalajara es,
desde el viernes, un hombre libre. Caro Quintero ha estado encerrado 28 años y
todavía le faltaban 12 entre rejas por el secuestro y asesinato, en 1985, de un policía
de la Agencia Antidrogas Norteamericana (DEA). Sin embargo, un tribunal local
considera que Caro Quintero fue juzgado de manera indebida. Al no ser diplomático,
su caso debió haber sido tratado por un juzgado común y no el federal. Ahora este
error ha abierto las puertas de la prisión a Caro Quintero.
La decisión de poner en libertad al que había sido uno de los narcotraficantes más
famosos de los años setenta y ochenta ha caído muy mal en Estados Unidos. La
DEA declaró que estaba “profundamente preocupada” por la decisión del tribunal.
Asegura además que continuará esforzándose para que "el infame narcotraficante"
sea juzgado de nuevo en Estados Unidos por los crímenes que ha cometido.
1p
8
Wat is er aan de hand met Rafael Caro Quintero?
A Hij is in handen van de politie gevallen door verraad.
B Hij is tot een lange gevangenisstraf veroordeeld terwijl hij onschuldig was.
C Hij komt op vrije voeten vanwege een procedurefout in zijn rechtszaak.
D Hij komt vervroegd vrij vanwege goed gedrag.
1p
9
Voor welk misdrijf werd Caro Quintero veroordeeld?
A Drugsgebruik.
B Drugshandel.
C Lid van een criminele organisatie.
D Moord en ontvoering.
1p
10 Wat was opmerkelijk aan Caro Quintero tijdens zijn verblijf in de gevangenis?
A Hij besteedde veel aandacht aan zijn uiterlijk.
B Hij heeft nooit spijt betoond.
C Hij is rechten gaan studeren.
D Hij was bevriend met een eenvoudige taxibestuurder.
1p
11 Tot hoeveel jaar gevangenisstraf was Caro Quintero oorspronkelijk veroordeeld?
A 12 jaar
B 28 jaar
C 40 jaar
D Levenslang
7
lees verder ►►►
Tekst 3
La policía informa:
Para hacer denuncias o para cualquier cosa que tenga que ver con el trabajo de la
policía, durante 24 horas al día, puede usted dirigirse a todas las dependencias
policiales (comisarías, oficinas de policía, oficinas de atención al ciudadano).
Se pueden hacer denuncias por Internet en los casos de pequeños robos, robos
dentro de las viviendas, establecimientos o vehículos, y pérdida de objetos. Sin
embargo, la denuncia por Internet es imposible si ha habido violencia física en las
personas o si la víctima ha visto a los autores o está en condiciones de identificarlos.
Una vez hecha la denuncia por internet tiene que ir a firmar una copia en la
comisaría que elija, en un plazo de 72 horas, después de rellenar la ficha de datos.
Recuerde que hay que indicar la referencia de su denuncia en la comisaría.
1p
12 In welke van onderstaande gevallen kunt u aangifte doen via internet?
A Een scooter botste tegen u aan terwijl u overstak.
B Op straat werd uw tas gestolen, maar u heeft de dief niet gezien.
C Uw auto werd opengebroken en u zag de dader wegrennen.
1p
13 Als je de digitale aangifte hebt ingevuld en verstuurd, wat is dan de volgende stap?
A De politie neemt contact met je op.
B Je moet binnen drie dagen ook nog telefonisch contact met de politie opnemen.
C Je moet binnen drie dagen de aangifte op een politiebureau gaan ondertekenen.
D Je moet de aangifte printen, zelf ondertekenen en opsturen naar een
politiebureau.
8
lees verder ►►►
3p
14 In onderstaande tekst ontbreken de tussenkopjes. De open plekken waar een
tussenkopje moet staan, zijn genummerd.
De tussenkopjes vindt u in het kadertje hieronder. De tussenkopjes hebben elk een
letter a tot en met e.
Geef op uw antwoordblad aan waar de tussenkopjes in de tekst moeten staan door
achter het nummer van elke open plek, de letter te schrijven van het kopje dat daar
thuis hoort.
Voorbeeld: 6-f
Tekst 4
a.
b.
c.
d.
e.
f.
“¿Hace cuánto que trabajas para esta compañía?
“No sé nada acerca de esta compañía”.
“Odiaba mi anterior trabajo”.
“Quiero saber cuándo podré tomarme unos días libres”.
“Siempre fui muy apreciado en mis trabajos anteriores”.
“No tengo ninguna pregunta más”.
Las 6 cosas que nunca debes decir en una entrevista de trabajo
Las entrevistas de trabajo normalmente generan mucho
estrés. Por más que estés preparado, debes tener claro qué
cosas nunca puedes decir en esa situación.
Llegar a tiempo, presentar un currículum que destaque tus habilidades y vestirte de
manera formal son algunos de los tips esenciales a la hora de enfrentar a tu posible
empleador. Sin embargo, los nervios pueden traicionarte y sin quererlo puedes decir
algo inadecuado. Para ayudarte a que tu entrevista de trabajo sea un éxito, te
presentamos una lista de las 6 cosas que nunca debes decir en una entrevista de
trabajo.
1. ____
Antes de presentarte a cualquier entrevista, es muy importante que hagas una
investigación previa sobre la empresa en la que pretendes ser empleado. El
reclutador seguramente evaluará si lo has hecho.
2. ____
”Aunque quieras romper el hielo con el entrevistador, ahórrate todo tipo de preguntas
personales. Recuerda que eres tú quien debe responder a sus inquietudes.
3. ____
Deja que tu currículum y referencias hablen por sí solas. No querrás sonar
arrogante.
4. ____
Si tus experiencias con otros empleos han sido malas, no se lo digas. Muestra una
actitud positiva en todo momento.
9
lees verder ►►►
5. ____
No te anticipes a los hechos. Preguntar por días de vacaciones y beneficios extra
antes de conseguir un trabajo te hará parecer pretencioso.
6. ____
Al finalizar la entrevista siempre debes formular alguna pregunta. Si no lo haces,
parecerás desinteresado.
Tekst 5
U had met een Spaanse vriendin afgesproken haar in de maand augustus te treffen
in Madrid, als u zelf ook in Spanje bent. Op 12 augustus ontvangt u onderstaand
sms’je van haar.
Hola Peter, ¿cómo estáis? El día 16 llegamos a Madrid Carlos y yo, y nos quedamos
hasta el 18. El mismo 16 por la noche iremos a ver el musical en el que actúa mi
hermano (Frankenstein ☺), pero el 17 tenemos tiempo y nos alegraría veros por allí.
Un beso.
1p
15 Wat stelt uw vriendin voor?
A De afspraak afblazen.
B De afspraak uitstellen.
C Afspreken op 16 augustus.
D Afspreken op 17 augustus.
E Afspreken op 18 augustus.
10
lees verder ►►►
Tekst 6
1º CONCURSO FOTOGRAFÍA DIGITAL
La Casa del Español
1. PARTICIPANTES
Podrán participar en el concurso todos los estudiantes de español como
lengua extranjera.
2. TEMÁTICA
La temática del concurso será todo aquello que te recuerde al idioma español
en tu país o a España en general.
3. OBRA
Cada participante puede enviar un máximo de 5 fotografías.
Las fotografías no podrán ser alteradas digitalmente ni por cualquier otro
medio. Tampoco se aceptarán fotomontajes. Solo se permitirán mínimas
correcciones de color y luminosidad.
Las fotografías deben estar realizadas con una cámara digital / o bien con la
cámara del teléfono móvil (mínimo 8 megapíxeles).
Las fotografías deben respetar los siguientes requisitos:
• Las fotografías deben ser archivos JPG.
• Deben tener un tamaño mínimo de 1024 x 1024 píxeles.
• El peso del archivo no debe pasar un máximo de 7 Megabytes (Mb).
4. CÓMO PARTICIPAR
Para concursar se debe enviar la fotografía como archivo adjunto a la
siguiente dirección de email: [email protected] indicando en el
asunto: 1ºConcurso de Fotografía La Casa del Español
Nombre y apellidos del concursante
Dirección de correo electrónico de contacto
Título de la imagen
5. PLAZO DE PARTICIPACIÓN
El plazo de presentación de los trabajos al concurso se establece desde el día
6 de febrero de 2013 al 31 de mayo de 2013.
1p
16 Wie mogen er deelnemen aan deze fotowedstrijd?
A Iedereen die Spaans aan het leren is als vreemde taal.
B Iedereen die zich verbonden voelt met Spanje.
C Studenten die een cursus Spaans in Spanje volgen.
D Studenten die ingeschreven staan bij “La Casa de España”.
11
lees verder ►►►
2p
17 Welke van de onderstaande foto’s voldoet aan het reglement van de wedstrijd?
Schrijf op uw antwoordblad achter de letter van elke foto “ja” als het onderwerp is
toegestaan en “nee” wanneer het onderwerp niet is toegestaan.
A Een foto van uzelf tijdens uw vakantie in Mexico.
ja/nee
B Een foto van de Sagrada Familia in Barcelona.
ja/nee
C Een foto van uzelf met een Spaans boek in uw achtertuin.
ja/nee
D Een foto waarop u zichzelf hebt gefotoshopt tussen Antonio
Banderas en Penélope Cruz.
ja/nee
12
einde ■