De ontwikkeling van het Rivierenlands Werkbedrijf

De ontwikkeling van het Rivierenlands Werkbedrijf De arbeidsmarktregio’s vervullen een centrale rol bij het goed functioneren van de arbeidsmarkt en bij de Participatiewet. De uitdaging is immers om alle mensen met arbeidsvermogen te activeren en aan het werk te krijgen en te houden. De in het landelijk Sociaal Akkoord afgesproken garantiebanen van werkgevers helpen daarbij. De opgave die garantiebanen daadwerkelijk te realiseren vraagt om goede samenwerking op regionaal niveau en een langdurig commitment bij werkgevers, werknemers en gemeenten. Van-­‐werk-­‐naar-­‐werk, opleiding, omscholing en dergelijke vragen namelijk niet alleen om sectorale afspraken maar ook om een regionale inbedding. Voor beide domeinen (Participatiewet en arbeidsmarktbeleid) is in de regio een belangrijke rol weggelegd voor zowel werkgevers, werknemers, het onderwijs en de lokale overheid. Een goede opbouw van zowel het functioneren van de arbeidsmarkt als de Participatiewet is een transitieproces, waarbij het voor sociale partners en gemeenten de uitdaging is om alle mensen met arbeidsvermogen te activeren en aan het werk te krijgen en te houden. De garantiebanen van de werkgevers en beschut werk helpen daarbij. Ook voor UWV is een belangrijke rol op het niveau van de arbeidsmarktregio weggelegd. Zo zal UWV niet alleen beoordelen wie geen wettelijk minimumloon kunnen verdienen (en dus in aanmerking komen voor de garantiebanen), maar ook beoordelen wie binnen deze categorie zoveel begeleiding nodig hebben dat zij in aanmerking komen voor beschut werk. Ditzelfde geldt voor het onderwijs. Het onderwijs speelt een belangrijke rol bij de toegang tot de arbeidsmarkt. De kwalitatieve vraag van de arbeidsmarkt veronderstelt een goede vooropleiding en het optimaal benutten van de mogelijkheden van een Leven Lang Leren. Kortom er is voldoende aanleiding om de samenwerking tussen gemeenten, sociale partners en onderwijs in het kader van het Landelijk Sociaal Akkoord te herijken en zodanig vorm te geven dat er voor partijen meer rendement zal ontstaan, dat wil zeggen, meer plaatsingen. Dit wordt gerealiseerd door onder andere een betere werkgeversdienstverlening die inspeelt op de vraag van werkgevers evenals effectievere en efficiëntere werkwijzen. Het landelijk Sociaal Akkoord geeft aan dat de taakstelling in de eerste plaats een opdracht is aan de werkgevers, waarbij de overheid (gemeenten en UWV) de taak hebben werkgevers te ondersteunen bij de realisatie van die opdracht. Dit alles vergt een goede samenwerking op regionaal niveau. Werkgevers, werknemers, onderwijs en gemeenten gaan een nog intensievere relatie met elkaar aan. Dit vraagt om wederzijds commitment van werkgevers, werknemers, onderwijs en gemeenten. Dit commitment betreft niet een eenmalig convenant maar is een langjarig (investerings) proces. De eerste inspanningen van de samenwerking tussen sociale partners en gemeenten richten zich op de plaatsing van mensen die vallen onder de doelgroep voor de garantiebanen die werkgevers ter beschikking stellen. Vormgeving Werkbedrijf Regionale arbeidsmarktproblemen vragen om regionale oplossingen. Daarvoor worden op het niveau van de arbeidsmarktregio, bij wet, de Werkbedrijven ingesteld. Het regionaal Werkbedrijf is een bestuurlijk samenwerkingsverband tussen gemeenten, UWV en werkgevers-­‐ en werknemers-­‐
organisaties. Het vormt de schakel tussen mensen met een arbeidsbeperking en de extra banen die werkgevers op landelijk niveau voor deze doelgroep hebben afgesproken. In dit Werkbedrijf maken partijen afspraken over de manier waarop in de Rivierenland mensen met een arbeidsbeperking ondersteund worden deze (extra) banen te bemachtigen. In het regionaal Werkbedrijf worden ook afspraken gemaakt over een pakket aan voorzieningen voor een uniforme dienstverlening. Het regionaal Werkbedrijf is een samenwerkingsafspraak, een bestuurlijk regionaal samenwerkingsverband van regiogemeenten, werkgevers en vakbonden. Het woord Werkbedrijf wijst op een functie en niet op een aparte organisatie. Het is dus geen bedrijf, geen pand, geen nieuw instituut. Het is een netwerksamenwerking gericht op het maken van de juiste samenwerkingsafspraken voor het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt, waarin mensen met een arbeidsbeperking volwaardig mee doen. In deze samenwerking gaat om een praktisch aanpak om: -­‐ Gezamenlijk: de ambitie vast te stellen en de uitvoering te bewaken -­‐ Ondernemers: stellen werkgelegenheid voor mensen met een arbeidsbeperking beschikbaar -­‐ Gemeenten en UWV: dragen kandidaten voor en faciliteren. De wethouder c.q. trekker van de arbeidsmarktregio is voorzitter van het samenwerkingsverband. Binnen de wettelijke bepalingen wordt het Werkbedrijf opgezet door in regionaal verband zoveel mogelijk voort te bouwen op wat regionaal aanwezig is en goed werkt. Het ligt daarom in Rivierenland voor de hand de functie van het Werkbedrijf te koppelen aan het POA Rivierenland. Ook is van belang verbinding te leggen met de al langer lopende initiatieven rondom de gezamenlijke werkgeversdienstverlening (Werkgeversadviespunt , LeerWerkLoket, UWV en in de ontwikkeling van "Werkzaak Rivierenland" ). Het Werkbedrijf heeft de rol van aanjagen, elkaar aanspreken en monitoren van voortgang van de regionale samenwerkingsafspraken, vastgelegd in een marktbewerkingsplan. De taak van het Werkbedrijf is om aan de hand van het regionale marktbewerkingsplan ervoor zorg te dragen dat de afspraken worden opgepakt en uitgevoerd. Er is pas sprake van een Werkbedrijf als er een marktbewerkingsplan inclusief samenwerkings-­‐ en uitvoeringsafspraken tot stand is gekomen. De regionale uitvoering gebeurt onder regie van het Werkbedrijf/ POA Rivierenland. Aangesloten wordt bij bestaande initiatieven en best practices in de regio Rivierenland Partijen in het samenwerkingsverband van het Werkbedrijf (gemeenten, werkgeversorganisaties en vakbonden) maken met elkaar een regionaal marktbewerkingsplan op basis van regionale arbeidsmarktkenmerken bij vraag en aanbod. Dit sluit aan bij de al lopende inzet van gemeenten, UWV en andere partijen om (als gevolg van de SUWI-­‐wet) op het niveau van de arbeidsmarktregio samen te werken bij werkgeversdienstverlening. Het plan heeft een samenhang met een bredere regionale arbeidsmarktagenda. In het plan worden kansen en mogelijkheden beschreven voor het plaatsen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, in het bijzonder mensen met een arbeidsbeperking. Het gaat in beginsel om alle sectoren en bedrijven in de regio met specifieke aandacht voor kanssectoren en een concrete inschatting van het arbeidsaanbod daarvoor. Daar waar nu geen of weinig plekken beschikbaar zijn in de regio, zullen werkgevers hun achterban stimuleren deze plekken open te gaan stellen. Het gaat daarbij vooral om kanssectoren en sectoren waarbinnen cao-­‐afspraken zijn gemaakt over banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Er zullen concreet banen en plekken moeten worden gecreëerd en geacquireerd. Doel is om duidelijke afspraken te maken over deze banen en de wijze van aanlevering en matching van de werkzoekenden. Als uitgangspunt voor de samenwerking tussen partijen, met als kernpartners de werkgevers, de gemeenten en het UWV, brengen we hieronder de verdeling van kernverantwoordelijkheden nog eens in beeld: De arbeidsmarktregio Rivierenland heeft de opdracht om een Werkbedrijf in te richten zoveel mogelijk aansluitend bij bestaande, goed werkende regionale initiatieven. Beoogd zijn harde afspraken tussen partijen. Om het proces voortvarend te starten zou kunnen worden voorzien in regionale procesbegeleiding. Doel is dat het Werkbedrijf in 2015 operationeel is. Uitwerkingsvragen: 1. Hoe kan de beoogde samenwerking worden vormgegeven? Is de vertegenwoordiging van werkgevers en werknemers binnen POA Rivierenland/Werkbedrijf voldoende stevig ? 2. Ook de gemeenten en het onderwijs hebben een bepaalde target. Hoe worden zij betrokken bij het werkbedrijf ? 3. Welke oplossingen zijn er voor het wegnemen van vrijblijvendheid in de samenwerking? Wie kan waarvoor verantwoordelijkheid nemen, en wie heeft uiteindelijk doorzettingsmacht? 4. Wat zijn de belangrijkste kansen voor intensivering van de samenwerking? Kan daarmee snel gestart worden om snel succes te boeken? Wat zijn de belangrijkste risico’s om het van de grond te krijgen? 5. Welke planning en fasering zijn realistisch om van woorden tot daden te komen? 6. Is het concept-­‐ marktbewerkingsplan (UWV/WAPR/WerkZaak) voldoende ? Hoe ver reikt dit marktbewerkingsplan, gaat het alleen om mensen met een beperking, de onderkant van de arbeidsmarkt, of breder? Wat is de looptijd van dit marktbewerkingsplan ? 7. Hoe komen we van een marktbewerkingsplan naar een uitvoeringsplan, inclusief het goed beleggen van de uitvoerende taken en de sturing daarop ? 8. Wat is de rol van de wethouder van de centrumgemeente en andere betrokken actoren bij het tot stand brengen van plannen? Welk afgestemd instrumentarium is noodzakelijk ? 9. Hoe wordt gemonitord ? Vervolgproces Om het proces naar een goed functionerend Werkbedrijf in te zetten is het van belang dat alle betrokken partijen (gemeenten, werkgevers, werknemers, onderwijs) in Rivierenland gezamenlijk een aantal stappen verkennen. Het gaat hierbij om : 1. Een gedeeld urgentiebesef 2. Kennis van de SUWI wet, het landelijk Sociaal Akkoord en de gevolgen hiervan voor de uitvoering in Rivierenland 3. Een gedeelde visie op de wijze van aanpak 4. Een opmaat naar opdrachtformulering voor de uitvoering. Wie neemt het verdere initiatief om tot een werkbedrijf te komen ? Om dit te realiseren wordt gestart met een brainstormbijeenkomst met alle betrokken partijen in de periode tussen 11 en 27 november. 1 november 2014, Coördinatieteam POA Rivierenland