Lees hem hier

Toespraak Job Cohen werkgeversbijeenkomst Ergon/WTCE in PSV-stadion.
dd 22-11-2014.
Allereerst: ik ben heel erg blij dat we hier vanavond met zoveel ondernemers bij elkaar zijn.
Dat ik nou als Amsterdammer gelijk hier in het PSV-Stadion wordt neergezet is wat minder,
maar allez, ik verman me. Uw aanwezigheid betekent dat het onderwerp leeft. Dat u
geïnteresseerd bent om mensen met een arbeidsbeperking – want daar hebben we het hier
vanavond over – aan het werk te helpen.
Want er moeten meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag. Dat staat voorop in de
nieuwe Participatiewet die op 1 januari van start gaat. En het liefst gaan zij aan de slag bij een
gewone werkgever. Een gewone baan, met gewone collega’s en een gewoon salaris. Want
werk is goed voor mensen, zo blijkt steeds weer uit alle onderzoeken. Werk geeft structuur
aan je leven, het brengt sociale contacten en het is voor iedereen prettig om mee te kunnen
doen, om iets te kunnen betekenen voor de maatschappij.
In het sociaal akkoord dat werkgevers en werknemers hebben gesloten met de overheid is
daarom afgesproken dat er 125.000 extra banen komen voor arbeidsbeperkten. 100.000 banen
bij werkgevers in de markt en 25.000 banen bij de overheid. Een mooie ambitie die we de
komende jaren met elkaar moeten gaan realiseren. Aart van der Gaag gaat zich ervoor inzetten
dat die banen er komen en we willen hem daar graag bij helpen. Hij zal daar straks zelf meer
over vertellen.
Want het is hard nodig. Er zijn in Nederland 500.000 mensen met een afstand tot de
arbeidsmarkt. Dat zijn mensen met een beperking, mensen die jarenlang niet hebben gewerkt,
mensen die niet voldoende productiviteit hebben om het minimumloon te kunnen verdienen.
Kortom: mensen die onze hulp nodig hebben om aan de slag te komen. Ze verdienen het,
want het gaat om mensen die meestal uiterst gemotiveerd en loyaal zijn en absoluut wat in
hun mars hebben, als je hun talent maar ziet. Werkgevers die de stap al hebben genomen om
met mensen uit deze groep te werken, zijn allemaal zeer tevreden.
Werken bij een gewone werkgever staat dus voorop, al zal er altijd een groep blijven voor wie
dat niet is weggelegd en die aangewezen zijn op beschut werk. De ommezwaai naar werken
bij een gewone werkgever zijn de sociale werkbedrijven al een aantal jaren aan het maken.
Sinds 2005 is het aantal mensen uit de SW dat bij een gewone werkgever aan de slag ging,
gestegen met maar liefst 85 procent. 35.400 mensen met een arbeidsbeperking werken nu bij
een gewone werkgever.
Dat gebeurt overigens meestal via een detacheringsconstructie. Want hoewel het de voorkeur
heeft dat iemand in dienst komt bij een werkgever, blijkt in de praktijk toch vaak dat
werkgevers liever werken via detachering. En dat snap ik heel goed. Via een detachering blijft
iemand in dienst van het sociale werkbedrijf en loopt de werkgever dus geen risico. En voor
dat verleggen van dat risico willen werkgevers best betalen. Doen ze bij uitzendbureaus ook.
Het sociale werkbedrijf neemt immers ook alle administratieve rompslomp voor z’n rekening.
Een aantrekkelijke, flexibele constructie dus. Een constructie die er in de praktijk vaak toe
leidt dat werkgevers hun drempelvrees overwinnen en ervoor durven te kiezen mensen met
een arbeidsbeperking een kans te geven in hun bedrijf. En daar gaat het uiteindelijk om.
Detacheringen zijn er overigens in verschillende vormen. Sterk in opkomst is de
groepsdetachering. Via zo’n constructie plaatst de gemeente of het sociale werkbedrijf een
groep mensen bij een werkgever. Bijvoorbeeld om een bepaald productieonderdeel te
verzorgen. Er wordt begeleiding bijgeleverd en als iemand ziek is, wordt vervanging geregeld.
Hierdoor heeft de werkgever er bij wijze van spreken geen omkijken naar. “Kost wa, hedde
ok iets” zeggen ze dan in Brabant begrijp ik.
Een succesvol middel dus, de detacheringen. Maar – en dan kom ik bij mijn belangrijkste
punt van vanavond – veel gemeenten moeten dit nog wel goed regelen. Gemeenten worden na
1 januari verantwoordelijk voor de Participatiewet. Dat betekent dat ze geregeld moeten
hebben dat detacheringen mogelijk zijn en volgens welke voorwaarden. Uit onze monitor
blijkt dat in oktober de helft van de gemeenten dit nog niet had geregeld. Ook de gemeente
Eindhoven en de regiogemeenten moet hier nog een besluit over nemen. Dat baart me grote
zorgen. Het zou ontzettend jammer zijn als na 1 januari detacheringen niet meer worden
ingezet in een aantal gemeentes.
Ergon bijvoorbeeld heeft zo’n 300 man gedetacheerd bij DAF. De mensen pakken daar de
reserveonderdelen in en versturen die over de hele wereld. Belangrijk werk, maar hoe gaat dat
nu verder na 1 januari? Loopt dat leeg, omdat uitstromende WSW’ers niet meer worden
vervangen? Of blijven er mensen worden geplaatst vanuit de Participatiewet, die de WSW
vervangt? Ook DAF wil dat graag weten heb ik begrepen. Hopelijk komt daar op tijd een
oplossing voor.
Want hoewel iedereen overtuigd is van het belang van de Participatiewet: het zal allemaal niet
vanzelf gaan. Er is heel wat voor nodig om die 125.000 banen te realiseren en om de juiste
match te gaan maken met de mensen die voor die banen in aanmerking komen. Om mensen te
ontwikkelen en geschikt te maken voor de arbeidsmarkt. En ook andersom: om de baan
geschikt te maken voor de medewerker.
Gemeenten hebben de lead om dat te realiseren en werken daarvoor samen met allerlei
partners in de 35 arbeidsmarktregio’s.
Gelukkig beginnen we niet vanaf nul. Er is namelijk al heel veel kennis, kunde en ervaring
aanwezig om met succes matches te kunnen maken. Sociale werkbedrijven (het gaat in deze
regio om bedrijven als WVK-bladel, WSD-Boxtel, Atlantgroep-Helmond en uiteraard ErgonEindhoven, waar we nu te gast zijn) doen niet anders. Zij hebben in de afgelopen jaren enorm
veel expertise opgebouwd.
Die expertise is tweeledig.
Aan de ene kant zijn sociale werkbedrijven goed in het ontwikkelen van mensen, ze kunnen
mensen in en door het werk opleiden en ‘fit’ maken voor de arbeidsmarkt. Leer-werken en
“training-on the job”, waar nodig ondersteund met testen, diagnoses en door praktische
cursussen.
Aan de andere kant hebben sociale werkbedrijven van oudsher nauwe contacten met het
bedrijfsleven. Sociale werkbedrijven spreken de taal van de ondernemers en begrijpen ze wat
zij als werkgevers nodig hebben.
Ze;
-adviseren werkgevers,
-denken met ze mee over het rendabel inzetten van mensen met een beperking,
-zorgen voor alle administratieve rompslomp,
-bieden begeleiding op de werkvloer.
-organiseren werk
-En ze kunnen optreden als werkgever en dus mensen detacheren.
Die twee expertises maken dat de SW-bedrijven als Sociale Werkbedrijven onder de nieuwe
Participatiewet voor gemeenten, UWV en de werkgevers de verbindende schakel kunnen
vormen tussen mens en werk. En dat is precies wat er in de arbeidsmarktregio moet gaan
gebeuren.
Want er zijn nog wel een aantal misverstanden over werk voor mensen met een
arbeidsbeperking. Er wordt soms iets te simpel gedacht dat het gaat om bemiddeling van
mensen op een vacature van een bedrijf. De meeste mensen met een beperking passen echter
niet op een vacature. Het gaat erom dat je het werk geschikt maakt voor iemand met een
beperking. Maatwerk dus. Dat geldt ook voor de begeleiding. Want met alleen een match ben
je er niet. Het vergt duurzame begeleiding om iemand aan de slag te houden. Allemaal zaken
die het sociale werkbedrijf voor u kan regelen.
Ik doe daarom een oproep aan: betrek de huidige SW-bedrijven bij de gesprekken die worden
gevoerd in de arbeidsmarktregio. In die arbeidsmarktregio praten gemeente, werkgevers,
werknemers en UWV over de implementatie van de Participatiewet. Maar nog niet overal in
het land is het vanzelfsprekend dat sociale werkbedrijven daar ook bij betrokken worden.
Terwijl het dat wel zou moeten zijn. Want ik hoop dat ik heb duidelijk gemaakt dat sociale
werkbedrijven gemeenten, werkgevers en andere partners veel te bieden hebben in de
uitvoering. (Dit is wellicht een beetje over uw hoofd en regio heen beste ondernemers want in
de regio worden de SW-bedrijven bij deze voorbereidingen betrokken, maar ja, een beetje
landelijke politiek, ik kan het ondanks alles soms nog maar niet laten…;-)
Maar we steken als SW-sector ook de hand in eigen boezem: SW-bedrijven zullen als
publieke uitvoerders in de private markt moeten doorontwikkelen tot echte Sociale
Werkbedrijven. Ze zijn daar hard mee bezig. Overal in het land zie je dat de eigen productie
nog verder wordt afgebouwd en dat men meer de rol van ‘matchmaker’ oppakt: mensen
bemiddelen naar werk bij een gewone werkgever. En om deze mooie Brainportregio dan nog
maar een keertje te complimenteren, in Eindhoven en Helmond werkt al 60 tot 80% van de
WSW-doelgroep gedetacheerd bij gewone werkgevers! Denk Dorel/de maxicosi’s, DAF,
FLOS, Prins Autogas, Van Rooijen Logistiek, om maar enkele grote jongens hier te noemen.
En waarschijnlijk zitten hier nog wel meer ondernemers in de zaal die mensen met een
beperking in dienst/bij zich gedetacheerd hebben. Lars van der Hoorn Buigtechniek, Rick
Polman van der Valk Hotel, zijn jullie in de zaal? Kijk mensen, dat zijn de mannen!
Nogmaals, ik zou zeggen gebruik dit niet alleen maar voor de mensen in de Wsw, maar voor
iedereen die straks onder de Participatiewet valt: WWB’ers, Wajongers, nieuw beschut werk.
Kortom. iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt die niet in staat is zelfstandig het
wettelijk minimumloon te verdienen.
Die werkgeversdienstverlening zullen de Sociale Werkbedrijven steeds meer samen met
gemeenten en het UWV vorm moeten willen geven, zodat werkgevers echt één aanspreekpunt
krijgen in de arbeidsmarktregio.
Want we hebben een gezamenlijk doel: we willen meer mensen uit de uitkering halen en aan
de slag helpen. Werk is immers de beste zorg en het beste recept voor een sterke economie.
Laten we dan ook gezamenlijk werken aan deze opdracht die wij hebben. De mensen die onze
steun nodig hebben, verdienen het.
En ik wil afsluiten met een uitdaging aan deze regio, een van de economisch sterkste regio’s
van het land. Als die Brainport-innovatiekracht geprojecteerd gaat worden op dit domein, dan
kan dit toch niet mislukken hier. Mensen, als het hier niet lukt om een succes te maken van de
Participatiewet, waar dan wel? Ik reken op u!
Dankuwel.