Taaldoelen periode 2 (januari, februari en maart) Groep 2 Begrijpend luisteren Spreken Sociaal taalgebruik Woordenschat en woordleer strategieën Technisch lezen Visuele discriminatie Visuele analyse Leesbegrippen Onderscheidt mbv picto's hoofdcomponenten van een verhaal (wie, wat waar) Vertelt gestructureerd over een gebeurtenis mbv visueel materiaal Nodigt iemand in een 1-op-1 gesprek uit Beschrijft de juiste betekenis van de aangeboden woorden Past beginrijm toe Luistert gericht naar een korte voorgelezen tekst (beantwoordt een vooraf gestelde luistervraag) Vertelt een voorgelezen verhaal na mbv illustraties Vervult zowel de rol van luisteraar als spreker in 1 gesprek. Gebruikt aangeboden woorden actief tijdens de taalles (met correct gebruik van de lidwoorden) Maakt de beginklank van een woord los van de rest vh woord Herkent een bepaalde letter tussen letters en in woorden Herkent grafemen van een woord Deelt een woord op in losse grafemen Kent de begrippen: daarna, ervoor, letter Kent de betekenis van een punt volgende, erachter, eerste, tweede, klank Temporele ordening Auditieve discriminatie Auditieve synthese Visuele synthese Klank-teken-koppeling Begrijpend lezen en studerend lezen Lees- en schrijfmotivatie Strategisch schrijven Technisch schrijven Spelling Zegt een reeks van 4-5 woorden in goede volgorde na. Onderscheidt verschillende klanken binnen een woord Rijmt op een 1-lettergrepig woord Benoemt eerste klank van een woord Hoort het verschil tussen lange en korte woorden Voegt lettergr. Samen tot een woord Kent ongeveer 10 letters Spreekt verwachtingen uit ahv omslag en illustraties Praat over teksten Koppelt het juiste foneem aan grafeem Voert na het luisteren naar een instructieve tekst de genoemde handeling uit. (versje met gebareren) Geeft instructie (voor een spelletje) Neemt initiatieven in een 1-op-1 gesprek Gebruikt de begrippen: woord, zin regel en bladzijde Benoemt laatste klant van een woord Voegt woorden samen tot een zin Koppelt aan elk graf. het juiste fon. Begrijpt het permanente karakter en com.doel van iets wat geschreven is Vertelt wat hij van een verhaal of andere tekst vindt Schrijft (stukje ervan) eigen naam Legt, schrijft of stempelt woordjes na of typt op de pc Schrijft guirlandes ( ), arcades Behoudt tijdens het tekenen een ( ), rechte (--), gofl- ( ), zaaglijn correcte zit- en schrijfhouding ( ), o-vorm (oo), losse halen (///) Analyseert klankzuivere woorden in afzonderlijke klanken in de juiste volgorde (m/a/n) Spreekt zijn waardering uit over een tekst Gebruikt geschreven taal als communicatiemiddel Schrijft met de voorkeurshand.
© Copyright 2025 ExpyDoc