Taaldoelen periode 1 (september, oktober en november) Groep 2 Begrijpend luisteren Spreken Sociaal taalgebruik Woordenschat en woordleer strategieën Technisch lezen Visuele discriminatie Visuele analyse Leesbegrippen Luistert met aandacht naar de lkr. en mede lln als zij in de groep iets vertellen. Doet mbv gerichte vragen verslag v. gebeurtenissen buiten hier en nu Neemt een aanbod beleefd aan of slaat het beleefd af (ja, graag) Breidt zijn woordenschat uit met woorden voor een taalniveau van 5/6 jaar Herkent beginrijm in langgerekte woorden Herkent een bepaalde letter tussen letters en in woorden Herkent grafemen van een woord Voorspelt globaal waarover een verhaal zal gaan en het vervolg na een deel v.h. verhaal Maakt gebruik van constructies die volgorde aangeven (toen, daarna) Gebruikt de aanspreekvorm "u" of "jij" in de juiste situatie Breidt zijn woordenschat met begrippen voor beginnendegeletterdheid en gecijferdheid Herkent beginrijm in gewoon uitgesproken woorden Deelt een woord op in losse grafemen Kent de begrippen: daarna, ervoor, letter Kent de betekenis van een punt volgende, erachter, eerste, tweede, klank Temporele ordening Auditieve discriminatie Auditieve synthese Visuele synthese Klank-teken-koppeling Begrijpend lezen en studerend lezen Lees- en schrijfmotivatie Strategisch schrijven Technisch schrijven Spelling Toont dat het verhaal begrepen is met steun van illustraties Vertelt spontaan of gevraagd over onderwerpen die hem bezighouden Voert een eenvoudig telefoon gesprek met bekenden Wijst het juiste plaatje aan na omschrijving van een woord Gebruikt de begrippen: woord, zin regel en bladzijde Benoemt laatste klant van een woord Zegt een reeks van 4-5 woorden in goede volgorde na. Onderscheidt verschillende klanken binnen een woord Rijmt op een 1-lettergrepig woord Benoemt eerste klank van een woord Hoort het verschil tussen lange en korte woorden Voegt lettergr. Samen tot een woord Kent ongeveer 10 letters Spreekt verwachtingen uit ahv omslag en illustraties Bekijkt uit zichzelf regelmatig een boek of tijdschrift Beseft dat je met letters woorden kunt maken Schrijft ontspannen met een driepuntspotloodgreep Koppelt het juiste foneem aan grafeem Koppelt aan elk graf. het juiste fon. Is actief bezig in lees/schrijfhoek heeft plezier in het lezen/schrijven Schrijft op kopieert enkele letters Behoudt tijdens het tekenen een correcte zit- en schrijfhouding "Leest" zelf een verhaal voor aan klasgenootjes of knuffel. Schrijft herkenbare klank- tekenkoppelingen Schrijft met de voorkeurshand. Voegt woorden samen tot een zin
© Copyright 2024 ExpyDoc