Lui oog - UZ Gent

Z
LUI OOG (AMBLYOPIE):
DIAGNOSE­EN BEHANDELING
Vroege detectie
is cruciaal
Amblyopie (lui oog) is
de meest voorkomende
oorzaak van visusdaling bij
kinderen. De aandoening
valt meestal uitstekend te
behandelen, als ze maar
tijdig wordt opgespoord.
O
m te begrijpen
waarom vroege
detectie zo be­
langrijk is, moet
je weten hoe de
visuele ontwikkeling verloopt’,
zegt dr. Patricia Delbeke (dienst
Oogziekten). ‘Bij de geboorte is de
gezichtsscherpte – de visus – heel
laag. De pasgeborene ziet eerst
eenvoudige hoogcontrastpatronen
zoals ogen of een haarlijn. De
eerste vier maanden zijn cruciaal
voor de ontwikkeling. Daarna gaat
de visus van 1/10 op de leeftijd van
vier maanden tot 10/10 op de leef­
tijd van acht tot tien jaar. In die tijd
“rijpt” de visuele cortex en kun je
amblyopie nog behandelen. Zodra
de visuele ontwikkeling voltooid
is, is het eigenlijk te laat.’
Wat is een lui oog eigenlijk?
‘De term is wat misleidend – het
oog is niet lui, er loopt alleen iets
fout met de ontwikkeling van de
visuele banen en de visuele cortex
in de hersenen, zodat je vermin­
derd of wazig zicht krijgt. Wat ons
oog ziet, wordt geprojecteerd op
het netvlies, waar fotoreceptoren
de lichtprikkels omzetten in elek­
trische signalen. Via de oogzenuw
worden die signalen doorgestuurd
naar de visuele cortex, waar we ze
omzetten en interpreteren. Als er
bij dat doorseinen iets fout loopt,
ontwikkelt de visuele cortex zich
niet zoals het hoort en leggen de
hersenen een wazig beeld vast.
Meestal komt amblyopie bij één
oog voor, uitzonderlijk ook bij
beide ogen.’
Waardoor wordt
een lui oog veroorzaakt?
‘Bij de grootste groep patiëntjes ligt
strabisme of scheelzien aan de ba­
sis. Als een van de ogen wegdraait,
ontstaan er in de visuele cortex
twee verschillende beelden die de
hersenen niet met elkaar kunnen
versmelten. Je zou dan eigenlijk
dubbel zien, maar bij kinderen
ZORG 17
Bij hypermetropie en astigmatisme
is het belangrijk dat het kind zo
vroeg mogelijk – zeker voor
het 8 à 10 jaar is – een bril krijgt.
esthetische ingreep, om het kind
mooi recht te laten kijken. Hoe
vroeger amblyopie gediagnosti­
ceerd en behandeld wordt, hoe
beter de prognose en de kansen
op herstel.’
Vroeg screenen is dus
belangrijk.­Gebeurt dat ook?
tot 10 jaar zullen de hersenen het
wegdraaiende oog onderdrukken.
Langdurige onderdrukking leidt tot
amblyopie van het schele oog.’
Hoe ontstaat
strabisme­ eigenlijk?­
‘De oogspieren van beide ogen
werken niet samen zoals het hoort,
zodat de ogen niet behoorlijk gea­
ligneerd zijn. Dat kan een erfelijke
oorzaak hebben.’
Kun je strabisme – en de
amblyopie­die er het gevolg
van is – goed behandelen?
‘Je kunt natuurlijk correcte
brilglazen voorschrijven, en daar­
naast kan het goede oog worden
afgedekt met een ooglapje, zodat
het luie oog weer actief wordt
en de nodige visuele connecties
zich kunnen ontwikkelen, tot in
de visuele cortex. Baby’s jonger
dan 12 maanden dragen dat lapje
één uur per dag, bij kleuters kan
dat oplopen tot vier à acht uur.
Dat moeten ze enkele maanden
tot soms jaren volhouden, tot we
vaststellen dat beide ogen goed
ontwikkeld zijn. Pas dan kunnen
we denken aan een correctieve
‘In Vlaanderen lopen we inter­
nationaal zeker voorop. Sinds
enkele jaren screent Kind en Gezin
kinderen als ze 12 en 24 maanden
oud zijn. Dat gebeurt met een vi­
deorefractometer: terwijl het kind
naar een object kijkt, maakt een
infraroodcamera een foto waar­
mee strabisme, brilafwijkingen
en eventuele oogaandoeningen
kunnen worden opgespoord. Bij
een of meer afwijkingen wordt het
kind doorgestuurd naar de oog­
arts. Strabisme kan ook nog later
ontstaan, tot het kind drie of vier
is. Het reguliere CLB-onderzoek in
de eerste en tweede kleuterklas
vangt dat op.’
Je hoort wel eens dat s
­ trabisme
bij baby’s en peuters geen
kwaad kan: dat komt vanzelf
wel goed?
‘Daar moet je toch erg voorzichtig
mee zijn. De eerste 10-12 weken is
een wegdraaiend oog misschien­
niet onrustwekkend, maar bij
oudere baby’s moet je zeker
doorverwijzen naar de oogarts. Het
kan onder meer wijzen op een aan­
geboren cataract, maar ook op een
retinoblastoom, een kwaadaardige
tumor van het netvlies bij baby’s.’
(Huis)artsen:
doorverwijzen
Wanneer verwijst u een kind het best
door naar de kinderoogarts?
• Als de ouders vermoeden dat hun
kind minder goed ziet of zich visueel
trager ontwikkelt.
• Als u een wegdraaiend oog
opmerkt, zeker bij baby’s: het
kan wijzen op een aangeboren
cataract of zelfs op een tumor
(retinoblastoom).
Zijn er nog andere oorzaken
voor een lui oog?
Ook oogziekten kunnen ­amblyopie
veroorzaken. Denk maar aan
aangeboren cataract: de ooglens
is vertroebeld, zodat de projectie
op het netvlies verstoord raakt en
de visuele cortex niet geprikkeld
wordt. Ptose – een afhangend
ooglid boven de pupil – verbergt
de oogas en leidt tot een lui oog.
Een derde belangrijke oor­
zaak is ametropie – aangeboren
brekingsfouten. De lichtstralen
worden in het oog gebroken door
het hoornvlies en de ooglens.
Als de brekingsindex niet correct
is, valt het beeld voor of achter het
netvlies. Op het netvlies zelf wordt
het beeld wazig. Hypermetropie
– verziendheid – komt het vaakst
voor. De ooglengte is te kort, zodat
het beeld achter het netvlies valt
en de ooglens zelf moet accom­
moderen om het beeld op het
netvlies te projecteren. Overdreven
accommodatie kan één oog doen
straberen. Een rustbril kan het
strabisme verhelpen en meteen
ook een amblyopie voorkomen.
Bij astigmatisme is het hoorn­
vlies ellipsvormig zoals als een
rugbybal, in plaats van rond
zoals als een voetbal. Kinderen
met astigmatisme hebben moeite
om ronde vormen te herkennen.
Zij krijgen een bril met cilindrische
glazen voorgeschreven. Myopie
of bijziendheid komt bij jonge
kinderen­niet zo vaak voor.
Die afwijkingen worden
gecorrigeerd­met een bril?
Precies. Vooral bij hypermetropie
en astigmatisme is het belangrijk
dat het kind die bril zo vroeg
mogelijk­krijgt. Als het kind 10 jaar
oud is, is de visuele ontwikke­
ling voltooid en is het te laat.
De hersenen­hebben dan immers
nooit een scherp beeld gezien,
zodat een bril weinig zin heeft.
Dat kinderen vroeg genoeg een bril
krijgen is ook belangrijk voor hun
motorische ontwikkeling – om te
grijpen, te kruipen en te lopen is
wazig zicht een belemmering.
Hoe erg is een lui oog eigenlijk?­
‘Met een lui oog heb je meestal
geen dieptezicht. Sporten zoals
pingpong of tennis worden een
utdaging en je wordt afgekeurd als
piloot of treinbestuurder. Dat is niet
alles. Stel je voor dat je goede oog
ooit ernstig beschadigd raakt – een
verkeersongeval, een zwiepende
tak, een vaattrombose. Als je luie
oog niet behandeld werd, kan
je dat niet opvangen en word je
slechtziende. Die boodschap geven
we ouders altijd mee: laat een lui
oog tijdig corrigeren, zodat je kind
later niet in de problemen komt.’
Dienst Oogheelkunde
Kinderoogziekten: dr. Patricia
Delbeke, dr. Sophie Walraedt
Strabologen: dr. Eveline De Nijs,
dr. Caroline Mestdagh
Oftalmogenetica:
prof. dr. Bart Leroy
De Pintelaan 185,
9000 Gent
tel. 09 332 23 06,
[email protected]