GESIGNALEERD VISUELE ERGONOMIE EN COMPUTERWERK – IS DE GANGBARE COMPUTERBRI L NOG WEL VOLDOEN DE? Bij toenemende leeftijd (globaal vanaf het 40ste levensjaar) neemt het accommodatievermogen van de menselijke ooglens zo ver af dat het nabijheidspunt van accommodatie te ver van het oog komt te liggen om nog scherp te kunnen zien op de leesafstand. Een leesbril is dan een probaat hulpmiddel. Vanaf ongeveer 55 jaar kan het nabijheidspunt zelfs zo ver van het oog liggen, dat voor de gangbare beeldschermafstand van 60 cm een (extra) brilcorrectie noodzakelijk is. De onderzoeker concludeert op basis van diverse casussen en een inventarisatie van zowel de Zweedse als de Europese richtlijn voor visuele ergonomie en computerwerk dat nog altijd wordt uitgegaan van een statische situatie op de werkplek, namelijk een computerscherm op 60 cm afstand van het oog. Hij stelt vast dat in de huidige tijd ook in de werksituatie steeds meer gebruik wordt gemaakt van andere apparatuur, zoals laptops, PDA’s, tablets en smartphones. Door onder meer een andere beeldscherm- en tekengrootte worden deze apparaten meestal op een andere leesafstand gebruikt dan de traditionele 60 cm van de desktopcomputer. Om die reden vraagt hij zich af of de visuele ergonomie van het gebruik van deze apparatuur ook zou moeten worden opgenomen in de diverse richtlijnen. Commentaar Harry Bank De auteur vraagt zich dit terecht af. In Nederland was de situatie tot voor kort vergelijkbaar, doch de in 2013 uitgekomen evidence-based Multidisciplinaire Richtlijn Computerwerk zet een eerste stap in de richting van een mogelijke oplossing van dit probleem met de introductie van de Nederlandse versie van de logaritmische Radner-leeskaart. Het gebruik van deze kaart maakt het mogelijk om, via een omrekentabel, de gezichtsscherpte op meerdere afstanden dan alleen de gangbare 60 cm te bepalen, daarbij uitgaande van een logMAR-waarde van maximaal 0,2 als gezichtsscherpte waarmee op de betreffende leesafstand nog voldoende comfortabel gewerkt kan worden. Zie ook: http://nvab.artsennet.nl/Richtlijnen/ NVABrichtlijnen-en-procedurele-leidraden/ Richtlijn-Computerwerk.htm 4 2014 – 2 Jonsson C. Visual ergonomics and computer work--is it all about computer glasses? Work 2012; 41 Suppl 1: 3577-3579. NIEUWE BEGELEIDINGSMETHODE V E R K L E I N T K A N S O P T E R U G VA L N A P S YC H I S C H E K L A C H T E N Psychische klachten zoals aanpassingsstoornissen, angststoornissen of depressieve episodes komen in de praktijk van de bedrijfs- en verzekeringsarts veel voor. Psychische klachten vormen een substantieel deel van het verzuim bij bedrijven. Een bekend probleem na re-integratie bij deze klachten is dat er een terugval met opnieuw verzuim kan optreden. In een Nederlandse studie onderzocht Iris Arends, als onderdeel van haar proefschrift, welke interventies effectief kunnen zijn in het terugbrengen van dit verzuim. Zij ontwikkelde de methode SHARP-at work (Stimulating Healthy participation And Relapse Prevention), een vijfstappenmethode om problemen op het werk in kaart te brengen en op te lossen. De stappen omvatten na terugkeer in het werk een inventarisatie door de medewerker van problemen en kansen in het werk, een ‘brainstorm’ over de oplossingen en het opschrijven van de oplossingen. In stap 4 maakt de medewerker een inventarisatie van de benodigde ondersteuning en betrekt hij de leidinggevende bij de oplossingen en een actieplan. In de laatste stap wordt het actieplan geëvalueerd. Dit proces wordt in twee tot vijf consulten begeleid door een hiervoor getrainde bedrijfsarts die de medewerker blijft volgen, ook als deze het werk heeft hervat. Bedrijfsartsen getraind in de methode SHARP-at work begeleidden 80 personen. De resultaten zijn vergeleken met een controlegroep van 78 medewerkers die werden begeleid door bedrijfsartsen die de richtlijn psychische problemen volgden. De training van de bedrijfsarts nam twee dagen in beslag. De deelnemers werden uitvoerig gevolgd met behulp van vragenlijsten en het ziekteverzuim werd de aansluitende twaalf maanden op verschillende tijdstippen gemeten. Arends concludeert dat met haar methode de kans op terugval naar verzuim over een periode van één jaar met 60% wordt verkleind. Ook valt in de resultaten op dat als er wel sprake was van een terugval, deze in de SHARP-groep gemiddeld 100 dagen later plaats vond dan in de controlegroep. Arends I, Klink JJ van der, Rhenen W van, Boer MR de, Bültmann U. Prevention of recurrent sickness absence in workers with common mental disorders: results of a cluster-randomised controlled trial. Occup Environ Med 2014; 71: 21-9. HOE BLIJVEN WE GEZON D A AN H ET WERK? Een eerlijke en open cultuur in een organisatie, toewijding aan het werk en een hoge mate van regelmogelijkheden in het werk door medewerkers zijn ingrediënten voor duurzame inzetbaarheid. Als fysieke factoren komen daarbij: niet zwaar tillen en geen ongemakkelijke houdingen tijdens het werk. Zowel voor mannen als voor vrouwen geldt dat organisatiefactoren en voorwaarden ten aanzien van fysieke belasting bepalend zijn voor duurzame inzetbaarheid. Dit zijn de bevindingen van een Zweeds dwarsdoorsnedeonderzoek onder 4013 werkenden, willekeurig geselecteerd uit de Zweedse werkende populatie van 19 tot 64 jaar. De resultaten zijn vergelijkbaar met eerdere studies naar de perceptie van goede werkomstandigheden onder medewerkers. Deze studie verbindt de resultaten echter met ziekteverzuimcijfers in Zweden. Slecht leiderschap, slechte sociale relaties op het werk en pesten leiden tot lager welzijn op het werk en hoger verzuim. Overigens is ook een te grote betrokkenheid van medewerkers een risico voor minder welzijn en ziekteverzuim. Voor mannen was er een relatie tussen regelmogelijkheden en weinig verzuim, voor vrouwen was dat het geval voor sociale steun. Een zwak punt van deze studie is uiteraard dat het een dwarsdoorsnede is; mensen zijn dus niet gevolgd in hun verzuimgedrag. Sterk punt is dat de deelnemers bestaan uit een willekeurige selectie uit de gehele werkende populatie. GESIGNALEERD Commentaar Jan de Graaf In deze Nederlandse studie wordt een in de praktijk veelvoorkomend probleem onderzocht, namelijk terugkerend verzuim na re-integratie bij psychische klachten. Met een interessante probleemoplossingsgerichte methodiek lijkt het risico hierop behoorlijk te kunnen worden verminderd. Het blijkt ook een methodiek waar de bedrijfsarts in relatief korte tijd in kan worden getraind. De onderzoekers geven aan dat deze studie, ondanks de gedegen opzet, nog relatief weinig deelnemers bevat en dat er nog geen zicht is op de kosteneffectiviteit van de interventie. Als toekomstig onderzoek de waarde van deze methodiek verder kan aantonen, biedt dit tevens kansen voor de bedrijfsarts om de werkgever te motiveren zijn of haar expertise ook meer preventief in te zetten. Commentaar Dick Spreeuwers Veel studies laten zien dat het werkklimaat en de managementstijl van groot belang zijn voor het welzijn van de medewerkers. Mannen hechten daarbij in het algemeen meer waarde aan regelmogelijkheden, vrouwen wat meer aan sociale steun in de organisatie. Deze studie ondersteunt de hypothese dat een goed organisatieklimaat en niet te zware fysieke belasting bijdragen aan beperking van het verzuim en duurzame inzetbaarheid van mensen. Het lijkt een open deur, maar er zijn ook in ons land nog veel bedrijven waar de organisatie en het werkklimaat een onvoldoende krijgen en er zijn diverse sectoren en bedrijven waar de fysieke belasting te hoog is, ondanks de vele mogelijkheden om deze belasting te verminderen en te normaliseren. Holmgren K, Löve J, Mǻrdby AC, Hensing G. Remain in Work -What Work-Related Factors Are Associated With Sustainable Work Attendance. J Occup Environ Med 2014; 56: 235-242. 2014 – 2 5
© Copyright 2024 ExpyDoc