Prestatieafspraken Delft 2014-2018 - uitleg deel 2

in Delft
Eengezinswoning moet betaalbaar blijven
Er komen steeds minder betaalbare
eengezinswoningen beschikbaar
voor mensen met een kleine beurs.
Desondanks doen de Delftse
corporaties hun best om te voorkomen
dat gezinnen met kinderen lang moeten
wachten op een ruime woning, of
noodgedwongen blijven gehuisvest in
een krappe flat.
Corporaties moeten voortaan een nieuw
soort belasting afdragen over hun bezit; de
zogenoemde verhuurderheffing. Met deze
heffing wil het kabinet jaarlijks bijna 2
miljard euro ophalen bij alle Nederlandse
woningcorporaties. Om aan deze nieuwe
eisen te kunnen voldoen, verkopen corporaties een deel van hun woningbezit en
worden huren verhoogd. De mate waarin
de huren worden opgetrokken, wisselt per
corporatie.
Huren omhoog
“De meeste huren gaan omhoog, zeker
die van grotere woningen. Daardoor blijven er minder grote woningen over die
betaalbaar zijn voor gezinnen met een
laag inkomen”, vertelt Maarten Vos, manager strategie en beleid bij Vidomes. “Deze
huurders zullen langer op een relatief
goedkope grote woning (huurprijs max.
600 euro) moeten wachten of genoegen
moeten nemen met een duurdere of kleinere woning.” Niet alleen voor gezinnen
wordt het moeilijker betaalbaar te kunnen wonen. Ook als je klein wilt wonen,
maar een minimuminkomen hebt, valt het
niet mee, voorspelt Vos.
Vergroten kansen
Om te voorkomen dat sommige mensen
straks niet meer in aanmerking komen
voor een betaalbare woning, hebben de
gemeente en de corporaties met elkaar afgesproken dat ze de wachttijd in de gaten
houden en zo nodig ingrijpen. Maarten Vos:
“Corporaties kunnen bijvoorbeeld voorrang verlenen wanneer de wachttijd te
lang oploopt, ze kunnen de inkomenseisen
die gelden voor een woning aanpassen en
in noodgevallen kan de huurprijs van een
woning worden verlaagd.” Zo houdt Vidomes bewust het grootste deel van de grote
woningen die vrij komen onder de 600
euro. “Daarnaast helpt onze seniorenmakelaar ouderen die hun grote woning willen
verruilen voor een passende gelijkvloerse
woning, bij het vinden van een geschikte
match.”
Extra aandacht voor bijzondere bewoners
Meer geschikte woningen voor senioren
De Delftse corporaties en de
gemeente spannen zich samen
in om kwetsbare mensen te
huisvesten, bijvoorbeeld mensen
met verslavingsproblemen, exgedetineerden of daklozen. Als de
situatie daarom vraagt worden ze
aan een woning geholpen.
Het aantal zorgcentra in Delft daalt. Ouderen
moeten dus zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Daarom is het belangrijk dat er
voldoende woningen zijn waar senioren veilig
kunnen wonen, met zorg aan huis en voorzieningen in de buurt.
De corporaties stellen voor deze bijzondere doelgroep gezamenlijk zestig woningen per jaar beschikbaar. De
bewoners krijgen in eerste instantie
een huurcontract voor een bepaalde
tijd aangeboden. In die periode krijgen ze verplicht woonbegeleiding.
Gaat het goed, dan kunnen zij voor
onbepaalde tijd in hun woning blijven wonen.“Een enkele keer gaat het
fout”, vertelt Hans Schenkel, beleidscoördinator bij Vestia.“We kijken dan
of iemand inderdaad in staat is om
zelfstandig te wonen of dat hij beter
op zijn plek is in een beschermde
woonomgeving. We proberen per individueel geval maatwerk te leveren.”
Samenwerking zorginstellingen
Het toewijzen van woningen aan
huishoudens die tijdelijk extra ondersteuning nodig hebben, gebeurt
in nauwe samenwerking met Delftse
zorginstellingen. Voorheen werkten
de corporaties samen met elke willekeurige zorginstelling. In de prestatieafspraken is vastgelegd dat de
verschillende partijen gaan onderzoeken of een andere opzet slimmer
is, bijvoorbeeld door elke corporatie
te koppelen aan één zorginstelling.
Dit betekent dat de ene corporatie
zich bijvoorbeeld gaat bezighouden
met het huisvesten van ex-gedetineerden en een andere corporatie
zich ontfermt over daklozen. “Elke
zorginstelling heeft zijn eigen cultuur, jargon en protocollen”, licht
Schenkel toe. “Door een corporatie
te koppelen aan één zorginstelling
voorkom je versnippering. Je kunt
meer tijd steken in de relatie met de
zorginstelling en je verdiepen in de
specifieke problematiek van de bewoners. In Den Haag wordt er al op
deze manier gewerkt, en daar hebben
we goede ervaringen mee. We zijn
heel benieuwd of deze aanpak ook in
Delft haalbaar is.”
De meeste ouderen blijven het liefst zo lang mogelijk wonen in hun eigen oude vertrouwde omgeving. Dit kan vaak ook, mits de woning hiervoor
geschikt is of met een paar eenvoudige ingrepen
geschikt kan worden gemaakt. Niet alle woningen en buurten in Delft zijn ‘seniorproof’. De
gemeente, corporaties en zorgaanbieders wijzen
‘kansenzones’ in de stad aan. Dit zijn woongebieden die geschikt zijn voor ouderen. In deze zones
zijn voor senioren belangrijke voorzieningen aanwezig, zoals een winkel voor de dagelijkse boodschappen en een zorgpost. “Corporaties gaan kijken welke woningen in die zones geschikt zijn te
maken voor ouderenhuisvesting, zonder dat daar
al te grote investeringen tegenover staan, want
daarvoor ontbreekt het geld”, aldus Maarten Vos
manager strategie en beleid bij Vidomes. Waar nodig komen bijvoorbeeld elektrische deurdrangers
op de toegangsdeuren van flats en drempels worden verwijderd. Alles is erop gericht dat mensen
met een rollator, scootmobiel of rolstoel zonder
problemen hun voordeur kunnen bereiken.” Soms
zijn ook aanpassingen in de woning zelf wenselijk, zoals een verhoogd toilet, wandbeugels, douchestoeltjes en een vlakke anti-slip douchevloer.
In de regel behoort dit tot de verantwoordelijkheid van de bewoner, soms vergoedt de gemeente
deze kosten via de Wet maatschappelijke ondersteuning. Als er sprake is van grote, dure aanpassingen zal een verhuizing meer voor de hand liggen.
Met een aangepaste woning, zorg aan huis en
voorzieningen in de buurt, kunnen ouderen zo
lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Foto: René Verleg
Nog 2.600 studentenwoningen in Delft tot 2023
Ook over de studentenhuisvesting
in de stad werden onlangs
afspraken gemaakt. DUWO,
de woningcorporatie die zich
daarin specialiseert, heeft met
de gemeente afgesproken dat ze
ervoor zorgt dat er tot 2023 nog
2.600 studentenwoningen in de
stad bijkomen. Een deel daarvan
is momenteel al in aanbouw.
In de afgelopen vier jaar voorzag
de studentenhuisvester Delft ook
van ruim 1.300 studentenwoningen. Dat gebeurde grotendeels door
nieuwbouw en herontwikkeling in
de TU-wijk. Het ging bijvoorbeeld
om grote studentenflats aan de Rotterdamseweg, de Balthasar van der
Polweg en de Michiel de Ruyterweg. Herontwikkeling van oude TUpanden zoals bijvoorbeeld het Mijn-
bouwplein en De Vries van Heijst
Plantsoen leverde ook studentenwoningen op. De enorme aanwas
was nodig vanwege fors stijgende
aantallen studenten aan de TU.
Röntgenweg
Het nu afgesproken aantal studentenwoningen is berekend aan de
hand van de verwachte groei van
het aantal studenten in Delft in de
komende jaren. Verder is – voor zover mogelijk - rekening gehouden
met overheidsmaatregelen als de
invoering van een sociaal leenstelsel
en afschaffing van de ov-jaarkaart.
Momenteel bouwt DUWO aan een
studentenflat aan de Röntgenweg
(in de nieuwe Spoorzone) met 529
woningen. Die zijn eind van het jaar
klaar. Ook in de TU-wijk komen er
nog nieuwe woningen bij.
Wat willen
afgestudeerden?
Een andere afspraak die DUWO
met de gemeente maakte, is dat
ze onderzoek gaat doen naar de
woningvraag van afgestudeerden
en kenniswerkers in Delft. Hoeveel zijn het er? Willen ze in Delft
blijven? Zoeken zij een woning
in Delft? En wat voor woning?
De gemeente streeft er naar om
afstudeerders langer binnen de
gemeentegrenzen te houden, omdat dat goed is voor de economie
van de stad. Maar als ze hier een
baan vinden of een eigen bedrijf
beginnen, moeten ze ook wonen.
Gemeente en corporaties willen
kijken of ze daar een programma
voor kunnen opzetten. DUWO
voert het onderzoek nog dit jaar
uit.
Foto: René Verleg