in Delft Eengezinswoning moet betaalbaar blijven Er komen steeds minder betaalbare eengezinswoningen beschikbaar voor mensen met een kleine beurs. Desondanks doen de Delftse corporaties hun best om te voorkomen dat gezinnen met kinderen lang moeten wachten op een ruime woning, of noodgedwongen blijven gehuisvest in een krappe flat. Corporaties moeten voortaan een nieuw soort belasting afdragen over hun bezit; de zogenoemde verhuurderheffing. Met deze heffing wil het kabinet jaarlijks bijna 2 miljard euro ophalen bij alle Nederlandse woningcorporaties. Om aan deze nieuwe eisen te kunnen voldoen, verkopen corporaties een deel van hun woningbezit en worden huren verhoogd. De mate waarin de huren worden opgetrokken, wisselt per corporatie. Huren omhoog “De meeste huren gaan omhoog, zeker die van grotere woningen. Daardoor blijven er minder grote woningen over die betaalbaar zijn voor gezinnen met een laag inkomen”, vertelt Maarten Vos, manager strategie en beleid bij Vidomes. “Deze huurders zullen langer op een relatief goedkope grote woning (huurprijs max. 600 euro) moeten wachten of genoegen moeten nemen met een duurdere of kleinere woning.” Niet alleen voor gezinnen wordt het moeilijker betaalbaar te kunnen wonen. Ook als je klein wilt wonen, maar een minimuminkomen hebt, valt het niet mee, voorspelt Vos. Vergroten kansen Om te voorkomen dat sommige mensen straks niet meer in aanmerking komen voor een betaalbare woning, hebben de gemeente en de corporaties met elkaar afgesproken dat ze de wachttijd in de gaten houden en zo nodig ingrijpen. Maarten Vos: “Corporaties kunnen bijvoorbeeld voorrang verlenen wanneer de wachttijd te lang oploopt, ze kunnen de inkomenseisen die gelden voor een woning aanpassen en in noodgevallen kan de huurprijs van een woning worden verlaagd.” Zo houdt Vidomes bewust het grootste deel van de grote woningen die vrij komen onder de 600 euro. “Daarnaast helpt onze seniorenmakelaar ouderen die hun grote woning willen verruilen voor een passende gelijkvloerse woning, bij het vinden van een geschikte match.” Extra aandacht voor bijzondere bewoners Meer geschikte woningen voor senioren De Delftse corporaties en de gemeente spannen zich samen in om kwetsbare mensen te huisvesten, bijvoorbeeld mensen met verslavingsproblemen, exgedetineerden of daklozen. Als de situatie daarom vraagt worden ze aan een woning geholpen. Het aantal zorgcentra in Delft daalt. Ouderen moeten dus zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. Daarom is het belangrijk dat er voldoende woningen zijn waar senioren veilig kunnen wonen, met zorg aan huis en voorzieningen in de buurt. De corporaties stellen voor deze bijzondere doelgroep gezamenlijk zestig woningen per jaar beschikbaar. De bewoners krijgen in eerste instantie een huurcontract voor een bepaalde tijd aangeboden. In die periode krijgen ze verplicht woonbegeleiding. Gaat het goed, dan kunnen zij voor onbepaalde tijd in hun woning blijven wonen.“Een enkele keer gaat het fout”, vertelt Hans Schenkel, beleidscoördinator bij Vestia.“We kijken dan of iemand inderdaad in staat is om zelfstandig te wonen of dat hij beter op zijn plek is in een beschermde woonomgeving. We proberen per individueel geval maatwerk te leveren.” Samenwerking zorginstellingen Het toewijzen van woningen aan huishoudens die tijdelijk extra ondersteuning nodig hebben, gebeurt in nauwe samenwerking met Delftse zorginstellingen. Voorheen werkten de corporaties samen met elke willekeurige zorginstelling. In de prestatieafspraken is vastgelegd dat de verschillende partijen gaan onderzoeken of een andere opzet slimmer is, bijvoorbeeld door elke corporatie te koppelen aan één zorginstelling. Dit betekent dat de ene corporatie zich bijvoorbeeld gaat bezighouden met het huisvesten van ex-gedetineerden en een andere corporatie zich ontfermt over daklozen. “Elke zorginstelling heeft zijn eigen cultuur, jargon en protocollen”, licht Schenkel toe. “Door een corporatie te koppelen aan één zorginstelling voorkom je versnippering. Je kunt meer tijd steken in de relatie met de zorginstelling en je verdiepen in de specifieke problematiek van de bewoners. In Den Haag wordt er al op deze manier gewerkt, en daar hebben we goede ervaringen mee. We zijn heel benieuwd of deze aanpak ook in Delft haalbaar is.” De meeste ouderen blijven het liefst zo lang mogelijk wonen in hun eigen oude vertrouwde omgeving. Dit kan vaak ook, mits de woning hiervoor geschikt is of met een paar eenvoudige ingrepen geschikt kan worden gemaakt. Niet alle woningen en buurten in Delft zijn ‘seniorproof’. De gemeente, corporaties en zorgaanbieders wijzen ‘kansenzones’ in de stad aan. Dit zijn woongebieden die geschikt zijn voor ouderen. In deze zones zijn voor senioren belangrijke voorzieningen aanwezig, zoals een winkel voor de dagelijkse boodschappen en een zorgpost. “Corporaties gaan kijken welke woningen in die zones geschikt zijn te maken voor ouderenhuisvesting, zonder dat daar al te grote investeringen tegenover staan, want daarvoor ontbreekt het geld”, aldus Maarten Vos manager strategie en beleid bij Vidomes. Waar nodig komen bijvoorbeeld elektrische deurdrangers op de toegangsdeuren van flats en drempels worden verwijderd. Alles is erop gericht dat mensen met een rollator, scootmobiel of rolstoel zonder problemen hun voordeur kunnen bereiken.” Soms zijn ook aanpassingen in de woning zelf wenselijk, zoals een verhoogd toilet, wandbeugels, douchestoeltjes en een vlakke anti-slip douchevloer. In de regel behoort dit tot de verantwoordelijkheid van de bewoner, soms vergoedt de gemeente deze kosten via de Wet maatschappelijke ondersteuning. Als er sprake is van grote, dure aanpassingen zal een verhuizing meer voor de hand liggen. Met een aangepaste woning, zorg aan huis en voorzieningen in de buurt, kunnen ouderen zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. Foto: René Verleg Nog 2.600 studentenwoningen in Delft tot 2023 Ook over de studentenhuisvesting in de stad werden onlangs afspraken gemaakt. DUWO, de woningcorporatie die zich daarin specialiseert, heeft met de gemeente afgesproken dat ze ervoor zorgt dat er tot 2023 nog 2.600 studentenwoningen in de stad bijkomen. Een deel daarvan is momenteel al in aanbouw. In de afgelopen vier jaar voorzag de studentenhuisvester Delft ook van ruim 1.300 studentenwoningen. Dat gebeurde grotendeels door nieuwbouw en herontwikkeling in de TU-wijk. Het ging bijvoorbeeld om grote studentenflats aan de Rotterdamseweg, de Balthasar van der Polweg en de Michiel de Ruyterweg. Herontwikkeling van oude TUpanden zoals bijvoorbeeld het Mijn- bouwplein en De Vries van Heijst Plantsoen leverde ook studentenwoningen op. De enorme aanwas was nodig vanwege fors stijgende aantallen studenten aan de TU. Röntgenweg Het nu afgesproken aantal studentenwoningen is berekend aan de hand van de verwachte groei van het aantal studenten in Delft in de komende jaren. Verder is – voor zover mogelijk - rekening gehouden met overheidsmaatregelen als de invoering van een sociaal leenstelsel en afschaffing van de ov-jaarkaart. Momenteel bouwt DUWO aan een studentenflat aan de Röntgenweg (in de nieuwe Spoorzone) met 529 woningen. Die zijn eind van het jaar klaar. Ook in de TU-wijk komen er nog nieuwe woningen bij. Wat willen afgestudeerden? Een andere afspraak die DUWO met de gemeente maakte, is dat ze onderzoek gaat doen naar de woningvraag van afgestudeerden en kenniswerkers in Delft. Hoeveel zijn het er? Willen ze in Delft blijven? Zoeken zij een woning in Delft? En wat voor woning? De gemeente streeft er naar om afstudeerders langer binnen de gemeentegrenzen te houden, omdat dat goed is voor de economie van de stad. Maar als ze hier een baan vinden of een eigen bedrijf beginnen, moeten ze ook wonen. Gemeente en corporaties willen kijken of ze daar een programma voor kunnen opzetten. DUWO voert het onderzoek nog dit jaar uit. Foto: René Verleg
© Copyright 2024 ExpyDoc