// INTERVIEW OP MAAT ‘Klein pensioenfonds kan slagvaardiger opereren’ Door Harry Geels Pensioenfondsen worden met talloze nieuwe ontwikkelingen geconfronteerd, denk aan meer toezicht en zwaardere eisen over transparantie en de kosten van de organisatie. Hoe kijkt een CFO van een onderneming met een relatief klein ondernemingspensioenfonds tegen deze ontwikkelingen aan? We hadden een gesprek met Frank Mattijssen, CFO van het bekende farmaceutische bedrijf MSD, tevens voorzitter van het bestuur en voorheen lid van de beleggingscommissie van het MSD-pensioenfonds. Hij werd geflankeerd door Tom Steenkamp, Executive Vice President Investment Solutions bij Robeco. Voordat de uitdagingen aan de orde komen graag een korte introductie: waar komen jullie als pensioenfonds vandaan, hoe groot is het fonds en hoe staat het met de dekkingsgraad? Foto's: Foto Megens Frank Mattijssen: ‘We hadden oorspronkelijk twee fondsen: het MSD-pensioenfonds in Haarlem, een klein fonds met een belegd vermogen van ongeveer €300 miljoen en in Oss en Boxmeer het grotere Schering Frank Mattijssen 24 FINANCIAL INVESTIGATOR NUMMER 1 / 2014 Plough-pensioenfonds (“SPPF”). Dit laatste fonds is een afsplitsing van het Akzo pensioenfonds, na de verkoop van Organon in 2007 aan Schering-Plough, met destijds een belegd vermogen van €800-900 miljoen. Beide fondsen hadden aparte regelingen. MSD had een simpele gemitigeerde middelloonregeling met kapitaaldekking voor ouderdoms- en nabestaandenpensioen. De Organon-regeling was complexer: voor salarissen tot ongeveer €60.000 hadden een DB-regeling, daarboven een DC-regeling. Het nabestaandenpensioen in de DB-regeling was verzekerd op risicobasis. In 2006 hadden we het MSD-fonds al flink aangepast. In nauw overleg met Robeco en Mercer zijn we toen onder andere in het LDI40-fonds van Robeco gestapt met als oogmerk om de rente zo goed als volledig af te dekken. MSD is altijd een goed gefinancierd fonds geweest, met een goede dekkingsgraad. Het verhaal van het SPPF is anders. Dit fonds was ook afgedekt, maar niet volledig en op een andere manier. Het SPPF heeft wel last gehad van de dalende beurskoersen en rente en heeft in onderdekking gezeten. We wilden op een gegeven moment één cao-regeling in Nederland voor al onze vestigingen en daarbij hoorde dan ook een pensioenregeling. Uiteindelijk zijn alle assets en liabilities van het SPPF overgezet naar het kleinere MSD-fonds, waarbij iedereen is overgegaan naar de eenduidige MSD-middelloonregeling. Het moederbedrijf heeft €180 miljoen bijgestort om het financieringsgat tussen het SPPF- en de betere MSD-regeling op te vullen. We hebben het bestuur van het MSD-fonds verstevigd. Het SPPF fonds gaat nu in liquidatie.’ Hoe is het vermogensbeheer nu georganiseerd? Tom Steenkamp: ‘Robeco verzorgt onder andere met een bespoken LDI-fonds een belangrijk deel van de obligatieportefeuille. Verder beleggen wij een deel van de wereldwijde aandelen en aandelen opkomende markten. Ook verzorgen we de beleggingen voor de Stichting Robeco PPI. De oude deelnemers van het Schering Plough-pensioenfonds konden er bij de overgang naar het MSD-fonds voor kiezen hun deel van het vermogen mee te nemen en onder te brengen bij de Robeco PPI. Dat hebben uiteindelijk zo’n tachtig mensen gedaan, vooral mensen uit het hogere kader van het vroegere Organon.’ Mattijssen: ‘Die PPI is inderdaad een mooie oplossing. We hebben bewust in het “nieuwe” fonds niet gekozen voor het fiduciaire beheermodel. Afgezien van de kosten ervan, willen we liever zelf kritisch blijven. We praten met onze adviseurs Robeco en Mercer en nemen onze eigen beslissingen. Bij de keuze voor de beheerders hebben we -naast Robeco- ook nog een paar andere beheerders aangesteld. We kijken naar nettorendement, kennis van de lokale markt, kwaliteit en ervaring in advisering en “service levels”. Dat laatste is belangrijk, omdat wij een beursgenoteerde US GAAP-onderneming zijn en dus snel moeten rapporteren. Robeco houdt zich altijd aan onze strakke deadlines. Ook de kennis van lokale kwesties is bij Robeco groot.’ Steenkamp: ‘De prestaties hangen natuurlijk ook van de sponsor af. Er zijn sponsors die het liefst niets willen of kunnen betalen. MSD heeft ook tijdig een goede beslissing genomen om het renterisico af te dekken.’ Wat is de grootste uitdaging waar ondernemingspensioenfondsen nu mee te maken hebben? Welke andere uitdagingen spelen er? Bijvoorbeeld in relatie tot het moederbedrijf? Mattijssen: ‘Dat is niet zozeer de volatiliteit van de financiële markten, maar de volatiliteit in de wetgeving. Pensioenen zijn bedoeld om op lange termijn een goede aanvulling op de AOW te bieden. Maar het lijkt wel of we steeds met de korte termijn bezig zijn: FTK, nieuw FTK, UFR, reëel versus nominaal, et cetera. Het is geen bestendig beleid. Politieke druk heeft geleid tot nieuw beleid bij DNB en AFM, helaas vaak achteraf. Voor kleine en middelgrote pensioenfondsen is het vaak lastig om hier snel op te reageren.’ Mattijssen: ‘We zijn een US GAAP-bedrijf en dit heeft veel impact. Bijvoorbeeld: bedrijven die een goede cashpositie hebben, zoals Merck, kunnen dit ook inzetten om de premie te verlagen. De cash gaat dan wel naar het pensioenfonds toe, maar de boekhoudregels houden in dat het wel terugkomt in de vorm van een verwachte lagere premie voor de onderneming, werkgever en werknemer. Voorwaarde is wel dat de verwachte rendementen worden gehaald. De lagere premie zou de onderneming en werknemers kunnen helpen. Verder zie je inderdaad de trend dat het moederbedrijf niet meer het risico van het pensioenfonds wil dragen. Bij ons ligt dat genuanceerder. Als je het goed inregelt en je hebt de luxe positie van een hoge dekkingsgraad, dan kan op langere termijn de premie omlaag, terwijl je tegelijkertijd goede secundaire arbeidsvoorwaarden kunt blijven bieden. Vooral in een onderneming als de onze, waar relatief veel productiemedewerkers zijn, is het belangrijk de totale loonkosten te kunnen blijven beheersen. Daar kan een goede pensioenregeling een bijdrage aan leveren. Als je goed voor je mensen wilt zorgen en het financieel kan, is een DB-regeling eigenlijk nog steeds het mooist.’ Toch heeft jullie relatief kleine fonds zich goed geweerd. De dekkingsgraad ligt nu rond de 125. Mattijssen: ‘Dat is juist, op marktwaarde basis ligt die rond de 125, op UFR basis rond de 130. Wat betreft de dekkingsgraad behoren we over de afgelopen jaren tot de top 10% pensioenfondsen. Ik denk dat een klein ondernemingsfonds als voordeel heeft dat er makkelijker geschakeld kan worden. In neergaande markten bewegen kleinere beleggers vaak sneller dan grotere beleggers. Soms moet je ook snel kunnen beslissen wanneer van het standaardbeleid wordt afgeweken.’ Tom Steenkamp NUMMER 1 / 2014 FINANCIAL INVESTIGATOR 25 // INTERVIEW OP MAAT en wat zijn de uitdagingen met betrekking tot het bestuur? Mattijssen: ‘Een van de uitdagingen is dat alle bestuursleden hun activiteiten voor het pensioenfonds naast hun baan doen. Door de eisen die nu aan bestuursleden worden gesteld wordt het bovendien lastiger nieuwe mensen uit de organisatie te krijgen. We besteden veel tijd aan training.’ Steenkamp: ‘DNB wordt strenger bij het goedkeuren van bestuursleden. Het is voor veel pensioenfondsen moeilijk om gekwalificeerde bestuursleden te vinden.’ Mattijssen: ‘Pensioen is een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde, die de onderneming tijdens de CAO-onderhandelingen bespreekt met de vakbonden. Deze rol van de bonden is belangrijk, maar moet je dan ook nog in het bestuur met vakbondsmedewerkers gaan overleggen hoe er precies belegd wordt? De vraag is of je dat zou moeten willen bij een ondernemingspensioenfonds. Het fonds is verantwoordelijk voor de uitvoering van de pensioenregeling en het bestuur hoort de belangen van alle deelnemers te behartigen.’ Wat zijn de uitdagingen bij het vermogensbeheer? Mattijssen: ‘Je ziet golfbewegingen. Enkele jaren geleden had je allemaal exotische en vaak dure producten, nu moet alles simpel, onder het motto: ‘we moeten begrijpen wat we doen’. Dit motto volgen wij eigenlijk al jaren.’ Steenkamp: ‘Dit wordt ook ingegeven door DNB die tegenwoordig regelmatig aan het bestuur vraagt om uit te leggen waarin er wordt belegd. Ook de rapportage- Wilt u meer weten over de visie van tom Steenkamp op het veranderende pensioenstelsel? Vraag dan gratis het inspirerende boek ‘Pensioen denkers & doeners aan het woord’ aan via www.robeco.com/ pensioenboek. Mattijssen: ‘Communicatie is heel belangrijk. Het vertrouwen in een bestuur bij de verschillende belanghebbenden is vaak klein geweest. In het algemeen geldt: hoe lager de dekkingsgraad, hoe minder vertrouwen. Ik merk wel dat de vragen de laatste jaren inhoudelijk beter worden. We hebben geen deelnemersraad, maar nodigen de deelnemers eens per jaar uit bij een deelnemersvergadering op de verschillende locaties.’ FINANCIAL INVESTIGATOR Wat is de ideale schaalgrootte van een ondernemingspensioenfonds? Mattijssen: ‘Als je kijkt naar de best presterende fondsen in de laatste jaren, dan zijn dat niet per se de grootste fondsen geweest! Ik denk dat het hebben van één stakeholder een pensioenfonds slagvaardiger maakt. Belangrijk is wel dat je niet te klein bent, dan drukken de kosten van het bestuur, de administratie en het beheer met alle verplichte rapportages te zwaar. Tevens is het zeer belangrijk om betrokken te blijven, als bestuur een goed team te vormen en de goede adviseurs te hebben.’ Steenkamp: ‘Wat je bij MSD ziet, is dat pensioen nadrukkelijk beschouwd wordt als een belangrijk onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden, waar je graag zelf de volledige grip op houdt en waar het fonds ook nog in een comfortabele positie bij de sponsor zit. Dat is natuurlijk niet bij iedere onderneming zo. Ook is er hier de wil om tijd en moeite te steken in het besturen van het fonds. Ik denk, tot slot, ook dat het type regeling van belang is. Als er voor een individuele DC-regeling wordt gekozen, kan de vraag gesteld worden of een pensioenfonds nog nodig is.’ « Wat valt er te zeggen over communicatie? 26 eisen nemen toe en dat is voor exotische producten lastiger. Je krijgt zelfs boetes als je niet transparant kunt zijn over bepaalde kosten.’ Mattijssen: ‘Als je als pensioenfonds transparant moet zijn over de kosten dan geldt dat voor alle kosten, inclusief de toezichtskosten. Die komen dan ook in ons jaarverslag 2013, inclusief trendvergelijking in de tijd. In de discussie wordt weleens vergeten dat het bij de deelnemers eigenlijk gaat om enerzijds vertrouwen in het bestuur, anderzijds het nakomen of kunnen verbeteren van de aanspraken. Hier zou ik als toezichthouder de focus op leggen, de kosten uitvergroten dient het doel niet.’ Steenkamp: ‘Ik denk dat de focus op kosten ook komt door de lage dekkingsgraden van de laatste jaren. Dan gaat men zich hier automatisch op focussen. Ik denk echter dat we nu een tijd in gaan met een langzaam stijgende rente, waardoor de dekkingsgraden weer verbeteren en er weer ruimte ontstaat voor actievere en exotischere producten. Met obligaties geld verdienen is nu lastig. Je kunt niet alles in aandelen stoppen, dus zul je zien dat beleggingscategorieën als private equity, vastgoed en hedge funds weer meer in beeld komen.’ NUMMER 1 / 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc