BIJLAGE H MODEL OPLEGBRIEF COLLEGES MET GEVRAAGD PRINCIPEBESLUIT Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die deelnemen in de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Utrecht Utrecht, 19 september 2014 [verzenden meteen na vaststelling in AB 17 september] Onderwerp: wijziging gemeenschappelijke regeling Geachte college en burgemeester, De afgelopen periode is gebleken dat er aanleiding is de huidige gemeenschappelijke regeling VRU op een aantal punten te wijzigen. Enerzijds ligt wijziging van landelijke wetgeving hieraan ten grondslag. Het gaat dan onder andere om wijziging van de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) en de Wet publieke gezondheid (Wpg) en om een op handen zijnde wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), welke zo goed als zeker per 1 januari 2015 in werking treedt. Anderzijds gaat het om een vertaling van het op 4 juli genomen besluit van het algemeen bestuur VRU over de financieringssystematiek en een aantal wijzigingen die vanuit bestuurlijk oogpunt al langer gewenst worden. Als bijlage 1 en 1A is het voorstel tot wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht in de vorm van een doorlopende nieuwe tekst met bijbehorende toelichting bijgevoegd. In deze brief wordt dit voorstel nader toegelicht. Gevraagde besluiten 1. Als burgemeester in principe te besluiten om per 1 januari 2015 uit de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht te treden. 2. De raad op grond van artikel 1, tweede en derde lid, Wgr, om toestemming te vragen om als burgemeester uit de gemeenschappelijke regeling te mogen treden. 3. Als college in principe te besluiten in te stemmen met het per 1 januari 2015 wijzigen van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht overeenkomstig bijgaande doorlopende tekst. 4. De raad op grond van artikel 1, tweede en derde lid, Wgr, om toestemming te vragen om als college te mogen instemmen met wijziging van de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Utrecht, welke gewijzigde gemeenschappelijke regeling uiteindelijk door de colleges van de deelnemende gemeenten definitief zal worden vastgesteld. ____________________________________________________________________ Toelichting De redenen om met een voorstel tot wijziging van de GR Veiligheidsregio Utrecht te komen zijn meerledig. Ten eerste vormt de gewijzigde GR, tezamen met een Bijdrageverordening en een Taakuitvoeringsovereenkomst een vertaling van het op 4 juli door het AB VRU genomen besluit over de financieringssystematiek. Daarnaast dient de GR gewijzigd te worden vanwege de volgende redenen: De huidige tekst voldoet op meerdere punten niet meer aan de actuele wettelijke vereisten die gelden voor gemeenschappelijke regelingen in het algemeen en veiligheidsregio’s in het bijzonder. Ook voldoet deze 1 niet meer op alle onderdelen aan de Wet publieke gezondheid. Verder staan in de huidige regeling onduidelijke bepalingen of bepalingen die eigenlijk overbodig zijn, omdat deze al in enige wet zelf vast liggen. Tot slot is een wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen op komst die noopt tot aanpassing van de gemeenschappelijke regeling VRU. De voorgestelde wijziging van de gemeenschappelijke regeling is daarmee deels een juridisch-technische operatie, maar er worden ook enkele (beleids)inhoudelijke wijzigingen voorgesteld. Deze (beleids)inhoudelijke wijzigingen vloeien voor een deel voort uit wijziging van landelijke wetgeving en zijn daarmee onvermijdelijk. Voor een deel zijn deze ook ingegeven door de bestuurspraktijk binnen de VRU. Het besluit ten aanzien van de financieringssystematiek is al benoemd, daarnaast hebben deze (beleids)inhoudelijke wijzigingen vooral betrekking op de verdeling van de bevoegdheden tussen algemeen bestuur en dagelijks bestuur en op de zienswijze procedure rondom de begroting, de jaarrekening, de financiële kadernota en op een besluit van het algemeen bestuur om een andere gemeenschappelijke regeling mee op te richten of er in te gaan deelnemen. Een overzicht van de punten waarop de huidige gemeenschappelijke regeling gewijzigd wordt is opgenomen in bijlage 2. Eén punt vraagt specifiek de aandacht en dat is het voorstel tot uittreding van de burgemeesters, omdat dit mogelijk vragen oproept gezien het feit dat zij op grond van de Wet veiligheidsregio’s het algemeen bestuur vormen. Artikel 9 van de Wet veiligheidsregio’s schrijft voor dat de gemeenschappelijke regeling getroffen wordt door (uitsluitend) de colleges van burgemeester en wethouders. De gemeenschappelijke regeling is daarmee een zogenoemde collegeregeling, waarin geen plaats is voor deelname van burgemeesters als eenhoofdig bestuursorgaan. De burgemeesters moeten daarom als zelfstandig bestuursorgaan uittreden. Het gaat dus niet om de burgemeester als lid van het college van burgemeester en wethouders; in die hoedanigheid blijft hij (als vertegenwoordiger van het college) deel uitmaken van het algemeen bestuur. De burgemeesters moeten voor de uittreding toestemming vragen aan de raden (art. 1 lid 3 jo. lid 1 Wgr). Deze toestemming kan gelijktijdig gevraagd worden met de toestemming die de colleges moeten vragen om te mogen instemmen met wijziging van de GR VRU. De burgemeester moet dit echter wel zelf doen, dat kan niet door het college gebeuren. Samenloop met andere delen van de governance van de VRU Naast het actualiseren van de gemeenschappelijke regeling is de afgelopen periode gewerkt aan de totstandkoming van een bijdrageverordening en een taakuitvoeringsovereenkomst. Alle drie de documenten zien op de relatie tussen de gemeenten en de VRU en worden daarom in een keer gepresenteerd. Er is geen inhoudelijke samenhang tussen het vaststellen van de bijdrageverordening en de taakuitvoeringsovereenkomst en het traject van wijziging van de gemeenschappelijke regeling, alleen een formele, in die zin dat de gewijzigde gemeenschappelijke regeling voor beide documenten een kapstokbepalingen bevat. De besluitvorming over deze documenten loopt ook anders. Het ontwerp van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling bepaalt in artikel 4.2, derde lid, dat het algemeen bestuur in een bijdrageverordening vastlegt hoe de bijdrage voor de deelnemers in de kosten van instandhouding van de VRU en uitvoering van het gezamenlijke basistakenpakket en de vergoeding voor de uitvoering van individuele gemeentelijke plustaken worden vastgesteld. De precieze samenstelling van deze twee takenpakketten wordt opgenomen als addendum bij het vigerende beleidsplan dat een doorlooptijd heeft tot 2016. Daarbij wordt het volgende model gehanteerd. 2 Het vaststellen van de verschuldigde bijdrage en vergoeding gebeurt nu in de jaarlijkse begroting, maar er is behoefte aan een stabielere manier van codificeren van de werkwijze die feitelijk al wordt gevolgd. Het algemeen bestuur heeft deze bijdrageverordening op 17 september jl. vastgesteld. U treft deze vastgestelde bijdrageverordening hierbij ter kennisneming aan (bijlage 3). Ook de taakuitvoeringsovereenkomst is een nieuw instrument in de governance van de VRU. Het ontwerp van de gewijzigde gemeenschappelijke regeling bepaalt in artikel 3.1, eerste lid dat tussen VRU en gemeenten overeenkomsten worden gesloten ten aanzien van de uitvoering van de wettelijke taken en de taken die gezamenlijk of individueel aanvullend in opdracht worden gegeven. Er is in de uitwerking voor gekozen om te werken met één integrale taakuitvoeringsovereenkomst voor beide pakketten dienstverlening die de VRU voor de gemeenten verricht. Dit om overzicht te houden. De taakuitvoeringsovereenkomst wordt aangegaan op basis van een model dat vastgesteld wordt door het algemeen bestuur (bijlage 4). De overeenkomst bevat bepalingen over rechten en verplichtingen van de VRU en de gemeente om de redelijke belangen van beide kanten te borgen. Voor het gezamenlijke basistakenpakket heeft de taakuitvoeringsovereenkomst het doel om te specificeren welke aantallen van bepaalde taken de gemeente ontvangt voor haar bijdrage. Bovendien heeft de taakuitvoeringsovereenkomst als doel om vast te leggen welke voorzieningen de gemeente aanwezig moeten hebben zodat de VRU haar taken goed kan uitvoeren. Ook voor het individueel gemeentelijke pluspakket vormt de taakuitvoeringsovereenkomst de titel voor de taakuitvoering. De gemeente en de VRU komen in de taakuitvoeringsovereenkomst overeen welke taken de VRU aanvullend voor de betreffende gemeente uitvoert. Daarbij worden tevens afspraken over aantallen gemaakt. Deze afspraken zijn bindend voor het bepalen van de verschuldigde vergoeding. De overeenkomst wordt tussen de VRU en de individuele gemeenten aangegaan voor onbepaalde tijd. Over de totstandkoming van de taakuitvoeringsovereenkomst loopt inmiddels het overleg met elke gemeente in een streven 3 deze in het najaar tot stand te brengen en te ondertekenen en deze per 1 januari 2015 in werking te laten treden. Besluitvormingsproces over wijziging gemeenschappelijke regeling De colleges en de burgemeesters van de 26 deelnemende gemeenten zijn op grond van de huidige tekst van de gemeenschappelijke regeling bevoegd de regeling te wijzigen. Dit besluit moet genomen worden met een gelijkluidend besluit van de colleges en burgemeesters die een meerderheid van het aantal inwoners van alle deelnemende gemeenten vertegenwoordigen. De colleges en burgemeesters moeten op grond van de wet, om dit besluit te kunnen nemen, voorafgaand de toestemming hebben van hun raad. Deze mag de toestemming alleen weigeren op grond van het algemeen belang. Hiervoor is vermeld dat de burgemeesters uit de regeling moeten treden. Dit besluitvormingstraject verloopt parallel aan de besluitvorming over wijziging van de Gemeenschappelijke regeling. Om die reden hoeft aan de burgemeesters niet meer te worden gevraagd in te stemmen met de wijziging van de regeling. De bedoeling is, dat het college in eerste aanleg een principebeslissing neemt (hiervoor weergegeven), dan toestemming vraagt aan de raad en vervolgens een definitief besluit neemt. Het model voorstel voor de raad (bijlage 5) en het model voorstel waarmee het college definitief instemt met wijziging van de gemeenschappelijke regeling (bijlage 6) zijn bijgevoegd. Het definitieve collegebesluit moet op de gebruikelijke wijze bekend gemaakt worden. Het is de bedoeling het besluitvormingsproces in alle gemeenten in december 2014 af te ronden, zodat de gewijzigde gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2015 in werking kan treden. Wij vragen u te bevorderen dat deze planning gehaald wordt. Het algemeen bestuur van de VRU 4 BIJLAGE 1; DOORLOPENDE TEKST GEWIJZIGDE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VRU BIJLAGE 1A; TOELICHTING OP DOORLOPENDE TEKST GEWIJZIGDE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VRU BIJLAGE 2; OVERZICHT WIJZIGINGEN IN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING VRU BIJLAGE 3; BIJDRAGEVERORDENING BIJLAGE 4; MODEL TAAKUITVOERINGSOVEREENKOMST BIJLAGE 5; ONTWERP BESLUIT RAAD BIJLAGE 6; ONTWERP DEFINITIEF BESLUIT COLLEGE 5
© Copyright 2024 ExpyDoc