Ontwerpvoorstel aan de raad Opgesteld door Veiligheid Kenmerk 14.006781 Vergadering Commissie Mens en Samenleving Vergaderdatum 6 mei 2014 Consultatie Majeure Projecten Veiligheidsregio Utrecht Het College van burgemeesters en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 Namens gemeente Utrecht onderstaande wensen en bedenkingen kenbaar te maken aan de Veiligheidsregio Utrecht Burgemeester en wethouders van Utrecht, De secretaris De burgemeester Drs. M.R. Schurink Mr. J.H.C. van Zanen Ontwerpvoorstel aan de raad Voorstel: Voorstel_425.pdf Bijlage: Visie op de VRU organisatie.pdf Bijlage: Veiligheidszorg op Maat.pdf Bijlage: Repressieve huisvesting.pdf Bijlage: Financieringssystematiek.pdf Bijlage: Kadernota 2015.pdf Eerdere besluitvorming Uitvoering Op 9 april a.s. is een tweede Raadsinformatieavond gepland om de nieuwe leden van de gemeenteraad te informeren over de voorstellen inzake majeure projecten en onderhavig raadsvoorstel naar aanleiding van de Raadsinformatie van 4 maart jl. De gemeenteraad wordt in de gelegenheid gesteld om het raadsvoorstel inzake majeure projecten tijdens de vergadering van de commissie Mens & Samenleving op 6 of 8 mei a.s. te bespreken en te agenderen voor de gemeenteraadsvergadering van 27 mei a.s. Ontwerpvoorstel aan de raad Raadsbesluit Opgesteld door Veiligheid Kenmerk 14.006781 Vergadering Commissie Mens en Samenleving Vergaderdatum 6 mei 2014 Consultatie Majeure Projecten Veiligheidsregio Utrecht Het College van burgemeesters en wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten: 1 Namens gemeente Utrecht onderstaande wensen en bedenkingen kenbaar te maken aan de Veiligheidsregio Utrecht Aldus besloten in de vergadering van de raad, gehouden op …, De griffier De burgemeester Drs. A.A.H. Smits Mr. J.H.C. van Zanen Context De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) legt de deelnemende gemeenten en daarmee gemeente Utrecht, de majeure projecten en voorstellen voor ter consultatie en nodigt gemeenten uit om wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Met deze majeure projecten en onderzoeken geeft de VRU aan op welke wijze de VRU wil doorontwikkelen en hoe de VRU invulling geeft aan de financiële taakstellingen. Het betreft een onderzoek naar de districtsindeling, het onderzoek naar spreiding van materieel en capaciteit in het dekkingsplan 2.0, een onderzoek naar de staat van de repressieve huisvesting en een onderzoek naar het (toekomstig) financieringsmodel van de VRU. Dit heeft geresulteerd in diverse aanpassingsvoorstellen van organisatorische, financiële en operationele aard. Deze voorstellen zijn, in hun samenhang, besproken in de vergadering van het algemeen bestuur van de VRU van 20 januari 2014. Bij die gelegenheid hebben de voorstellen de status van voornemen tot besluit gekregen. De opbrengsten van de consultatie bij gemeenten wordt betrokken bij de definitieve besluitvorming in de vergadering van het algemeen bestuur op 4 juli 2014. Na het regionaliseren van 26 gemeentelijke brandweren en het inrichten en laten werken van een geheel nieuwe organisatie in 2010 is dit een volgende stap in de ontwikkeling en professionalisering van de VRU organisatie. Wij waarderen dat de VRU in staat is kritisch naar de eigen organisatie te kijken en, met behoud van het veiligheidsniveau, ruimte heeft gevonden om effectiever en efficiënter te werken. Deze ontwikkeling wordt door gemeente Utrecht ondersteund. De voorgestelde procesgerichte organisatie met focus op prioriteiten inclusief de wijziging in structuur van de concernbegroting (Visie op de VRU organisatie) is naar onze mening een goede stap in de richting naar een transparant beeld van het dienstverleningsniveau van de VRU in de regio en van de financiering. Wij zijn van mening dat deze ontwikkeling bijdraagt aan verbetering van de informatie- en verantwoordingsverplichting van het bestuur van de VRU aan de gemeente. Op basis van een nieuwe verdeling van materieel en capaciteit en meer focus op het voorkomen van brand (Veiligheidszorg op Maat) blijkt dat regionaal niet wordt ingeboet op (brand) veiligheid voor inwoners én voor het brandweerpersoneel maar dat wel regionaal een effectiviteits- en efficiencyslag kan worden gemaakt. Daarnaast wordt de ontwikkeling van een gezamenlijke visie op overname en beheer van de repressieve huisvesting door de VRU door ons ondersteund (Repressieve Huisvesting). Wij zijn van oordeel dat de gekozen systematiek voor financiering, ijkpuntscore gemeentefonds, juist en rechtvaardig is (Financieringssystematiek). Wij constateren dat met name dit voorstel financiële gevolgen heeft voor Utrecht. Zoals het voorstel nu luidt, is het voor gemeente Utrecht niet mogelijk om de ingeboekte bezuiniging in 2017 te realiseren. Dit wordt onder beslispunt 1.4 t/m 1.6 nader toegelicht. Tot slot zijn wij van mening dat de Kadernota 2015 meer transparant is geworden. Wij gaan ervan uit dat de aangebrachte wijzigingen in de Kadernota 2015 alsook de aan te brengen wijzigingen in de concernbegroting er toe leiden dat het sturen op en het beheersen van kosten verbetert. Dit zal ook bijdragen aan de verantwoording van kosten. In dit voorstel wordt per majeur project en onderzoek geschetst wat zij voor gemeente Utrecht betekenen en wat de wensen en bedenkingen zijn van gemeente Utrecht. Raad: Beslispunt 1 Namens gemeente Utrecht onderstaande wensen en bedenkingen kenbaar te maken aan de Veiligheidsregio Utrecht Argumenten 1.1 Visie op de VRU organisatie Wij constateren dat gemeente Utrecht één districtsgebied en één repressief cluster (districtsgebied Midden Nederland) blijft in de VRU organisatie. Daarmee is het districtsgebied VRU Midden Nederland congruent aan de districtsindeling van politie Midden Nederland, district Utrecht. Genoemde ontwikkelingen binnen de VRU organisatie stuiten niet op bezwaren vanuit gemeente Utrecht. Wij hechten er echter wel waarde aan dat de VRU spoedig concretiseert wat in de dienstverlening door de VRU als basistaken worden opgenomen en wat maatwerkopties zijn voor de deelnemende gemeenten. 1.2 Veiligheidszorg op Maat Wij hebben bedenkingen ten aanzien van de repressieve efficiency in het district Utrecht. € 1,835 miljoen kan alleen bezuinigd worden in district Utrecht als niet wordt ingeboet op het veiligheidsniveau en kwaliteit en zonder gedwongen ontslagen in de repressieve dienst. Het samenvoegen van twee kazernes en het bouwen van een nieuwe kazerne is een mogelijkheid maar alternatieve mogelijkheden tot repressieve efficiency in district Utrecht moeten onderzocht en in beeld gebracht worden. 1.3 Repressieve Huisvesting Wij zijn bereid om de onderhoudsstaat van de repressieve huisvesting van de kazernes conform het BBN rapport op het gewenste niveau te brengen. Het voorstel om in samenspraak te komen tot een visie op eigendom, beheer en onderhoud op dit punt alsook het voorstel om een business case op te stellen voor mogelijkheden als verplaatsing of samenvoeging van kazernes, is voor ons essentieel. Wij merken daarbij op dat hier de tijd voor genomen moet worden. 1.4 Financieringssystematiek Het algemeen bestuur van de VRU heeft op 5 maart 2013 ingestemd met de 2e tranche bezuinigingen van 5%. Deze bezuiniging heeft Utrecht verwerkt in de voorjaarsnota 2013 en de programmabegroting 2014: vanaf 2017 is hiervoor een structurele besparing opgenomen van € 1,1 miljoen. De nieuwe financieringssystematiek betekent voor Utrecht dat de bijdrage aan de VRU omhoog gaat. Deze bijdrage stijgt in 2015 met € 1,962 miljoen. In de jaren daarna zijn er kleine wisselingen in dit bedrag, doordat de kosten van het FLOovergangsrecht van de VRU jaarlijks wijzigen. Het voorstel van de VRU is om het nadeel te compenseren door de opbrengst van de 2e tranche bezuinigingen van 5% in te brengen. Dit betekent dat dit bezuinigingsvoordeel wordt ingezet ter verkleining van het nadeel. Onze gemeentelijke bijdrage daalt vanaf 2017 weliswaar met € 0,246 miljoen, maar deze daling is onvoldoende om de ingeboekte besparing van € 1,1 miljoen volledig in te kunnen vullen. Na 2017 loopt onze gemeentelijke bijdrage verder terug, maar tot en met 2021 blijft de verlaging onvoldoende voor het volledig invullen van de ingeboekte besparing van € 1,1 miljoen. Ook de verwachtte extra efficiencytaakstelling in het district Utrecht, die oploopt naar € 1,835 miljoen structureel vanaf 2018, wordt ter verkleining van het Utrechtse nadeel ingezet. Deze bezuiniging wordt enkel en alleen gebruikt ter compensatie van het nadeel van de gemeente Utrecht. Na de inzet van deze beide bezuinigingen resteert in 2015 en 2016 een nadeel. Dit nadeel wordt gecompenseerd door het voordeel van de voordeelgemeenten af te romen. Vanaf 2017 ontstaat voor de gemeente Utrecht een voordeel. Dit voordeel wordt gedeeltelijk afgeroomd ter compensatie van de nadeelgemeenten. Na verwerking van de compensatiemaatregelen blijft onze gemeentelijke bijdrage aan de VRU in 2015 en 2016 gelijk. Vanaf 2017 daalt de bijdrage van de gemeente Utrecht aan de VRU. 1.5 Invulling taakstelling (1) Het is nog onduidelijk hoe de extra efficiencytaakstelling van € 1,835 miljoen in het district Utrecht wordt ingevuld. Eén van de opties is het samenvoegen van de twee kazernes in Voordorp en Schepenbuurt op een nieuwe locatie. De besparing betreft dan het vertrek van beroepskrachten, wat niet met natuurlijk verloop behaald kan worden en het afstoten van één tankautospuit. Plannen voor het afstoten van de huidige kazernes en voor de bouw van een nieuwe kazerne zijn echter nog niet uitgewerkt. In verband met twijfel over de haalbaarheid van deze efficiencymaatregel dringt Utrecht er bij de VRU op aan om alternatieve bezuinigingsmogelijkheden te onderzoeken en in beeld te brengen. Ook dringt gemeente Utrecht er bij de VRU op aan om de ingeboekte besparingen sneller volledig te realiseren. Mogelijkheden hiertoe zijn het schrappen van de afroming van het Utrechtse voordeel ter compensatie van de nadeelgemeenten. Het district Utrecht heeft een extra bezuinigingsopgave van € 1,835 miljoen. Ook een kortere fasering van de invoering van de 2e tranche bezuinigingen door de VRU én van de extra efficiencybesparingen binnen het district Utrecht is een mogelijkheid. In het huidige voorstel worden deze bezuinigingen gefaseerd doorgevoerd in de jaren 2015 tot en met 2018. Een kortere fasering leidt ertoe dat onze gemeentelijke bijdrage in 2017 meer daalt dan € 0,246 miljoen. Tot slot is verhoging van de 2e tranche bezuiniging een optie: indien meer bezuinigd wordt dan 5% zal onze gemeentelijke bijdrage vanaf 2017 sneller dalen. 1.6 Invulling taakstelling (2) Tot slot, de maatstaven van het gemeentefonds worden in 2016 herijkt. Om te voorkomen dat nu herverdeeleffecten optreden en na de herijking van het gemeentefonds opnieuw, wordt voorgesteld om met invoering van de nieuwe financieringssystematiek te wachten tot na de herijking. In dat geval kunnen ook de huisvestingskosten van het begin af aan in het nieuwe verdeelmodel worden meegenomen. Nu blijven deze buiten beschouwing, omdat de meeste brandweerpanden nog in eigendom zijn bij de gemeenten en een gezamenlijk beleid voor het technisch en financieel beheer van deze huisvesting vooralsnog ontbreekt. De VRU wil vanaf 2016 eigendom, beheer en onderhoud van de panden overnemen van de gemeenten. 1.7 Kadernota 2015 In het voorstel is opgenomen dat in 2015 een start wordt gemaakt met de invulling van de bezuinigingstaakstelling van 3% oplopend naar 5% in 2018. De gemeente Utrecht dringt er op aan deze bezuinigingstaakstelling sneller volledig door te voeren dan in 2018. Zoals reeds opgemerkt in de argumentatie onder de financieringssystematiek zou dit voor Utrecht betekenen dat in 2017 een groter deel van de reeds ingeboekte bezuiniging van € 1,1 miljoen gerealiseerd kan worden. Daarvoor hebben wij twee suggesties. Ten eerste in het voorstel wordt aangegeven dat in 2015 een voordeel (€ 0.25 miljoen) bestaat op de brede doeluitkering rampenbestrijding (BDUR). Dit voordeel wordt gebruikt voor invulling van de 2e tranche bezuinigingen van 5%. Dit voordeel doet zich ook voor in 2014. Ons voorstel is om ook het voordeel van 2014 (€ 0.25 miljoen) van de hogere brede doeluitkering bijdrage in te zetten voor de 2e tranche bezuinigingen van 5%. Ten tweede constateren wij dat het voorstel is om een prijsindex van 1,27% te hanteren. Dit is conform vastgesteld beleid. In tijden van bezuinigingen hanteren veel gemeenten echter de nullijn voor prijzen. Ook gemeente Utrecht heeft in 2014 de nullijn voor prijzen gehanteerd. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat ook de VRU de nullijn hanteert. Het verzoek aan de VRU is om dit te doen. Kanttekeningen 1.1 Quickscan repressieve huisvesting Voordorp en Schepenenbuurt Zoals reeds opgemerkt bij het plan Veiligheidszorg op Maat verzoeken wij de VRU om alternatieve bezuinigingsvoorstellen te doen voor het district Utrecht. Daarop vooruitlopend willen wij alvast onderzoeken of het genoemde voorstel van het samenvoegen van twee kazernes (Voordorp en Schepenenbuurt) en een nieuw te bouwen kazerne vruchtbaar is. Daartoe voeren wij een quickscan uit naar een nieuwe locatie voor een brandweerkazerne, naar mogelijke opbrengsten van de oude brandweerkazernes en naar mogelijke opbrengsten van de oude locaties. College: Beslispunt 1 De burgemeester te machtigen om tekstuele aanpassingen aan te brengen.
© Copyright 2024 ExpyDoc