De Ronde - dinsdag 21 januari 2014

OVERZICHT
De Ronde 21-01-2014
Aanvang: 18:00
Tijd
B&W-kamer 1.25
Externe locatie: Dagopvang,
Smallepad 4
18:00 Fractievoorzittersoverleg
vrz: Van Wijngaarden
secr: Pen
19:00
Maatschappelijke opvang (daklozen)
vrz: Kennedy-Doornbos
pfh: Lubbinge
secr: Bongers
20:15
Tijd
Externe locatie: De Observant
20:30 Stadscafé: Evenementen in Amersfoort
Inloop vanaf 20:00
22:30
1
Externe locatie: Brandweerkazerne,
Kleine Koppel 35
Brandweer: presentatie over variabele
voertuigbezetting, bezichtiging
tankautospuit
————————
Projecten Veiligheidsregio Utrecht
vrz: Hunink
pfh: Bolsius
secr: Van Kan
De Ronde en Het Plein
Datum:
Aanvang:
dinsdag 21 januari 2014
18:00
Fractievoorzittersoverleg
Intern
Fractievoorzittersoverleg
Intern
De Ronde
Datum:
Aanvang:
dinsdag 21 januari 2014
19:00
Maatschappelijke opvang (daklozen)
Informatie
Maatschappelijke opvang (daklozen)
Informatie
Inhoud agendapunt Maatschappelijke opvang (daklozen) (pdf)
Motie - M-14.1 SP Open die Winteropvang (10-12-2013) (pdf)
Bijlage - MEMO discussie maatschappelijke opvang 21-1-2014 (pdf)
Presentatie De Ronde 21-1-2014 - Maatschappelijke opvang (daklozen) (pdf)
Besluitenlijst Maatschappelijke opvang (daklozen) (pdf)
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Reg.nr.
4578594
Maatschappelijke opvang (daklozen)
21 januari 2014
Ambtelijk contact
College van B&W
Pesser (033-469 4802)
Lubbinge
Arthur Koerts (leidinggevende maatschappelijke opvang Kwintes) en de
portefeuillehouder informeren de raadsleden over de organisatie van de
opvang van daklozen en de dilemma’s en ontwikkelingen daarbij.
Soort document
Informatie
Memo
Naar aanleiding van het interpellatieverzoek van de SP op 10 december
2013 (niet gehonoreerd) gaven meerdere fracties aan dit onderwerp in De
Ronde te willen bespreken.
- Kennis te nemen van de informatie
- Vragen te stellen
Vervolgtraject
Opm. presidium
Soort verslag
Bijbehorende documenten
Besluitenlijst
Motie Nachtopvang SP 10-12-2013
*Memo
*toegevoegd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
#4578594 v1 - AGENDAPUNT DR 21-1-2014 NACHTOPVANG
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
M-14.1
AANGENOMEN
10 DECEMBER 2013
MOTIE
OPEN DIE WINTEROPVANG!
Amersfoort, 10 december 2013
De raad van de gemeente Amersfoort;
overwegende dat
- de huidige opvangregeling voor daklozen in onvoldoende mate garandeert dat mensen niet onder
erbarmelijke weersomstandigheden in Amersfoort buiten moeten slapen met
gezondheidsbedreigende effecten.
draagt het college op
de Winteropvang aan de Koppelweg (of op een toekomstige locatie) met ingang van heden voor
daklozen open te stellen tot 15 december, waar vanaf de reguliere openstelling geldt.
SP-fractie,
Ad Meijer
Frits Schoenmaker
MEMO
Behorend bij: De Ronde van 21 januari 2014, agendapunt Maatschappelijke Opvang (daklozen)
Inleiding
De gemeente Amersfoort kent als centrumgemeente een breed spectrum aan voorzieningen op het
gebied van maatschappelijke opvang. Onderdeel daarvan is de daklozenopvang, die bestaat uit een
drietal peilers:
1. dagopvang (Smallepad)
2. nachtopvang (Arnhemseweg)
3. winteropvang (Koppelweg/Van Asch-van Wijckstraat)
In de vergadering van de gemeenteraad van 10 december 2013 is ten aanzien van de daklozenopvang
gesproken over vooral de vraag of de criteria op basis waarvan de winteropvang wel/niet eerder open
gaat voldoende aansluiten op de (veronderstelde) behoefte aan opvang bij de doelgroep. Uitkomst van
de discussie is geweest dat de winteropvang per direct (i.c. 11 december 2013) is geopend. In vervolg
op de discussie in de raad is de behoefte ontstaan om een Ronde te hebben over de nacht- en
winteropvang (incl. zwerfjongeren), met als vertrekpunt een discussie vanuit de kwalitatieve kant van
het onderwerp. Issues als “welke capaciteit achten we acceptabel?, op basis van welke criteria ten
aanzien van bijvoorbeeld het weer stellen we opvang beschikbaar?, met welke ontwikkelingen (lokaal
en landelijk) ten aanzien van het werkveld worden we geconfronteerd, kan de ketensamenwerking
verbeterd worden en zo ja hoe?” komen daarbij aan de orde.
Als startpunt voor de informatieverstrekking en de discussie is dit memo opgesteld, waarin feiten en
problematieken staan genoemd op basis waarvan gediscussieerd kan worden over de gewenste
kwaliteit van de daklozenopvang. Die feiten worden genoemd tegen de achtergrond van de
belangrijkste landelijke en lokale ontwikkelingen op het gebied van daklozenopvang.
Belangrijkste ontwikkelingen lokaal
Een belangrijke ontwikkeling op het gebied van de daklozenopvang in Amersfoort is de
verbouw/uitbreiding van de accommodatie voor dagopvang aan het Smallepad met de nachtopvang en
de winteropvang. De inschatting is dat de uitbreiding in september van dit jaar gerealiseerd kan zijn.
De aparte locaties voor nachtopvang en winteropvang zullen dan komen te vervallen. De aantallen
opvangplekken zijn:
- dagopvang: dagelijks vrije inloop van gemiddeld 35-40 personen
- nachtopvang: 14 bedden, 1 crisisbed
- winteropvang: 20 bedden.
De gedachte achter de concentratie van de opvangvoorzieningen aan het Smallepad is dat er op het
gebied van de begeleiding en hulpverlening efficiënter en integraler kan worden gewerkt.
Voor wat betreft de ontwikkeling op het gebied van zwerfjongeren wordt verwezen naar het kopje
“belangrijkste ontwikkelingen landelijk” hieronder, waar de belangrijkste lokale ontwikkeling wordt
genoemd in aansluiting op de landelijke ontwikkeling.
Belangrijkste ontwikkelingen landelijk
Door veranderende regelgeving (vaak ingegeven door bezuinigingen) ten aanzien van vooral
intramuraal verblijf op het gebied van verslavingszorg en OGGZ neemt het aantal mensen dat een
beroep doet op maatschappelijke opvang toe. Die toename gaat gepaard met gemiddeld genomen een
verzwaring van de problematiek van mensen die een beroep doen op de maatschappelijke opvang.
Omdat minder mensen intramuraal kunnen worden opgevangen neemt de druk op de maatschappelijke
opvang toe. Deze toenemende druk wordt versterkt door de economische crisis, waardoor een aantal
mensen net over het randje wordt geduwd, wat wellicht niet zou zijn gebeurd als er geen crisis zou zijn
Memo discussie maatschappelijke opvang
geweest. Minder mensen die intramuraal worden opgevangen betekent tegelijkertijd ook dat “alleen”
mensen met de zwaardere problematieken intramuraal worden opgevangen. Daardoor neemt ook per
individueel geval de druk op de maatschappelijke opvang toeneemt voor wat betreft de benodigde
begeleiding en hulpverlening. Deze landelijk zichtbare ontwikkeling wordt ook in Amersfoort
gevoeld. Zo zijn er in 2012 in totaal 311 mensen geweigerd vanwege capaciteitsproblemen. In 2013
waren dit er 415. Deze ontwikkeling is landelijk zichtbaar, Amersfoort is daarin geen uitzondering.
Omdat instellingen die intramurale hulpverlening leveren vaak voor een groot deel AWBZ en/of Zvw
gefinancierd zijn, is het voor een gemeente lastig om ten aanzien van zo’n instelling beleid te
ontwikkelen om de effecten van intramuralisering op te vangen. Wel kan de gemeente bijvoorbeeld
initiatief nemen om te proberen op inhoud van de hulpverlening hier zo goed mogelijk op in te spelen
en partijen om de tafel te krijgen.
Zoals aangegeven worden sommige mensen dakloos doordat ze “over het randje” worden geduwd,
anderen hebben een zware problematiek. Dat betekent dus dat “de dakloze” niet bestaat. Dat houdt in
dat de begeleiding en hulpverlening ook heel divers moet. Het is daarom noodzakelijk dat er in de
keten goed wordt samengewerkt. Vanuit Kwintes kunnen cliënten allerlei vormen van begeleiding
krijgen, bijvoorbeeld bij het zoeken van woonruimte of werk. Als cliënten naast begeleiding ook
hulpverlening nodig hebben, dan is het zaak dat de instelling die de juiste hulpverlening kan bieden,
daar zsm bij betrokken wordt. Over het algemeen is de samenwerking tussen de ketenpartners goed in
orde, wel is het zo dat er bijvoorbeeld op het terrein van bemoeizorg sprake is van enige
versnippering: meerdere instellingen leveren (een deel van) de bemoeizorg. Hier kan mogelijk een
efficiencyslag gemaakt worden door de versnippering tegen te gaan, waardoor clienten meer en/of
beter geholpen kunnen worden, ondanks dat de budgetten onder druk staan. De ketensamenwerking
kan dus efficiënter gemaakt worden door versnippering tegen te gaan.
Voor de juiste hulpverlening is het van belang dat de instellingen zo laagdrempelig mogelijk
beschikbaar zijn en zo dicht mogelijk bij de client staan, zodat de hulpverlening zo effcient mogelijk
kan worden ingezet, met als doel zo min mogelijk dakloosheid te hebben. Mede om aan die wens/eis
tegemoet te komen zijn en worden de wijkteams in het leven geroepen. Door de verschillende
organisaties op wijkniveau bijeen te brengen, staan de organisaties zo dicht mogelijk bij de mensen.
Dat neemt niet weg dat er ook altijd hulpverlening op stedelijk niveau zal blijven, omdat niet alles
redelijkerwijs op wijknivau kan worden georganiseerd omdat de hulp te specialistisch is of het aantal
cliënten te gering.
Ten aanzien van zwerfjongeren is er landelijk, vanuit het ministerie van VWS, het project “zet een
stap vooruit” geïnitieerd, waarmee alle centrumgemeenten een verbetering realiseren in de aanpak van
zwerfjongeren voor hun centrumregio. De bedoeling daarvan is om een stap vooruit te zetten in de
begeleiding van de terugkeer van zwerfjongeren in de maatschappij, waarbij het oplossen van lokale
knelpunten (bijvoorbeeld onvoldoende afstemming tussen instellingen, onvoldoende mogelijkheden
op uitstroom naar (een vorm van) zelfstandig wonen) uitgangspunt is. Er is landelijk een toename te
zien van het aantal zwerfjongeren. Zij hebben vaak een complexe, meervoudige problematiek, maar
tegelijkertijd zijn zij ook relatief kansrijk omdat ze meer dan andere doelgroepen nog te vormen zijn
en een drive en de flexibiliteit hebben om een normaal leven te kunnen opbouwen. Lokaal wordt
getracht om het doel te bereiken door de toeleiding van jongeren richting de hulpverlening te
verbeteren via de insteek “één jongere, één plan, één begeleider”. Daarnaast wordt ingezet op
verbetering van de stagnerende uitstroom in de opvangplekken voor jongeren in verband met
onvoldoende jongerenhuisvesting. In Amersfoort is dit initiatief door de gemeente in samenspraak met
de betrokken instellingen opgepakt. Afgesproken is de toeleiding van zwerfjongeren beter te
organiseren via een centrale voordeur, om vervolgens achter de voordeur in samenspraak met de
betrokken deskundigen en de jongere zelf een passend hulptraject te bieden, gebaseerd op het
uitgangspunt: “één jongere, één plan, één begeleider”. In Amersfoort zijn er ongeveer 135
zwerfjongeren, waarvan er ongeveer 1/3 actief bekend is bij de hulpverlening. Een dilemma op dit
gebied is de uitstroom van jongeren richting een vorm van zelfzandig/begeleid wonen. Het aanbod van
geschikte woonruimte is dermate laag, dat de doorstroom daardoor stagneert. Overigens geldt dit
Memo discussie maatschappelijke opvang
dilemma niet alleen op het terrein van de zwerfjongeren, maar voor de maatschappelijke opvang in de
breedte. Ten aanzien van de zwerfjongeren wordt getracht hierin verlichting te brengen door te
differentiëren naar doelgroepen: als de lichtere gevallen sneller kunnen uitstromen, levert dat weer wat
lucht op in de voorzieningen voor begeleid wonen.
De belangrijkste feiten
De aandacht van de afgelopen weken voor de daklozenopvang heeft zich vooral gericht op de nachten winteropvang. De nachtopvang aan de Arnhemseweg kent 14 normale plaatsen en 1 plek voor
crisisopvang. Er kan worden opgeplust tot maximaal 25 cliënten. De opvang is het gehele jaar
beschikbaar. De opvang opent dagelijks om 17.00 uur en sluit ’s ochtends om 09.00 uur. De
openingstijden van de dagopvang zijn van 09.30 – 16.00 uur, en sluiten daarmee dus (min of meer)
aan op de openingstijden van de nachtopvang. De eigen bijdrage voor de nachtopvang bedraagt € 6,-per cliënt per nacht. Achterliggende gedachte van de eigen bijdrage is dat het voor de doelgroep
belangrijk is te beseffen dat huisvesting ook iets kost. De nachtopvang behelst bed-bad-brood.
Cliënten uit de regio Amersfoort mogen 10 nachten aanééngesloten slapen bij de nachtopvang.
Daarnaast mogen zij gebruik maken van de zogenaamde belnachten (bellen na 19.00 uur of er nog
beschikbare plekken zijn). Cliënten van buiten de regio mogen 5 nachten aanééngesloten gebruik
maken van de nachtopvang, en geen belnachten gebruiken.
Op grond van ervaringscijfers kan gesteld worden dat er in de nachtopvang gemiddeld 4 mensen per
nacht geweigerd worden. De redenen voor een wijziging zijn:
- een openstaande schuld (enkel reden tot weigering boven de 0 graden);
- voorsorteren op koud weer: cliënten uit andere regio’s vragen om terug te gaan naar hun eigen
regio;
- vol;
- schorsing wegens gedrag (schorsing geldt meestal niet in geval van vorst).
In verreweg de meeste gevallen geldt dat de voorziening vol was. In die zin kan dus gesteld worden
dat er sprake is van een capaciteitsprobleem in de nachtopvang.
Het komt omgekeerd ook met enige regelmaat voor dat mensen wel een beroep hebben gedaan op een
plek, maar niet komen.
De winteropvang kent 20 bedden. De basisafspraak hierover tussen de gemeente en Kwintes is dat de
winteropvang open is van 15 december tot 15 maart, onafhankelijk van de weersomstandigheden.
Daarnaast zijn er afspraken tussen de gemeente en Kwintes op basis waarvan de winteropvang eerder
en/of langer open kan zijn dan de genoemde periode. De afspraak is dat de winteropvang buiten de
genoemde periode ook open is als er gedurende 2 nachten of meer vorst (-1 of kouder) wordt
voorspeld en als het aantal cliënten boven de 25 uitkomt. Op basis van die afspraken kan de
winteropvang dus langer open zijn dan de standaardperiode, wat de afgelopen jaren ook herhaaldelijk
is gebeurd. De temperatuurcheck gebeurt op de dag zelf, voor aanvang van de dienst, aan de hand van
teletekstpagina 702. Behalve het temperatuurscriterium geldt ook dat de opvang bij extreme
weersomstandigheden (bijvoorbeeld storm) extra geopend kan worden. Het uitgangspunt bij de
winteropvang is dat er niemand tegen zijn/haar wil ’s nachts buiten hoeft te zijn. In geval van vorst,
ook bij gevoelstemperatuur, wordt iedereen binnen gelaten.
Als de nachtopvang en de winteropvang beiden geopend zijn, dan worden de cliënten over beide
locaties verdeeld, waarbij de nadruk ligt op de Arnhemsweg. De reden daarvan is dat de instroom van
nieuwe cliënten via de Arnhemsweg wordt afgehandeld.
Memo discussie maatschappelijke opvang
De kosten van één week extra openstelling van de winteropvang buiten de standaardperiode bedragen
ongeveer € 4.000,--, vooral bestaand uit personeelskosten. Na afloop ven een winterseizoen rekenen
de gemeente en Kwintes zonodig af als er voor de winteropvang kosten zijn gemaakt die buiten de
reguliere overeengekomen prestaties vallen en die niet binnen het subsidiebudget kunnen worden
opgevangen.
De ketensamenwerking
Zoals al aangegeven fungeert Kwintes bepaald niet op een eiland. Het is goed te beseffen dat veel van
de cliënten die Kwintes opvang en begeleiding biedt, enige vorm van aanvullende hulpverlening nodig
hebben en krijgen. Kwintes levert die hulp maar beperkt zelf. De kracht van Kwintes ligt vooral op het
gebied van opvang en begeleiding. Zwaardere hulpverlening, bijvoorbeeld psychotherapie, wordt
door andere gespecialiseerde instellingen geleverd. Kwintes heeft daarvoor dagelijks intensief contact
met de diverse ketenpartners en werkt nauw met hen samen om de hulpverlening en begeleiding op
elkaar af te stemmen of om cliënten toe te leiden naar de juiste instelling. Het is van belang om hierin
zo efficiënt mogelijk samen te werken en versnippering tegen te gaan om de beschikbare budgetten zo
optimaal mogelijk te kunnen inzetten.
Het is goed om hierbij te noemen dat de verslaafde daklozen worden opgevangen door Victas
(alcohol) en het Leger des Heils (drugs). De “gewone” daklozen worden door Kwintes opgevangen.
Belangrijkste problematiek en ontwikkeling
De meest gevoelde problematiek is het capaciteitsprobleem. In 2012 is 311 afgewezen wegens “vol”,
in 2013 was dat al 415keer. Daarbij moet worden aangetekend dat er tijdens nachtvorst in principe niet
wegens capaciteitsproblemen wordt afgewezen. Kwintes wordt dus geconfronteerd met een toename
van het aantal daklozen, die bovendien gemiddeld genomen op individueel niveau een zwaardere
problematiek hebben. Oorzaken zijn de genoemde economische crisis en de extramuralisering. Door te
zo efficiënt mogelijk te werken wordt geprobeerd dit zoveel mogelijk op te vangen, maar de grenzen
daarvan zijn in zicht.
Financiën.
De totale subsidie in 2014 voor dagopvang, nachtopvang en winteropvang bedraagt een kleine € 1,9
miljoen, zie onderstaande specificatie.
Dagopvang
Nachtopvang
/
Winteropvang
Crisisopvang
loonkosten
overige personeelskosten
huisvestingskosten, inclusief overhead
afschrijvingen
organisatiekosten
verzorgingskosten
486.602
12.999
148.431
1.017
8.000
38.200
323.840
9.199
155.486
3.980
3.950
60.630
414.536
14.164
155.027
2.228
3.900
41.500
Totaal lasten
695.249
557.085
631.355
565.351
518.800
534.000
25.000
65.000
6.120
11.186
8.660
Lasten
Baten
totaal structureel - Gem A'foort
Antilliaanse tienermoeders
2 extra plekken tienermoeders
totaal structureel - eigen bijdragen
totaal projecten
Totaal inkomstem uit AWBZ
contracteerruimte
Memo discussie maatschappelijke opvang
36.084
Totaal baten
Resultaat
601.435
93.814-
554.986
2.099-
613.780
17.575-
De genoemde tekorten zijn niet nieuw, maar de laatste jaren wel gegroeid door de bezuinigingen. Bij
het maken van de prestatieafspraken voor 2014 heeft Kwintes wel aangegeven aan de grenzen te zitten
wat betreft het voorzetten van de gebruikelijke dienstverlening in relatie tot de beschikbare budgetten.
Kwintes heeft voor 2014 ook een beroep op het zgn. knelpuntenfonds gedaan en gehonoreerd
gekregen.
Kwintes heeft een breed pallet aan dienstverlening met bijbehorende kosten en opbrengsten, waarvan
de exploitatie in zijn geheel sluitend is.
Bij de bedragen moet worden aangetekend dat het lastig is om deze bedragen zodanig te interpreteren
dat er een bedrag per plaats genoemd kan worden. Dat is lastig omdat “een plek” op verschillende
manier gedefinieerd kan worden, bijvoorbeeld: worden de kosten voor begeleiding er wel of niet in
meegenomen? Hoe wordt het AWBZ-deel berekend, tegen de achtergrond van het feit dat de subsidie
aan Kwintes in hoge mate het karakter van een exploitatiesubsidie draagt? Hoe de samenvoeging van
de voorzieningen aan het Smallepad precies financieel gaat uitpakken wat betreft efficiencywinst etc.
is op dit moment moeilijk aan te geven, maar de efficiencywinst wordt vooral verwacht op het gebied
van de personeelskosten.
Een financieel dilemma is bovendien dat er ten aanzien van het AWBZ-gefinancierde deel ook
bezuinigingen zijn doorgevoerd en wellicht nog doorgevoerd zullen worden. Als gemeente hebben we
daar weinig invloed op. Ook voor de ketenpartners van Kwintes geldt dat zij zijn/worden getroffen
door bezuinigingen, wat het in zijn algemeenheid moeilijker heeft gemaakt om de dienstverlening qua
omvang op niveau te houden.
Memo discussie maatschappelijke opvang
Maatschappelijke opvang
Vrouwenopvang
Meer informatie?
www.kwintes.nl
Arthur Koerts/Mike Cretier: 033- 4672140
MO/VO Kwintes Centrumgemeente Amersfoort
Doelgroep:
Maatschappelijke opvang:
Vrouwenopvang:
Vangnet voor dak- en thuislozen
vanaf 16 jaar met of zonder
kinderen. Waaronder:
Gezinnen en jonge moeders
Zwerfjongeren
Zorgmijders en langdurig
daklozen
Opvang en begeleiding van
slachtoffers van huiselijk
geweld met of zonder
kinderen.
Het gaat hierbij om ernstig
geweld waarbij macht en
controle een rol speelt.
MO/VO Kwintes Centrumgemeente Amersfoort
Voorzieningen:
Maatschappelijke opvang:

Algemeen: crisisopvang,
kortdurend begeleid wonen
voor jongeren en (één-ouder)
gezinnen, budgetbeheer,
maatschappelijk werk.
Vrouwenopvang:






Zorgmijders: dagopvang,
nachtopvang, langdurend
begeleid wonen, outreachende
hulpverlening en bemoeizorg.
Blijf van m’n Lijf
Begeleid wonen
Jonge moeder- opvang
Systeemgerichte hulpverlening
Opvoedingsondersteuning
Signalen
In Amersfoort kennen we 30- 40 daklozen waar we ons permanent
zorgen over maken (Straatadvocaten/Kwintes),
Daarnaast zijn er 92 jongeren geteld (Programma Eén Stap Vooruit,
diverse instellingen),
Zij hebben behoefte aan:
 1ste opvang
 Betaalbare huisvesting
 Voorkomen van dakloosheid
Daarnaast worden in de maatschappelijke opvangvoorzieningen
alleenstaande mannen/vrouwen en gezinnen met kinderen
kortdurend opgevangen (crisisopvang) en begeleid naar (weer)
zelfstandig wonen. Jaarlijks ongeveer 65 personen/ gezinnen.
In de vrouwenopvang gaat het om jaarlijks ongeveer 55
vrouwen met gemiddeld 1 a 2 kinderen.
1 ste opvang
Er is een tekort aan structurele plekken nachtopvang.
Kwintes heeft 522 ‘nee’ verkocht in 2013.
Dakloze jongeren ervaren dat zij nergens terecht kunnen.
Oplossingsrichting:
 verhogen van aantal structurele nachtopvangplekken van 15 naar 30
(aparte winteropvang dan niet meer nodig)
 daarnaast een paar plekken voor 1ste opvang van jongeren
 effectiever organiseren van opvang en hulpverlening aan dakloze jongeren
Betaalbare huisvesting!
Slimme oplossingen i.s.m. corporaties
Uitgangspunten:
o Wonen als springplank versus langdurig verblijf
o Integratie in reguliere woonomgeving
o Scheiden van wonen en zorg
o Eigen verantwoordelijkheid versterken via wonen
Doelmatige keten:
o Maatschappelijke opvang en vrouwenopvang:
Veilige opvangvoorzieningen
Sobere kortdurende woonvoorzieningen
o Beschermd wonen
Voor wie langdurige zorg nodig heeft, volgens actuele eisen van landelijke
norm
o Reguliere woningmarkt (urgenties, omklapwoningen,
sloopwoningen voor jongeren)
o Aandacht voor de buurt middels buurtbeheerplan
Voorkomen van / preventie
Er gebeurt al veel: Bijvoorbeeld VIA- project of middels bemoeizorg (GGD,
Riagg, Victas, Kwintes, GGZ-centraal)
Met fondsfinanciering/uit eigen middelen Kwintes:
2013/2014: Vliegende Brigade:
Alle jongeren en gezinnen die zich aanmelden worden opgepakt door
medewerker die kort inspringt om cliënten die vastgelopen zijn de weg naar de
hulpverlening te wijzen. In 2013: 52 gezinnen!
Wat kan beter?
Steeds meer mensen lopen vast a.g.v. opeenstapeling van problemen en
maatregelen (verergerd door de crisis). Bijvoorbeeld: verlies van werk en
inkomen, schulden, geen recht op toeslagen, zorgverzekering niet meer
kunnen betalen, verlies van de woning.
 Snel ingrijpen om verergering of dakloosheid te voorkomen!
Straks: 4 weken wachttijd bij aanvraag uitkering!
Succesfactoren:
Integraal trajectplan:
Aandacht voor alle levensgebieden waaronder wonen en
financiën.
Keten van zorg:
Ketenpartners betrokken in de opvang voor specialistische hulp.
(Zoals GGZ, BJZ (!), verslavingszorg) en aansluiting bij
wijkteams.
Zo kort mogelijk:
Met oog voor kwetsbare mensen die
langdurig zorg nodig hebben.
Nachtopvang, nu nog Arnhemseweg: 14 bedden
en een crisisbed.
In de winter (15 dec-15 maart) 20 bedden extra.
Dagopvang
Gemiddeld 35 bezoekers per dag.
Functies :
huiskamer, wasgelegenheid, spreekuren van ggz,
verslavingszorg, schuldhulp, individuele
trajectbegeleiding, activering
Crisisopvang 11 kamers:
- 10 kamers voor gezinnen / alleenstaanden/
jongeren
- 1 noodbed voor maximaal 4 nachten
- Verblijfsduur ongeveer 4 maanden
Besluitenlijst De Ronde
datum:
21 januari 2014
Dagopvang,
vergaderruimte:
Smallepad 4
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.15 uur
10
Reg.nr.
4591043
Maatschappelijke opvang (daklozen)
Soort
verslag
College van B&W
Besluitenlijst
Soort
document
Informatie
Memo
Naar aanleiding van het interpellatieverzoek van de SP op 10 december 2013 (niet
gehonoreerd) gaven meerdere fracties aan dit onderwerp in De Ronde te willen
bespreken.
Arthur Koerts (leidinggevende maatschappelijke opvang Kwintes) en de
portefeuillehouder informeren de raadsleden over de organisatie van de opvang van
daklozen en de dilemma’s en ontwikkelingen daarbij.
Portefeuillehouder Lubbinge
Kennedy-Doornbos (ook woordvoerder)
Opsteller
Pen
Pesser
Portefeuillehouder Lubbinge
Ballast-Tatarian (VVD), Van Bruggen
Ambtenaren
(PvdA), Kennedy-Doornbos (CU), Van
Pesser
Koningsveld (CDA), Land (GL), Meijer (SP),
Nederkoorn (D66), Van Wegen (BPA)
De heer A. Koerts en de heer M. Crétier (maatschappelijke opvang Kwintes) hielden
een presentatie en beantwoordden vragen, er was ook een cliënt aanwezig die vragen
beantwoordde. De vragen en het gesprek hadden o.a. betrekking op:
- verbeteren uitstroom
- bereiken van doelgroep
- consequenties van scheiden van wonen en zorg (instroom in maatschappelijke
opvang van uitgeplaatste bewoners van Zon & Schild)
- huisuitzettingen
- spookburgers
- hulpverlening aan zorgvragenden als opvang vol is
- nieuwe armen
- kwaliteit opvang in relatie tot uitbreiding capaciteit
- huisvesting voor dakloze jongeren die zelfstandig kunnen wonen
- samenwerking met woningbouwcorporaties/projectontwikkelaars voor realiseren
(tijdelijke) huisvesting
Advies aan presidium:
Terug in De Ronde
Vervolgstap college: peiling
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
De portefeuillehouder zegt toe met een peiling rond maatschappelijke opvang te
komen, met scenario’s voor uitbreidingsmogelijkheden (budget en/of capaciteit),
aandacht voor bereiken van mensen die in aanmerking komen voor instroom (ook in
relatie tot hulpverlening) en stimuleren uitstroom.
Trimbos 2013: Opvang landelijk toegankelijk?
#4591043 v1 - BESLUITENLIJST DR 21-1-2014 MAATSCHAPPELIJKE OPVANG (DAKLOZEN)
Besluitenlijst Maatschappelijke opvang (daklozen)
De Ronde *Gewijzigd ten opzichte van eerder gepubliceerde versie
Datum:
Aanvang:
dinsdag 21 januari 2014
18:00
Brandweer: presentatie over variabele voertuigbezetting, bezichtiging tankautospuit
————————
Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Informatie
Besluitenlijst Maatschappelijke opvang (daklozen)
Brandweer: presentatie over variabele voertuigbezetting, bezichtiging tankautospuit
————————
Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Informatie
*Inhoud agendapunt Projecten Veiligheidsregio Utrecht (pdf)
Bijlage - Gemeentelijke rapportage VRU 1e trimester 2013 (pdf)
Bijlage - Gemeentelijke rapportage VRU 2e trimester 2013 (pdf)
Besluitenlijst (De Ronde 8-10-2013) Concept-gewijzigde programmabegroting 2013
Veiligheidsregio Utrecht (VRU) (pdf)
Bijlage - *Beantwoording feitelijke vragen CDA - De Ronde 21-1-2014 Projecten
Veiligheidsregio Utrecht (pdf)
Besluitenlijst Projecten Veiligheidsregio Utrecht (pdf)
Audioverslag
Agendapunt De Ronde
Titel
Datum
Van
Portefeuillehouder
Samenvatting
Reg.nr.
4578561
Projecten Veiligheidsregio Utrecht
21 januari 2014
Ambtelijk contact
College van B&W
Robijn (033-469 4526 )
Bolsius
Om te kunnen doorontwikkelen na de regionalisering van de brandweer,
en als gevolg van nieuwe wet- en regelgeving en tegelijkertijd invulling te
kunnen geven aan financiële taakstellingen, is binnen de Veiligheids
Regio Utrecht (VRU) een aantal projecten en onderzoeken uitgevoerd.
Deze hebben geresulteerd in diverse aanpassingsvoorstellen van
organisatorische, financiële, dan wel operationele aard.
Peter Bos, directeur VRU, zal deze aanpassingsvoorstellen toelichten.
Daarnaast zal de portefeuillehouder (naar aanleiding van eerdere gedane
toezeggingen) ingaan op wat er verandert nu de VRU niet meer op basis
van een DienstverleningsOvereenkomst (DVO) werkt en hoe de eerste
tranche aan bezuinigingen is ingevuld.
Voorafgaand hieraan (van 18.00 tot 19.00 uur) is er in de
brandweerkazerne (Kleine Koppel 35) een presentatie over variabele
voertuigbezetting door personeel van het district Eemland.
Doel activiteit
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Vervolgtraject
Soort document
Informatie
n.v.t.
Toezegging van burgemeester Bolsius (8 oktober, Ronde over gewijzigde
concept-programmabegroting VRU 2013) om de raad te informeren over
majeure projecten (visie op VRU-organisatie, dekkingsplan,
financieringssystematiek) van de Veiligheidsregio Utrecht.
- Kennis te nemen van de informatie
- Vragen te stellen
Deze informatie maakt onderdeel uit van het nog te starten
besluitvormingstraject over bovengenoemde aanpassingsvoorstellen.
Gemeenteraden en colleges worden op een later moment gevraagd hun
‘wensen en bedenkingen’ kenbaar te maken bij het bestuur van de VRU.
Mede op basis van de wensen en bedenkingen van colleges en
gemeenteraden, zal het algemeen bestuur tot definitieve besluitvorming
komen.
Opm. presidium
Soort verslag
Besluitenlijst
Bijbehorende documenten
Gemeentelijke rapportage VRU 1e
trimester 2013
Gemeentelijke rapportage VRU 2e
trimester 2013
Besluitenlijst De Ronde 8 oktober
2013over Gewijzigde conceptprogrammabegroting VRU 2013
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4578561 v1 - AGENDAPUNT DR 21-1-2014 PROJECTEN VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT
Gemeentelijke Rapportage VRU
eerste trimester 2013
1
Woensdag 29 mei 2013
Inhoudsopgave
Risicobeheersing…………………………………………………………………………………… 3
Regionale risico’s……………………………………………………………………………………………………. 3
Proactie en Preventie…………………………………………………………………………………………….. 3
Risicocommunicatie……………………………………………………………………………………………….. 6
Het nieuwe veiligheidsdenken……………………………………………………………………………….. 6
Crisisbeheersing……………………………………………………………………………………. 7
Crisisorganisatie…………………………………………………………………………………………………….. 7
Informatiemanagement………………………………………………………………………………………… 8
Crisisorganisatie…………………………………………………………………………………………………….. 8
GHOR………………………………………………………………………………………………………………………. 9
Crisispartners………………………………………………………………………………………………………….. 9
Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie…………………………………………………… 10
Veilig, efficiënt en effectief optreden…………………………………………………………………….. 10
Meldkamer………………………………………………………………………………………………………………. 11
Lerend en innoverend vermogen…………………………………………………………………………… 12
Nazorg en evaluatie………………………………………………………………………………………………… 13
Bedrijfsvoering………………………………………………………………………………………. 14
Bijlage: Gemeentelijke pagina………………………………………………………………….. 16
2
Risicobeheersing
Regionale risico’s
In 2013 is afgesproken dat in samenwerking met de diverse netwerkpartners twee
nieuwe scenario’s worden opgesteld naar aanleiding van het regionaal risicoprofiel. De
verdere ontwikkeling van het natuurbrandscenario is gekoppeld aan een landelijk proces
waarbij een maatgevend scenario ontwikkeld wordt. Het scenario voor extreem weer is in
de afrondende fase.
Voor het dynamisch risicoprofiel wordt een informatiesysteem ontwikkeld. Hiervoor is op
dit moment een projectvoorstel in voorbereiding welke zal moeten leiden tot een
realisatie van een dynamisch risicoprofiel. Naar verwachting zal er voor eind 2013 een
dynamisch risicoprofiel zijn gerealiseerd.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
Actueel risicoprofiel eens per 4 jaar
100%
Wettelijke taak
100%
Loopt op schema.
Operationeel
veiligheidsinformatiecentrum (VIC)
100%
Wettelijke taak
Start juni 2013
Cijfers en feiten
Omschrijving
Realisatie januari-april
Het regionaal risicoprofiel is in 2011
vastgesteld
Voor de zeven risico’s genoemd in het
risicoprofiel en beleidsplan worden
scenario’s uitgewerkt. Afgerond zijn:
1. Extreem weer
2. Natuurbrand
3. Uitval nutsvoorzieningen
4. Terroristische aanslag
5. Transportongevallen
6. Pandemie/ziektegolf
7. Paniek in menigten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Realisatie; voorjaar 2013
Realisatie: in afwachting van landelijk maatgevend
scenario.
Start en realisatie: gepland 2013/2014
Start en realisatie: gepland 2013/2014
Start en realisatie: nog niet gepland
Start en realisatie: nog niet gepland
Start en realisatie: nog niet gepland
Proactie en Preventie
Op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu in relatie tot fysieke veiligheid worden
door de VRU risicovolle situaties gesignaleerd en het bevoegd gezag hierover
geadviseerd. Er is deelgenomen aan vooroverleg om gemeenten te adviseren over
nieuwe (ruimtelijke) ontwikkelingen. Ook is er deelgenomen aan het PUEV (Programma
Uitvoering Externe Veiligheid).
Voor evenementen wordt geïnvesteerd in integrale advisering en aansluiting bij de
landelijke ontwikkelingen. Implementatie van het instrument Evenementen Assistent
wordt in september voorzien.
De aanbevelingen uit het rapport “Onderzoek Preventiecapaciteit VRU” vormen de basis
voor een nieuwe visie op risicobeheersing, pro-actie en preventie.
In het kader van Brandveilig leven is conform projectplan het pilottraject ‘Geen Nood bij
Brand’ in gang gezet. De deelnemende preventisten zijn geschoold en de contacten met
de 5 zorginstellingen (1 per district) die in deze pilot participeren zijn gelegd. In twee
districten start de proefperiode voor de zomer (Heuvelrug + Rijn & Venen). In drie
districten ná de zomer (Utrecht, Binnensticht – Lekstroom en Eemland).
3
In het kader van preventie wordt vorm gegeven aan de samenwerking tussen VRU en
RUD. De VRU werkt samen met 2 regionale uitvoeringsdiensten: de Omgevingsdienst
Regio Utrecht (ODRU) en de Brzo RUD Noordzeekanaalgebied (RUD NZKG). De
samenwerking tussen de VRU en de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) krijgt
gestalte doordat de VRU periodiek overleg voert met de ODRU. Daarnaast is er een
project opgestart waarbij vertegenwoordigers vanuit de VRU en de ODRU
samenwerkingsafspraken maken. De RUD NZKG is de specifieke RUD voor Brzo bedrijven
voor de provincies Utrecht, Noord – Holland en Flevoland. De zeven veiligheidsregio’s in
deze provincies bereiden inmiddels samenwerkingsafspraken voor en voeren overleg
met de RUD NZKG. Met beide RUD’s zullen dit jaar samenwerkingsafspraken worden
vastgelegd.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Advisering over risico’s en externe
veiligheid binnen adviestermijn
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
100%
Wettelijke taak
70%
(als gevolg van aanhouden van
een vacature)
Advisering over brandveiligheid binnen
adviestermijn (milieu, bouw, gebruik,
klachten en nodeloze meldingen)
100%
Wettelijke
taak/lokaal beleid
Vuurwerkadvisering: 95%
Overig: 97%
Toezicht op brandveiligheid (milieu,
bouw, gebruik, klachten en nodeloze
meldingen)
100%
Wettelijke taak en
lokaal
handhavingsbeleid

Naleving (hercontrole/handhaving niet
noodzakelijk)
80%
Wettelijke taak en
lokaal
handhavingsbeleid

Advisering over evenementen binnen
advies termijn
100%
Wettelijke taak en
lokaal
evenementen
beleid








Binnensticht-Lekstroom
95%
Eemland 96%
Heuvelrug 90%
Rijn & Venen 75%
Utrecht 66%
Binnensticht-Lekstroom
76%
Eemland 75%
Heuvelrug 74%
Rijn & Venen 85%
Utrecht 10%*
Dir VZ Brandveiligheid:
100%
Dir R&C: Gezondheidskundig:
100%
* Utrecht voert het lokale handhavingsbeleid uit. Na alle controles vindt hercontrole plaats. Dit resulteert in een
afwijkend percentage in vergelijking met de overige districten.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Aantal
Realisatie januari-april
Omgevingsrecht w.o. bouw , milieu,
gebruik
4.500
Dir VZ:
1949
Dir R&C:
8 (EV milieu)
46 (vuurwerk)
Evenementen brandveiligheid
1.500
982
Ruimtelijke plannen en infrastructurele
projecten.
100
Verwachte adviezen:
51 EV RO)
Verwachte controles/inspecties:
-
Activiteit bouw
1.500
443
-
Activiteit milieu
100
17
-
Activiteit gebruik
10.000
2136
Evenementen Gezondheidskundig
500
373
Klachten
100
38
Nodeloze meldingen
1.500
176
BRZO-inspecties (VR-plichtig)
5
R&C: 1
4
BRZO-inspecties (PBZO-plichtig)
5
R&C: 4
Aantal beoordelingen bedrijfsbrandweren 5
BRZO-bedrijven
R&C: 3
Preventieadviezen
1200
982
1000
800
600
492
400
268
244
200
43
0
Toezicht en Handhaving
2000
1848
1800
1600
1400
1200
1000
800
600
443
400
200
288
176
47
17
38
0
Wabo/bouw Wabo milieu Vergunning
en melding
Algemeen Evenementen Nav klachten Nav nodeloze
gebruik
meldingen
5
Risicocommunicatie
De handreikingen “Risicocommunicatie bij Natuurbranden” en “Risicocommunicatie bij
overstromingen” zijn klaar. De handreiking voor BRZO bedrijven is in voorbereiding. De
risicocommunicatieplannen naar aanleiding van de overige scenario’s van het regionaal
risicoprofiel zullen worden opgepakt na afronding van deze scenario’s.
Er is een start gemaakt met invulling van zelfredzaamheid en burgerparticipatie. De
ontwikkelingen op deze terreinen zijn geïnventariseerd. Op dit moment wordt onderzocht
hoe we hier binnen de VRU mee verder gaan.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Actuele risicocommunicatie op basis van
risicoprofiel
100%
Wettelijke taak
Realisatie januari-april


Alle binnengekomen
vragen van gemeenten
en publiek zijn
beantwoord.
Actieve
risicocommunicatie
wordt als nieuw besluit
voorbereid ter
besluitvorming aan het
bestuur.
Het nieuwe veiligheidsdenken
Het lectoraat is dit jaar een onderzoek gestart naar de integrale veiligheidsplannen in de
Utrechtse gemeenten. Doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de praktijk van
het veiligheidsbeleid in de gemeenten. De VRU en het Bureau RVS zijn vanuit de praktijk
betrokken bij het onderzoek. Het onderzoek wordt nog voor deze zomer afgerond.
Daarnaast is de VRU samen met het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie gestart om
een model Integraal Veiligheidsplan te ontwikkelen voor gemeenten. Hierin wordt ook
een aanzet gegeven om fysieke en sociale veiligheid te verbinden. Een format draaiboek
maatschappelijke onrust wordt als derde product dit jaar verwacht.
Het project zorgcontinuïteit heeft ertoe geresulteerd dat vele zorginstelling in de regio
Utrecht nu een zorg continuïteitsplan hebben of deze aan het ontwikkelen zijn.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Realisatie januari-april
Evidence-based interventies en
producten (brand) veilig leven aan de
hand van doelgroepen.
Momenteel wordt geïnventariseerd welke landelijke producten
beschikbaar zijn.
6
Crisisbeheersing
Crisisorganisatie
Het concept Regionaal Crisisplan is op 24 april 2013 voor ambtelijke consultatie
aangeboden. Na verwerking van de reacties wordt het concept als voorlopig besluit
voorgelegd aan het AB op 24 juni 2013. Daarna volgt een bestuurlijke consultatieronde.
De verwachting is dat de definitieve besluitvorming in het AB van november 2013 zal
plaatsvinden.
Met de inwerkingtreding van de WVR is de VRU verantwoordelijk voor het opstellen en
beheren van plannen en procedures. Om helderheid te verschaffen hoe de VRU deze taak
invulling gaat geven, is een beleidsstuk in concept-gereed. Het terugdringen van
gedetailleerde plannen en procedures en het voorkomen van dubbelingen met het
regionaal crisisplan zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Het beleidsstuk gaat na de
zomer voor consultatie naar de gemeenten en netwerkpartners en zal volgens planning in
november (samen met het nieuwe crisisplan) ter vaststelling worden voorgelegd aan het
AB.
Specifieke draaiboeken die de afgelopen tijd ontwikkeld zijn, zijn het draaiboek
stroomstoring en het draaiboek maatschappelijke onrust (in samenwerking met het
bureau Regionale Veiligheidsstrategie (politie, OM)
Er wordt gewerkt aan de implementatie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 en is gepland
voor de afronding in maart 2014.
De mono en multidisciplinaire opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten worden
uitgevoerd conform het OTO beleidsplan 2012-2015.
Vanuit Veiligheidszorg zijn bijdragen geleverd aan verschillende programmaonderdelen
van R&C. Zo wordt in het kader van de gemeentelijke implementatie nieuwe opzet GCB
vanuit de afdeling Paraatheid & meldkamer wordt geparticipeerd in de werkgroepen
Alarmering en Werving & Selectie. Ten behoeve van de doorontwikkeling en het beheer
van de piketorganisatie wordt vanuit de afdeling Paraatheid & Meldkamer wordt een
bijdrage geleverd in relatie tot de alarmering van piketfunctionarissen.
Met betrekking tot het programmaonderdeel professionalisering crisisorganisatie werden
zowel het opleidingstraject van de communicatieadviseurs ROT, de organisatorische
borging hard piket als de opleiding van de Adviseurs Crisisbeheersing zijn gerealiseerd.
Ook is vanuit de Vanuit de directie VZ is geparticipeerd in de projectgroep die het
crisisplan VRU heeft vorm gegeven (i.c. secretaris VZ & hoofd Paraatheid & meldkamer).
Tenslotte zijn voorbereidingen getroffen voor de verhuizing van de crisisruimten naar de
Belcampostraat. Met de daadwerkelijke uitvoering wordt begin juni gestart als onderdeel
van de algehele verhuizing.
7
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
Operationeel en paraat crisiscentrum
100%
Wettelijke taak
Structurele taak P&M. Norm
behaald. Crisisruimtes worden
bovendien geoptimaliseerd.
GRIP-incidenten waarbij de
sleutelfunctionarissen en crisisteams
binnen de daarvoor gestelde tijden na
alarmering aanwezig zijn,
100%
Wettelijke taak
Norm behaald
Opgeleide en geoefende
sleutelfunctionarissen in crisisteams
volgens gestelde eisen.
100%
Wettelijke taak



Actueel regionaal crisisplan en
rampenbestrijdingsplannen
100%
Wettelijke taak


Er wordt aan gewerkt om
de juiste cijfers te kunnen
aanleveren.
Per functie eisen moeten
de OTO cijfers worden
vastgesteld en
geactualiseerd
Er wordt gewerkt aan een
koppeling tussen AG5 en
Pion om actuele gegevens
van de regionale piketten
te kunnen leveren.
Crisisplan wordt
geactualiseerd op dit
moment.
Rampenbestrijdingsplanne
n voor de BRZO bedrijven
zijn gerealiseerd.
Informatiemanagement
Alle GBT’s zijn aangesloten op het LCMS in 2013. Op dit moment zijn er 11 gemeenten
aangesloten. Inmiddels zijn de provincie, defensie en de waterschappen aangesloten. De
afspraken voor aansluiting met Rijkswaterstaat en de politie zijn gemaakt.
De slachtofferinformatie systematiek (SIS) is landelijk nog niet zover dat er
implementatie in de veiligheidsregio’s kan plaatsvinden.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
Netcentrisch werken
100 %
Wettelijke taak
GBT’s ontsloten: 31/12/2013
Procesbeschrijving IM
01/06/2013
Crisiscommunicatie
Er wordt eenmaal per jaar een bijeenkomst georganiseerd voor communicatieadviseurs
van gemeenten, bestuurders en netwerkpartners.
Het convenant met RTV-Utrecht is geactualiseerd.
De ROT adviseurs en de omgevingsanalisten worden dit voorjaar opgeleid. De andere
communicatiefuncties worden opgeleid in het najaar, nadat hiervoor de mensen zijn
geworven.
De visie op crisiscommunicatie is in het AB van 14 januari ter kennisgeving aangenomen.
De implementatie van de visie op crisiscommunicatie is per maart 2014 gereed.
8
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Actuele crisiscommunicatie
100 %
Wettelijke taak
Realisatie januari-april


Procesbeschrijving
01/06/2013
Implementatie
Doorontwikkeling
Crisiscommunicatie
01/03/2014
GHOR
Op 21 maart is er vanuit de vakgroep GHOR een platform bijeenkomst gehouden met de
zorginstellingen. De brandweer is hierbij ook betrokken gezien de gedeelde belangen en
het gemeenschappelijk optreden vanuit de VRU. De vakgroep GHOR is betrokken bij het
project.
Congruentie GHOR/GGD ‘en. Dit vindt plaats in kader van de wet Publieke Gezondheid.
Vanuit de vakgroep Bevolkingszorg zijn bestuurlijke netwerkkaarten opgesteld en zullen
digitaal beschikbaar zijn vanaf 1 december 2013.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Herkomst
Realisatie januari-april
Percentage GHOR- sleutelfunctionarissen 100%
en GHOR-teams dat is opgeleid en
geoefend conform de hiervoor afgestelde
eisen.
Norm
Wettelijke taak
86%
De GHOR heeft wel vastgestelde
eisen (accreditatiepunten).
Vanwege de omvang van de groep
zijn deze handmatig uit te draaien
in AG5.
Percentage sleutelfunctionarissen die
deel uitmaken van een crisisteam dat is
opgeleid en geoefend volgens het
multidisciplinaire opleidings- en
oefenplan.
Wettelijke taak
95%
Op basis van de individuele
portfolio is het merendeel van de
piketfunctionarissen vakbekwaam.
Wettelijke taak
Norm gehaald
100%
Percentage GRIP 1+ incidenten waarbij
85%
de gealarmeerde crisisteams
(kernbezetting) na alarmering binnen de
hiervoor gestelde tijden aanwezig waren.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Streven
Realisatie januari-april
Aantal convenanten met
netwerkpartners in de zorgketen over
samenwerking in het kader van
voorbereiding crisisorganisatie
70%
80% van de convenanten is gerealiseerd.
Resteert nog de update van het convenant met de
RAVU , NRK en de GGD ’en. De eerste twee staan in
de planning voor ondertekening.
Crisispartners
De versterking van de samenwerking met al onze netwerk- en crisispartners vindt binnen
alle geledingen van de VRU plaats. Bij diverse onderwerpen wordt samenwerking
gerealiseerd met de andere veiligheidsregio’s (Flevoland & en Gooi en Vechtstreek)
binnen de regionale eenheid Midden Nederland van de politie). Ook door de invoering van
het regionaal crisisplan zal de samenwerking met de buurregio’s verder gestalte krijgen.
9
Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie
Veilig, efficiënt en effectief optreden
Negentig procent van de geplande Opleidingen, Trainingen en Oefeningen in de periode
januari – april 2013 heeft plaatsgevonden. Geannuleerd is een aantal
bevolkingszorgopleidingen, in afwachting van Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0.
Voor 25 functies is de afdeling OTO gestart met een meerjarenprogramma ( van eisen)
per functie. OVD-B en Operationeel Leider zijn hiervan in vergevorderd stadium.
In het kader van het project Veiligheidszorg op maat is het besluitvormingstraject
rondom de bestuurlijke uitgangspunten inmiddels afgerond. Daarmee is conform het
projectplan plateau 2 afgerond. Plateau 3 is volgens planning in het eerste kwartaal van
2013 opgestart en daarmee is de uitvoering van plateau 3 gestart. Bestuurlijke
besluitvorming in de vorm van een voorgenomen besluit over het dekkingsplan 2.0 is
voorzien in november 2013.
Het implementatietraject van digitale bereikbaarheidskaarten loopt met minimaal 3
maanden uit. Als gevolg van capaciteitsgebrek loopt de aanbesteding voor software ten
behoeve van de centrale database vertraging op. De implementatie wordt verwacht in
het eerste kwartaal van 2014.
De eerste fase van het project VRU Verademend, met als doel eenduidigheid met
betrekking tot voertuigbepakking en inventaris, is afgerond (d.w.z. definitiebepaling en
het inzichtelijk maken van financiële consequenties). Vervolgens zijn nadere acties
gedefinieerd om tot een gefaseerd aanbestedingstraject te komen waarbij adem/lucht is
geprioriteerd.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
Opkomsttijden en beschikbaarheid
crisisteams en specialismen
100%
Wettelijke taak
Norm behaald
Opkomsttijden brandweer conform
normtijd besluit veiligheidsregio’s
100%
Wettelijke taak
59% voor 112 meldingen prio 1.
Afname aantal nodeloze meldingen
(OMS)
5 - 10%
t.o.v. 2013
Beleidsplan
De in het risicoprofiel opgenomen
risico/kwetsbare objecten beschikken
over actuele aanvalsplannen en/of
bereikbaarheidskaarten
100%
Wettelijke taak
Daling als gevolg van het
afkoppelen van niet ge – eiste
installaties en door het actief
terugdringen van nodeloze
meldingen door voorlichting en
toelichting en handhaving.
70%
Medewerkers opgeleid en geoefend
conform de gestelde eis
100%
Wettelijke taak



10
Er wordt aan gewerkt om
de juiste cijfers te kunnen
aanleveren.
Per functie eisen moeten
de OTO cijfers worden
vastgesteld en
geactualiseerd
Er wordt gewerkt aan een
koppeling tussen AG5 en
Pion om actuele gegevens
van de regionale piketten
te kunnen leveren.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Aantal
Realisatie januari-april
Uitruklocaties
68
68. De uitruklocatie Achterberg zal in 2013 worden
gesloten hetgeen zal resulteren in 67 uitruklocaties.
Aantal aansluitingen op Openbaar
Meldsysteem (OMS)
2050 (jaar
2012)
1330
Meldkamer
De doorontwikkeling naar de meldkamer van de toekomst is in gang gezet. Het traject
loopt in afwachting van het landelijk transitieakkoord.
Verder zijn een aantal separate trajecten in gang gezet o.a. ter verbetering van de
meldkamerprocessen. Het plan van aanpak voor het vervangingstraject van de
alarmeringscomputer is zomer 2013 gereed. Verder loopt de voorbereiding voor de
implementatie vakbekwaamheidscyclus centralist.
Ook het herstructureringsproces OMS loopt conform plan. Met betrekking tot het beheer
van het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS) zijn de beheersafspraken
herzien.
Verder is de VRU partij in het interregionaal aanbestedingstraject C 2000. De
ontwikkeling van het beveiligingsbeleid voor C2000 is uitgesteld tot het derde kwartaal
2013.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
Verwerkingstijd meldkamer brandweer
< 90 seconden
80%
Beleid VRU
80%
Proefalarm waarschuwingsstelsel
bevolking 1e maandag van de maand
12.00 uur
100 %
Wettelijke taak
80%
Omschrijving
Aantal
Realisatie januari-april
Totaal aantal meldingen incidenten
15000
3407
Brand
2600
725
Hulpverlening (o.a. ongevallen)
5700
138
Automatische meldingen (OMS/PAC)
6000
1511
Overig
700
876
Gemiddeld aantal GRIP incidenten per
jaar (2008 – 2012)
16
5
GRIP 1
12
5
GRIP 2
3
0
GRIP 3
1
0
Cijfers en feiten
11
Uitrukken
Brand
876
725
Automatische
meldingen
Hulpverlening
(o.a. ongevallen)
138
Overig
1511
358
Binnenbrand
Buitenbrand
367
Lerend en innoverend vermogen
Er zijn cursussen ontwikkeld voor netcentrisch werken. In samenwerking met de HU en
het lectoraat wordt geparticipeerd in innovatieve projecten.
De voorbereidingen voor het formeren van een interregionaal brandonderzoeksteam zijn
in gang gezet. Er is een plan van aanpak opgesteld en er zijn samenwerkingsafspraken
gemaakt met de veiligheidsregio Gooij & Vechtstreek. Het projectplan wordt deze zomer
aan het directieteam VRU aangeboden.
De multidisciplinaire evaluatiesystematiek ten behoeve van incidenten is gereed. Samen
met de evaluatiesystematiek voor oefenen wordt de besluitvorming voorbereid.
Al in 2012 is er een VRU – breed (ontwikkelingsgericht)leiderschapstraject opgestart. Met
inbreng van de organisatie is een leiderschapsvisie vastgesteld door de directie VRU.
Volgens plan wordt gewerkt aan de realisatie hiervan.
In mei wordt gestart met het ontwikkelen van een VRU visie op brandweervrijwilligheid.
Daarbij zal aansluiting worden gezocht bij de inmiddels opgestelde landelijke visie met
betrekking tot vrijwilligheid die in juni aan de minister zal worden aangeboden. De
ontwikkeling van het beleid t.a.v. jeugdbrandweer is daarvan een onderdeel.
12
In het kader van het traject vakbekwaamheid hebben de oefencoördinatoren
Veiligheidszorg samen met OTO – centraal het meerjaren opleidings– en
oefenprogramma OVD opgesteld. In het tweede kwartaal wordt het programma voor
bevelvoerders opgesteld.
De ontwikkeling van de nieuwe keuringsmethodiek voor de manschappen A, B en
bevelvoerders loopt volgens plan. Besluitvorming met betrekking tot het PPMO beleid is
voorzien voor de zomer van 2013. Daadwerkelijke implementatie is gepland voor 2014.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-april
Ontwikkeling leiderschap
Start in
2012
Beleidsplan
Loopt volgens plan.
Mogelijkheden brandonderzoeksteam
onderzoeken
Start medio
2012
Beleidsplan
Onderzoek afgerond. Najaar
2013 wordt begonnen met de
inrichting van het interregionale
team.
Nazorg en evaluatie
Het beleid voor het evalueren van incidenten en oefeningen is opgeleverd. Dit beleid is
multidisciplinair. Er wordt nog aansluiting gerealiseerd met het monodisciplinaire
evaluatiebeleid binnen de kolommen.
In de afgelopen periode zin de volgende evaluaties uitgevoerd:







GRIP 1, Bedrijfsbrand met gevaarlijke stoffen, Wijk bij Duurstede, 14-6-2012
(afgerond)
GRIP 2, Stroomstoring, Nieuwegein, 22-6-2012 (afgerond)
Verdrinking Henschotermeer Woudenberg, 24-7-2012 (afgerond)
GRIP 1, Zeer Grote Brand, Hekendorp, 13-11-2012, (afgerond)
Evaluatie Oud & Nieuw 2012 + actieplan (afgerond)
3x GRIP 1 niet geëvalueerd na korte analyse
GRIP 1, Zeer Grote Brand, Cothen, 30-1-2013 (Gestart)
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
GRIP-incidenten worden in
multidisciplinair verband geëvalueerd
100%
Herkomst
Beleidsplan
Incidenten met bestuurlijke en/of
maatschappelijke impact worden
geëvalueerd
100%
Beleidsplan
13
Realisatie januari-april
85% (niet alle GRIP incidenten
hebben een uitgebreide evaluatie
nodig).
100%
Bedrijfsvoering
Onderstaand een toelichting op de afwijkingen ten aanzien van de programmabegroting.
Verhuizing
Half juni verhuist de centrale organisatie van de VRU naar het huis der Provinciën op de
Archimedeslaan. Een klein deel van de centrale organisatie verhuist eind mei al naar de
post Leidsche Rijn op de Belcampostraat. Op het gebied van facilitaire zaken, ICT en
personeelszaken vraagt de verhuizing veel werk. Begin dit jaar is het verhuisplan
ingrijpend aangepast door een groep medewerkers decentraal op de Belcampostraat te
huisvesten, hier een Veiligheids- Informatie Centrum (VIC) in te richten en door het
invoeren van het flexwerkconcept voor de medewerkers die naar de Archimedeslaan
gaan. Het aangepaste plan wordt breed gedragen en geeft de organisatie een flinke
impuls. Door de korte termijn waarop de veranderingen doorgevoerd moeten worden,
vraagt het wel dat alle zeilen bijgezet worden om de verhuizing succesvol te laten
verlopen. Dit gaat soms ten koste van de snelheid van andere projecten bij
Bedrijfsvoering.
Organisatie analyse
In de programmabegroting is aangegeven dat eind 2012 een onderzoek start naar de
capaciteitsverdeling in de totale organisatie om ‘te kijken naar waar het knelt en waar
eventueel teveel capaciteit is, of waar zaken effectiever of efficiënter gerealiseerd kunnen
worden’. Vanwege interne herbezinning is besloten om de onderzoeksvraag nog eens
onder de loep te nemen waardoor een pas op de plaats is gemaakt. De aangepaste
onderzoeksvragen worden afgestemd met het bestuur.
Decentrale huisvesting
Begin 2012 is met het bestuur afgesproken dat de VRU een inventarisatie maakt van de
decentrale huisvesting. Deze interne inventarisatie is niet volledig door uitblijven van
informatie van enkele gemeenten, mist objectiviteit en aanvullende gegevens met
betrekking tot vraagstukken rondom eigendom, gebruikersovereenkomsten met
gemeenten, beheer en onderhoud. Om de vraagstukken rond de decentrale huisvesting
goed en in samenhang met trajecten als Veiligheidszorg op Maat op te kunnen pakken, is
specifieke expertise nodig die niet in de eigen organisatie aanwezig is. Hier zijn
oriënterende gesprekken over gevoerd met een externe partij met vastgoedexpertise,
ruim ervaring bij andere veiligheidsregio’s en kennis van deze regio. Na afstemming met
het bestuur kan een doorstart gemaakt worden met het project decentrale huisvesting.
Beperking inhuur externen
Het afgelopen jaar is goed te zien dat het aantal externe medewerkers sterk is terug
gedrongen. Zo waren er in januari 2012 nog 87 externen werkzaam bij de VRU, nu zijn
dat er nog maar 27. Dit heeft te maken met de bezuinigen waarmee de VRU te maken
heeft. Sinds afgelopen december is het aantal externen nagenoeg gelijk gebleven. De
cijfers zijn hieronder gepresenteerd in een grafiek.
14
Invoering inkoopmodule/verplichtingenadministratie
De realisatie van de inkoopmodule heeft een lange doorlooptijd doordat er in de
uitvoering tegen veel problemen wordt aangelopen. Administratieve procedures en
technische onvolkomenheden vragen veel aandacht. Inmiddels is de module wel in
uitvoering genomen, maar voorlopig alleen nog bij de directie Bedrijfsvoering, zodat de
lijnorganisatie niet wordt belast met een nog niet volwaardig functionerende
bestelmodule.
Als de module goed loopt, kunnen de andere directies en de districten er gebruik van
gaan maken. Deze uitrol zal wel pas na de verhuizing naar de Archimedeslaan gebeuren.
Juridische zaken
De ondermandaatregeling is begin mei ter vaststelling naar het DT gestuurd en wordt om
advies aan de OR voorgelegd.
De gemeenschappelijke regeling van de VRU is aangepast en per 1 mei jl. van kracht.
Communicatie
Ons Twitter-account heeft inmiddels veel volgers. Er is een mooie afwisseling in
operationele en beleidsmatige onderwerpen. Omdat we al veel incidentinformatie geven
via Twitter, neemt de druk van de media op onze Operationeel Woordvoerders af.
In de afgelopen periode zijn 111 persvragen afgehandeld, variërend van vragen over
branden en incidenten tot vragen over droogte (natuurbrandbestrijding) en de
meldkamer.
15
Bijlage: Gemeentelijke pagina
Binnensticht & Lekstroom
Bunnik
De Bilt
Houten
IJsselstein
Eemland
Nieuwegein
Vianen
Zeist
Maatschappelijk effect
Kansreductie
(IB)
1. Aantal prio 1 meldingen per district, excl. alle OMS en PAC meldingen.
(PR)
3. Bij hoeveel procent van de gecontroleerde objecten volgt er geen
handhaving, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een her
controle? (Nalevingsniveau)
Totaal
Amersfoort
Baarn
Bunschoten
Eemnes
Leusden
Soest
Woudenberg
Totaal
194
-
-
-
-
-
-
-
193
-
-
-
-
-
-
-
76%
-
-
-
-
-
-
-
75%
-
-
-
-
-
-
-
33%
-
-
-
-
-
-
-
50%
-
-
-
-
-
-
-
3%
-
-
-
-
-
-
-
2,10%
43
4
0
0
2
1
0
3
2
24
zie prio 1
4
3
133
12
0
3
18
7
0
5
1
57
zie prio 1
4
26
103
10
0
5
14
2
0
4
1
42
zie prio 1
4
21
53
6
0
0
2
2
0
1
0
24
zie prio 1
6
12
151
12
1
0
22
11
2
1
0
66
zie prio 1
10
26
43
9
0
1
4
1
1
3
0
12
zie prio 1
1
11
272
22
0
3
16
12
3
5
1
155
zie prio 1
20
35
798
75
1
12
78
36
6
22
5
380
371
36
1
10
37
16
1
13
7
93
57
19
81
74
9
0
3
12
6
1
1
1
16
10
1
14
43
7
0
1
9
1
0
0
1
8
0
2
14
25
7
0
2
2
4
0
0
0
1
0
2
7
38
7
0
3
4
2
0
2
0
5
4
3
8
83
10
1
2
6
3
1
4
1
12
16
6
21
37
7
0
1
2
0
0
2
0
6
8
1
10
671
83
2
22
72
32
3
22
10
141
95
34
155
0
0
14
27
9
0
0
31
74
7
0
0
16
49
12
0
0
13
26
14
4
7
21
43
-
0
0
13
30
14
9
12
29
64
8
13
19
137
313
64
6
30,5
14
51
0
0
7
28
7
0
0
8
32
0
0
6
20
0
0
7
42
0
0
13
60
0
0
5
23
8
6
31
60
256
15
Opleiding, training, oefening (IB)
Hoeveel procent van de repressieve functionarissen heeft de verplichte leergang
voor de betreffende functie(s) afgerond?
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Hoeveel procent van de repressieve functionarissen heeft minimaal 70% van de
gestelde oefenkaarten voor de betreffende functie(s) behaald?
60%
75%
67%
64%
65%
45%
55%
62%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Ondersteuning Repressie (IB)
Hoeveel brandkranen zijn er in de gemeente?
466
1215
1313
899
1617
704
1645
7859
3696
630
640
288
829
900
370
7353
2
-
7
1
3
-
2
1
4
-
3
1
3
1
24
4
5
1
3
1
2
-
2
-
3
-
3
1
2
-
20
3
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
-
36
47
12
8
40
-
55
198
56
21
12
12
38
10
24
173
31
3
32
39
1
5
1
53
9
1
52
5
3
9
35
1
1
1
86
-
27
23
33
146
2
36
2
265
24
27
1
4
36
17
4
12
12
1
11
1
39
33
3
1
1
28
9
1
59
24
24
130
35
2
6
199
Effectreductie
(IB)
1. In hoeveel procent van de prio 1 binnenbranden wordt de normtijd van
het Besluit Veiligheidsregio’s behaald.
(IB)
2. Het percentage grote, zeer grote en GRIP-incidenten ten opzichte van
het totaal aantal prio-1 meldingen, excl. alle OMS en PAC meldingen.
Basisbrandweerzorg (IB)
Totaal aantal incidenten
Aantal incidenten brand
Binnenbrand
Buitenbrand
Overig
Aantal incidenten THV
OMS/PAC
Aantal incidenten overig
Bezetting (IB)
Repressief personeel
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Beroeps
warm
Vrijwilligers
Bevelvoerders
Manschappen
Bevelvoerders
Manschappen
Jeugdbrandweer (optioneel)
UML-TD (IB)
Aantal voertuigen conform dekkingsplan 2005
Voldoet bovenstaande materieel aan alle vastgestelde
bestekken (BZK/VRU) en eisen voorschriften t.a.v.
onderhoud?
Tankautospuit (TS)
Redvoertuig (RV)
Onderhoud
49
134
Bestek
Vergunning en advies (PR)
Totaal aantal verstrekte wabo-adviezen
T.b.v. activiteit bouw
T.b.v. activiteit milieu
T.b.v. activiteit gebruik
Vergunningplichtig
Meldingplichtig
Aantal adviezen t.b.v. evenementen
Aantal adviezen overig (bijvoorbeeld t.b.v. PvE's, ruimtelijke plannen,
infrastructurele plannen, ...?)
13
-
7
-
9
-
9
38
33
8
5
3
7
15
4
75
Hoeveel procent van de aangevraagde wabo-adviezen is binnen de hiervoor
gestelde termijn afgegeven? Het gaat hierbij om wabo-adviezen waaruit een
beschikking kan volgen, zoals voor het onderdeel bouw, milieu en gebruik.
100%
100%
100%
100%
100%
-
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
In hoeveel procent van de categorie B (verhoogd risico) en categorie C (risicovol)
evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer
geadviseerd? Het betreft schriftelijke adviezen, niet mondelinge adviezen.
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
31
148
64
73
235
-
257
808
310
86
79
34
64
88
88
749
41%
78%
47%
40%
101%
-
143%
95%
105%
81%
90%
54%
51%
69%
102%
96%
8%
44%
57%
75%
70%
-
93%
76%
80%
60%
80%
80%
60%
80%
80%
75%
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
20
47
35
16
50
10
109
287
150
26
8
1
9
28
14
236
Percentage t.o.v. het totaal aantal ingediende adviesaanvragen.
Toezicht en handhaving (PR)
Totaal aantal controles
Bij hoeveel procent van de geplande controles op afgegeven
gebruiksvergunningen/gebruiksmeldingen heeft een controle plaatsgevonden?
Het gaat hierbij om de planning die is gemaakt n.a.v. afspraken uit de DVO.ͣ
Bij hoeveel procent van de gecontroleerde objecten volgt er geen handhaving,
zoals bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een her controle? (Nalevingsniveau)
Hoeveel dossiers zijn overgedragen aan de gemeente voor bestuurlijke
handhaving?
Automatische brandmeldingen (OMS / PAC)
Aantal
16
Woensdag 29 mei 2013
Heuvelrug
Maatschappelijk effect
Kansreductie
(IB)
1. Aantal prio 1 meldingen per district, excl. alle OMS en PAC meldingen.
(PR)
3. Bij hoeveel procent van de gecontroleerde objecten volgt er geen
handhaving, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een her
controle? (Nalevingsniveau)
Effectreductie
(IB)
1. In hoeveel procent van de prio 1 binnenbranden wordt de normtijd van
het Besluit Veiligheidsregio’s behaald.
(IB)
2. Het percentage grote, zeer grote en GRIP-incidenten ten opzichte van
het totaal aantal prio-1 meldingen, excl. alle OMS en PAC meldingen.
Basisbrandweerzorg (IB)
Totaal aantal incidenten
Aantal incidenten brand
Binnenbrand
Buitenbrand
Overig
Aantal incidenten THV
OMS/PAC
Aantal incidenten overig
Bezetting (IB)
Repressief personeel
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Prio 1
Prio 2
Beroeps
warm
Vrijwilligers
Bevelvoerders
Manschappen
Bevelvoerders
Manschappen
Jeugdbrandweer (optioneel)
Opleiding, training, oefening (IB)
Hoeveel procent van de repressieve functionarissen heeft de verplichte leergang
voor de betreffende functie(s) afgerond?
Rijn en Venen
Utrecht
Realisatie 2013
Renswoude
Rhenen
Utrechtste
Heuvelrug
Veenendaal
Wijk bij
Duurstede
Totaal
De Ronde
Venen
Lopik
Montfoort
Stichtse
Vecht
Oudewater
Woerden
Totaal
Utrecht
Periode 1-4
-
-
-
-
-
100
-
-
-
-
-
-
123
266
876
-
-
-
-
-
75%
-
-
-
-
-
-
85%
10%
-
-
-
-
-
-
76%
-
-
-
-
-
-
77%
65%
-
-
-
-
-
-
2,40%
-
-
-
-
-
-
nvt
0,70%
-
7
3
0
0
1
0
0
0
0
2
0
0
1
40
2
0
3
13
1
1
2
0
1
3
3
11
145
20
1
0
22
2
1
3
2
27
30
14
23
123
18
2
1
14
5
0
2
2
25
18
9
27
39
4
1
1
3
1
0
3
1
7
1
3
14
354
47
4
5
53
9
2
10
5
62
52
29
76
100
13
0
2
8
4
1
6
3
26
zie prio 1
7
30
26
8
1
0
3
2
0
1
0
3
zie prio 1
2
6
12
1
0
1
2
0
0
0
0
4
zie prio 1
0
4
12
0
0
0
2
0
0
0
0
1
zie prio 1
4
5
129
17
2
1
10
8
0
8
0
43
zie prio 1
8
32
96
9
1
0
6
4
1
5
1
34
zie prio 1
12
23
375
48
4
4
31
18
2
20
4
111
33
100
1208
90
4
18
72
42
6
34
6
521
149
82
184
3406
343
15
61
306
137
19
108
30
1215
296
227
649
0
0
6
14
0
0
0
13
36
0
0
0
45
82
32
0
0
8
42
15
0
0
16
43
0
0
0
88
217
47
0
0
21
77
26
0
0
13
35
10
0
0
12
33
17
0
0
6
22
10
0
0
39
125
29
0
0
22
84
0
0
0
113
376
92
31
131,7
20
66
14
50
181
418
1228
232
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
98,60%
100%
99,70%
100%
100%
Hoeveel procent van de repressieve functionarissen heeft minimaal 70% van de
gestelde oefenkaarten voor de betreffende functie(s) behaald?
85%
64%
79%
81%
88%
79,40%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
60%
80%
Ondersteuning Repressie (IB)
Hoeveel brandkranen zijn er in de gemeente?
146
553
1434
1845
629
4607
1224
237
345
290
1412
1360
4868
6821
31508
1
0
3
0
8
1
3
1
4
0
19
2
4
1
2
-
2
-
2
-
10
1
5
1
25
3
13
2
101
14
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja, daar waar
afwijkingen zijn is
dit bekend
ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja, daar waar
afwijkingen zijn is
dit bekend
ja
6
6
15
50
19
96
26
10
5
6
838
11
896
162
1525
6
0
0
3
7
2
3
0
0
0
11
0
4
13
25
34
1
15
14
18
15
0
4
11
20
68
4
23
41
70
23
0
3
5
33
9
0
4
3
20
5
0
0
4
10
5
0
0
3
15
15
0
2
3
76
9
1
1
5
51
66
1
10
23
205
59
0
8
95
220
469
42
79
167
959
UML-TD (IB)
Aantal voertuigen conform dekkingsplan 2005
Voldoet bovenstaande materieel aan alle vastgestelde
bestekken (BZK/VRU) en eisen voorschriften t.a.v.
onderhoud?
Tankautospuit (TS)
Redvoertuig (RV)
Onderhoud
Bestek
Vergunning en advies (PR)
Totaal aantal verstrekte wabo-adviezen
T.b.v. activiteit bouw
T.b.v. activiteit milieu
T.b.v. activiteit gebruik
Vergunningplichtig
Meldingplichtig
Aantal adviezen t.b.v. evenementen
Aantal adviezen overig (bijvoorbeeld t.b.v. PvE's, ruimtelijke plannen,
infrastructurele plannen, ...?)
De voertuigen zijn bepakt conform overdracht. Regionale afstemming
standaard bestek (basiszorg) tankautospuit vindt momenteel plaats.
Inventarisatie bepakking (basiszorg) tankautospuiten is door UML/TD in
gang gezet.
2
4
19
27
4
56
11
0
0
1
11
23
46
5
220
Hoeveel procent van de aangevraagde wabo-adviezen is binnen de hiervoor
gestelde termijn afgegeven? Het gaat hierbij om wabo-adviezen waaruit een
beschikking kan volgen, zoals voor het onderdeel bouw, milieu en gebruik.
83%
60%
87%
84%
95%
85%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
97%
In hoeveel procent van de categorie B (verhoogd risico) en categorie C (risicovol)
evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer
geadviseerd? Het betreft schriftelijke adviezen, niet mondelinge adviezen.
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
125%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
9
16
119
71
38
253
108
24
25
14
90
61
322
844
67%
100%
106%
67%
100%
90%
Er wordt, zoals afgesproken met de gemeenten, gewerkt conform HUP.
100%
66%
Percentage t.o.v. het totaal aantal ingediende adviesaanvragen.
Toezicht en handhaving (PR)
Totaal aantal controles
Bij hoeveel procent van de geplande controles op afgegeven
gebruiksvergunningen/gebruiksmeldingen heeft een controle plaatsgevonden?
Het gaat hierbij om de planning die is gemaakt n.a.v. afspraken uit de DVO.ͣ
Bij hoeveel procent van de gecontroleerde objecten volgt er geen handhaving,
zoals bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een her controle? (Nalevingsniveau)
44%
88%
71%
80%
74%
74%
83%
75%
96%
79%
89%
84%
85%
10%
Hoeveel dossiers zijn overgedragen aan de gemeente voor bestuurlijke
handhaving?
5
2
12
15
6
40
0
0
0
0
0
0
0
<1%
Automatische brandmeldingen (OMS / PAC)
Aantal
2
4
57
43
8
114
25
3
4
0
40
30
102
0
17
2976
739
Gemeentelijke Rapportage VRU
tweede trimester 2013
Inhoudsopgave
Risicobeheersing ................................................................................................... 3
Regionale risico’s ................................................................................................ 3
Proactie en Preventie .......................................................................................... 4
Risicocommunicatie............................................................................................. 6
Het nieuwe veiligheidsdenken............................................................................... 6
Crisisbeheersing .................................................................................................... 7
Inrichting Crisisorganisatie ................................................................................... 7
Informatiemanagement ....................................................................................... 8
Crisiscommunicatie ............................................................................................. 9
GHOR ...............................................................................................................10
Crisispartners ....................................................................................................10
Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie ..................................................................11
Veilig, efficiënt en effectief optreden ....................................................................11
Meldkamer ........................................................................................................12
Lerend en innoverend vermogen ..........................................................................13
Nazorg en evaluatie ...........................................................................................14
Bijlage: Gemeentelijke pagina ................................................................................15
2
Risicobeheersing
Regionale risico’s
De VRU werkt samen met haar netwerkpartners aan de uitwerking van scenario’s die horen
bij de zeven risico’s genoemd in het risicoprofiel en beleidsplan, te weten:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Extreem weer
Natuurbranden
Uitval nutsvoorzieningen
Terroristische aanslag
Transportongevallen
Pandemie/ziektegolf
Paniek in de menigten
Het doel is om mogelijke maatregelen in beeld te brengen die helpen bij het voorkomen,
beperken en bestrijden van rampen en zware ongevallen. Hierover worden specifieke
afspraken gemaakt.
In 2013 is afgesproken dat in samenwerking met de diverse netwerkpartners twee nieuwe
scenario’s worden opgesteld naar aanleiding van het regionaal risicoprofiel. Ten aanzien van
het natuurbrandscenario wordt voor de verdere ontwikkeling aangesloten bij het landelijke
proces waar een maatgevend scenario wordt ontwikkeld.
Het scenario voor extreem weer is in de afrondende fase.
De methodiek van het scenario uitval nutsvoorzieningen wordt nu, naar aanleiding van de
ervaringen met het scenario extreem weer, onderzocht en zo nodig aangepast.
De uitwerking van het scenario infectieziekten in samenwerking met de GGD’en, staat
gepland voor 2014.
Voor het risicoprofiel wordt een informatiesysteem ontwikkeld. Hiervoor is op dit moment een
projectvoorstel in voorbereiding. Naar verwachting zal dit informatiesysteem in 2014
gerealiseerd zijn.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Actueel Regionaal Risicoprofiel eens per
4 jaar
100%
Wettelijke taak
100%
Loopt op schema.
Operationeel
veiligheidsinformatiecentrum (VIC)
100%
Wettelijke taak
Gestart, plan van aanpak voor
verdere ontwikkeling is in
concept gereed
Cijfers en feiten
Omschrijving
Realisatie januari-augustus
Het Regionaal Risicoprofiel is in 2011
vastgesteld
Voor de zeven risico’s genoemd in het
risicoprofiel en beleidsplan worden
scenario’s uitgewerkt.
1. Extreem weer
2. Natuurbrand
3. Uitval nutsvoorzieningen
4. Terroristische aanslag
5. Transportongevallen
6. Pandemie/ziektegolf
7. Paniek in menigten
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Realisatie: najaar 2013
Realisatie: in afwachting van landelijk maatgevend
scenario.
Start en realisatie: gepland 2013/2014
Start en realisatie: gepland 2013/2014
Start en realisatie: n.t.b.
Start en realisatie: gepland in 2014
Start en realisatie: n.t.b.
3
Proactie en Preventie
Op het terrein van ruimtelijke ordening en milieu in relatie tot fysieke veiligheid worden door
de VRU risicovolle situaties gesignaleerd en het bevoegd gezag hierover geadviseerd. Er is
deelgenomen aan vooroverleg om gemeenten te adviseren over nieuwe (ruimtelijke)
ontwikkelingen. Ook is er deelgenomen aan het PUEV (Programma Uitvoering Externe
Veiligheid).
Inzake evenementen wordt aansluiting gezocht bij de landelijke ontwikkelingen via het project
Evenementenproces. Binnen dit project wordt een uniforme werkwijze ontwikkeld. De
verwachting is dat dit in 2014 is gerealiseerd. Ondertussen wordt binnen de VRU toegewerkt
naar een integrale advisering.
In het kader van Brandveilig Leven werd in het eerste kwartaal van 2013 het pilottraject
‘Geen Nood bij Brand’ in gang gezet. Doel hiervan is om door middel van een gezamenlijk
project met zorginstellingen vanuit gelijkwaardige posities aandacht te besteden aan
veiligheidsbewustzijn en eigen verantwoordelijkheid/zelfredzaamheid. De proefperiode met de
brandveiligheidsinspecties ‘nieuwe stijl’ is in twee districten vóór de zomer gestart (Heuvelrug
+ Rijn & Venen) en in drie districten ná de zomer (Utrecht, Binnensticht–Lekstroom en
Eemland. De evaluatie van het pilottraject is gepland voor december 2013
In het kader van proactie en preventie wordt verder vorm gegeven aan de samenwerking
tussen de VRU en RUD’s. De VRU werkt samen met twee regionale uitvoeringsdiensten: de
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) en de Brzo RUD Noordzeekanaalgebied (RUD NZKG).
De samenwerking tussen de VRU en de ODRU krijgt gestalte doordat de VRU periodiek
overleg voert met de ODRU. De RUD NZKG is de specifieke RUD voor Brzo bedrijven voor de
provincies Utrecht, Noord–Holland en Flevoland. De zeven veiligheidsregio’s in deze provincies
bereiden inmiddels samenwerkingsafspraken voor en voeren overleg met de RUD NZKG.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Advisering over risico’s en externe
veiligheid binnen adviestermijn
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
100%
Wettelijke taak
70%
Advisering over brandveiligheid binnen
adviestermijn (milieu, bouw, gebruik,
klachten en nodeloze meldingen)
100%
Wettelijke
taak/lokaal beleid
Vuurwerkadvisering: 83%
Overige advisering: 97%
Toezicht op brandveiligheid (milieu,
bouw, gebruik, klachten en nodeloze
meldingen)1
100%
Wettelijke taak en
lokaal
handhavingsbeleid

Naleving (hercontrole/handhaving niet
noodzakelijk)
80%
Wettelijke taak en
lokaal
handhavingsbeleid

Advisering over evenementen binnen
advies termijn
100%
Wettelijke taak en
lokaal
evenementen
beleid








Binnensticht-Lekstroom
55%
Eemland: 55%
Heuvelrug: 62%
Rijn & Venen: 47%
Utrecht: 47%
Binnensticht-Lekstroom
79%
Eemland 70%
Heuvelrug 72%
Rijn & Venen 80%
Utrecht 10%2
Dir VZ Brandveiligheid:
100%
Dir R&C: Gezondheidskundig:
100%
1
Toezichtpercentages zijn in tegensteling tot rapportage 1 afgezet tegenover de jaarplanning. Dit resulteert in
lagere percentages.
2
In slechts 10 % van de gevallen is een bouwwerk bij de eerste bouwkundige, installatietechnische en
organisatorische controle in orde. Utrecht voert het lokale handhavingsbeleid uit. Daarom volgt in 90 % van de
gevallen hercontrole.
4
Cijfers en feiten
Omschrijving
Aantal
Realisatie januari-augustus
Omgevingsrecht w.o. bouw , milieu,
gebruik en gebruiksmeldingen
4.500
Dir VZ: 1875
Dir R&C:
14 (EV milieu)
79 (vuurwerk)
Evenementen brandveiligheid
1.500
1609
Ruimtelijke plannen en infrastructurele
projecten.
100
77 (EV RO) Dir R&C
Verwachte adviezen:
Verwachte controles/inspecties:
-
Activiteit bouw
1.500
1369
-
Activiteit milieu
100
46
-
Activiteit gebruik
10.000
4553
Evenementen Gezondheidskundig
500
650
Klachten
100
83
Nodeloze meldingen
1.500
647
BRZO-inspecties (VR-plichtig)
5
R&C: 3
BRZO-inspecties (PBZO-plichtig)
5
R&C: 4
Aantal beoordelingen bedrijfsbrandweren 5
BRZO-bedrijven
R&C: 3
Preventieadviezen
Toezicht en Handhaving
5
Risicocommunicatie
Het plan voor de implementatie van de leidraden risicocommunicatie bij/door de gemeenten is
in concept klaar. Uitvoering staat gepland voor het 4e kwartaal van 2013.
Er is een start gemaakt met de invulling van zelfredzaamheid en burgerparticipatie. De
ontwikkelingen op deze terreinen zijn geïnventariseerd. Op dit moment wordt onderzocht hoe
we hier binnen de VRU mee verder zullen gaan.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Actuele risicocommunicatie op basis van
risicoprofiel
100%
Wettelijke taak
Realisatie januari-augustus


Alle binnengekomen
vragen van gemeenten
en publiek zijn
beantwoord.
Actieve
risicocommunicatie
wordt als nieuw besluit
voorbereid ter
besluitvorming door het
bestuur.
Het nieuwe veiligheidsdenken
Het lectoraat ‘regie op veiligheid’ is in het eerste kwartaal van dit jaar een onderzoek gestart
om inzicht te krijgen in de praktijk van het veiligheidsbeleid in de Utrechtse gemeenten. Bij
dit onderzoek wordt samengewerkt met het Bureau Regionale Veiligheidsstrategie (RVS). De
rapportage wordt aan het einde van het derde kwartaal 2013 verwacht.
De VRU heeft de afgelopen periode met het Bureau RVS en daaraan verbonden partijen
samengewerkt aan de totstandkoming van een draaiboek maatschappelijke onrust. Het
draaiboek omvat ook een toolbox voor de gemeenten. Het draaiboek wordt in het derde
kwartaal aan het bestuur gepresenteerd. De VRU en Bureau RVS werken ook samen aan een
opleidings- en trainingsprogramma rond maatschappelijke onrust, gericht op adviseurs en
bestuurders.
Het project zorgcontinuïteit heeft tot nu toe als resultaat dat vele zorginstellingen in de regio
Utrecht nu een zorgcontinuïteitsplan hebben of aan het ontwikkelen zijn.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Realisatie januari-augustus
Evidence-based interventies en
producten (brand) veilig leven aan de
hand van doelgroepen.
Momenteel wordt geïnventariseerd welke landelijke producten
beschikbaar zijn.
6
Crisisbeheersing
Inrichting Crisisorganisatie
Crisisplan
Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuw regionaal crisisplan. Het concept is op 24 april
2013 voor ambtelijke consultatie aangeboden. Na verwerking van de reacties is op 24 juni
2014 het concept als voorlopig besluit voorgelegd aan het Algemeen Bestuur (AB) en daar
aangenomen. De bestuurlijke consultatieronde is bijna afgerond. De verwachting is dat de
definitieve besluitvorming in het AB van november 2013 zal plaatsvinden. Inmiddels is gestart
met een programma om uitwerking te geven aan het nieuwe crisisplan, waaronder het
actualiseren van diverse deelplannen, leidraden en procedures. Ook is een
introductieprogramma gepland voor operationeel functionarissen.
Verder is de afgelopen periode een operationele regeling opgesteld, waarin ter uitwerking van
het crisisplan de hoofdstructuur van de crisisorganisatie en bijbehorende bevoegdheden en
mandaten zijn beschreven.
Met de inwerkingtreding van de Wet Veiligheidsregio’s (WVR) is de VRU verantwoordelijk voor
het opstellen en beheren van plannen en procedures. Om helderheid te verschaffen hoe de
VRU aan deze taak invulling geeft is een beleidsplan in concept gereed. In het derde kwartaal
zal dit beleidsplan voor consultatie worden voorgelegd aan gemeenten en netwerkpartners en
daarna ter bestuurlijke vaststelling worden aangeboden. Behalve een éénduidige terminologie
over rampbestrijdingsplannen en incidentbestrijdingsplannen, is het terugdringen van
gedetailleerde plannen een belangrijk uitgangspunt.
In de afgelopen periode is de VRU betrokken geweest bij de operationele voorbereiding van
een aantal grote evenementen, waaronder het bezoek van het koningspaar aan enkele
Utrechtse gemeenten in mei 2013 en de jeugd Olympische spelen in de stad Utrecht (EYOF,
juli 2014). Verder werkt de VRU samen met enkele andere veiligheidsregio’s, de politie en de
gemeente Den Haag bij de voorbereiding op de Nucleair Security Summit, die in maart 2014
in Den Haag wordt gehouden.
Gemeentelijke crisisbeheersing
Er wordt gewerkt aan de implementatie Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0 en deze is
gepland voor afronding in mei 2014.
Vakbekwaamheid
De mono en multidisciplinaire opleidings-, trainings- en oefenactiviteiten worden uitgevoerd
conform het OTO beleidsplan 2012-2015. Op het gebied van vakbekwaamheid ligt OTO
grotendeels op schema conform het OTO jaarplan 2013.
Het door OTO centraal en de districten opgestelde meerjarenopleidings– en oefenprogramma
voor Officieren van Dienst wordt geïmplementeerd. De verwachting is dat het traject begin
2014 gereed is. Het vakbekwaamheidsprogramma voor bevelvoerders wordt vanaf september
opgesteld.
Het borgen van de leercyclus is een aandachtspunt. Het functionarissenvolgsysteem is nog
niet voldoende ingericht om kwalitatieve informatie te plaatsen, zodat op basis hiervan een
gerichter OTO-aanbod ontwikkeld kan worden.
Voor het programmaonderdeel professionalisering crisisorganisatie zijn de piketten en
opleidingen voor de communicatieadviseurs ROT en de algemeen commandanten
Bevolkingszorg gerealiseerd. Deze piketten zijn nu volledig operationeel.
7
Crisisruimten
Er is een aantal crisisruimten naar de Belcampostraat verhuisd. De daadwerkelijke
voorbereiding van de verhuizing van het ROT naar de Belcampostraat is begin juni gestart.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Operationeel en paraat crisiscentrum
100%
Wettelijke taak
Norm behaald. Crisisruimtes
worden geoptimaliseerd.
GRIP-incidenten waarbij de
sleutelfunctionarissen en crisisteams
binnen de daarvoor gestelde tijden na
alarmering aanwezig zijn,
100%
Wettelijke taak
Norm behaald
Opgeleide en geoefende
sleutelfunctionarissen in crisisteams
volgens gestelde eisen.
100%
Wettelijke taak



Actueel regionaal crisisplan en
rampenbestrijdingsplannen
100%
Wettelijke taak


Er wordt aan gewerkt om
de juiste cijfers te kunnen
aanleveren.
Per functie eisen moeten
de OTO cijfers worden
vastgesteld en
geactualiseerd
Er wordt gewerkt aan een
koppeling tussen AG5 en
Pion om actuele gegevens
van de regionale piketten
te kunnen leveren.
Crisisplan wordt
geactualiseerd op dit
moment.
Rampenbestrijdingsplannen voor de BRZO
bedrijven zijn gerealiseerd.
Informatiemanagement
Sinds juni is het Veiligheidsinformatiecentrum (VIC) operationeel. Het VIC heeft tot taak de
informatiepositie van de VRU te verbeteren nog voordat er sprake is van een GRIP-situatie.
Om te beschikken over een actueel informatiebeeld monitoren de medewerkers van het
informatiecentrum voortdurend uiteenlopende informatiebronnen. Zo worden bijvoorbeeld
potentiële risico’s in relatie tot het regionale risicoprofiel beoordeeld, maar ook ontwikkelingen
met betrekking tot meer algemene veiligheidsthema’s die binnen de regio van belang zijn. De
VIC medewerkers zijn afkomstig van verschillende afdelingen en disciplines en verrichten de
werkzaamheden naast hun reguliere taak.
Door middel van het VIC wil de VRU een brug slaan tussen koude en warme fase. Als
onderdeel van de crisisbeheersingsorganisatie wordt het VIC gepositioneerd als dagelijks
operationeel centrum van waaruit de VRU continue zicht heeft op wat er in het
verzorgingsgebied speelt. Vanuit het informatiecentrum wordt informatie met partners
gedeeld. Tegelijkertijd is het VIC voor partners en gemeenten het operationele VRU-loket dat
snel en adequaat kan omschakelen naar een Regionaal Operationeel Team (ROT).
Alle GBT’s worden aangesloten op het LCMS in 2013. Op dit moment zijn er 15 gemeenten
alsook de provincie, defensie, Rijkswaterstaat en de waterschappen aangesloten. De
afspraken voor aansluiting met de politie zijn gemaakt.
De slachtofferinformatie systematiek (SIS) is landelijk vastgesteld in het Veiligheidsberaad.
Op regionaal niveau zal er een vertaalslag moeten worden gemaakt na de zomer. Landelijk is
gestart met het inrichten van een projectorganisatie en de inrichting van de front- en
backoffice voor het SIS.
Het traject voor digitale bereikbaarheidskaarten loopt na een aanvankelijke vertraging
volgens plan. De aanbesteding voor software ten behoeve van de centrale GEO-database gaat
in het najaar van start. De bijbehorende software voor het maken en beheren van digitale
8
bereikbaarheidskaarten vormt onderdeel van deze aanbesteding. De regio brede
implementatie van het systeem is voorzien voor het tweede kwartaal van 2014. Het effect van
de digitale bereikbaarheidskaarten is dat noodzakelijke tactisch/operationele informatie
sneller kan worden geraadpleegd hetgeen een efficiëntere operationele inzet mogelijk maakt.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Netcentrisch werken
100 %
Wettelijke taak
GBT’s ontsloten: 31/12/2013
Procesbeschrijving IM
01/01/2014
Crisiscommunicatie
De visie op crisiscommunicatie is in het AB van 14 januari ter kennisgeving aangenomen. De
implementatie van de visie op crisiscommunicatie is per mei 2014 gereed.
De ROT adviseurs zijn dit voorjaar opgeleid. De andere communicatiefunctionarissen worden
in 2014 opgeleid, nadat de werving van deze mensen heeft plaatsgevonden. In juni is een
training omgevingsanalyse aangeboden voor gemeenten. Vanwege het grote animo voor de
training wordt in september een extra training gegeven. Begin september is ook het
draaiboek crisiscommunicatie in concept gereed.
Er worden meerdere malen per jaar bijeenkomsten georganiseerd voor
communicatieadviseurs van gemeenten. De eerste heeft plaatsgevonden in april en de
volgende twee zullen na de zomer worden georganiseerd.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Actuele crisiscommunicatie
100 %
Wettelijke taak
Realisatie januari-augustus


9
Procesbeschrijving
01/06/2013
Implementatie
Doorontwikkeling
Crisiscommunicatie
01/05/2014
GHOR
In het kader van de Wet Publieke Gezondheid wordt gewerkt aan de congruentie GHOR GGD’en. De bestuurlijke afstemming omtrent de verschillende modellen vindt in augustus
plaats. De keuze voor een model zal daarna gemaakt worden.
In de vereniging van directeuren Publieke Gezondheid is een nieuw model inrichting
Crisisorganisatie vastgesteld. In het kader van de organisatieontwikkelingen van de GGD en
het regionaal crisisplan zal gekeken worden op welke wijze deze handreiking gevolgd kan
worden, mede in het licht van de vigerende wettelijke eisen.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Percentage GHOR- sleutelfunctionarissen 100%
en GHOR-teams dat is opgeleid en
geoefend conform de hiervoor gestelde
eisen.
Norm
Wettelijke taak
92%
De GHOR heeft wel vastgestelde
eisen (accreditatiepunten).
Percentage sleutelfunctionarissen die
deel uitmaken van een crisisteam dat is
opgeleid en geoefend volgens het
multidisciplinaire opleidings- en
oefenplan.
Wettelijke taak
95%
Op basis van de individuele
portfolio is het merendeel van de
piketfunctionarissen vakbekwaam.
Wettelijke taak
Norm gehaald
100%
Percentage GRIP 1+ incidenten waarbij
85%
de gealarmeerde crisisteams
(kernbezetting) na alarmering binnen de
hiervoor gestelde tijden aanwezig waren.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Streven
Realisatie januari-augustus
Aantal convenanten met
netwerkpartners in de zorgketen over
samenwerking in het kader van
voorbereiding crisisorganisatie
70%
80% van de convenanten is gerealiseerd.
Resteert nog de update van het convenant met de
RAVU, NRK en de GGD ’en. De eerste twee staan in de
planning voor ondertekening. Het convenant wat
gesloten moet worden met de GGD zal worden
opgepakt zodra de nieuwe DPG organisatie duidelijk is.
Crisispartners
De versterking van de samenwerking met onze netwerk- en crisispartners vindt binnen alle
geledingen van de VRU plaats. Bij diverse onderwerpen wordt samenwerking gerealiseerd met
de andere veiligheidsregio’s (Flevoland & en Gooi en Vechtstreek) en binnen de regionale
eenheid Midden Nederland van de politie.
Er zal gestart worden met een Multidisciplinair Operationeel Voorbereidings Overleg (MOVO)
met de liaisons van de VRU, vakgroepen GHOR en BVZ en de afdelingshoofden, om op
operationeel en tactisch niveau af te stemmen.
Vanuit de vakgroep Bevolkingszorg zijn bestuurlijke netwerkkaarten opgesteld en deze zullen
digitaal beschikbaar zijn vanaf 1 december 2013.
10
Incidentbestrijding, nazorg en evaluatie
Veilig, efficiënt en effectief optreden
Negentig procent van de geplande Opleidingen, Trainingen en Oefeningen in de periode
januari – augustus 2013 heeft plaatsgevonden. Geannuleerd is een aantal
bevolkingszorgopleidingen, in afwachting van Gemeentelijke Crisisbeheersing 2.0.
Voor 25 functies is de afdeling OTO gestart met een meerjarenprogramma (van eisen) per
functie. OVD-B, Operationeel Leider, Centralist en Informatiemanager zijn vastgesteld.
Vanuit het Europees Sociaal Fonds (ESF) bestond tot 2013 de mogelijkheid om
brandweerscholingsactiviteiten te subsidiëren. De door de VRU verkregen subsidiebedragen
werden én worden gebruikt voor kwaliteitsverbetering binnen het brandweeronderwijs.
In het kader van het project Veiligheidszorg op maat is het besluitvormingstraject rondom de
bestuurlijke uitgangspunten inmiddels voltooid. Daarmee is conform het projectplan plateau 2
afgerond. Plateau 3 is volgens planning in het eerste kwartaal van 2013 opgestart en
daarmee is de uitvoering van plateau 3 in gang gezet. Bestuurlijke besluitvorming in de vorm
van een voorgenomen besluit over het dekkingsplan 2.0 is voorzien in november 2013. Hierin
wordt het bestuur gevraagd akkoord te gaan met de invulling van de operationele organisatie,
de afwijking van de opkomsttijden én de motivatie van de afwijking van de opkomsttijden.
De eerste fase van het project VRU Verademend, met als doel eenduidigheid met betrekking
tot voertuigbepakking en inventaris, is afgerond (d.w.z. definitiebepaling en het inzichtelijk
maken van financiële consequenties). Vervolgens zijn nadere acties gedefinieerd om tot een
gefaseerd aanbestedingstraject te komen waarbij adem/lucht is geprioriteerd. Het technisch
bestek ten behoeve van de aanbesteding is gereed. Het aanbestedingstraject start in
september en de aanschaffing is gepland voor eind 2013.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Opkomsttijden en beschikbaarheid
crisisteams en specialismen
100%
Wettelijke taak
Norm behaald
Opkomsttijden brandweer conform
normtijd besluit veiligheidsregio’s
100%
Wettelijke taak
65% voor 112 meldingen prio 1.
Afname aantal nodeloze meldingen
(OMS)
5 - 10%
t.o.v. 2013
Beleidsplan
De in het risicoprofiel opgenomen
risico/kwetsbare objecten beschikken
over actuele aanvalsplannen en/of
bereikbaarheidskaarten
100%
Wettelijke taak
Daling als gevolg van het
afkoppelen van niet geëiste
installaties en door het actief
terugdringen van nodeloze
meldingen door voorlichting en
toelichting en handhaving.
70%
Medewerkers opgeleid en geoefend
conform de gestelde eis
100%
Wettelijke taak



11
Er wordt aan gewerkt om
de juiste cijfers te kunnen
aanleveren.
Per functie eisen moeten
de OTO cijfers worden
vastgesteld en
geactualiseerd
Er wordt gewerkt aan een
koppeling tussen AG5 en
Pion om actuele gegevens
van de regionale piketten
te kunnen leveren.
Cijfers en feiten
Omschrijving
Aantal
Realisatie januari-augustus
Uitruklocaties
68
68. De uitruklocatie Achterberg zal in 2013 worden
gesloten hetgeen zal resulteren in 67 uitruklocaties.
Aantal aansluitingen op Openbaar
Meldsysteem (OMS)
2050 (jaar
2012)
1330
Meldkamer
In afwachting van het landelijk transitieakkoord meldkamers worden beperkt
vernieuwingsactiviteiten uitgevoerd. De geplande doorontwikkeling naar gescheiden aanname
en uitgifte loopt vertraging op. Daarnaast is bij de besluitvorming over het samenvoegen van
de meldkamers van Gooi & Vechtstreek en Flevoland onderzocht of de meldkamer Utrecht een
rol kan spelen in het verminderen van de kwetsbaarheid van deze locaties. Hiervoor wordt
een plan ontwikkeld.
Verder zijn een aantal separate trajecten in gang gezet onder andere ter verbetering van de
meldkamerprocessen. Het plan van aanpak voor de vervanging van de alarmeringscomputer
is gereed. Gooi– & Vechtstreek en Flevoland sluiten met het oog op toekomstige
samenwerking op deze ontwikkeling aan. De vakbekwaamheidscyclus voor de
brandweercentralisten is gereed. De implementatie hiervan start na de zomer met een
nulmeting.
Ook het herstructureringsproces Openbaar Meldsysteem (OMS) in samenwerking met Gooien Vechtstreek en Flevoland loopt op schema. Vanwege het aflopen van het contract met
Siemens zijn alle verplichte en gewenste abonnees binnen de VRU via vier aanbieders van
OMS aangesloten op de meldkamer Utrecht. Nu wordt onderzocht hoe de marktwerking kan
worden geoptimaliseerd voor de drie regio’s.
De beheersafspraken met betrekking tot het Waarschuwings- en Alarmeringssysteem (WAS)
zijn herzien. Een tweetal incidenten waaruit de VRU lering heeft getrokken vormden de
aanleiding. Alle procedures en afspraken zijn nagelopen en waar nodig aangepast. Om te
voorkomen dat in de toekomst tijdens een proefalarm de techniek niet werkt, zal voortaan
voorafgaand aan het maandelijks alarm (maar ook na onderhoudswerkzaamheden)
structureel een stil testalarm worden uitgevoerd. Daarbij word steekproefsgewijs op locatie
gecontroleerd en op die manier wordt het risico dat de techniek het laat afweten
geminimaliseerd.
De VRU participeert in het interregionale aanbestedingstraject voor randapparatuur C2000.
Doel is om over te kunnen gaan tot vervanging in 2014. De afronding van het
beveiligingsbeleid C2000 is als gevolg van een prioriteringsherziening uitgesteld tot 2014.
Hierbij is het beeld dat de VRU bij de huidige wijze van organiseren geen grote risico’s loopt,
op de beveiliging van kazernes na. Dit laatste wordt geadresseerd in het huisvestingsvoorstel
van de directie bedrijfsvoering.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Verwerkingstijd meldkamer brandweer
< 90 seconden
80%
Beleid VRU
80%
Proefalarm waarschuwingsstelsel
bevolking 1e maandag van de maand
12.00 uur
100 %
Wettelijke taak
75%
12
Cijfers en feiten
Omschrijving
Aantal
Realisatie januari-augustus
Totaal aantal meldingen incidenten
15000
6590
Brand
2600
1532
Hulpverlening (o.a. ongevallen)
5700
300
Automatische meldingen (OMS/PAC)
6000
2904
Overig
700
1854
Gemiddeld aantal GRIP incidenten per
jaar (2008 – 2012)
16
20
GRIP 1
12
19
GRIP 2
3
1
GRIP 3
1
0
GRIP 4
0
0
Uitrukken
Lerend en innoverend vermogen
Het interregionaal brandonderzoeksteam krijgt in samenwerking met de veiligheidsregio Gooi
& Vechtstreek, verder vorm. Met behulp van dit team is de VRU op termijn in staat om lering
te trekken uit (brand) incidenten. De werving- en selectieprocedure voor een tweetal
brandonderzoekers is in gang gezet en zal naar verwachting eind september worden
afgerond. Het daaropvolgende opleidingstraject neemt 7 à 8 maanden in beslag. De
verwachting is dat het onderzoeksteam rond de zomer van 2014 operationeel is.
In mei is gestart met het ontwikkelen van een VRU visie op brandweervrijwilligheid. Daarbij
wordt aansluiting gezocht bij de inmiddels opgestelde landelijke visie met betrekking tot
vrijwilligheid die in juni aan de minister is aangeboden. De ontwikkeling van het beleid ten
aanzien van jeugdbrandweer is daarvan een onderdeel. In de tweede helft van 2013 worden
voorbereidingen getroffen voor een betrokkenheidsonderzoek onder vrijwilligers begin 2014.
De besluitvorming met betrekking tot het PPMO beleid (een nieuwe keuringsmethodiek voor
de manschappen A, B en bevelvoerders) zal in september plaatsvinden. Implementatie en
doorontwikkeling vinden plaats in het najaar van 2013.
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
Herkomst
Realisatie januari-augustus
Ontwikkeling leiderschap
Start in
2012
Beleidsplan
Loopt volgens plan.
Mogelijkheden brandonderzoeksteam
onderzoeken
Start medio
2012
Beleidsplan
Onderzoek afgerond. Najaar
2013 wordt begonnen met de
inrichting van het interregionale
team.
13
Nazorg en evaluatie
Voor de zomer 2013 is een integrale systematiek voor het evalueren van incidenten en
oefeningen vastgesteld. De systematiek heeft betrekking op het multidisciplinair optreden.
In de afgelopen periode zijn de volgende evaluaties uitgevoerd:








GRIP 1, Bedrijfsbrand met gevaarlijke stoffen, Wijk bij Duurstede, 14-6-2012
GRIP 2, Stroomstoring, Nieuwegein, 22-6-2012
Verdrinking Henschotermeer Woudenberg, 24-7-2012
GRIP 1, Zeer Grote Brand, Hekendorp, 13-11-2012
Evaluatie Oud & Nieuw 2012 + actieplan
3x GRIP 1 niet geëvalueerd na korte analyse
GRIP 1, Zeer Grote Brand, Cothen, 30-1-2013
Grip 2, Zeer Grote Brand, IJsselstein, 22-6-2013
Prestatie-indicatoren
Omschrijving
Norm
GRIP-incidenten worden in
multidisciplinair verband geëvalueerd
100%
Herkomst
Beleidsplan
Incidenten met bestuurlijke en/of
maatschappelijke impact worden
geëvalueerd
100%
Beleidsplan
14
Realisatie januari-augustus
85% (niet alle GRIP incidenten
hebben een uitgebreide evaluatie
nodig).
100%
Bijlage: Gemeentelijke pagina
Binnensticht & Lekstroom
Eemland
Gemeentelijke pagina
Aantal inwoners conform Programmabegroting
Maatschappelijk effect
Kansreductie
1. Aantal prio 1 incidenten per district, excl. alle OMS en PAC meldingen.
2. Bij hoeveel procent van de gecontroleerde objecten volgt er geen
handhaving, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een her
controle? (Nalevingsniveau)
Effectreductie
3. In hoeveel procent van de prio 1 binnenbranden wordt de normtijd van
het Besluit Veiligheidsregio’s behaald.
4. Het percentage grote, zeer grote en GRIP-incidenten ten opzichte van
het totaal aantal prio-1 incindenten, excl. alle OMS en PAC meldingen.
5. Aantal incidenten meldingen per 10.000 inwoners.
6. Aantal prio 1 incidenten per 10.000 inwoners, excl. alle OMS en PAC
meldingen.
Basisbrandweerzorg
Totaal aantal incidenten
Aantal incidenten brand
Binnenbrand
Prio 1
Prio 2
Buitenbrand
Prio 1
Prio 2
Overig
Prio 1
Prio 2
Aantal incidenten THV
Prio 1
Prio 2
OMS/PAC
Prio 1
Prio 2
Aantal incidenten overig
Prio 1
Prio 2
Opkomst t.o.v. normtijden Besluit veiligheidsregio’s (absolute aantallen). 3
aantal branden meegenomen in berekening
waarvan binnen Bvr-norm
waarvan overschrijding <1 minuut
waarvan overschrijding 1-2 minuten
waarvan overschrijding 2-4 minuten
waarvan overschrijding 4-6 minuten
waarvan overschrijding > 6 minuten
Bunnik
De Bilt
Houten
IJsselstein
Nieuwegein
Vianen
Zeist
Totaal
Amersfoort
Baarn
Bunschoten
Eemnes
Leusden
Soest
Woudenberg
Totaal
14.446
42.082
48.316
34.257
60.712
19.651
61.238
280.702
148.230
24.363
20.204
8.825
28.903
45.598
12.032
288.155
20
58
37
24
67
30
122
358
139
34
20
26
25
50
17
311
68%
63%
74%
88%
77%
n.v.t.
87%
79%
97%
48%
80%
80%
76%
80%
58%
70%
n.v.t.
71%
25%
33%
41%
43%
64%
50%
70%
57%
14%
75%
33%
14%
50%
52%
5%
3%
5%
4%
3%
7%
1%
3%
2%
0%
0%
8%
0%
0%
12%
2%
55
61
35
31
52
54
94
57
43
62
36
63
23
41
49
43
14
14
8
7
11
15
20
13
9
14
10
29
9
11
14
11
79
4
0
1
5
2
0
8
2
16
27
5
9
255
18
0
6
22
13
0
13
2
62
54
8
57
168
12
0
6
17
5
0
6
2
35
28
8
49
106
7
0
1
8
6
1
2
0
24
17
8
32
316
27
2
2
39
19
1
5
1
87
51
14
68
107
11
0
1
8
3
1
13
0
24
19
2
25
575
33
1
12
35
30
3
13
3
144
180
34
87
1.606
112
3
29
134
78
6
60
10
392
376
79
327
632
54
4
13
60
28
2
26
11
151
107
18
158
151
14
1
4
17
10
1
3
2
33
28
3
35
73
12
0
1
9
2
0
3
3
14
1
2
26
56
12
0
2
5
7
0
2
0
7
0
3
18
67
8
0
6
3
3
0
3
0
7
7
5
25
188
19
2
7
17
5
1
7
1
38
32
12
47
59
8
0
4
3
0
0
3
0
12
11
2
16
1.226
127
7
37
114
55
4
47
17
262
186
45
325
0
0
0
0
0
0
0
7
5
1
1
0
0
0
4
1
1
0
0
0
0
3
1
1
0
1
0
0
17
7
0
1
0
1
0
7
3
0
0
1
0
0
14
9
0
0
0
0
0
52
26
3
2
2
1
0
30
21
1
3
4
0
1
7
4
0
1
0
1
1
7
1
4
0
1
0
1
4
3
0
0
0
0
1
6
2
0
1
3
0
0
7
1
2
0
3
1
0
2
1
0
1
0
0
0
63
33
7
6
11
2
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Aantal met opkomsttijd > 18 minuten
Preparatie
Hoeveel brandkranen zijn er in de gemeente?
0
0
0
0
0
466
1215
1313
899
1617
704
1645
7.859
3.696
630
640
288
829
900
370
6.713
Percentage geschouwde brandkranen
14%
85%
37%
5%
8%
27%
25%
30%
32%
48%
N.v.t.
38%
62%
39%
68%
41%
126
52
0
5
0
54
207
58
1
6
1
133
97
34
1
2
1
53
31
14
0
2
0
14
215
44
1
2
1
154
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
243
73
2
26
2
106
919
275
5
43
5
514
245
48
31
9
18
81
156
26
6
86
0
19
53
23
16
0
0
14
50
15
3
0
1
24
152
54
7
1
3
77
74
21
3
0
5
27
114
34
5
31
0
39
844
221
71
127
27
281
15
8
6
1
13
n.v.t.
34
77
58
19
0
7
10
18
5
117
100%
97%
100%
100%
100%
n.v.t.
100%
99%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
116
14
0
72
8
350
145
0
121
1
111
19
0
62
20
118
16
0
68
10
333
19
1
240
34
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
533
58
0
358
3
13
31
4
1
1
n.v.t.
2
3
6
3
49
6
0
5
18
4
34
n.v.t.
n.v.t.
1
111
1.561
271
1
921
76
52
0
22
218
729
91
6
330
147
14
8
0
133
299
42
0
175
47
1
1
0
33
188
35
6
103
25
2
2
0
15
64
10
0
33
7
11
0
0
3
308
56
2
111
63
8
2
0
66
243
24
5
171
7
1
5
0
30
172
5
0
108
23
3
8
0
25
2.003
263
19
1.031
319
40
26
0
305
62%
53%
35%
42%
52%
n.v.t.
70%
55%
40%
95%
70%
49%
75%
45%
100%
55%
0
0
1
0
2
n.v.t.
4
7
0
0
0
0
0
0
0
0
Vergunning en advies
Totaal aantal verstrekte adviezen
T.b.v. omgevingsvergunning bouw
T.b.v. omgevingsvergunning milieu
T.b.v. omgevingsvergunning gebruik
Totaal aantal verstrekte adviezen t.b.v. gebruiksmeldingen
Aantal adviezen t.b.v. evenementen
Aantal adviezen overig (bijvoorbeeld t.b.v. PvE's, ruimtelijke plannen,
infrastructurele plannen, ...?)
Hoeveel procent van de aangevraagde wabo-adviezen is binnen de hiervoor
gestelde termijn afgegeven? Het gaat hierbij om wabo-adviezen waaruit een
beschikking kan volgen, zoals voor het onderdeel bouw, milieu en gebruik (norm =
100%).
Toezicht en handhaving
Totaal aantal controles
T.b.v. activiteit bouw
T.b.v. activiteit milieu
T.b.v. activiteit
Vergunning + Melding
Algemeen gebruik
T.b.v. categorie B (verhoogd risico) evenementen
T.b.v. categorie C (risicovol) evenementen
Naar aanleiding van klachten
Naar aanleiding van nodeloze meldingen
Hoeveel % van de planning is gerealiseerd (controles conform de jaarplanning)?
Het gaat hierbij om de planning die is gemaakt n.a.v. afspraken uit de DVO.ͣ
Hoeveel dossiers zijn overgedragen aan de gemeente voor bestuurlijke
handhaving?
3
3
De gerealiseerde opkomsttijden bij binnenbranden zijn vergeleken met de normopkomsttijden zoals die zijn vastgelegd in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr). In het Bvr zijn gedifferentieerde opkomsttijden
vastgesteld, afhankelijk van de gebouwfunctie. In dit overzicht wordt aangegeven welke overschrijdingen er zijn geweest. Hierbij is uitsluitend gerekend met alarmeringen voor binnenbrand, waarbij het hele
incident met prio 1 (spoedeisend) is gereden. Het aantal kan dus afwijken van het totaal aantal binnenbranden ‘prio 1’ eerder in de tabel. Voor de berekening van de gerealiseerde opkomsttijden is voor alle
gemeenten dezelfde systematiek gebruikt.
15
Heuvelrug
Gemeentelijke pagina
Aantal inwoners conform Programmabegroting
Maatschappelijk effect
Kansreductie
1. Aantal prio 1 incidenten per district, excl. alle OMS en PAC meldingen.
2. Bij hoeveel procent van de gecontroleerde objecten volgt er geen
handhaving, zoals bijvoorbeeld in de vorm van een brief of een her
controle? (Nalevingsniveau)
Effectreductie
3. In hoeveel procent van de prio 1 binnenbranden wordt de normtijd van
het Besluit Veiligheidsregio’s behaald.
4. Het percentage grote, zeer grote en GRIP-incidenten ten opzichte van
het totaal aantal prio-1 incindenten, excl. alle OMS en PAC meldingen.
5. Aantal incidenten meldingen per 10.000 inwoners.
6. Aantal prio 1 incidenten per 10.000 inwoners, excl. alle OMS en PAC
meldingen.
Basisbrandweerzorg
Totaal aantal incidenten
Aantal incidenten brand
Binnenbrand
Prio 1
Prio 2
Buitenbrand
Prio 1
Prio 2
Overig
Prio 1
Prio 2
Aantal incidenten THV
Prio 1
Prio 2
OMS/PAC
Prio 1
Prio 2
Aantal incidenten overig
Prio 1
Prio 2
Opkomst t.o.v. normtijden Besluit veiligheidsregio’s (absolute aantallen). 3
aantal branden meegenomen in berekening
waarvan binnen Bvr-norm
waarvan overschrijding <1 minuut
waarvan overschrijding 1-2 minuten
waarvan overschrijding 2-4 minuten
waarvan overschrijding 4-6 minuten
waarvan overschrijding > 6 minuten
Aantal met opkomsttijd > 18 minuten
Preparatie
Hoeveel brandkranen zijn er in de gemeente?
Percentage geschouwde brandkranen
Vergunning en advies
Totaal aantal verstrekte adviezen
T.b.v. omgevingsvergunning bouw
T.b.v. omgevingsvergunning milieu
T.b.v. omgevingsvergunning gebruik
Totaal aantal verstrekte adviezen t.b.v. gebruiksmeldingen
Aantal adviezen t.b.v. evenementen
Aantal adviezen overig (bijvoorbeeld t.b.v. PvE's, ruimtelijke plannen,
infrastructurele plannen, ...?)
Hoeveel procent van de aangevraagde wabo-adviezen is binnen de hiervoor
gestelde termijn afgegeven? Het gaat hierbij om wabo-adviezen waaruit een
beschikking kan volgen, zoals voor het onderdeel bouw, milieu en gebruik (norm =
100%).
Toezicht en handhaving
Totaal aantal controles
T.b.v. activiteit bouw
T.b.v. activiteit milieu
T.b.v. activiteit
Vergunning + Melding
Algemeen gebruik
T.b.v. categorie B (verhoogd risico) evenementen
T.b.v. categorie C (risicovol) evenementen
Naar aanleiding van klachten
Naar aanleiding van nodeloze meldingen
Hoeveel % van de planning is gerealiseerd (controles conform de jaarplanning)?
Het gaat hierbij om de planning die is gemaakt n.a.v. afspraken uit de DVO.ͣ
Hoeveel dossiers zijn overgedragen aan de gemeente voor bestuurlijke
handhaving?
Rijn en Venen
Veenendaal
Wijk bij
Duurstede
Totaal
De Ronde
Venen
Lopik
Montfoort
Oudewater
Stichtse
Vecht
Woerden
Utrecht
Realisatie 2013
Totaal
Utrecht
Totaal
Periode 1-8
Renswoude
Rhenen
Utrechtste
Heuvelrug
4.827
19.060
48.235
62.850
23.062
158.034
42.994
14.050
13.606
9.849
63.349
50.076
193.924
316.160
1.236.975
3
24
58
43
20
148
51
24
7
8
81
52
223
479
1.519
70%
88%
69%
76%
69%
72%
79%
81%
99%
67%
86%
71%
80%
10%
57%
50%
75%
80%
57%
75%
70%
63%
80%
100%
n.v.t.
60%
88%
70%
78%
65%
0%
0%
2%
0%
5%
1%
2%
8%
0%
0%
2%
2%
3%
1%
2%
27
40
60
35
32
42
48
41
21
29
44
44
42
72
53
6
13
12
7
9
9
12
17
5
8
13
10
11
15
12
13
3
0
0
2
0
0
0
0
3
0
0
5
76
7
0
5
11
3
1
3
1
5
10
6
24
290
24
1
8
37
6
2
7
2
69
67
13
54
219
22
2
1
23
7
0
4
3
53
33
9
62
73
6
2
1
8
2
0
6
1
16
3
5
23
671
62
5
15
81
18
3
20
7
146
113
33
168
208
17
0
4
16
6
1
12
3
34
17
12
86
57
10
1
0
8
2
0
4
1
7
1
8
15
29
3
0
2
6
0
0
2
0
4
4
0
8
29
1
0
0
3
1
0
2
0
2
2
4
14
277
26
3
3
20
20
1
19
3
38
31
13
100
219
13
1
3
17
12
1
9
2
49
25
15
72
819
70
5
12
70
41
3
48
9
134
80
52
295
2.268
154
11
30
145
93
8
73
9
920
295
129
401
6.590
525
31
123
544
285
24
248
52
1.854
1.050
338
1.516
2
1
1
0
0
0
0
4
3
0
1
0
0
0
10
8
2
0
0
0
0
7
4
1
2
0
0
0
4
3
0
0
1
0
0
27
19
4
3
1
0
0
8
5
0
0
2
1
0
5
4
0
1
0
0
0
1
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
15
9
1
2
2
1
0
8
7
0
0
1
0
0
37
26
1
3
5
2
0
88
69
9
2
7
1
0
267
173
24
16
26
6
4
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
146
553
1.434
1.845
629
4.607
1.224
237
345
290
1.412
1.360
4.868
6.859
30.906
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
41%
0%
0%
100%
3%
57%
44%
50%
59
27
2
0
7
15
42
19
4
0
1
3
227
19
4
21
56
68
248
75
2
28
36
59
137
31
0
12
25
57
713
171
12
61
125
202
119
47
0
3
7
43
81
23
0
8
7
36
38
9
0
0
6
10
48
14
0
1
5
24
150
37
0
3
7
85
129
32
4
4
10
41
565
162
4
19
42
239
895
301
0
28
176
373
3.936
1.130
92
278
375
1.609
8
15
59
48
12
142
19
7
13
4
18
38
99
17
452
90%
87%
93%
90%
98%
91%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
23
3
0
6
14
0
0
0
0
17
16
0
1
0
0
0
0
0
327
11
0
117
192
0
0
0
7
203
26
2
47
127
1
0
0
0
75
4
0
26
44
0
0
1
0
645
60
2
197
377
1
0
1
7
208
10
1
102
62
10
0
0
23
72
15
0
22
15
16
2
0
2
46
8
0
31
0
5
0
0
2
48
4
0
24
3
16
0
0
1
232
7
0
163
26
9
1
0
26
222
15
0
136
26
8
1
1
35
828
59
1
478
132
64
4
1
89
1.908
716
23
1.022
59
28
6.945
1.369
46
3.649
904
217
30
83
647
87%
n.v.t.
73%
50%
54%
62%
49%
46%
35%
68%
47%
46%
47%
47%
52%
6
2
40
48
16
112
1
2
0
0
1
2
6
0
125
60
4
3
De gerealiseerde opkomsttijden bij binnenbranden zijn vergeleken met de normopkomsttijden zoals die zijn vastgelegd in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr). In het Bvr zijn gedifferentieerde opkomsttijden
vastgesteld, afhankelijk van de gebouwfunctie. In dit overzicht wordt aangegeven welke overschrijdingen er zijn geweest. Hierbij is uitsluitend gerekend met alarmeringen voor binnenbrand, waarbij het hele
incident met prio 1 (spoedeisend) is gereden. Het aantal kan dus afwijken van het totaal aantal binnenbranden ‘prio 1’ eerder in de tabel. Voor de berekening van de gerealiseerde opkomsttijden is voor alle
gemeenten dezelfde systematiek gebruikt.
16
Besluitenlijst De Ronde
datum:
8 oktober 2013
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
4
Reg.nr.
4508559
Concept-gewijzigde programmabegroting 2013
Veiligheidsregio Utrecht (VRU)
Soort verslag
College van B&W
Besluitenlijst
Soort
document
Voorbereiding besluit
Raadsvoorstel
Van de raadsleden wordt gevraagd zich voor te bereiden op besluitvorming om geen
zienswijze in te dienen op de concept-gewijzigde programmabegroting 2013 VRU
omdat het alleen wijzigingen betreft van technische en verbeterende aard. De
financiële mutaties leiden tot een verlaging van de bijdrage van de gemeente
Amersfoort aan de VRU met € 12.000.- en een verschuiving van € 33.000,- (MKA;
van VRU naar RAVU).
Portefeuillehouder Bolsius
Y. El Messaoudi
Opsteller
Verhoef-Franken
Robijn
-
El-Messaoudi (PvdA), Koet-Minis (GL), Van Portefeuillehouder Bolsius
Koningsveld (CDA), Roelé (Groep Van Vliet), Ambtenaren
Voogt (VVD), Van de Voort (D66), De Vries
(CU)
Fracties stemmen in met het voorstel om geen zienswijze in te dienen. Het voorstel
wordt deze avond in Het Besluit geagendeerd, dit gelet op de vergadering van het
DB van de VRU op 18 oktober.
Advies aan presidium:
Naar Het Besluit
Toezeggingen /
Afspraken
20.00 uur
zonder debat
Portefeuillehouder zegt toe om dit jaar nog een bijeenkomst te organiseren met de
directie van de VRU, om verder van gedachten te wisselen. Onderwerpen die daarbij
onder andere aan de orde komen zijn het dekkingsplan (naar verwachting in
november beschikbaar), preventie, aanrijtijden, prestatieindicatoren, de begroting
van de VRU.
De vraag van dhr. De Vries (CU) over CAO-ontwikkelingen in relatie tot de
begroting wordt schriftelijk beantwoord.
Aantekeningen
voor verslag
#4508559 v1 - BESLUITENLIJST DR 8-10-2013 CONCEPT-GEWIJZIGDE PROGRAMMABEGROTING 2013
VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT (VRU)
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde 21-01-2014
Onderwerp
: Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Behandeld afdeling: MO-VW
registratie:4592041
Nr
Vragensteller
Vraag
Antwoord
1
CDA
a)
a) Brandweer: De opkomsttijd is het samenstel van de
‘verwerkingstijd’ van een melding in de meldkamer, de ‘uitruktijd’ die
de brandweer na te
zijn gealarmeerd nodig heeft om met het eerste voertuig de post te
verlaten en de
‘aanrijtijd’ die het kost om vanuit de kazerne op de plaats van het
incident te komen. De
wetgever schrijft dus voor binnen welke tijd de eerste
brandweereenheid ter plaatse moet
zijn. Daarbij maakt hij onderscheid naar soorten objecten (functies):
b)
c)
d)
Kunt u aangeven wat de wettelijke aanrijdtijden per 1
januari 2014 zijn voor de politie, brandweer en
ambulances zowel in onze stad Amersfoort als
binnen de VRU? (Veiligheid Regio Utrecht)
Hoeveel “Rode gebieden” * zijn er in Amersfoort?
Hoeveel Rode gebieden zijn er vanaf 1 januari 2014
bekend binnen de VRU ?
Hoe denkt u deze aanrijdtijden te kunnen bekorten
voor politie, brandweer en ambulances?
*(Rode gebieden zijn gebieden waar de wettelijke
aanrijdtijden niet worden gehaald terwijl dit wel zou
moeten)
•
•
•
•
•
Woonfunctie portiek/portiekflats
gebouwd vanaf 1992: 6 minuten
Overige woonfuncties gebouwd
vóór 1992: 8 minuten
Overige woonfuncties gebouwd
tussen 1992 en 2003:8 minuten
Overige woonfuncties gebouwd vanaf
2003: 8 minuten
Kantoorfunctie gebouwd
vanaf 1992: 10 minuten
Ambulance:
In de (tijdelijke) wet Ambulancezorg is de aanrijtijd vanaf melding 15
minuten.
Politie: De wettelijke aanrijdtijden voor zogenaamde Prio1-meldingen
(levensbedreigende situaties, dader-slachtoffer contact e.d.) is 15
#4592041 v1 - Beantwoording feitelijke vragen DR 21-1 VRU
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde 21-01-2014
Onderwerp
: Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Behandeld afdeling: MO-VW
registratie:4592041
minuten. Voor Prio2-meldingen (wel hulp, geen spoed) geldt een
aanrijdtijd van 30 minuten.
b/c)
Met name in Vathorst worden de wettelijk aanrijdtijden niet altijd
gehaald.
Vathorst heeft een laag risicoprofiel (nieuwe en daarmee
brandveiliger woningen, rookmelders) waarop inderdertijd besloten is
(op basis van het locatie-onderzoek Post Noord) dat geen
aanvullende post in Vathorst nodig is.
De normtijden worden zo ondersteund door stimulerende preventieve
maatregelen.
d)
Brandweer:
Het bekorten van de aanrijdtijden voor de brandweer is niet aan de
orde. Er wordt geïnvesteerd in stimulerende preventie en
zelfredzaamheid, en flexibele slagkracht.
Het verkorten van het ontdekmoment van een brand (rookmelders)
kan de inzettijd -gemeten vanaf het ontstaan van de brand tot
aankomst brandweer- aanzienlijk bekorten.
Ambulance
Het bekorten van de aanrijtijden van de ambulancezorg wordt
bewerkstelligd door:
Uitvraagprotocol op de meldkamer. Juiste zorg voor de hulpvrager.
Het inzetten van gedifferentieerde inzet van (mono) eenheden: een
verpleegkundige op de motor of kleiner dienstvoertuig. Hiermee wordt
#4592041 v1 - Beantwoording feitelijke vragen DR 21-1 VRU
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde 21-01-2014
Onderwerp
: Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Behandeld afdeling: MO-VW
registratie:4592041
de reactietijd verkleind.
Dynamisch voorwaardenscheppende spreiding van de beschikbare
ambulance-eenheden. Bij de inzet van een ambulance voor een
spoedrit wordt de dekking in dat gebied direct bekeken en zo nodig
hersteld door een ambulance voorwaardenscheppend op een
strategisch punt te stationeren. Dit is mogelijk door het gebruik van het
Ambulancevoertuig Volg Systeem. Ook ambulance eenheden van
buiten de VRU zijn zichtbaar in dit systeem.
Politie:
De Veiligheidsregio is niet verantwoordelijk voor/betrokken bij de
aanrijdtijden van politie.
2
CDA
a) Wat is vanaf 1 januari 2014 de bezetting van de
brandweerauto’s in Amersfoort bij het uitrukken
nadat er een brandalarm is binnengekomen in onze
stad en ook in het ingeval dat de brandweer uit
Amersfoort om assistentie wordt gevraagd buiten
onze stad maar wèl binnen de VRU regio?
b) Zijn er vanaf 1 januari 2014 minder brandweerlieden
direct beschikbaar op de brandweerauto’s bij het
uitrukken na een brandalarm dan in voorgaande
jaren het geval was?
c) Wanneer er vanaf 1 januari 2014 minder
brandweermensen beschikbaar zijn dan voorheen
om als eerste uit te uitrukken bij een brandalarm kunt
#4592041 v1 - Beantwoording feitelijke vragen DR 21-1 VRU
a)
6 personen. Het onderzoeken van het vergroten van de slagkracht,
ook door middel van flexibele voertuigbezetting, blijft een
onderwerp binnen de VRU.
b) Nee. Bij de beroepsbezetting niet. Het aantal vrijwilligers is
teruggebracht, maar dit is niet van invloed op de direct beschikbare
slagkracht.
c)
Zie b.
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde 21-01-2014
Onderwerp
: Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Behandeld afdeling: MO-VW
registratie:4592041
u dan aangeven hoe de brandveiligheid wordt
gewaarborgd voor de burgers en brandweerlieden
die als eerste met mogelijk minder brandweerlieden
dan voorheen bij een grote brand aankomen?
d) Hoeveel mensen zijn direct paraat voor het duikteam
van de brandweer? Waar wordt het duikteam
gestationeerd?
3
CDA
Kunnen de huidige ladderwagens die direct beschikbaar
zijn bij de brandweer in Amersfoort worden ingezet om
eventuele branden te bestrijden in de hoogste
appartement gebouwen zoals in Vathorst of in de OLV
toren in het centrum van onze stad ? Zo nee welke
voorzorgmaatregelen zijn genomen om deze branden in
deze en andere hoge gebouwen effectief te bestrijden?
Beschikt de brandweer over brandweerauto’s uitgerust
met grote schuimblussers om adequaat chemische
branden te blussen en zijn hiervoor voldoende mensen
opgeleid?
4
CDA
De bezuinigingen en reorganisatie van 430 gemeentelijke
brandweerkorpsen naar 25 landelijke regio’s zijn van
invloed op het functioneren van de brandweer. Dit is
gebleken uit een recent onderzoek door het TV
#4592041 v1 - Beantwoording feitelijke vragen DR 21-1 VRU
d) Er zijn duikteams in Amersfoort, Bunschoten. Mijdrecht,
Maarssen, Leidsche Rijn, Wijk bij Duurstede en Woerden.
Een standaardduikteam bestond en bestaat uit 4 man. Daarnaast
gaat er in Amersfoort standaard een hulpverleningsvoertuig met 2
personen mee.
De inzet bij een brand in de OLV is gericht op gebruik van een
tankautospuit (TAS). Met tussenkomst van de TAS wordt -met uit
brandputten gehaald water- druk gezet op de in de OLV aanwezige
sprinkler. Deze werkt gericht op de brandhaard. Ook voor andere hoge
gebouwen zijn vooral preparatieve maatregelen zoals een droge
blusleiding/steigleiding van belang.
Ja. Elke TAS beschikt zelf over een kleine hoeveelheid schuim. Als er
meer nodig is dan kan beschikt worden over een schuimaanhanger uit
Bunschoten en Hoevelaken (aanhanger) en een schuimblusvoertuig uit
Utrecht.
De VRU onderschrijft de conclusie uit het onderzoek dat de veiligheid
hiermee afneemt niet.
De VRU voert taken op dezelfde wijze uit als bij de overdracht door
gemeenten aan de VRU in 2010.
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde 21-01-2014
Onderwerp
: Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Behandeld afdeling: MO-VW
registratie:4592041
programma één vandaag op 2 januari jl.
In dit onderzoek werden 600 beroepsbrandweerlieden en
1200 vrijwilliger brandweerlieden geïnterviewd totaal 1800
brandweerlieden.
De uitslag van dit onderzoek was schokkend omdat 75%
van de ondervraagden brandweerlieden aangaf dat “de
veiligheid voor de burgers en de brandweerlieden zelf
af neemt”.
Naar aanleiding hiervan stelt het CDA de volgende
feitelijke vraag:
Wat gaat u doen om de geconstateerde onveiligheid voor
de burgers en brandweerlieden te verbeteren?
5
CDA
Het onderzoek toont tevens aan dat binnen de
brandweerkorpsen sprake is van een angstcultuur onder
het personeel is zou geen ruimte zijn voor opbouwende
kritiek op de leiding van het brandweerkorps. Ook
ervaart een grote groep de huidige organisatie als
bureaucratisch en log.
Aanloopproblemen zijn na 3 jaar onopgelost en zouden
na de start intussen wèl opgelost moeten zijn dat vindt
56% van de ondervraagden.
Ook vindt 80% dat de korpsleiding te weinig luistert naar
de mensen op de werkvloer.
NB. Voor alle duidelijkheid; dit zijn de uitkomsten van het
onderzoek onder de1800 brandweerlieden van het
programma 1 vandaag d.d. 02012014
#4592041 v1 - Beantwoording feitelijke vragen DR 21-1 VRU
Er wordt medio 2014 een al eerder gepland betrokkenheidsonderzoek
onder vrijwilligers binnen de VRU gehouden.
De zaken waaraan Eén Vandaag aandacht heeft besteed worden
hierbij meegenomen.
De resultaten van dit betrokkenheidsonderzoek worden gedeeld met
de raad.
Feitelijke vragen ter voorbereiding De Ronde 21-01-2014
Onderwerp
: Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Behandeld afdeling: MO-VW
registratie:4592041
Vraag: Bent u bereid deze conclusies van dit
onderzoek van één vandaag te bespreken binnen de
VRU en vervolgens verslag uit te brengen aan de
(nieuwe) Raad? Kunt u dit bevestigen?
Gebruiksfunctie Tijdnorm Bvr Meettijd IV&J
#4592041 v1 - Beantwoording feitelijke vragen DR 21-1 VRU
Besluitenlijst De Ronde
datum:
21 januari 2014
Brandweerkazerne,
vergaderruimte:
Kleine Koppel 35
Titel
Van
Doel activiteit
Voorstel
Voorzitter
Secretaris
Notulist
Aanwezige
woordvoerders
Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur
5
Reg.nr.
4591083
Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Soort
verslag
College van B&W
Besluitenlijst
Soort
activiteit
Informatie
Om te kunnen doorontwikkelen na de regionalisering van de brandweer, en als
gevolg van nieuwe wet- en regelgeving en tegelijkertijd invulling te kunnen geven
aan financiële taakstellingen, is binnen de Veiligheids Regio Utrecht (VRU) een
aantal projecten en onderzoeken uitgevoerd. Deze hebben geresulteerd in diverse
aanpassingsvoorstellen van organisatorische, financiële, dan wel operationele aard.
Peter Bos, directeur VRU, zal deze aanpassingsvoorstellen toelichten.
Daarnaast zal de portefeuillehouder (naar aanleiding van eerdere gedane
toezeggingen) ingaan op wat er verandert nu de VRU niet meer op basis van een
DienstverleningsOvereenkomst (DVO) werkt en hoe de eerste tranche aan
bezuinigingen is ingevuld.
Voorafgaand hieraan (van 18.00 tot 19.00 uur) was er in de brandweerkazerne
(Kleine Koppel 35) een presentatie over variabele voertuigbezetting door personeel
van het district Eemland.
Portefeuillehouder Bolsius
Hunink (tevens woordvoerder)
Opsteller
Van Kan
Robijn
Van Bekkum (CDA), Brugge (GL), Hessels Portefeuillehouder Bolsius
Ambtenaren
(VVD), Hunink (CU), Killi (PvdA), KoetRobijn
Minis (Groep Koet), Roelé (Groep Van Vliet),
Voogt (VVD)
De heer Bos heeft een toelichting gegeven op de projecten en onderzoeken die door
de VRU zijn uitgevoerd. Omdat de aanpassingsvoorstellen die hier uit voort zijn
gekomen pas op maandag 27 januari openbaar worden gemaakt, kon de heer Bos
hier nog niet op ingaan. Vervolgens is de portefeuillehouder ingegaan op hoe de
VRU zich momenteel als organisatie ontwikkelt. Hierna zijn er vragen van
woordvoerders beantwoord.
Advies aan presidium:
Vervolgstap college: besluitvormingstraject voor de raad over aanpassingsvoorstellen
Toezeggingen /
Afspraken
Aantekeningen
voor verslag
Tevens aanwezig: de heer Bos (directeur VRU) en de heer Hanken
(districtscommandant Eemland).
#4591083 v1 - BESLUITENLIJST DR 21-1-2014 PROJECTEN VEILIGHEIDSREGIO UTRECHT
Besluitenlijst Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Stadscafé
Datum:
Aanvang:
dinsdag 21 januari 2014
20:30
Stadscafé: Evenementen in Amersfoort
Inloop vanaf 20:00
Besluitenlijst Projecten Veiligheidsregio Utrecht
Stadscafé: Evenementen in Amersfoort
Inloop vanaf 20:00
Agenda - Programma Stadscafé - Evenementen in de stad (pdf)
Stadscafé 21 januari 2014: Evenementen in de stad
Evenementen in de stad. Dat is het onderwerp van het tweede Stadscafé op
dinsdag 21 januari in De Observant.
Er zijn veel evenementen in Amersfoort. Het leeft in de stad, er zijn enthousiaste
organisatoren. Maar er moeten ook keuzes gemaakt worden. Wil Amersfoort bekend
staan als een festivalstad of zijn de festivals voor de eigen inwoners? Hoe financier
je een evenement en welke taak heeft de gemeente daarin? Hoe stimuleer je een
levendig cultureel klimaat? Wat zijn geschikte plekken in de stad voor
evenementen?
In het Stadscafé gaan betrokkenen zoals organisatoren, bewoners, horeca en de
gemeente met elkaar in gesprek. De gemeente werkt aan een nieuw
evenementenbeleid. De informatie uit het Stadscafé kan worden gebruikt bij het
opstellen van dit nieuwe beleid.
Het Stadscafé wordt gehouden in De Observant, Stadhuisplein 7
Programma
20.00 uur
Inloop
20.30 uur
Welkom
20.40 uur
Uitleg
20.45 uur
Discussie aan de hand van stellingen
22.30 uur
Afsluiting