Virtual Reality: beleving van de gemeenschappelijke woonruimte

Onderzoeksopdracht
Kenniscentrum Noorderruimte (KCNR)
Living Lab Health Space Design (HSD)
september 2014
Titel van het project
Virtual Reality: beleving van de
gemeenschappelijke woonruimte van ’s
Heeren Loo Zorggroep
Korte omschrijving van de onderzoeksopdracht
Hoe heeft de inrichting en indeling van de gemeenschappelijke woonruimte
invloed op welzijn en beleving van ouderen in Julianadorp? In het huidige
onderzoek zal door middel van een 3D visualisatie worden onderzocht hoe
bepaalde ontwerpaspecten van de gemeenschappelijke woonruimte welzijn,
beleving en eventueel het gedrag van ouderen in positieve zin kan worden
beïnvloedt.
Aanleiding tot de onderzoeksopdracht en de huidige situatie
De gemeenschappelijke woonkamer neemt een belangrijke plaats in binnen
de woonconcepten van ’s Heeren Loo Zorggroep. Er zijn zes doelgroepen
binnen ‘s HeerenLoo waarbij zes concepten zijn ontwikkeld voor de
gemeenschappelijke woonkamer. De inrichting van deze ruimten zijn
aangepast op de behoeften van de specifieke groep cliënten. Voor het
huidige onderzoek willen we ons richten op 1 specifieke doelgroep, namelijk
ouderen (aansluitend op het lopende onderzoek in Julianadorp). Hoe heeft
de inrichting en indeling van de gemeenschappelijke woonruimte invloed op
welzijn en beleving van ouderen in Julianadorp? Het woonconcept van de
gemeenschappelijke woonkamer wordt voor dit onderzoek gevisualiseerd
door middel van virtual reality (VR). Vervolgens kan worden onderzocht hoe
medewerkers uit de zorg de ruimte beleven. Er kunnen in VR gemakkelijk
aanpassingen worden gemaakt om zo te onderzoeken welke
omgevingsfactoren (indeling, inrichting) positief bijdragen aan de beleving
van de ruimte.
Virtual reality kan binnen ’s Heeren Loo worden gebruikt om enerzijds om
medewerkers en cliënten eerder, en beter te betrekken bij ruimtelijke ontwerp
processen. Doordat we beschikken over een tool, en we weten hoe we deze
tool in moeten zetten (op welk moment in het ontwerpproces, op welke
manier) kunnen we beter gebruik maken van de kennis en ervaring van
medewerkers en cliënten.
Anderzijds kan door middel van Virtual Reality van een bepaalde ruimte (in
dit geval de gezamenlijke woonkamer) systematischer worden geëvalueerd
hoe deze wordt beleefd door de toekomstige gebruikers.
Gewenste situatie met betrekking tot het vraagstuk
De junior medewerker van bNR doet eventueel samen met anderen
onderzoek naar het geschetste probleem.
De student levert aan het eind een onderzoeksrapport op met aanbevelingen.
Het onderzoek kan richtlijnen bieden voor deze specifieke ruimte (de
gemeenschappelijke woonruimte), maar deze richtlijnen kunnen ook worden
gegeneraliseerd naar andere ruimten of gebouwen. Gedurende het traject
worden in het Living Lab HSD presentaties van de voortgang verzorgd.
Geschikt voor studenten van de opleidingen
De voorkeur gaat uit naar een student Toegepaste Psychologie, Facility
Management of Human Technology.
In overleg kunnen ook studenten van andere opleidingen die zijn aangesloten
bij het Kenniscentrum Noorderruimte zich aanmelden.
De volgende kennis/skills zijn noodzakelijk en/of gewenst
Onderzoekende houding.
Kennis van kwalitatieve onderzoeksmethoden (observeren en interviewen)
zijn een pre.
BIJ INTERNE OPDRACHTGEVER
Lectoraat
Onderzoekslijn
Onderzoekprogramma
Lectoraat Facility
www.healthyageing.net Living Lab Health Space
Management
Design (HSD)
Contactgegevens
Contactpersonen: Roos Pals, Stefan Lechner
Contactgegevens:
 [email protected] ; 050 – 595 3521
 [email protected] ; [email protected] 050-595 2001
06-52 340 441
BIJ EXTERNE OPDRACHTGEVER
Contactgegevens
Bedrijf: ’s Heeren Loo http://www.sheerenloo.nl/
Contactpersoon: Nienke van den Berg [email protected]
De definitieve opdrachtformulering wordt in een later stadium na overleg met
de externe opdrachtgever vastgesteld.
Participatie vormen ‘lectoraten’ bNR
Gewenste vorm
X Opmerkingen (wensen, tijd etc.)
Verstrekken opdracht
Opdrachtgever op afstand
(weinig contact)
Opdrachtgever intensief (veel
contact)
Bijdragen aan opdrachten van
anderen
Expert (te consulteren)
Expert (actief)
Interne opdrachtgever ook voor
andere projecten
Deelnemer kennisuitwisselingsx
bijeenkomsten
Deelnemer themagroepen
Coach (proces)
Lerende met eigen
ontwikkelagenda
Advisering bNR
Openstellen van lectoraat en
x
eigen kenniskringen
Openstellen van eigen netwerken x
Competentieniveau
Aspect
Niveau 1
(basisfase)
Aard van
Eenvoudig
de taak
Gestructureer
d
Aard van
de context
Past bekende
methoden
direct toe
volgens
vaststaande
normen
Bekend
Eenvoudig
Monodisciplinair
In de
schoolsituatie
Normen
voor
adequaat
handelen
Is
ondernemend
, heeft een
open houding
Kennis
Beheerst
basiskennis,
maakt gebruik
van bronnen
X Niveau 2
(kernfase)
Complex
Gestructureerd
X Eindniveau
(specialisatiefase)
Complex
Ongestructureerd
Past bekende
methoden aan
wisselende
situaties aan
Verbeterd methoden
en past normen aan
de situatie aan
Bekend
Complex
Monodisciplinair
Onbekend
Complex
Multidisciplinair
In de praktijk
onder
begeleiding
Past
wetenschappeli
jke kennis toe,
is
resultaatgericht
, is
besluitvaardig
Gebruikt
basiskennis,
maakt zich
doelgericht
nieuwe kennis
eigen
X
X
X
In de praktijk
zelfstandig
Toont visie, is
innovatief
X
Gebruikt kennis op
een toegepast
wetenschappelijke
manier, draagt bij
aan
kennisontwikkeling
X
Kwaliteit van de output
Criteria
Resultaat
Adequaat
Valide
Verantwoording
Consistent
Resultaat als
proces
Controleerbaar
Vakkundig
Betrouwbaar
Logisch
Praktijkresultaat
Gevonden resultaat:
 Levert een daadwerkelijke
oplossing.
 Verankerd in de
probleemcontext
 Toelaatbaar en duurzaam
Gevonden resultaat :
 Geaccepteerd in
probleemcontext
 Acceptabel in het
probleemdomein
 Conceptueel onderbouwd
 Goed verklaard
 Generalisering aannemelijk
gemaakt
Inhoudselementen:
 In zichzelf consistent
 Onderling consistent
Uitvoering is:
 Compleet
 Achteraf nog gedetailleerd te
volgen
 Transparant, duidelijk
gecommuniceerd
Uitvoering is:
 Resultaateffectief
 Kenniseffectief
 Efficiënt
 Toelaatbaar
Uitvoering is niet toevallig beïnvloed
door
 Degenen die de activiteiten
uitvoeren
 Toestand van de organisatie
rondom hen heen
 Onvolkomenheden
 Toevallig
Redeneringen zijn vrij van:
 Inhoudelijke redeneerfouten
 Onzakelijke argumenten
 Gegoochel met betekenissen