26 DE VOLKSKRANT DONDERDAG 22 MEI 2014 Economie Jonge specialist vertrekt naar het buitenland Van onze verslaggever Sander Heijne amsterdam Het aantal jonge medisch specialisten dat hun heil in het buitenland zoekt, is het afgelopen jaar vervijfvoudigd. Van deze groep heeft 5 procent de zoektocht naar een baan in een Nederlands ziekenhuis opgegeven. Deze specialisten hebben het land verlaten of gaan dat doen. Nog eens 5 procent zit werkloos thuis. Dit blijkt uit een enquête van de jongerenafdeling van de Orde van Medisch Specialisten onder ruim 1.300 jonge specialisten. De keuze om Nederland te verruilen voor het buitenland is meestal niet uit luxe geboren. Van alle landverhuizers stelt 89 procent ongewild naar het buitenland te vertrekken. Zij hebben naar eigen zeggen geen keuze. De opleiding tot medisch specialist duurt twaalf jaar. Om hun bevoegdheid te behouden moeten ze hun vak blijven uitoefenen. De specialisten kunnen daarom niet rustig afwachten tot de markt weer aantrekt. Als ze een paar jaar werkloos aan de kant staan, mogen ze niet meer werken als specialist. Het overschot is veroorzaakt door de Advertentie bezuinigingen op de gezondheidszorg en de verhoging van de pensioenleeftijd voor oudere specialisten. Rond de eeuwwisseling kampte Nederland nog met een artsentekort terwijl de vraag naar zorg snel steeg. Het aantal opleidingsplaatsen voor jonge artsen is destijds om die reden uitgebreid. De extra instromers van toen betreden nu de arbeidsmarkt. Tot hun schrik blijken ze lang niet allemaal meer nodig. Door de verhoging van de pensioenleeftijd gaan er minder oudere collega’s met pensioen terwijl kabinet en verzekeraars patiënten ontmoedigen een bezoek aan de dokter te brengen. Daardoor zijn er nauwelijks banen te verdelen voor de jonge specialisten. Slechts 22 procent van hen heeft zicht op een vaste aanstelling. Plaatsmaken Oudere specialisten moeten hun net afgestudeerde collega’s te hulp schieten, vindt bestuurslid Marjolein Kremers van beroepsvereniging De Jonge Specialist. ‘Als iedereen een beetje zou inleveren, kan er plaatsgemaakt worden voor jonge specialisten.’ Kremers vreest voor het vertrek van nog meer jonge specialisten als de medische sector niet snel met een effectief banenplan komt. Oefenen in de snijzaal van het Leids Universitair Medisch Centrum. Voor afgestudeerde artsen verschillen de kansen op de arbeidsmarkt per specialisme. Foto Marc de Haan/ Hollandse Hoogte 22 procent van de jonge specialisten heeft kans op een vaste baan ‘Het kan niet zo zijn dat we met Nederlands belastinggeld specialisten opleiden voor het buitenland.’ Dit zegt voorzitter Frank de Grave van de Orde van Medisch Specialisten. De opleiding van een medisch specialist kost, afhankelijk van het specialisme, tussen de 600 duizend en 900 duizend euro. Afstuderende specialisten zijn de 30 vaak al ruimschoots gepasseerd en hebben veelal jonge kinderen. De beroepsgroep vreest dat vertrekkers, eenmaal geworteld in het buitenland, voorgoed verloren zijn voor de Nederlandse gezondheidszorg. Een oplossing voor het probleem is er nog niet. Sommige jonge specialisten laten zich omscholen terwijl andere (6 procent) een onderbetaalde tijdelijke baan hebben geaccepteerd om hun kennis op peil te houden. De kansen op de arbeidsmarkt voor jonge artsen verschillen sterk per specialisme. In de klinische geriatrie en de revalidatiegeneeskunde is nog volop werk terwijl 21 procent van de longartsen werkloos thuiszit of het land heeft verlaten. Nieuwe Franse trein is net een Ferrari die niet in de garage past Van onze correspondent Peter Giesen parijs Frankrijk krijgt binnenkort prachtige nieuwe regionale treinen. Er is slechts één probleem: ze zijn te breed voor de stations. Op 1.300 stations moet een stukje van het perron worden ‘weggeschaafd’ om de treinen te kunnen laten binnenrijden. Kosten: 50 miljoen euro. De Société Nationale des Chemins de fer Français (SNCF), de Franse spoorwegen, bestelde 341 treinen bij het Franse Alstom en het Canadese Bombardier. Volgens de normen zouden ze op de stations moeten passen. Helaas vergaten de ingenieurs van de SNCF te controleren of de normen ook met de werkelijkheid overeenkwamen. De ruimte tussen de perrons blijkt per station te verschillen. Bij 1.300 van de 8.700 stations bleek die ruimte te smal voor de nieuwe treinen. ‘Het is alsof je een Ferrari koopt en thuis ontdekt dat hij niet in de garage past. Daar zijn we een beetje laat achtergekomen’, erkende een woordvoerder van de Réseau Ferré de France (RFF), het Franse Prorail. De RFF probeerde de blunder manmoedig te bagatelliseren. De kosten van 50 miljoen euro lijken misschien hoog, maar op een bud- get van 8 miljard euro vallen ze reuze mee. Of het bedrijf hiermee wegkomt, is de vraag. Verschillende politici, onder wie minister van Milieu Ségolène Royal, suggereerden dat de verantwoordelijke spoorbestuurders moeten opstappen. Staatssecretaris Cuvillier van Transport sprak van een ‘krankzinnige situatie’ en een ‘tragikomedie’. De kwestie heeft ook een politieke kant. Net als in Nederland is het Franse spoor opgedeeld in een bedrijf dat de treinen laat rijden (SNCF) en een bedrijf dat de infrastructuur verzorgt (RFF). In dit geval heeft de SNCF de treinen besteld op basis van specificaties die door de RFF zijn aangeleverd. Volgens critici is de affaire het zoveelste bewijs dat de scheiding van beide bedrijven ongedaan moet worden gemaakt. Binnenkort zal het Franse parlement een plan behandelen om de spoorbedrijven weer samen te voegen. De vakbonden zijn hier principieel voorstander van, maar ze hebben al een keer gestaakt tegen de uitwerking van het plan. Volgens de RFF zal het treinkaartje niet duurder worden door de affaire. Het bedrijf zal de kosten niet uit eigen zak kunnen betalen, omdat het al een schuld van 33 miljard euro heeft.
© Copyright 2024 ExpyDoc