Klik hier voor een uitgebreide

HET IDEE
AVRO KLASSIEK
TROS KLASSIEK
HEMELSE MUZIEK
GROOT OMROEPKOOR
TROS VOCAAL
MUZIEK & POLITIEK
TROS MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 9 januari 2015, 20.15 uur. inleiding Michel Khalifa 19.30 uur
Dagdromen en extase
Radio Filharmonisch Orkest
Markus Stenz dirigent
Imogen Cooper piano
Arnold Schönberg 1874-1951
Fünf Orchesterstücke opus 16 1909
Vorgefühle
Vergangenes
Sommermorgen an einem See
Peripetie
Das obligate Rezitativ
Maurice Ravel 1875-1937
Pianoconcert in G 1931
Allegramente
Adagio assai
Presto
PAUZE
Claude Debussy 1862-1918
Prélude à l’après-midi d’un faune 1894
Alexander Skrjabin 1872-1915
‘Le poème de l’extase’ 1905-1908
2
Live-uitzending
Concerten terughoren en terugzien
zendt dit concert
vanuit TivoliVredenburg
live uit op NPO Radio 4.
Alle luisteraars kunnen
volop genieten van het
concert als mobiele
telefoons, horloges en
gehoorapparaten geen
geluid maken.
Presentatie voor AVROTROS Radio 4 vanuit de
zaal door Maartje Stokkers.
Voor het naluisteren en nazien van de concerten in
‘De Vrijdag van Vredenburg’ met tevens een vooruitblik
naar de komende concerten kunt u gaan naar:
➜ WWW.DEVRIJDAGVANVREDENBURG.RADIO4.NL
AVROTROS
➜ www.RADIO4.NL
Imogen Cooper
op NPO Cultura
Bekijk en beluister zaterdag 10 januari, 11.00-11.15
een gesprek dat Han
Reiziger in 1989 had met
Imogen Cooper (HH zondag
11 januari, 8.45-9.00 uur)
➜ WWW.NPOCULTURA.NL
Drankje
Na het concert is er gelegenheid om een drankje te
nuttigen.
Het team van De Vrijdag van Vredenburg
wenst alle luisteraars en bezoekers een
gezond en muzikaal 2015 toe.
Pieces of Tomorrow, 22 januari
met Radio Filharmonisch Orkest én
Groot Omroepkoor
‘Pieces of Tomorrow is klassiek met een biertje. Niet te
lang, zonder dresscode, en met mij als host. Laat je
onderdompelen in het geluid van een 80 man sterk
symfonieorkest.’ Aldus host DJ St. Paul.
Tivoli en Vredenburg zijn samen, twee werelden komen
bij elkaar. Pop en klassiek slaan de handen in één en
presenteren Pieces of Tomorrow: klassiek in een nieuw
jasje. Geen dresscode (ook niet voor het 80-koppige
orkest), we beginnen iets later, de musici introduceren
kort wat ze gaan spelen, je biertje mag mee naar binnen,
dj St. Paul is onze host, visuals ondersteunen het verhaal
en verder laten we de muziek spreken – die heeft geen
aanpassing nodig.
Piece nr. 3: Kancheli. Heftige muziek van een componist
die nog leeft, gebracht door orkest èn groot koor. Met
“Styx” brengen master of ceremony Paul en maestro
Stenz je de onderwereld in met grillige klanken en
filmische sferen. Geef toe aan al het grijs en grauw van
januari, op de mooist denkbare manier. De sound van het
voltallige orkest en koor is overweldigend. Laat je onderdompelen.
Het concert is van 21- 22 uur, kosten:
➜ PIECESOFTOMORROW.NL
12, tickets & info:
3
Zinderende klanken
en geestelijke verrukking
Rond de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw,
het fin de siècle, heerst er een gevoel van verandering. Zowel in
het maatschappelijke leven als in de kunst, waar de vernieuwing
zich manifesteert in begrippen als Art nouveau en Jugendstil.
Het is het tijdperk van de opkomst van de psychoanalyse, het
symbolisme en de geboorte van Rudolf Steiners antroposofie. Van
de versoepeling van burgerlijke normen en de seksuele moraal
en van de zoektocht naar spirituele sensaties. Kunstenaars vieren
de nieuw verworven vrijheid met roesachtige klanken, in kleur
en ornament. Gefascineerd door de esoterische geschriften van
Konstantin Balmont schrijft Alexander Skrjabin tussen 1905 en
1908 zijn Le poème de l’extase. Arnold Schönberg zoekt in zijn Fünf
Orchesterstücke opus 16 uit 1909 – met name in het deel ‘Farben’ –
naar ongehoorde orkestrale kleuren. Claude Debussy verplaatst
zich in zijn nog vóór de eeuwwiseling gecomponeerde Prelude à
l’après-midi d’un faune in de erotische dromen van de mythische
Oud-Griekse herdersgod Pan. Ravel, net terug van een reis naar
Amerika, laat zich in zijn Pianoconcert in G uit 1929-1931 inspireren door de sensuele harmonieën van de jazz.
Het is het tijdperk van de opkomst van
de psychoanalyse, het symbolisme en de
geboorte van Rudolf Steiners antroposofie. Van de versoepeling van burgerlijke
normen en de seksuele moraal en van de
zoektocht naar spirituele sensaties.
Kleurenspel
4
Het was voor Arnold Schönberg niet eenvoudig naast een gigant
als Mahler te leven en in Wenen door te zetten met nieuwe
klanken. Zeker niet toevallig had de bezetting van zijn Fünf
Orchesterstücke opus 16 in haar eerste versie uit 1909 Mahleriaanse
dimensies. Veertig jaar later, in 1949, reduceerde de componist
de bezetting sterk. Al in zijn Kammersymphonie uit 1906 had
Schönberg gedemonstreerd dat hij van die monumentale uitvoeringen af wilde. Behalve de keuze voor een enorm orkestapparaat
waren ook de titels voor de vijf orkeststukken een tegemoetkoming
aan de smaak van het publiek en zijn uitgever. Schönberg: “Peters
[de muziekuitgeverij in Leipzig] wil titels voor de orkeststukken,
om uitgeverstechnische redenen. Wil misschien eraan toegeven,
daar ik titels gevonden heb die immerhin mogelijk zijn.” Op het
eerste gehoor herinneren Schönbergs Fünf Orchesterstücke aan
(laat-)romantische klankzwelgerijen. Toch is dit naar de atonaliteit tenderende werk, qua concept en op formeel-technisch vlak,
een grote stap naar de toekomst. Achteraf gezien zijn ook de titels gerechtvaardigd, zij dragen bij tot een dieper begrip voor de
afzonderlijke delen. Drie daarvan hebben algemene titels, namelijk ‘Vorgefühle’, ‘Vergangenes’, ‘Peripetie’; en twee – ‘Akkordfärbungen’ (‘Farben’) en ‘Obligates Rezitativ’ – verwijzen naar
muziektechnische aspecten.
Arnold Schönberg
Een complexe thematische arbeid en polyfone lijnvoering zijn
voor het hele werk karakteristiek. In sommige details wijst het
werk zelfs vooruit naar Schönbergs latere twaalftoontechniek.
Maar het meest vernieuwende en in de muziekliteratuur meest
besproken deel is het op slechts vijf tonen gebaseerde ‘Akkordfärbungen/Farben’. Het zijn de tonen C-Gis-B-E-A. Steeds wisselende
akkoordlagen en een variërende instrumentatie zorgen voor een
kaleidoscoopachtig verkleuren van de klank. De verdeling van
tonen, toonreeksen/melodieën en harmonieën over verschillende
instrumenten is als ‘Klangfarbenmelodie’ de muziekgeschiedenis
ingegaan. Schönberg: “Het is niet de bedoeling dat de dirigent
bepaalde instrumenten aanspoort om op de voorgrond te treden.
Waar een stem moet uitblinken is ze zodanig geïnstrumenteerd.
(…) Het instrument moet zich invoegen in een Gesamtklang.” De
première was pas in 1912 in Londen, onder leiding van Sir Henry
Wood.
Divertissement
Maurice Ravel schiep muzikale tableaus die in het teken staan
van illustratieve verbeeldingskracht, gelardeerd met toespelingen
op de muzikale geschiedenis, folkloristische en exotische klanken.
Uit zijn orkestwerken blijkt een uitzonderlijk gevoel voor geraffineerde instrumentale effecten. Als formidabel pianist
schreef Maurice Ravel virtuoze en technisch briljante pianowerken. Hij was een fel tegenstander van de Duitse romantische
gevoelsmuziek. Volgens hem moest muziek verbluffen, speels en
vermakelijk zijn. Met name in een soloconcert zou je, aldus Ravel
in verband met zijn Pianoconcert in G, “van dramatiek en diepgang
kunnen afzien”. Aanvankelijk overwoog de componist zelfs zijn
pianoconcert ‘divertissement’ te noemen.
Een van de ingrediënten van Ravels ‘divertissement’ is een uitgesponnen motief van Mozarts Klarinetkwintet KV 581 in het lyrische
middendeel, Adagio assai. In de hoekdelen vindt Ravels fascinatie
voor – behalve de Spaanse folklore – de vitale klanken van de
Amerikaanse jazz haar neerslag. Bij menigeen zal zo nu en dan de
herinnering aan Gershwins Rhapsody in Blue (1924) en An American
in Paris (1928) opkomen.
In het openingsdeel zorgt de virtuoze pianocadens, doorspekt met sprankelende arpeggio’s
en trillers, voor een luistersensatie en bewondering voor het kunnen van de solist. De
pianopartij is even belangrijk en met evenveel
raffinement uitgewerkt als die van het orkest.
Wat betreft het laatste intrigeren vooral de
blazerssecties en de uitblinkende trompetstem.
Het concert sluit af met een razendsnel en
ritmisch uitdagend Presto. De componist
droeg het Pianoconcert in G op aan de fameuze
Franse pianiste Marguerite Long, die de soliste
was in de eerste uitvoering van het werk in
januari 1932 in Parijs. Ravel was een kameleontisch componist en voor verandering vatbaar. Want behalve dit vermakelijke en meeslepende concert lag
in dezelfde periode ook nog een veel ernstiger werk op zijn
bureau: het Pianoconcert voor de linkerhand, opgedragen aan de
eenarmige pianist Paul Wittgenstein. Beide concerten behoren
tot de laatste werken van de in 1937 overleden Ravel.
5
Maurice Ravel
Erotische fantasieën
6
Claude Debussy
Al in de eerste traag omlaag en omhoog glijdende fluittonen
heeft Claude Debussy de hele sfeer van Mallarmés gedicht L’aprèsmidi d’un faune gevangen. Je voelt de zinderende middaghitte en
je ziet hem voor je, de loom in het gras liggende faun, dromend
van het liefdesspel met schone nimfen, die in zijn wellustige fantasieën om hem heen dartelen. Deze chromatische melodie, die
slechts een overmatige kwart omspant, vormt de muzikale kiemcel van het gehele werk. Daarin, in het ontwikkelen van materiaal en vorm van een stuk vanuit een enkel motief, heeft Debussy
het tot meesterschap gebracht. Het werk was in de tijd waarin
het ontstond, tussen 1892 en 1894, nieuw in zijn soort en stuitte
daarom na de première op terughoudendheid en zelfs afwijzing.
De dirigent Camille Chevillard wist zich al voor de première geen
raad met de beginnende fluitsolo. Debussy, vrijpostig en lichtelijk geïrriteerd: “Dat is gewoon een herder die fluit blaast en met
zijn kont in het gras zit.” Een gunstige reactie ontving de componist van zijn collega Paul Dukas: “Door zijn vermogen met behulp van de fantasie een logisch geheel uit te beelden zoekt het
talent van de heer Debussy zijns gelijke. (…) Het idee baart de
vorm (…) Het wezenlijke is dat beide volkomen overeenkomen.”
Het belangrijkste compliment is afkomstig van de dichter,
Stéphane Mallarmé: “Uw verklanking vertoont geen afwijkingen
van mijn gedicht (…), ze stijgt er zelfs nog ver boven uit in glans
en melancholie. (…) Ik had het gevoel het zelf op muziek te
hebben gezet.”
Extatische visioenen
Le poème de l’extase vormt een sleutelwerk binnen het oeuvre van
Alexander Skrjabin. Sinds dit tussen 1905-1908 gecomponeerde
orkestwerk staat de muziek van deze Russische componist in het
teken van de mystieke ervaring en van hallucinatorische verbeeldingskracht. Skrjabins affiniteit met gnostisch-occultistische
ideeën verklaart zijn sympathie voor de symbolist Konstantin
Balmont (1867-1942) tot wiens inner circle de componist in Sint
Petersburg behoorde. Le poème de l’extase vormt het begin van een
ontwikkeling die zou culmineren in de creatie van een kosmisch
multimediaspektakel, waarin alle kunsten zijn verenigd; waarin
klanken en harmonieën letterlijk corresponderen met kleuren
“Ik wil de wereld betoveren,”
schrijft Skrjabin,
“ik wil het meest stralende licht zijn dat je
je voor kunt stellen, de grootste zon.
Ik wil het universum verlichten...”
en geuren en een clavier à lumières gloeiende tinten op een scherm
projecteert. Skrjabin, die voortijdig bezweek aan een banale
bloedvergiftiging, zou Mysterium - zó moest zijn visionaire
Gesamtkunstwerk gaan heten – niet meer realiseren.
Het oorspronkelijk aan Le poème de l’extase ten grondslag liggende
programma weerspiegelt de essentie van Skrjabins door de theosofie beïnvloede denken: volgens de componist is de kunstenaar,
als spreekbuis van God, ertoe geroepen een “toverwereld van
bovennatuurlijke verschijningen” te creëren en de mensheid
door zijn kunst te verlossen. “Ik wil de wereld betoveren,” schrijft
hij, “ik wil het meest stralende licht zijn dat je je voor kunt stellen, de grootste zon. Ik wil het universum verlichten...”
In tegenstelling tot latere werken, zoals Promethée, waarin de
componist tot de atonaliteit doordrong, is Le poème de l’extase nog
geworteld in de romantische traditie. Skrjabins symfonische gedicht ademt de geest van Strauss en Wagner, aan wier orkestrale
zwelgpartijen zijn werk herinnert. Het verlangen van het individu om op te gaan in een kosmos van heilige extasen, manifesteert zich in de opbouw van de compositie: na een harmonisch
ondoorzichtig Tristan-achtig begin ontwikkelt het stuk zich tot
een spel van afwisselend lyrisch-solistische passages en orkestrale
uitbarstingen, totdat het werk ten slotte uitmondt in een glansrijke apotheose.
Christiane Schima
7
Alexander Skrjabin
uitvoerenden
8
Markus Stenz, dirigent
Markus Stenz, chef-dirigent van het
Radio Filharmonisch Orkest, studeerde
aan de Hochschule für Musik bij Volker
Wangenheim, en bij Leonard Bernstein
en Seiji Ozawa in Tanglewood. Van 1994
tot 1998 was hij chef-dirigent van het
nieuwe-muziekensemble London Sinfonietta en daarna, tot 2004, artistiek leider
en chef-dirigent van het Melbourne
Symphony Orchestra. Sinds seizoen
2003/2004 was hij elf jaar lang Kapellmeister van het Gürzenich-Orchester, en
tien jaar lang Generalmusikdirektor van
de stad Keulen. Het einde van zijn verbintenis met het orkest in Keulen valt
samen met de voltooiing van de inmiddels veelbekroonde complete cyclus van
Mahler-symfonieën.
Als operadirigent debuteerde Markus
Stenz in La Fenice in Venetië. Hij leidde
vele (wereld)premières, waaronder
Henze’s Das verratene Meer in Berlijn,
Venus und Adonis bij de Bayerische Staatsoper in München en L’Upupa und der
Triumph der Sohnesliebe in 2003 bij de
Salzburger Festspiele (en in 2012 ook in
de ZaterdagMatinee). Hij dirigeerde in
operahuizen als La Scala (Milaan), de
Koninklijke Muntschouwburg (Brussel),
Markus Stenz
HANS
VAN DER
WOERD
BENJAMIN
EALOVEGA
HANS VAN DER WOERD
Markus Stenz dirigeert het RFO
de English National Opera, de Lyric
Opera Chicago, San Francisco Opera, in
Los Angeles, het Staatstheater Stuttgart,
de Deutsche Oper in Berlijn, de Staatsoper Hamburg, de Oper Frankfurt (met
de wereldpremière van Detlev Glanerts
Caligula; die hij in 2013 ook in de ZaterdagMatinee dirigeerde), bij festivals als die
van Glyndebourne, Edinburgh, Bregenz
(wereldpremière van Glanerts Solaris in
2012) en bij de Salzburger Festspiele. In
de opera van Keulen dirigeerde hij onder
andere Der Ring des Nibelungen, Lohengrin,
Tannhäuser, Tristan und Isolde, Die Meistersinger von Nürnberg en Jenu°fa en K’áta
Kabanová. Op het concertpodum leidde
hij orkesten als Het Koninklijk Concertgebouworkest, de Münchner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig,
de Berliner Philharmoniker, het Tonhalle
Orchester Zürich, de Wiener Symphoniker, het Hallé Orchestra in Manchester,
het NHK Symfonieorkest in Tokio, de
Staatskapelle Berlin, het Philharmonische
Staatsorchester Hamburg en de grote
Duitse radio-orkesten. In de Verenigde
Staten werkte hij met het Chicago
Symphony en het Los Angeles Philharmonic Orchestra en de symfonieorkesten
van Boston, Dallas, Minnesota en Houston.
Imogen Cooper, piano
De Britse pianiste Imogen Cooper trad
vorig seizoen op met het London Symphony Orchestra en maakte haar debuut
met het Cleveland Orchestra. Ze gaf solorecitals in de Verenigde Staten, het
Verenigd Koninkrijk en Nederland en
maakte een uitgebreide tournee naar
Australië. In 2013 speelde ze twee keer
in de BBC Proms en gaf ze een concert
met kamermuziek van Britten en een
solorecital met werk van Schubert in de
Royal Albert Hall. Verder trad ze samen
met pianist Paul Lewis op. Imogen Cooper
heeft een brede internationale carrière
en trad op met orkesten in New York,
Wenen, Amsterdam, Leipzig en Boedapest. Verder ondernam ze concertreizen
met Camerata Salzburg, het Australian
Chamber Orchestra en het Orpheus
Chamber Orchestra. Ze speelde met alle
grote Britse orkesten en heeft een bijzondere relatie met de Royal Northern
Sinfonia en de Britten Sinfonia. Solorecitals gaf ze onder meer in New York, Tokio, Parijs, Wenen, Praag, Londen en
tijdens de Schubertiade in Schwarzenberg. Op het Cheltenham International
Festival verzorgde Imogen Cooper premières van Traced Overhead van Thomas
BENJAMIN EALOVEGA
Imogen Cooper
Adès (1996) en Decorated Skin van Deirdre
Gribbin (2003). In 1996 speelde ze met
leden van de Berliner Philharmoniker
de première van het kwintet Voices for
Angels, geschreven door de altviolist van
het ensemble, Brett Dean. Kamermuziek
speelt Imogen Cooper regelmatig met
het Belcea Kwartet en celliste Sonia
Wieder-Atherton. Voor liedrecitals werkt
ze al lang samen met Wolfgang Holzmair.
Haar discografie omvat concerten van
Mozart met de Royal Northern Sinfonia
en solowerken van Schubert, Brahms en
Schumann.
Radio Filharmonisch Orkest
Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in
het Nederlandse muziekleven. Het orkest
speelt bijzonder geprogrammeerde
symfonische concerten en concertante
opera-uitvoeringen. Nederlandse en
wereldpremières vormen een belangrijk
onderdeel van het repertoire. De meeste
concerten vinden plaats in het kader
van concertseries NTR ZaterdagMatinee
(het Koninklijk Concertgebouw in
Amsterdam), De Vrijdag van Vredenburg
(TivoliVredenburg in Utrecht) en Het
Zondagochtend Concert (Amsterdam) en
worden live worden uitgezonden op
NPO Radio 4. Een deel ervan wordt
bovendien op de Nederlandse televisie
uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest
onder meer op tijdens de BBC Proms
2011 in de Royal Albert Hall.
Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent.
Onder zijn voorgangers zijn Bernard
Haitink, Jean Fournet, Willem van
9
10
Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en
Jaap van Zweden. Het orkest werkte
bovendien samen met gastdirigenten als
Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin,
Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss
Jansons, Michael Tilson Thomas,
Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös,
Vladimir Jurowski en Valery Gergiev.
De Amerikaanse dirigent James Gaffigan
is vaste gastdirigent sinds het seizoen
2011-2012; Bernard Haitink heeft als
beschermheer zijn naam het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het
Radio Filharmonisch Orkest deel uit van
de Stichting Omroep Muziek, samen
met het Groot Omroepkoor en de
productie-afdeling van de concertseries
van Radio 4 (NTR en AvroTros).
Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van
Vlijmen, of de registratie van Wagners
Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee
onder leiding van Jaap van Zweden –
werden met prijzen als Edison Klassiek
onderscheiden. Onlangs verschenen
bovendien Bruckners symfonieën onder
leiding van Jaap van Zweden op cd, de
acht symfonieën van Karl Amadeus
Hartmann (verschillende dirigenten) en
diens opera Simplicius Simplicissimus
(gedirigeerd door Markus Stenz). Dit
seizoen kreeg het Radio Filharmonisch
Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs
toegekend voor zijn verdiensten voor de
Nederlandse muziek.
Een tournee bracht het orkest eind
oktober naar onder andere Wenen,
München, Nürnberg en Keulen. Markus
Stenz dirigeerde Mahlers Vijfde symfonie
en het Vioolconcert van Korngold (soliste:
Vilde Frang). Uit de pers: “Klankcultuur
op het hoogste niveau” (Nürnberger Zeitung). “[Mahlers] Treurmarsch, die Stenz
geen moment liet slepen, raakte niet
alleen door een verbazingwekkend
zacht geblazen trompetsolo. Stenz richt
zich op een zeer levendige, ritmisch
flexibele frasering in het orkest, die het
typische Mahler-idioom prachtig liet
horen.” (Kölnische Rundschau).
➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL
Volg het orkest via Twitter
(@radiofilhorkest) en facebook
11
Bernard Haitink
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz
HONORARY CHIEF
CONDUCTOR
Jaap van Zweden
ERE-DIRIGENT
Edo de Waart
VASTE GASTDIRIGENT
James Gaffigan
EERSTE VIOOL
Joris van Rijn
Semjon Meerson
Fred Gaasterland
Alexander Baev
Maria Escarabajal
Alberto Facanha Johnson
Josje ter Haar
Julija Hartig
Masha Iakovleva
Kerstin Kendler
Anna Korpalska
Leonie Mensink
Pedja Milosavljevic
Theo Ploeger
Pieter Vel
Ruud Wagemakers
TWEEDE VIOOL
Casper Bleumers
Andrea van Harmelen
Sarah Loerkens
Zofia Balcar
Ian van den Berk
Esther de Bruijn
Michiel Eekhof
Wouter Groesz
Yvonne Hamelink
Annemarie van Helderen
Dana Mihailescu
Alexander van den Tol
Nina de Waal
Frits Wagenvoorde
Robbert Honorits
ALTVIOOL
Frank Brakkee
Huub Beckers
Arjan Wildschut
Igor Bobylev
Sabine Duch
Marije Helder
Annemijn den Herder
Annemarie Konijnenburg
Robert Meulendijk
Ewa Wagner
Peter Weimar
Roeland Jagers
CELLO
Michael Stirling
Anton Istomin
Eveline Kraayenhof
Winnyfred Beldman
Mirjam Bosma
Crit Coenegracht
Sebastiaan van Eck
Anneke Janssen
Ansfried Plat
Arjen Uittenbogaard
CONTRABAS
Rien Wisse
Walter van Egeraat
Edward Mebius
Jim Schultz
Sjeng Schupp
Stephan Wienjus
Boris Oostendorp
Marijn van Prooijen
FLUIT
Ingrid Geerlings
Ellen Alberts
Carla Meijers
Maike Grobbenhaar
HOBO
Aisling Casey
Yvonne Wolters
Valerie Colen
Gerard van Andel
KLARINET
Frank van den Brink
Esther Misbeek
Diede Brantjes
Sergio Hamerslag
Jasper Grijpink
FAGOT
Jos Lammerse
Freek Sluijs
Birgit Strahl
Desirée van Vliet
HOORN
Petra Botma-Zijlstra
Toine Martens
Fréderick Franssen
Laurens Otto
Rebecca Grannetia
Sander van Dijk
Lies Molenaar
Margreet Mulder
TROMPET
Hessel Buma
Hans van Loenen
Jacco Groenendijk
Hans Verheij
Rik Knarren
Erik Torrenga
TROMBONE
Herman Nass
Brandt Attema
Wouter Iseger
TUBA
Bernard Beniers
PAUKEN
Paul Jussen
SLAGWERK
Hans Zonderop
Mark Haeldermans
Vincent Cox
Esther Doornink
René Oussoren
Gerda Tuinstra
HARP
Ellen Versney
Veronique Serpenti
CELESTA, ORGEL
Stephan Kiefer
CELESTA
Pauline Post
Radio Filharmonisch Orkest
BESCHERMHEER
vrijdag 16 januari, 20.15 uur
inleiding 19.30 uur Philip Ruitenberg
TivoliVredenburg, Utrecht
SERIE HEMELSE MUZIEK / MUZIKALE MEESTERWERKEN
Bijna louter Bach
Nederlandse Bachvereniging
Fabio Bonizzoni dirigent
Styx en Lobgesang
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Markus Stenz dirigent
Edward Caswell koordirigent
Maria Keohane sopraan
Markus Flaig bas
Bach Ich will den Kreuzstab gerne tragen,
BWV 56
Bach Selig ist der Mann, BWV 57
Bach Ich bin vergnügt mit meinem Glücke,
BWV 84
Muffat Concerto grosso nr. 12 in G ‘Propitia
sydera’
colofon
vrijdag 23 januari, 20.15 uur
inleiding 19.30 uur Leonard Leutscher
TivoliVredenburg, Utrecht
SERIE AVRO KLASSIEK / TROS VOCAAL
Rosemary Joshua sopraan
Rosanne van Sandwijk sopraan
Attilio Glaser tenor
Maxim Rysanow altviool
Kancheli Styx, voor altviool, koor en orkest
Mendelssohn Lobgesang, opus 52
PROGRAMMERING
PRESENTATIE AVROTROS RADIO 4 PROGRAMMATOELICHTING
Astrid in ’t Veld
Maartje Stokkers
Christiane Schima
PRODUCTIE
EINDREDACTIE AVROTROS
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Manon Tuynman en
Anneke Peerik
RADIO 4
Clemens Romijn
Tim Moen
EINDREDACTIE
PUBLICITEIT & PRODUCTIE
CASTING DIRECTOR
Onno Schoonderwoerd
JONG TALENT
Mauricio Fernández
Anne Marie van Doorn
ARTISTIEK LEIDER
ADMINISTRATIE & FINANCIËN
Kees Vlaardingerbroek
Anneke de Vries
colofon
volgende concerten
12