HET IDEE AVRO KLASSIEK TROS KLASSIEK HEMELSE MUZIEK GROOT OMROEPKOOR TROS VOCAAL MUZIEK & POLITIEK TROS MUZIKALE MEESTERWERKEN vrijdag 9 januari 2015, 20.15 uur. inleiding Michel Khalifa 19.30 uur Dagdromen en extase Radio Filharmonisch Orkest Markus Stenz dirigent Imogen Cooper piano Arnold Schönberg 1874-1951 Fünf Orchesterstücke opus 16 1909 Vorgefühle Vergangenes Sommermorgen an einem See Peripetie Das obligate Rezitativ Maurice Ravel 1875-1937 Pianoconcert in G 1931 Allegramente Adagio assai Presto PAUZE Claude Debussy 1862-1918 Prélude à l’après-midi d’un faune 1894 Alexander Skrjabin 1872-1915 ‘Le poème de l’extase’ 1905-1908 2 Live-uitzending Concerten terughoren en terugzien zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit op NPO Radio 4. Alle luisteraars kunnen volop genieten van het concert als mobiele telefoons, horloges en gehoorapparaten geen geluid maken. Presentatie voor AVROTROS Radio 4 vanuit de zaal door Maartje Stokkers. Voor het naluisteren en nazien van de concerten in ‘De Vrijdag van Vredenburg’ met tevens een vooruitblik naar de komende concerten kunt u gaan naar: ➜ WWW.DEVRIJDAGVANVREDENBURG.RADIO4.NL AVROTROS ➜ www.RADIO4.NL Imogen Cooper op NPO Cultura Bekijk en beluister zaterdag 10 januari, 11.00-11.15 een gesprek dat Han Reiziger in 1989 had met Imogen Cooper (HH zondag 11 januari, 8.45-9.00 uur) ➜ WWW.NPOCULTURA.NL Drankje Na het concert is er gelegenheid om een drankje te nuttigen. Het team van De Vrijdag van Vredenburg wenst alle luisteraars en bezoekers een gezond en muzikaal 2015 toe. Pieces of Tomorrow, 22 januari met Radio Filharmonisch Orkest én Groot Omroepkoor ‘Pieces of Tomorrow is klassiek met een biertje. Niet te lang, zonder dresscode, en met mij als host. Laat je onderdompelen in het geluid van een 80 man sterk symfonieorkest.’ Aldus host DJ St. Paul. Tivoli en Vredenburg zijn samen, twee werelden komen bij elkaar. Pop en klassiek slaan de handen in één en presenteren Pieces of Tomorrow: klassiek in een nieuw jasje. Geen dresscode (ook niet voor het 80-koppige orkest), we beginnen iets later, de musici introduceren kort wat ze gaan spelen, je biertje mag mee naar binnen, dj St. Paul is onze host, visuals ondersteunen het verhaal en verder laten we de muziek spreken – die heeft geen aanpassing nodig. Piece nr. 3: Kancheli. Heftige muziek van een componist die nog leeft, gebracht door orkest èn groot koor. Met “Styx” brengen master of ceremony Paul en maestro Stenz je de onderwereld in met grillige klanken en filmische sferen. Geef toe aan al het grijs en grauw van januari, op de mooist denkbare manier. De sound van het voltallige orkest en koor is overweldigend. Laat je onderdompelen. Het concert is van 21- 22 uur, kosten: ➜ PIECESOFTOMORROW.NL 12, tickets & info: 3 Zinderende klanken en geestelijke verrukking Rond de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw, het fin de siècle, heerst er een gevoel van verandering. Zowel in het maatschappelijke leven als in de kunst, waar de vernieuwing zich manifesteert in begrippen als Art nouveau en Jugendstil. Het is het tijdperk van de opkomst van de psychoanalyse, het symbolisme en de geboorte van Rudolf Steiners antroposofie. Van de versoepeling van burgerlijke normen en de seksuele moraal en van de zoektocht naar spirituele sensaties. Kunstenaars vieren de nieuw verworven vrijheid met roesachtige klanken, in kleur en ornament. Gefascineerd door de esoterische geschriften van Konstantin Balmont schrijft Alexander Skrjabin tussen 1905 en 1908 zijn Le poème de l’extase. Arnold Schönberg zoekt in zijn Fünf Orchesterstücke opus 16 uit 1909 – met name in het deel ‘Farben’ – naar ongehoorde orkestrale kleuren. Claude Debussy verplaatst zich in zijn nog vóór de eeuwwiseling gecomponeerde Prelude à l’après-midi d’un faune in de erotische dromen van de mythische Oud-Griekse herdersgod Pan. Ravel, net terug van een reis naar Amerika, laat zich in zijn Pianoconcert in G uit 1929-1931 inspireren door de sensuele harmonieën van de jazz. Het is het tijdperk van de opkomst van de psychoanalyse, het symbolisme en de geboorte van Rudolf Steiners antroposofie. Van de versoepeling van burgerlijke normen en de seksuele moraal en van de zoektocht naar spirituele sensaties. Kleurenspel 4 Het was voor Arnold Schönberg niet eenvoudig naast een gigant als Mahler te leven en in Wenen door te zetten met nieuwe klanken. Zeker niet toevallig had de bezetting van zijn Fünf Orchesterstücke opus 16 in haar eerste versie uit 1909 Mahleriaanse dimensies. Veertig jaar later, in 1949, reduceerde de componist de bezetting sterk. Al in zijn Kammersymphonie uit 1906 had Schönberg gedemonstreerd dat hij van die monumentale uitvoeringen af wilde. Behalve de keuze voor een enorm orkestapparaat waren ook de titels voor de vijf orkeststukken een tegemoetkoming aan de smaak van het publiek en zijn uitgever. Schönberg: “Peters [de muziekuitgeverij in Leipzig] wil titels voor de orkeststukken, om uitgeverstechnische redenen. Wil misschien eraan toegeven, daar ik titels gevonden heb die immerhin mogelijk zijn.” Op het eerste gehoor herinneren Schönbergs Fünf Orchesterstücke aan (laat-)romantische klankzwelgerijen. Toch is dit naar de atonaliteit tenderende werk, qua concept en op formeel-technisch vlak, een grote stap naar de toekomst. Achteraf gezien zijn ook de titels gerechtvaardigd, zij dragen bij tot een dieper begrip voor de afzonderlijke delen. Drie daarvan hebben algemene titels, namelijk ‘Vorgefühle’, ‘Vergangenes’, ‘Peripetie’; en twee – ‘Akkordfärbungen’ (‘Farben’) en ‘Obligates Rezitativ’ – verwijzen naar muziektechnische aspecten. Arnold Schönberg Een complexe thematische arbeid en polyfone lijnvoering zijn voor het hele werk karakteristiek. In sommige details wijst het werk zelfs vooruit naar Schönbergs latere twaalftoontechniek. Maar het meest vernieuwende en in de muziekliteratuur meest besproken deel is het op slechts vijf tonen gebaseerde ‘Akkordfärbungen/Farben’. Het zijn de tonen C-Gis-B-E-A. Steeds wisselende akkoordlagen en een variërende instrumentatie zorgen voor een kaleidoscoopachtig verkleuren van de klank. De verdeling van tonen, toonreeksen/melodieën en harmonieën over verschillende instrumenten is als ‘Klangfarbenmelodie’ de muziekgeschiedenis ingegaan. Schönberg: “Het is niet de bedoeling dat de dirigent bepaalde instrumenten aanspoort om op de voorgrond te treden. Waar een stem moet uitblinken is ze zodanig geïnstrumenteerd. (…) Het instrument moet zich invoegen in een Gesamtklang.” De première was pas in 1912 in Londen, onder leiding van Sir Henry Wood. Divertissement Maurice Ravel schiep muzikale tableaus die in het teken staan van illustratieve verbeeldingskracht, gelardeerd met toespelingen op de muzikale geschiedenis, folkloristische en exotische klanken. Uit zijn orkestwerken blijkt een uitzonderlijk gevoel voor geraffineerde instrumentale effecten. Als formidabel pianist schreef Maurice Ravel virtuoze en technisch briljante pianowerken. Hij was een fel tegenstander van de Duitse romantische gevoelsmuziek. Volgens hem moest muziek verbluffen, speels en vermakelijk zijn. Met name in een soloconcert zou je, aldus Ravel in verband met zijn Pianoconcert in G, “van dramatiek en diepgang kunnen afzien”. Aanvankelijk overwoog de componist zelfs zijn pianoconcert ‘divertissement’ te noemen. Een van de ingrediënten van Ravels ‘divertissement’ is een uitgesponnen motief van Mozarts Klarinetkwintet KV 581 in het lyrische middendeel, Adagio assai. In de hoekdelen vindt Ravels fascinatie voor – behalve de Spaanse folklore – de vitale klanken van de Amerikaanse jazz haar neerslag. Bij menigeen zal zo nu en dan de herinnering aan Gershwins Rhapsody in Blue (1924) en An American in Paris (1928) opkomen. In het openingsdeel zorgt de virtuoze pianocadens, doorspekt met sprankelende arpeggio’s en trillers, voor een luistersensatie en bewondering voor het kunnen van de solist. De pianopartij is even belangrijk en met evenveel raffinement uitgewerkt als die van het orkest. Wat betreft het laatste intrigeren vooral de blazerssecties en de uitblinkende trompetstem. Het concert sluit af met een razendsnel en ritmisch uitdagend Presto. De componist droeg het Pianoconcert in G op aan de fameuze Franse pianiste Marguerite Long, die de soliste was in de eerste uitvoering van het werk in januari 1932 in Parijs. Ravel was een kameleontisch componist en voor verandering vatbaar. Want behalve dit vermakelijke en meeslepende concert lag in dezelfde periode ook nog een veel ernstiger werk op zijn bureau: het Pianoconcert voor de linkerhand, opgedragen aan de eenarmige pianist Paul Wittgenstein. Beide concerten behoren tot de laatste werken van de in 1937 overleden Ravel. 5 Maurice Ravel Erotische fantasieën 6 Claude Debussy Al in de eerste traag omlaag en omhoog glijdende fluittonen heeft Claude Debussy de hele sfeer van Mallarmés gedicht L’aprèsmidi d’un faune gevangen. Je voelt de zinderende middaghitte en je ziet hem voor je, de loom in het gras liggende faun, dromend van het liefdesspel met schone nimfen, die in zijn wellustige fantasieën om hem heen dartelen. Deze chromatische melodie, die slechts een overmatige kwart omspant, vormt de muzikale kiemcel van het gehele werk. Daarin, in het ontwikkelen van materiaal en vorm van een stuk vanuit een enkel motief, heeft Debussy het tot meesterschap gebracht. Het werk was in de tijd waarin het ontstond, tussen 1892 en 1894, nieuw in zijn soort en stuitte daarom na de première op terughoudendheid en zelfs afwijzing. De dirigent Camille Chevillard wist zich al voor de première geen raad met de beginnende fluitsolo. Debussy, vrijpostig en lichtelijk geïrriteerd: “Dat is gewoon een herder die fluit blaast en met zijn kont in het gras zit.” Een gunstige reactie ontving de componist van zijn collega Paul Dukas: “Door zijn vermogen met behulp van de fantasie een logisch geheel uit te beelden zoekt het talent van de heer Debussy zijns gelijke. (…) Het idee baart de vorm (…) Het wezenlijke is dat beide volkomen overeenkomen.” Het belangrijkste compliment is afkomstig van de dichter, Stéphane Mallarmé: “Uw verklanking vertoont geen afwijkingen van mijn gedicht (…), ze stijgt er zelfs nog ver boven uit in glans en melancholie. (…) Ik had het gevoel het zelf op muziek te hebben gezet.” Extatische visioenen Le poème de l’extase vormt een sleutelwerk binnen het oeuvre van Alexander Skrjabin. Sinds dit tussen 1905-1908 gecomponeerde orkestwerk staat de muziek van deze Russische componist in het teken van de mystieke ervaring en van hallucinatorische verbeeldingskracht. Skrjabins affiniteit met gnostisch-occultistische ideeën verklaart zijn sympathie voor de symbolist Konstantin Balmont (1867-1942) tot wiens inner circle de componist in Sint Petersburg behoorde. Le poème de l’extase vormt het begin van een ontwikkeling die zou culmineren in de creatie van een kosmisch multimediaspektakel, waarin alle kunsten zijn verenigd; waarin klanken en harmonieën letterlijk corresponderen met kleuren “Ik wil de wereld betoveren,” schrijft Skrjabin, “ik wil het meest stralende licht zijn dat je je voor kunt stellen, de grootste zon. Ik wil het universum verlichten...” en geuren en een clavier à lumières gloeiende tinten op een scherm projecteert. Skrjabin, die voortijdig bezweek aan een banale bloedvergiftiging, zou Mysterium - zó moest zijn visionaire Gesamtkunstwerk gaan heten – niet meer realiseren. Het oorspronkelijk aan Le poème de l’extase ten grondslag liggende programma weerspiegelt de essentie van Skrjabins door de theosofie beïnvloede denken: volgens de componist is de kunstenaar, als spreekbuis van God, ertoe geroepen een “toverwereld van bovennatuurlijke verschijningen” te creëren en de mensheid door zijn kunst te verlossen. “Ik wil de wereld betoveren,” schrijft hij, “ik wil het meest stralende licht zijn dat je je voor kunt stellen, de grootste zon. Ik wil het universum verlichten...” In tegenstelling tot latere werken, zoals Promethée, waarin de componist tot de atonaliteit doordrong, is Le poème de l’extase nog geworteld in de romantische traditie. Skrjabins symfonische gedicht ademt de geest van Strauss en Wagner, aan wier orkestrale zwelgpartijen zijn werk herinnert. Het verlangen van het individu om op te gaan in een kosmos van heilige extasen, manifesteert zich in de opbouw van de compositie: na een harmonisch ondoorzichtig Tristan-achtig begin ontwikkelt het stuk zich tot een spel van afwisselend lyrisch-solistische passages en orkestrale uitbarstingen, totdat het werk ten slotte uitmondt in een glansrijke apotheose. Christiane Schima 7 Alexander Skrjabin uitvoerenden 8 Markus Stenz, dirigent Markus Stenz, chef-dirigent van het Radio Filharmonisch Orkest, studeerde aan de Hochschule für Musik bij Volker Wangenheim, en bij Leonard Bernstein en Seiji Ozawa in Tanglewood. Van 1994 tot 1998 was hij chef-dirigent van het nieuwe-muziekensemble London Sinfonietta en daarna, tot 2004, artistiek leider en chef-dirigent van het Melbourne Symphony Orchestra. Sinds seizoen 2003/2004 was hij elf jaar lang Kapellmeister van het Gürzenich-Orchester, en tien jaar lang Generalmusikdirektor van de stad Keulen. Het einde van zijn verbintenis met het orkest in Keulen valt samen met de voltooiing van de inmiddels veelbekroonde complete cyclus van Mahler-symfonieën. Als operadirigent debuteerde Markus Stenz in La Fenice in Venetië. Hij leidde vele (wereld)premières, waaronder Henze’s Das verratene Meer in Berlijn, Venus und Adonis bij de Bayerische Staatsoper in München en L’Upupa und der Triumph der Sohnesliebe in 2003 bij de Salzburger Festspiele (en in 2012 ook in de ZaterdagMatinee). Hij dirigeerde in operahuizen als La Scala (Milaan), de Koninklijke Muntschouwburg (Brussel), Markus Stenz HANS VAN DER WOERD BENJAMIN EALOVEGA HANS VAN DER WOERD Markus Stenz dirigeert het RFO de English National Opera, de Lyric Opera Chicago, San Francisco Opera, in Los Angeles, het Staatstheater Stuttgart, de Deutsche Oper in Berlijn, de Staatsoper Hamburg, de Oper Frankfurt (met de wereldpremière van Detlev Glanerts Caligula; die hij in 2013 ook in de ZaterdagMatinee dirigeerde), bij festivals als die van Glyndebourne, Edinburgh, Bregenz (wereldpremière van Glanerts Solaris in 2012) en bij de Salzburger Festspiele. In de opera van Keulen dirigeerde hij onder andere Der Ring des Nibelungen, Lohengrin, Tannhäuser, Tristan und Isolde, Die Meistersinger von Nürnberg en Jenu°fa en K’áta Kabanová. Op het concertpodum leidde hij orkesten als Het Koninklijk Concertgebouworkest, de Münchner Philharmoniker, het Gewandhausorchester Leipzig, de Berliner Philharmoniker, het Tonhalle Orchester Zürich, de Wiener Symphoniker, het Hallé Orchestra in Manchester, het NHK Symfonieorkest in Tokio, de Staatskapelle Berlin, het Philharmonische Staatsorchester Hamburg en de grote Duitse radio-orkesten. In de Verenigde Staten werkte hij met het Chicago Symphony en het Los Angeles Philharmonic Orchestra en de symfonieorkesten van Boston, Dallas, Minnesota en Houston. Imogen Cooper, piano De Britse pianiste Imogen Cooper trad vorig seizoen op met het London Symphony Orchestra en maakte haar debuut met het Cleveland Orchestra. Ze gaf solorecitals in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Nederland en maakte een uitgebreide tournee naar Australië. In 2013 speelde ze twee keer in de BBC Proms en gaf ze een concert met kamermuziek van Britten en een solorecital met werk van Schubert in de Royal Albert Hall. Verder trad ze samen met pianist Paul Lewis op. Imogen Cooper heeft een brede internationale carrière en trad op met orkesten in New York, Wenen, Amsterdam, Leipzig en Boedapest. Verder ondernam ze concertreizen met Camerata Salzburg, het Australian Chamber Orchestra en het Orpheus Chamber Orchestra. Ze speelde met alle grote Britse orkesten en heeft een bijzondere relatie met de Royal Northern Sinfonia en de Britten Sinfonia. Solorecitals gaf ze onder meer in New York, Tokio, Parijs, Wenen, Praag, Londen en tijdens de Schubertiade in Schwarzenberg. Op het Cheltenham International Festival verzorgde Imogen Cooper premières van Traced Overhead van Thomas BENJAMIN EALOVEGA Imogen Cooper Adès (1996) en Decorated Skin van Deirdre Gribbin (2003). In 1996 speelde ze met leden van de Berliner Philharmoniker de première van het kwintet Voices for Angels, geschreven door de altviolist van het ensemble, Brett Dean. Kamermuziek speelt Imogen Cooper regelmatig met het Belcea Kwartet en celliste Sonia Wieder-Atherton. Voor liedrecitals werkt ze al lang samen met Wolfgang Holzmair. Haar discografie omvat concerten van Mozart met de Royal Northern Sinfonia en solowerken van Schubert, Brahms en Schumann. Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een belangrijk onderdeel van het repertoire. De meeste concerten vinden plaats in het kader van concertseries NTR ZaterdagMatinee (het Koninklijk Concertgebouw in Amsterdam), De Vrijdag van Vredenburg (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en worden live worden uitgezonden op NPO Radio 4. Een deel ervan wordt bovendien op de Nederlandse televisie uitgezonden. Daarbuiten trad het orkest onder meer op tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent. Onder zijn voorgangers zijn Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van 9 10 Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en Jaap van Zweden. Het orkest werkte bovendien samen met gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowski en Valery Gergiev. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012; Bernard Haitink heeft als beschermheer zijn naam het orkest verbonden. Sinds augustus 2013 maakt het Radio Filharmonisch Orkest deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie-afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AvroTros). Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson, James MacMillan en Jan van Vlijmen, of de registratie van Wagners Parsifal – live in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Jaap van Zweden – werden met prijzen als Edison Klassiek onderscheiden. Onlangs verschenen bovendien Bruckners symfonieën onder leiding van Jaap van Zweden op cd, de acht symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en diens opera Simplicius Simplicissimus (gedirigeerd door Markus Stenz). Dit seizoen kreeg het Radio Filharmonisch Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs toegekend voor zijn verdiensten voor de Nederlandse muziek. Een tournee bracht het orkest eind oktober naar onder andere Wenen, München, Nürnberg en Keulen. Markus Stenz dirigeerde Mahlers Vijfde symfonie en het Vioolconcert van Korngold (soliste: Vilde Frang). Uit de pers: “Klankcultuur op het hoogste niveau” (Nürnberger Zeitung). “[Mahlers] Treurmarsch, die Stenz geen moment liet slepen, raakte niet alleen door een verbazingwekkend zacht geblazen trompetsolo. Stenz richt zich op een zeer levendige, ritmisch flexibele frasering in het orkest, die het typische Mahler-idioom prachtig liet horen.” (Kölnische Rundschau). ➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL Volg het orkest via Twitter (@radiofilhorkest) en facebook 11 Bernard Haitink CHEF-DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan EERSTE VIOOL Joris van Rijn Semjon Meerson Fred Gaasterland Alexander Baev Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Josje ter Haar Julija Hartig Masha Iakovleva Kerstin Kendler Anna Korpalska Leonie Mensink Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Pieter Vel Ruud Wagemakers TWEEDE VIOOL Casper Bleumers Andrea van Harmelen Sarah Loerkens Zofia Balcar Ian van den Berk Esther de Bruijn Michiel Eekhof Wouter Groesz Yvonne Hamelink Annemarie van Helderen Dana Mihailescu Alexander van den Tol Nina de Waal Frits Wagenvoorde Robbert Honorits ALTVIOOL Frank Brakkee Huub Beckers Arjan Wildschut Igor Bobylev Sabine Duch Marije Helder Annemijn den Herder Annemarie Konijnenburg Robert Meulendijk Ewa Wagner Peter Weimar Roeland Jagers CELLO Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Winnyfred Beldman Mirjam Bosma Crit Coenegracht Sebastiaan van Eck Anneke Janssen Ansfried Plat Arjen Uittenbogaard CONTRABAS Rien Wisse Walter van Egeraat Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Boris Oostendorp Marijn van Prooijen FLUIT Ingrid Geerlings Ellen Alberts Carla Meijers Maike Grobbenhaar HOBO Aisling Casey Yvonne Wolters Valerie Colen Gerard van Andel KLARINET Frank van den Brink Esther Misbeek Diede Brantjes Sergio Hamerslag Jasper Grijpink FAGOT Jos Lammerse Freek Sluijs Birgit Strahl Desirée van Vliet HOORN Petra Botma-Zijlstra Toine Martens Fréderick Franssen Laurens Otto Rebecca Grannetia Sander van Dijk Lies Molenaar Margreet Mulder TROMPET Hessel Buma Hans van Loenen Jacco Groenendijk Hans Verheij Rik Knarren Erik Torrenga TROMBONE Herman Nass Brandt Attema Wouter Iseger TUBA Bernard Beniers PAUKEN Paul Jussen SLAGWERK Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink René Oussoren Gerda Tuinstra HARP Ellen Versney Veronique Serpenti CELESTA, ORGEL Stephan Kiefer CELESTA Pauline Post Radio Filharmonisch Orkest BESCHERMHEER vrijdag 16 januari, 20.15 uur inleiding 19.30 uur Philip Ruitenberg TivoliVredenburg, Utrecht SERIE HEMELSE MUZIEK / MUZIKALE MEESTERWERKEN Bijna louter Bach Nederlandse Bachvereniging Fabio Bonizzoni dirigent Styx en Lobgesang Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Markus Stenz dirigent Edward Caswell koordirigent Maria Keohane sopraan Markus Flaig bas Bach Ich will den Kreuzstab gerne tragen, BWV 56 Bach Selig ist der Mann, BWV 57 Bach Ich bin vergnügt mit meinem Glücke, BWV 84 Muffat Concerto grosso nr. 12 in G ‘Propitia sydera’ colofon vrijdag 23 januari, 20.15 uur inleiding 19.30 uur Leonard Leutscher TivoliVredenburg, Utrecht SERIE AVRO KLASSIEK / TROS VOCAAL Rosemary Joshua sopraan Rosanne van Sandwijk sopraan Attilio Glaser tenor Maxim Rysanow altviool Kancheli Styx, voor altviool, koor en orkest Mendelssohn Lobgesang, opus 52 PROGRAMMERING PRESENTATIE AVROTROS RADIO 4 PROGRAMMATOELICHTING Astrid in ’t Veld Maartje Stokkers Christiane Schima PRODUCTIE EINDREDACTIE AVROTROS REDACTIE PROGRAMMABOEK Manon Tuynman en Anneke Peerik RADIO 4 Clemens Romijn Tim Moen EINDREDACTIE PUBLICITEIT & PRODUCTIE CASTING DIRECTOR Onno Schoonderwoerd JONG TALENT Mauricio Fernández Anne Marie van Doorn ARTISTIEK LEIDER ADMINISTRATIE & FINANCIËN Kees Vlaardingerbroek Anneke de Vries colofon volgende concerten 12
© Copyright 2024 ExpyDoc