SI6 symfonisch i-6 53e seizoen SLOTCONCERT zaterdag 31 mei 2014 14.15-16.10 uur Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Jukka-Pekka Saraste dirigent Gijs Leenaars koordirigent solisten van de St Florianer Sängerknaben Josef Auer, Simon Bernhard en Alexander Eder Henri Dutilleux 1916-2013 The Shadows of Time 1995-1997 cinq episodes pour orchestre Les Heures Ariel maléfique Mémoire des ombres - Interlude Vagues de lumière Dominante bleue? Igor Stravinsky 1882-1971 Psalmensymfonie 1930 Exaude orationem meam, Domine Expectans expectavi Dominum Alleluia. Laudate Dominum pauze Sergej Rachmaninov 1873-1943 Symfonische dansen opus 45 1940 Non allegro Andante con moto (Tempo di valse) Lento assai – Allegro vivace – Lento assai – Allegro vivace SI 6 53e seizoen 31 mei 2014 Alle concerten die net niet in uw abonnement zaten, maar u óók niet zou willen missen... Losse kaarten voor het nieuwe seizoen kunt u vanaf morgen, 1 juni bestellen. vanaf 0.00 uur via de website: concertgebouw.nl vanaf 10.00 uur via de kassa: 0900-6718345 (€1 p/g) Facebook en Twitter Volg het laatstenieuws rond de NTR Zaterdag Matinee op onze eigen Facebook-pagina en klik ‘vind ik leuk!’ ... en op twitter: @ZaterdagMatinee Uitzending Radio 4 Dit concert wordt live uitgezonden via Radio 4. Via de website kunt u de gehele uitzending terugluisteren. Klik daarvoor vanaf maandag op ‘luister concerten’. radio4.nl 2 Morgen in NTR Podium documentaires en concertregistraties op ned 2 zo 1 juni 13.00 uur ma 2 juni 0.05 uur Remy van Kesteren – De wereld als harp Regisseur Jan Kelder maakte een portret van de harpist Remy van Kesteren (25), die dit seizoen besloot zich ook in jazz en pop te verdiepen en compositielessen nam bij Willem Jeths. Kees van Kooten, Hans van Manen, Claron McFadden, Martin Fondse, Herman van Veen: choreografen, schrijvers, zangers, componisten werken met hem samen. Hierna: The Old Man and Me, dansfilm van Hans van Manen, een luchtige ode aan de liefde, gemaakt voor Sabine Kupferberg en Gérard Lemaitre, twee oudere sterdansers van het NDT. In dit komische duet hebben de onvolprezen toneelpersoonlijkheden niet meer nodig dan elkaar en een klein houten bankje. ntr.nl/ntrpodium Dutilleux, Stravinsky en Rachmaninov Henri Dutilleux Eenheid van ruimte en tijd Henri Dutilleux groeide op in een zeer kunstlievend milieu. Zijn overgrootvader van vaderskant was een kunstschilder die Delacroix en Cortot tot zijn vrienden had gerekend en zijn grootvader van moederskant was een musicus die Fauré en Roussel goed had gekend. Alle vier de kinderen uit het gezin Dutilleux werden als musicus opgeleid aan het conservatorium van Douai, waarvan de genoemde grootvader directeur was geweest. Henri vervolgde zijn opleiding in Parijs en sloot haar in 1939 af met het behalen van de Prix de Rome. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moest hij het daaraan verbonden verblijf in Italië echter nog in datzelfde jaar afgebreken. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog was Dutilleux achtereenvolgens werkzaam als koorleider bij de Opéra, als artistiek adviseur bij Radio France en als docent aan het Conservatoire. Als componist schreef Dutilleux, die al zijn voor 1947 geschreven werken heeft verworpen, aanvankelijk veel muziek voor film en toneel, maar na zijn Eerste symfonie uit 1950 heeft hij zich vooral toegelegd op grote, uiterst verfijnde werken voor orkest. Dutilleux componeerde The Shadows of Time in de jaren 1995-1997. In 1995 werd herdacht dat de Tweede Wereldoorlog vijftig jaar geleden was beëindigd, en dat heeft, zoals uit Dutilleux’s toelichting blijkt, zijn stempel op het werk gedrukt: “In de vijf met elkaar verbonden delen waaruit The Shadows of Time is samengesteld, ben ik, zoals in mijn meeste werken, trouw gebleven aan het principe van eenheid van ruimte en tijd. Ik verwijs naar tijdloze beelden en lang vervlogen gebeurtenissen, die met het verstrijken van de tijd niets aan intensiteit hebben ingeboet en mij nog steeds achtervolgen. De titels van de vijf delen luiden als volgt: ‘Les Heures’ [De Uren], ‘Ariel maléfique’ [Ariel als brenger van Henri Dutilleux 3 onheil], ‘Mémoire des ombres’ [Herinpassage waarin lang aangehouden nering aan de schaduwen], ‘Vagues de akkoorden in de strijkers en houtblalumière’ [Golven van licht] en ‘Domizers enigszins jazzy aandoende soli nante Bleue?’ [Overheersend blauw?]. In voor de koperblazers begeleiden. Een de door een ‘Interlude’ gevolgde midcanon van chromatisch stijgende delste episode, ‘Mémoire des ombres’, glissandi in de gediviseerde strijkers zingen kinderstemmen de eenvoudige mondt uit in een reprise van de fanfare. woorden ‘Waarom wij?, Waarom de Een lang naklinkende slag op de tamster?’. Een verwijzing naar de tragedie tam leidt naar het tweede deel. van Anne Frank. De episode is opgedra- Dit ‘Ariel maléfique’ is een demonisch gen aan alle kinderen van de wereld, de scherzo. Dutilleux heeft Shakespeares onschuldigen. Ariel (de luchtgeest in dienst van de Na de episode ‘Vagues de lumière’, een goede tovenaar Prospero in The Tempest) langzame progressie van duisternis getransformeerd tot een kwikzilverachnaar de metaalachtige schittering van tig duiveltje. Tegenover flageoletde blaasinstrumenten, volgt het laatste akkoorden in de gediviseerde contradeel. Het is een bedrieglijk slot, waarbassen zetten de overige strijkers een mee ik een gevoel van innerlijke onzecanonisch opgezet perpetuum mobile kerheid en twijfel heb willen uitdrukin. De drukke beweging wordt even ken, wat door de titel ‘Dominante onderbroken door een (van de fanfare bleue?’ onderstreept wordt. Het orkesuit ‘Les Heures’ afgeleide) snerpende trale weefsel is hier minder dicht en solo van de es-klarinet en een als een wordt soms met geweld verscheurd, tot jankende hond klinkend glissando van uiteindelijk, in filigraan, het onverbidde kleine Chinese gong, maar verdelijk tikkende uurwerk uit de eerste spreidt zich daarna weer over het hele pagina’s van de partituur terugkeert.” orkest. Met vogelgekwetter in de fluiten en de etherische klanken van de harp ‘Les Heures’ opent met een fanfare voor en de celesta sluit het deel liefelijk af. de trompetten en trombones. De Een ijl tremolo in het hoge register van dalende en geleidelijk versnellende de violen bewerkstelligt de overgang melodische lijn lijkt een vrije val weer naar het derde deel, ‘Mémoire des te geven en is als in een hoketus over de ombres’. Het tremolo wordt als orgelelkaar beantwoordende (en overlappunt gehandhaafd en de kinderstempende) inzetten van vier trompetten en men doen hun intrede. Eerst tekstloos drie trombones verdeeld. Na deze fatale (la, la, la), later met de woorden “waarfanfare zetten de templeblocks het om wij?, waarom de ster?”. De melodie droge tikken van een uurwerk in dat in van de kinderen wordt in een koraal het hele deel gehandhaafd zal worden. van de houtblazers uitgewerkt. “In de Een kronkelende, oosters aandoende geest van het gregoriaans”, schrijft melodie in de blazers leidt naar een Dutilleux voor. Ook hier keert de 4 “Mijn ‘Dominante bleue?’ wordt beheerst door twijfel. Enkele belangrijke uitzonderingen daargelaten, betwijfel ik of de mens zijn omstandigheden op aarde wel zo veel verbeterd heeft als hij denkt.” - Henri Dutilleux fanfare uit het eerste deel terug. Met terugkeer van het tikkende uurwerk uit een klap van de zweep wordt het het eerste deel wordt bewerkstelligd. kopergeweld abrupt afgebroken. Het Over de “innerlijke onzekerheid” die in deel sluit af met naargeestig gerommel ‘Dominante bleue?’ wordt uitgedrukt, in de contrabassen en een solo voor de heeft Dutilleux nog het volgende pauken. verklaard: “Mijn ‘Dominante bleue?’ Na een generale rust volgt de op een wordt beheerst door twijfel. Enkele spilnoot (gis) gebaseerde Interlude. In belangrijke uitzonderingen daargela‘Vagues de lumière’ wordt de spilnoot ten, betwijfel ik of de mens zijn omstanuit deze Interlude overgenomen. De digheden op aarde wel zo veel verbeblazers overheersen, en de opeenstape- terd heeft als hij denkt.” ling van virtuose guirlandes resulteert in fel gekleurde timbres. De hectiek Psalmensymfonie wordt twee keer door een unisono “Deze symfonie is gecomponeerd ter ere onderbroken. Het tweede unisono gaat van GOD en opgedragen aan het Boston over in de fanfare uit het eerste deel, Symphony Orchestra ter gelegenheid waarmee ‘Vagues de lumière’ afsluit. van zijn vijftigjarig bestaan”, aldus de Een lang aangehouden noot in de celli – het geestelijke en wereldlijke broederzorgt voor de verbinding met het lijk naast elkaar plaatsende – opdracht, laatste deel, ‘Dominante bleue?’ waarvan Igor Stravinsky zijn in 1930 Na een koraal in de strijkers en een solo gecomponeerde Psalmensymfonie voorvoor de trompet klinkt in het hoge zag. register van de violen nog een keer de Het verzoek om een niet nader gespecimelodie van het ‘pourquoi nous’. fieerd werk was hem een jaar eerder ‘Spookachtig, zonder lyriek’, vermeldt gedaan door Serge Koussevitzky, de de partituur. dirigent van het BSO. In zijn herinneDe harp en de marimba introduceren ringen beschrijft Stravinsky hoe het opnieuw een spilnoot, waarmee de idee van een symfonie met psalmen 5 6 laten vertalen. Bij de behandeling van een subliem onderwerp moest alles wat naar het alledaagse zweemt vermeden worden: “De keuze [voor het Latijn] had het grote voordeel dat het me een medium bood dat niet dood was, maar versteend, en in zijn monumentaliteit immuun was voor het risico van banaliteit.” De allergie voor banaliteit komt ook tot uitdrukking in de orkestbezetting. Voor klarinetten, violen en altviolen – met hun sensuele, ‘gevoelige’ klank – is geen plaats. Contrapuntische verwikkelingen en een minatuur-‘Walkurenrit’ De Psalmensymfonie heeft drie delen. Het eerste deel opent met een slag akkoord dat de er onmiddellijk op volgende doorlopende zestienden in de hobo en fagot op onverwachte momenten zal afkappen. Als de piano de zestienden overneemt, anticiperen de hoorns op de uit slechts twee noten bestaande eerste frase ‘exaudi orationem meam’ (hoor mijn gebed) van de alten. Het door de houtblazers gevormde ostinato van vier noten dat deze frase begeleidt is het model voor de ostinati die zullen volgen en keert aan het slot terug. Het tweede deel, een dubbelfuga, bevat de ‘contrapuntische verwikkelingen’ die Stravinsky in gedachten had. De eerste fuga voor de hobo’s en fluiten is vierstemmig. Het thema is een variant (de derde noot is een octaaf omhoog getransponeerd) van het model-ostinato uit het eerste deel. De tweede fuga is lijkt er zelf verbaasd over: “Nooit eerder had ik zoiets letterlijks geschreven als de triolen in de hoorns en de piano die de paarden en de wagen suggereren.” In de serene coda imiteert een kwartenostinato in de pauken, piano’s en harpen het luiden van klokken. Symfonische dansen In 1917 vluchtte Sergej Rachmaninov wegens de revolutie uit Rusland, en een jaar later vestigde hij zich in de Verenigde Staten. Hij heeft de tweede helft van zijn werkzame leven in vrijwillige ballingschap doorgebracht, maar slechts zes van zijn belangrijke composities zijn buiten Rusland ontstaan. Igor Stravinsky In zijn vaderland werd Rachmaninov in gelijke mate als componist, dirigent en voor het koor. De eerste inzet van het pianist gewaardeerd, maar daarbuiten nieuwe thema (sopranen) heeft het was hij vrijwel uitsluitend als pianist thema van de orkestfuga als bas. Na de bekend. Zo moest hij zich noodgedwonexpositie van de koorfuga worden beide gen op een loopbaan als concertpianist fuga’s in omgekeerde volgorde zeer toeleggen. Hij heeft in de jaren na 1918 beknopt (met elkaar overlappende en meer dan duizend recitals gegeven, ingekorte thema’s) herhaald. zodat het niet verwonderlijk is dat het Het laatste deel bestaat uit drie secties: componeren erbij inschoot. De Symfonieen langzame inleiding, een sneller sche dansen, Rachmaninovs laatste middendeel en een langzaam coda. De oorspronkelijke werk, werden in de snelle sectie opent met een instrumen- zomer van 1940 in Long Island in schets taal voorspel. Gerepeteerde noten in de voltooid en in de maanden daarna fagotten en hoorns (op het ritme van tussen de bedrijven van een tournee ‘Laudate Domine’) leiden naar een door georkestreerd. hectische passage met omhoogschieRachmaninov heeft de Dansen van meet tende gebroken drieklanken in galoppe- af aan als balletmuziek geconcipieerd, rende triolen. Deze miniatuurwaarbij hij Michel Fokine als choreo‘Walkurenrit’ is volgens Stravinsky graaf in gedachten had. Fokine, die een geïnspireerd door het verhaal van de paar jaar eerder de Rapsodie op een thema profeet Elia die in een wagen van vuur van Paganini tot een ballet had omgeten hemel stijgt (2 Koningen 2.11). Hij vormd, toonde interesse in het project, D. J. CULVER ontstond: “Ik overwoog uit welk klankmateriaal ik mijn symfonische bouwwerk zou optrekken. Mij stond een symfonie met uitgebreide contrapuntische verwikkelingen voor de geest, en om in deze vorm te kunnen werken moest ik ook mijn middelen uitbreiden. Om die reden koos ik voor een ensemble van koor en orkest. Het ene element zou het andere echter niet mogen overheersen, beide zouden geheel gelijkwaardig zijn. Voor de tekst zocht ik naar gedichten die bedoeld waren om gezongen te worden. Daarbij dacht ik natuurlijk meteen aan de psalmen.” Dat Stravinsky ‘meteen’ aan de psalmen dacht, komt wellicht voort uit het feit dat hij in 1926, na een mystieke ervaring, was teruggekeerd tot de Russischorthodoxe kerk die hij omstreeks 1910 had verlaten. Na het Pater noster dat hij toen componeerde is de Psalmensymfonie zijn tweede religieuze werk. Voor de teksten koos Stravinsky psalm 38 (verzen 13 en 14), een gebed om genade, psalm 39 (verzen 2-4), een nieuw danklied, en psalm 150 (volledig), waarin God ‘met zingen en spelen’ lof wordt gebracht. Stravinsky koos aanvankelijk voor de Russische vertaling van de psalmen, zoals hij voor het Pater noster oorspronkelijk ook op de kerkslavische versie teruggreep, maar besloot al in een vroeg stadium van de compositie de Latijnse teksten uit de Vulgaat (de door de rooms-katholieke kerk geauthoriseerde vertaling) te gebruiken. De reden zal dezelfde geweest zijn die hem ertoe bracht de oorspronkelijke Franse tekst van Oedipus Rex in het Latijn te 7 SI 6 de altsaxofoon. De onmiddellijk volgende herhaling van de melodie is al even ongebruikelijk geïnstrumenteerd: violen, piano en harp. De tweede dans is een wals. De sfeer is onwezenlijk en er klinkt vrijwel voortdurend een ondertoon van dreiging en onrust. De invloed van Maurice Ravel (Valses nobles et sentimentales, La valse) is hier onmiskenbaar. De derde dans heeft opnieuw een ABA-vorm. Nadat de campanelli met twaalf slagen middernacht hebben geluid, volgt in de strijkers een tarantella-achtig thema waarin het Dies irae verborgen zit. De gregoriaanse melodie van het Dies irae, het deel uit de dodenSergej Rachmaninov mis waarin de verschrikkingen van de maar zijn dood in 1942 heeft de realisa- dag des oordeels worden beschreven, tie ervan verijdeld. Over een eventueel moet Rachmaninov mateloos hebben scenario is niets bekend, maar volgens gefascineerd. Hij heeft haar talloze Sofia Satina, Rachmaninovs schoonzus- malen, bijvoorbeeld in Het dodeneiland ter, droegen de de drie delen van de en in de Paganini-rapsodie, geciteerd. Het Symfonische dansen aanvankelijk de titels Dies irae treedt voor het eerst onver‘middag’ (of ‘ochtend’), ‘avond’ en huld op in de piccolo en de fluiten en ‘nacht’. zal vervolgens, ook in de langzame B-sectie, in talloze varianten vrijwel alomtegenwoordig blijven. Het laatste woord Toch heeft het Dies irae niet het laatste De eerste dans heeft een ABA-vorm. Na een inleiding, waarin een motiefje van woord. Nadat het triomfantelijk in het koper heeft geschetterd, citeert Rachdrie noten (hanengekraai in de ochmaninov vlak voor het slot – het wordt tend?) op het hoofdthema anticipeert en het neventhema, een reeks staccato- in de partituur uitdrukkelijk vermeld – de melodie van het Halleluja uit het akkoorden, wordt geïntroduceerd, volgt, begeleid door hamerende akkoor- negende deel (Gezegend zijt Gij, Oh den in de strijkers, het volledige hoofd- Heer) van zijn Vespers. Een overwinning van het leven op de thema in de houtblazers. De B-sectie dood? opent met een solo voor de hobo die uitmondt in een lange, weemoedige en Marco Nakken uitgesproken Russische melodie voor 8 53e seizoen 31 mei 2014 Psalmensymfonie - gezongen teksten I Exaudi orationem meam, Domine et deprecationem meam. Ne sileas. Quoniam advena ego sum apud te et peregrinus, sicut omnes patres mei. Remitte mihi, ut refrigere prius quam abeam et amplius non ero. Hoor mijn gebed, Heer,luister naar mijn hulpgeroep. Wees niet doof voor mijn verdriet, Want een vreemdeling ben ik, bij u te gast, zoals ook mijn voorouders waren. Wend uw straffende blik van mij af, dan beleef ik nog vreugde voordat ik heenga en niet meer ben. (Vulgaat: Psalm 38:13-14) II Expectans expectavi Dominum, et intendit mihi. Et exaudivit preces meas: et eduxit me de lacu miseriae, et de luto faecis. Et statuit super petram pedes meas: et direxit gressus meos. Et immisit in es meum canticum novum, carmen Deo nostro. Videbunt multi, videbunt et timebunt: et sperabunt in Domino. Vol verlangen heb ik op de Heer gewacht en hij boog zich naar mij toe, hij heeft mijn roep om hulp gehoord. Hij trok mij uit de kuil van het graf, uit de modder, uit het slijk. Hij zette mij neer op een rots, een vaste grond voor mijn voeten. Hij gaf mij een nieuw lied in de mond, een lofzang voor onze God. Mogen velen het zien vol ontzag en vertrouwen op de Heer. (Vulgaat: Psalm 39:2-4) III Alleluia. Laudate Dominum in sanctis Ejus. Laudate Eum in firmamente virtutis Ejus. Laudate Dominum. Laudate Eum in virtutibus Ejus. Laudate Dominum in sanctis Ejus. Laudate Eum secundum multitudinem magnitudinis Ejus. Halleluja. Looft God in zijn heiligdom. Looft Hem in zijn machtig uitspansel. Looft God. Looft Hem om zijn machtige daden. Looft God in zijn heiligdom. Looft Hem naar zijn geweldige grootheid. 9 SI 6 Laudate Eum in sono tubae. Laudate Eum. Alleluia. Laudate Dominum. Laudate Eum. Laudate Eum in timpano et choro. Laudate Eum in cordis et organo. Laudate Eum in cymbalis, benesonantibus. Laudate Eum in cymbalis jubilationis. Laudate Dominum. Laudate Eum. Omnis spiritus laudet Dominum. Omnis spiritus laudet Eum. Alleluia. Laudet Dominum. (Psalm 150) Looft Hem met bazuingeschal. Looft Hem. Halleluja. Looft God. Looft Hem. Looft Hem met tamboerijn en reidans. Looft Hem met snarenspel en fluit. Looft Hem met klinkende cimbalen. Looft Hem met schallende cimbalen. Looft God. Looft Hem. Alles wat adem heeft, love de Here. Halleluja. Looft God. 53e seizoen 31 mei 2014 uitvoerenden Jukka-Pekka Saraste De Fin Jukka-Pekka Saraste (1956) begon zijn loopbaan als violist, alvorens aan de Sibelius-Academie directie te gaan studeren bij Jorma Panula. Laatromantisch en eigentijds repertoire vormen de kern van zijn werk. Hij werkte samen met componisten als Henri Dutilleux, Magnus Lindberg en Kaja Saariaho. Recentelijk dirigeerde hij vioolconcerten van Pascal Dusapin en Kimmo Hakola en werk van Philippe Schœller en Carmine Emanuele Cella – vier wereldpremières. Sinds het begin van seizoen 2010-2011 is 10 THOMAS KOST Jukka-Pekka Saraste Saraste chef-dirigent van het WDR Sinfonieorchester Köln. In de periode 2006-2013 was hij chef-dirigent en artistiek leider van het Filharmonisch Orkest van Oslo (waar hij sindsdien eredirigent is). Eerder was hij onder meer chef bij het Symfonieorkest van de Finse Radio en het Toronto Symphony Orchestra en eerste gastdirigent bij het BBC Symphony Orchestra. Sinds kort is hij artistiek adviseur van het Fins Kamerorkest en artistiek leider bij het jaarlijkse Tammisari Festival van dit orkest. Jukka-Pekka Saraste was onder andere te 11 gast bij de grote Noord-Amerikaanse orkesten, bij het Philharmonia Orchestra, het London Philharmonic, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Symphonieorchester des Bayerischen Rundfunksen het Orchestra Filarmonica della Scala. Op cd legde hij onder andere de symfonieën van Sibelius en Nielsen vast, enkele werken van Dutilleux, en Mahlers Zesde en Negende symfonie. In De Vrijdag van Vredenburg dirigeert Saraste 20 februari 2015 onder andere de Tweede symfonie van Sibelius. Eerder in de Matinee: Debussy Images, Mendelssohn Vioolconcert & Sibelius Tapiola (1990) Gijs Leenaars 12 Gijs Leenaars Gijs Leenaars studeerde piano en ontving orkestdirectielessen van Joop van Zon, studeerde koordirectie bij Jos Vermunt en zang bij Paula de Wit. Gijs Leenaars is artistiek leider van Bachkoor Holland en was assistent-dirigent bij de Radio Kamer Filharmonie en het Radio Filharmonisch Orkest. Hij is regelmatig te gast bij La Filarmonica di Torino in Italië en repetitor bij Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerkoor. Het afgelopen seizoen dirigeerde Gijs Leenaars concerten bij onder andere Cappella Amsterdam, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Radio Kamer Filharmonie. Het huidige seizoen dirigeert hij o.a. Cappella Amsterdam in een a cappella programma van twinstigste-eeuwse koorwerken. Gijs Leenaars werkt sinds het seizoen 2004-2005 geregeld samen met het Groot Omroepkoor, eerst als assistentdirigent en daarna als gastdirigent. In het seizoen 2012-2013 is hij Celso Antunes opgevolgd als chef-dirigent van het Groot Omroepkoor. Josef Auer Simon Bernhard St. Florianer Sängerknaben Met het jaar 1071 als oprichtingsjaar behoren de St. Florianer Sängerknaben tot de oudste en meest traditierijke jongenskoren in de wereld. Anton Bruckner, die in de Stiftskirche onder ‘zijn’ orgel begraven ligt, behoorde ooit tot zijn leden. De uitvoering van kerkmuziek behoort zoals altijd tot de kerntaken van het koor, maar als muzikale ambassadeurs van Oberösterreich treedt het ook op in de hele wereld. De laatste tien jaar bereisde het koor alle werelddelen en trad op bij festivals als de Salzburger Festspiele, de Wiener Festwochen en het Festival d’Aix-en-Provence. Het werkte samen met orkesten als de Wiener Philharmoniker en het Cleveland Orchestra. Franz Welser-Möst, Generalmusikdirektor van de Wiener Staatsoper, is erepresident van de Vereniging ‘Freunde der St. Florianer Sängerknaben’. Solisten uit het koor zingen dikwijls voor jongens geschreven partijen als de drei Knaben in Die Zauberflöte, Yniold in Pelléas und Alexander Eder Mélisande, Miles in Turn of the Screw, junge Hirten in Tannhäuser of Oberto in Alcina. Naast de ‘grote’ opera brengen de Sängerknaben ook operauitvoeringen met een volledige jongens-cast (met pianobegeleiding). De omvangrijke discografie van het koor omvat niet alleen traditionele Oostenrijkse muziek, volks- en kerstliederen, maar ook opnamen van oude muziek met gespecialiseerde ensembles op historische instrumenten. Artistiek leider is sinds 1983 Frans Farnberger, die na zijn studie in Wenen gedurende acht jaar Kapellmeister van de Wiener Sängerknaben was, en die ook doceert aan de Anton Bruckner Universität. Eerder in de Matinee: Rihm Jakob Lenz (2012), Mozart Die Zauberflöte (2012) 13 Radio Filharmonisch Orkest Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO) bezet een prominente plaats in het Nederlandse muziekleven. Door een onuitputtelijk streven naar de hoogste artistieke kwaliteit en een uitgebalanceerde programmering groeide het momenteel honderd musici sterke orkest uit tot een van de beste orkesten van Nederland. Het orkest werd in 1945 opgericht door Albert van Raalte en werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo de Waart en Jaap van Zweden. In 2012 werd Markus Stenz aangesteld als chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent James Gaffigan is vaste gastdirigent sinds het seizoen 2011-2012. Met ingang van augustus 2013 maakt het RFO deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Groot Omroepkoor en de productie-afdeling van de concert series van Radio 4 (NTR, Avro en Tros). Het RFO werkte samen met befaamde gastdirigenten als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccar do Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit, Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas, Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös, Vladimir Jurowsky en Valery Gergiev. Het RFO levert belangrijke bijdragen aan de NTR ZaterdagMatinee en Het Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het RFO excelleert in bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en concertante opera-uitvoeringen, waar- 14 bij het regelmatig eerste uitvoeringen in Nederland en wereldpremières betreft. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO onder andere te horen op het Festival Musica 2008 en tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal Albert Hall. Het Radio Filharmonisch Orkest heeft een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. Op verschillende labels verschenen vanaf de jaren ’70 legendarische grammofoonplaten met dirigenten als Leopold Stokowski en Antal Doráti. Onder leiding van Jean Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd met Frans repertoire. Opnamen van de complete symfonieën van Mahler onder leiding van Edo de Waart verschenen op cd, alsook een unieke Wagner-box en de complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey, Klas Torstensson en Jan van Vlijmen werden onderscheiden met prijzen en eervolle vermeldingen. Met dirigent Mark Wigglesworth werden de symfonieën van Sjostakovitsj op cd vastgelegd, en onder leiding van Jaap van Zweden verscheen een Bruckner-cyclus. De live-registratie van Wagners Parsifal, in de NTR ZaterdagMatinee onder leiding van Van Zweden, werd onderscheiden met de Edison Klassiek 2012 in de categorie Opera. www.radiofilharmonischorkest.nl volg het Radio Filharmonisch Orkest op twitter (@radiofilhorkest) en facebook Groot Omroepkoor Het Groot Omroepkoor is met zestig vocalisten het grootste professionele koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed repertoire, uiteenlopend van barok tot en met eigentijdse muziek. Voor de uitvoering van dit repertoire werkt het koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van het werk en de wens van de dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte samen met gastdirigenten als Marcus Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman en Kaspars Putnin ¸ š, met oude-muziekspecialisten als Frans Brüggen, Philippe Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en Ton Koopman. In het grote koor-symfonische repertoire en concertante operaproducties werd opgetreden onder leiding van dirigenten als Jaap van Zweden, Riccardo Chailly, Peter Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss Jansons. Het Groot Omroepkoor treedt veelal op met het Radio Filharmonisch Orkest in de concertseries van de publieke omroep, en wordt daarnaast met enige regelmaat uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Berliner Philharmoniker. In de NTR ZaterdagMatinee voerde het koor vele wereldpremières uit, en werken van hedendaagse componisten als Ligeti, Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met opnamen van onder meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner. De eerste officiële chef-dirigent van het Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright, Simon Halsey en Celso Antunes chef-dirigent van het koor. Sinds het seizoen20122013 is Gijs Leenaars chef-dirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent van het koor sinds september 2010. Vanaf augustus 2013 maakt het Groot Omroepkoor deel uit van de Stichting Omroep Muziek, samen met het Radio Filharmonisch Orkest en de productieafdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR, Avro en Tros). www.grootomroepkoor.nl volg het Groot Omroepkoor op twitter (@grootomroepkoor) en facebook 15 Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor BESCHERMHEER EERSTE VIOOL CELLO HOORN CHEF-DIRIGENT SOPRAAN TENOR Bernard Haitink Joris van Rijn Elisabeth Perry Semjon Meerson Alexander Baev Fred Gaasterland Maria Escarabajal Alberto Facanha Johnson Mariska Godwaldt Julija Hartig Kerstin Kendler Anna Korpalska Pedja Milosavljevic Theo Ploeger Pieter Vel Ruud Wagemakers Peter Weimar Michael Stirling Anton Istomin Eveline Kraayenhof Harm Bakker Mirjam Bosma Crit Coenegracht Anneke Janssen Ansfried Plat Rebecca Smit Arjen Uittenbogaard Annelies van Nuffelen Toine Martens Fréderick Franssen Laurens Otto Gijs Leenaars Alan Belk Sebastian Brouwer Kevin Doss Boguslaw Fiksinski Mattijs Hoogendijk Gerben Houba Peter-Paul Houtmortels Marius Kwaks Falco van Loon Ioan Micu Matthew Minter Albert van Ommen Matthew Smith Henk Vels John Vredeveldt Deniz Yilmaz Paul Jussen Nicky de Bie stagiaire Kathelijn van Dongen Elma van den Dool Daphne Druijf Loes Groot Antink Anitra Jellema Marielle Kirkels Simone Manders Charlotte Munnik Tanja Obalski Judith Petra Margo Post Maja Roodveldt Annette de Rozario Anne Martha Schuitemaker stagiaire Henda Strydom Liesbeth Vanderhallen Dorien Verheijden Esther de Vos Anne-Christine Wemekamp Yuko Yagishita SLAGWERK ALT BAS Hans Zonderop Mark Haeldermans Vincent Cox Esther Doornink Arjan Roos Irina Bedicova stagiaire Yvonne Benschop Femke de Boer Nicoline Bovens Daniëlla Buijck Ans van Dam Marjan van Eldik Elsbeth Gerritsen Marleene Goldstein Karolina Hartman Jose Kamminga Anneke Leenman Els Liebregt Suzanne Meessen Netty Otter-Visser Anjolet Rotteveel Janneke Vis Lisinka de Vries Harda van Wageningen Anke Zuithoff Pierrette de Zwaan Gert-Jan Alders Erks Jan Dekker Mathias Dirks Peter Duyster Geert van Hecke Henk van Heijnsbergen Pieter Hendriks Daniël Hermán Mostert Itamar Lapid Hans Pootjes Ludovic Provost Mitchell Sandler Lars Terray Hans de Vries Nanco de Vries Jan van Zelm CHEF-DIRIGENT Markus Stenz HONORARY CHIEF CONDUCTOR Jaap van Zweden ERE-DIRIGENT Edo de Waart VASTE GASTDIRIGENT James Gaffigan ASSISTENT-DIRIGENT Karel Deseure TWEEDE VIOOL Andrea van Harmelen Eveline Trap Sarah Loerkens Esther de Bruijn Michiel Eekhof Wouter Groesz Annemarie van Helderen Ingrid van Leeuwen Guido Muller Renate van Riel Alexander van den Tol Frits Wagenvoorde Robbert Honorits Iina Laasio Josje ter Haar 16 TROMPET Hessel Buma Hans van Loenen Jacco Groenendijk Raymond Rook Hans Verheij CONTRABAS Rien Wisse Walter van Egeraat Annika Hope Edward Mebius Jim Schultz Sjeng Schupp Stephan Wienjus Servaas Jessen TROMBONE Herman Nass Victor Belmonte Albert Brandt Attema TUBA Bernard Beniers PAUKEN FLUIT Ingrid Geerlings Ellen Alberts Carla Meijers Maike Grobbenhaar Jana Machalett HOBO Aisling Casey Hans Wolters Marjolein Koning Yvonne Wolters Gerard van Andel ALTVIOOL KLARINET Francien Schatborn Frank Brakkee Huub Beckers Igor Bobylev Sabine Duch Annemijn den Herder Erik Krosenbrink Robert Meulendijk Lotte de Vries Ewa Wagner Anna Magdalena den Herder Annemieke Huls Frank van den Brink Esther Misbeek Diede Brantjes Sergio Hamerslag FAGOT Jos Lammerse Freek Sluijs Birgit Strahl Desirée van Vliet HARP Ellen Versney CELESTA/PIANO Stephan Kiefer Ana Sanchez-Donate VASTE GASTDIRIGENT Michael Gläser SAXOFOON Femke IJlstra 17 VIJF GROOTSE DIRIGENTEN de serie symfonisch i in 2014-2015 Vanaf morgen, zondag 1 juni, kunt u ook losse kaarten kopen. Maar misschien wilt u nog een mooi abonnement? Bernard Haitink Haitink, Plasson en Petrenko Bernard Haitink viert zijn 60-jarig jubileum als dirigent met het orkest waar hij ooit als chef begon: het Radio Filharmonisch Orkest. Hij opent het seizoen met repertoire dat hem op het lijf geschreven is: de Sieben frühe Lieder van Berg, ‘Isoldes Liebestod’ uit Wagners Tristan und Isolde en de Vierde symfonie van Mahler. Soliste is ChristianeKarg. Verder in de serie Symfonisch I onder andere Saint-Saëns’ ‘Egyptische’ Vijfde pianoconcert (met Louis Lortie en Michel Plasson) en Berlioz’ Harold en Italie (met Vasily Petrenko en Lawrence Power). Górecki en Adams Nieuwer werk klinkt, als Reinbert de Leeuw de langverwachte Vierde symfonie van Górecki aan u voorstelt. En Markus Stenz leidt ‘zijn’ Radio Filharmonisch Orkest in Stravinsky’s Petroesjka en een nieuw werk van John Adams: Absolute Jest, misschien wel ’s werelds langste scherzo. 14 feb 6 sept Górecki ná de Klaagliederen Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Reinbert de Leeuw; Jean-Guihen Queyras cello Górecki Vierde symfonie opdrachtwerk london philharmonic orchestra, southbank centre, los angeles philharmonic en ntr zaterdagmatinee - nederlandse première Sibelius De bard ‘t Plezier van nutteloze bezigheden 8 nov Sjostakovitsj Tweede celloconcert Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Michel Plasson; Louis Lortie piano Ravel Valses nobles et sentimentales Homo ludens 28 mrt Saint-Saëns Vijfde pianoconcert Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Markus Franck Symfonie Stenz; Doric String Quartet Haydn Symfonie nr. 22 ‘Der Philosoph’ Retourtje Italië 17 jan Adams Absolute Jest Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Vasily nederlandse première Petrenko Stravinsky Petroesjka Simon Trpcˇeski piano, Lawrence Power volledige balletmuziek altviool Reinbert Respighi Pini di Roma de Leeuw Rachmaninov Rapsodie op een thema van Paganini Berlioz Harold en Italie Bernard Haitinks jubileum Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Bernard Haitink Christiane Karg sopraan Wagner Isoldes Liebestod Berg Sieben frühe Lieder Mahler Vierde symfonie bestel via de kassa 0900 6718345 of via internet concertgebouw.nl/series Michel Plasson 18 Vasily Petrenko Markus Stenz 19 vrijdag 6 juni 2014, 20.15 uur Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht TOD UND VERKLÄRUNG EN EEN PREMIÈRE Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor Antony Hermus dirigent Katrien Baerts sopraan Detlef Roth bariton Beethoven Elegischer Gesang Strauss Tod und Verklärung Laman Requiem Songs opdrachtwerk de vrijdag van vredenburg - wereldpremière VOLGEND SEIZOEN TERUG NAAR VREDENBURG! Na zeven jaren keert De Vrijdag van Vredenburg volgend seizoen eindelijk terug naar de zaal waar het allemaal begon: de ‘oude’ Grote Zaal in het nieuwe TivoliVredenburg. Op radio4.nl/vrijdagvanvredenburg vindt u het complete programma. IVAR PEL 20
© Copyright 2025 ExpyDoc