SLOTCONCERT Radio Filharmonisch Orkest Groot Omroepkoor

SI6
symfonisch i-6 53e seizoen
SLOTCONCERT
zaterdag 31 mei 2014 14.15-16.10 uur
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Jukka-Pekka Saraste dirigent
Gijs Leenaars koordirigent
solisten van de St Florianer Sängerknaben
Josef Auer, Simon Bernhard en Alexander Eder
Henri Dutilleux 1916-2013
The Shadows of Time 1995-1997
cinq episodes pour orchestre
Les Heures
Ariel maléfique
Mémoire des ombres
- Interlude Vagues de lumière
Dominante bleue?
Igor Stravinsky 1882-1971
Psalmensymfonie 1930
Exaude orationem meam, Domine
Expectans expectavi Dominum
Alleluia. Laudate Dominum
pauze
Sergej Rachmaninov 1873-1943
Symfonische dansen opus 45 1940
Non allegro
Andante con moto (Tempo di valse)
Lento assai – Allegro vivace – Lento assai – Allegro vivace
SI
6
53e seizoen 31 mei 2014
Alle concerten die net niet in uw
abonnement zaten, maar u óók niet
zou willen missen...
Losse kaarten voor het nieuwe seizoen
kunt u vanaf morgen, 1 juni bestellen.
 vanaf 0.00 uur via de website: concertgebouw.nl
 vanaf 10.00 uur via de kassa: 0900-6718345 (€1 p/g)
Facebook en Twitter
Volg het laatste­nieuws
rond de NTR Zaterdag­
Matinee op onze eigen
Facebook-pagina en klik
‘vind ik leuk!’
... en op twitter:
@ZaterdagMatinee
Uitzending
Radio 4
Dit concert wordt live
uit­gezonden via Radio­ 4.
Via de website kunt u
de gehele uitzending
terugluisteren. Klik daarvoor vanaf maandag op
‘luister concerten’.
 radio4.nl
2
Morgen in NTR Podium
documentaires en
concertregistraties op ned 2
zo 1 juni 13.00 uur
ma 2 juni 0.05 uur
Remy van Kesteren – De
wereld als harp Regisseur Jan
Kelder maakte een portret van de
harpist Remy van Kesteren (25), die
dit seizoen besloot zich ook in jazz en
pop te verdiepen en compositielessen
nam bij Willem Jeths. Kees van Kooten, Hans van
Manen, Claron McFadden, Martin Fondse, Herman
van Veen: choreografen, schrijvers, zangers, componisten werken met hem samen.
Hierna: The Old Man and Me, dansfilm van Hans
van Manen, een luchtige ode aan de liefde, gemaakt
voor Sabine Kupferberg en Gérard Lemaitre, twee
oudere sterdansers van het NDT. In dit komische
duet hebben de onvolprezen toneelpersoonlijkheden niet meer nodig dan elkaar en een klein houten
bankje.
 ntr.nl/ntrpodium
Dutilleux, Stravinsky en Rachmaninov
Henri Dutilleux
Eenheid van ruimte en tijd
Henri Dutilleux groeide op in een zeer
kunstlievend milieu. Zijn overgrootvader van vaderskant was een kunstschilder die Delacroix en Cortot tot zijn
vrienden had gerekend en zijn grootvader van moederskant was een musicus
die Fauré en Roussel goed had gekend.
Alle vier de kinderen uit het gezin
Dutilleux werden als musicus opgeleid
aan het conservatorium van Douai,
waarvan de genoemde grootvader
directeur was geweest. Henri vervolgde
zijn opleiding in Parijs en sloot haar in
1939 af met het behalen van de Prix de
Rome. Door het uitbreken van de
Tweede Wereldoorlog moest hij het
daaraan verbonden verblijf in Italië
echter nog in datzelfde jaar afgebreken.
In de jaren na de Tweede Wereldoorlog
was Dutilleux achtereenvolgens werkzaam als koorleider bij de Opéra, als
artistiek adviseur bij Radio France en
als docent aan het Conservatoire. Als
componist schreef Dutilleux, die al zijn
voor 1947 geschreven werken heeft
verworpen, aanvankelijk veel muziek
voor film en toneel, maar na zijn Eerste
symfonie uit 1950 heeft hij zich vooral
toegelegd op grote, uiterst verfijnde
werken voor orkest.
Dutilleux componeerde The Shadows of
Time in de jaren 1995-1997. In 1995 werd
herdacht dat de Tweede Wereldoorlog
vijftig jaar geleden was beëindigd, en
dat heeft, zoals uit Dutilleux’s toelichting blijkt, zijn stempel op het werk
gedrukt:
“In de vijf met elkaar verbonden delen
waaruit The Shadows of Time is samengesteld, ben ik, zoals in mijn meeste
werken, trouw gebleven aan het principe van eenheid van ruimte en tijd. Ik
verwijs naar tijdloze beelden en lang
vervlogen gebeurtenissen, die met het
verstrijken van de tijd niets aan intensiteit hebben ingeboet en mij nog steeds
achtervolgen. De titels van de vijf delen
luiden als volgt: ‘Les Heures’ [De Uren],
‘Ariel maléfique’ [Ariel als brenger van
Henri Dutilleux
3
onheil], ‘Mémoire des ombres’ [Herinpassage waarin lang aangehouden
nering aan de schaduwen], ‘Vagues de
akkoorden in de strijkers en houtblalumière’ [Golven van licht] en ‘Domizers enigszins jazzy aandoende soli
nante Bleue?’ [Overheersend blauw?]. In voor de koperblazers begeleiden. Een
de door een ‘Interlude’ gevolgde midcanon van chromatisch stijgende
delste episode, ‘Mémoire des ombres’,
glissandi in de gediviseerde strijkers
zingen kinderstemmen de eenvoudige
mondt uit in een reprise van de fanfare.
woorden ‘Waarom wij?, Waarom de
Een lang naklinkende slag op de tamster?’. Een verwijzing naar de tragedie
tam leidt naar het tweede deel.
van Anne Frank. De episode is opgedra- Dit ‘Ariel maléfique’ is een demonisch
gen aan alle kinderen van de wereld, de scherzo. Dutilleux heeft Shakespeares
onschuldigen.
Ariel (de luchtgeest in dienst van de
Na de episode ‘Vagues de lumière’, een
goede tovenaar Prospero in The Tempest)
langzame progressie van duisternis
getransformeerd tot een kwikzilverachnaar de metaalachtige schittering van
tig duiveltje. Tegenover flageoletde blaasinstrumenten, volgt het laatste akkoor­den in de gediviseerde contradeel. Het is een bedrieglijk slot, waarbassen zetten de overige strijkers een
mee ik een gevoel van innerlijke onzecanonisch opgezet perpetuum mobile
kerheid en twijfel heb willen uitdrukin. De drukke beweging wordt even
ken, wat door de titel ‘Dominante
onderbroken door een (van de fanfare
bleue?’ onderstreept wordt. Het orkesuit ‘Les Heures’ afgeleide) snerpende
trale weefsel is hier minder dicht en
solo van de es-klarinet en een als een
wordt soms met geweld verscheurd, tot jankende hond klinkend glissando van
uiteindelijk, in filigraan, het onverbidde kleine Chinese gong, maar verdelijk tikkende uurwerk uit de eerste
spreidt zich daarna weer over het hele
pagina’s van de partituur terugkeert.”
orkest. Met vogelgekwetter in de fluiten
en de etherische klanken van de harp
‘Les Heures’ opent met een fanfare voor en de celesta sluit het deel liefelijk af.
de trompetten en trombones. De
Een ijl tremolo in het hoge register van
dalende en geleidelijk versnellende
de violen bewerkstelligt de overgang
melodische lijn lijkt een vrije val weer
naar het derde deel, ‘Mémoire des
te geven en is als in een hoketus over de ombres’. Het tremolo wordt als orgelelkaar beantwoordende (en overlappunt gehandhaafd en de kinderstempende) inzetten van vier trompetten en men doen hun intrede. Eerst tekstloos
drie trombones verdeeld. Na deze fatale (la, la, la), later met de woorden “waarfanfare zetten de templeblocks het
om wij?, waarom de ster?”. De melodie
droge tikken van een uurwerk in dat in van de kinderen wordt in een koraal
het hele deel gehandhaafd zal worden. van de houtblazers uitgewerkt. “In de
Een kronkelende, oosters aandoende
geest van het gregoriaans”, schrijft
melodie in de blazers leidt naar een
Dutilleux voor. Ook hier keert de
4
“Mijn ‘Dominante bleue?’ wordt beheerst door twijfel.
Enkele belangrijke uitzonderingen daargelaten,
betwijfel ik of de mens zijn omstandigheden op
aarde wel zo veel verbeterd heeft als hij denkt.”
- Henri Dutilleux
fanfare uit het eerste deel terug. Met
terugkeer van het tikkende uurwerk uit
een klap van de zweep wordt het
het eerste deel wordt bewerkstelligd.
kopergeweld abrupt afgebroken. Het
Over de “innerlijke onzekerheid” die in
deel sluit af met naargeestig gerommel ‘Dominante bleue?’ wordt uitgedrukt,
in de contrabassen en een solo voor de
heeft Dutilleux nog het volgende
pauken.
verklaard: “Mijn ‘Dominante bleue?’
Na een generale rust volgt de op een
wordt beheerst door twijfel. Enkele
spilnoot (gis) gebaseerde Interlude. In
belangrijke uitzonderingen daargela‘Vagues de lumière’ wordt de spilnoot
ten, betwijfel ik of de mens zijn omstanuit deze Interlude overgenomen. De
digheden op aarde wel zo veel verbeblazers overheersen, en de opeenstape- terd heeft als hij denkt.”
ling van virtuose guirlandes resulteert
in fel gekleurde timbres. De hectiek
Psalmensymfonie
wordt twee keer door een unisono
“Deze symfonie is gecomponeerd ter ere
onderbroken. Het tweede unisono gaat van GOD en opgedragen aan het Boston
over in de fanfare uit het eerste deel,
Symphony Orchestra ter gelegenheid
waarmee ‘Vagues de lumière’ afsluit.
van zijn vijftigjarig bestaan”, aldus de
Een lang aangehouden noot in de celli – het geestelijke en wereldlijke broederzorgt voor de verbinding met het
lijk naast elkaar plaatsende – opdracht,
laatste deel, ‘Dominante bleue?’
waarvan Igor Stravinsky zijn in 1930
Na een koraal in de strijkers en een solo gecomponeerde Psalmensymfonie voorvoor de trompet klinkt in het hoge
zag.
register van de violen nog een keer de
Het verzoek om een niet nader gespecimelodie van het ‘pourquoi nous’.
fieerd werk was hem een jaar eerder
‘Spookachtig, zonder lyriek’, vermeldt
gedaan door Serge Koussevitzky, de
de partituur.
dirigent van het BSO. In zijn herinneDe harp en de marimba introduceren
ringen beschrijft Stravinsky hoe het
opnieuw een spilnoot, waarmee de
idee van een symfonie met psalmen
5
6
laten vertalen. Bij de behandeling van
een subliem onderwerp moest alles wat
naar het alledaagse zweemt vermeden
worden: “De keuze [voor het Latijn] had
het grote voordeel dat het me een
medium bood dat niet dood was, maar
versteend, en in zijn monumentaliteit
immuun was voor het risico van banaliteit.”
De allergie voor banaliteit komt ook tot
uitdrukking in de orkestbezetting. Voor
klarinetten, violen en altviolen – met
hun sensuele, ‘gevoelige’ klank – is
geen plaats.
Contrapuntische verwikkelingen en
een minatuur-‘Walkurenrit’
De Psalmensymfonie heeft drie delen.
Het eerste deel opent met een slag­
akkoord dat de er onmiddellijk op
volgende doorlopende zestienden in de
hobo en fagot op onverwachte momenten zal afkappen. Als de piano de
zestienden overneemt, anticiperen de
hoorns op de uit slechts twee noten
bestaande eerste frase ‘exaudi orationem meam’ (hoor mijn gebed) van de
alten. Het door de houtblazers gevormde ostinato van vier noten dat deze
frase begeleidt is het model voor de
ostinati die zullen volgen en keert aan
het slot terug.
Het tweede deel, een dubbelfuga, bevat
de ‘contrapuntische verwikkelingen’
die Stravinsky in gedachten had. De
eerste fuga voor de hobo’s en fluiten is
vierstemmig. Het thema is een variant
(de derde noot is een octaaf omhoog
getransponeerd) van het model-ostinato
uit het eerste deel. De tweede fuga is
lijkt er zelf verbaasd over: “Nooit eerder
had ik zoiets letterlijks geschreven als
de triolen in de hoorns en de piano die
de paarden en de wagen suggereren.”
In de serene coda imiteert een kwartenostinato in de pauken, piano’s en
harpen het luiden van klokken.
Symfonische dansen
In 1917 vluchtte Sergej Rachmaninov
wegens de revolutie uit Rusland, en een
jaar later vestigde hij zich in de Verenigde Staten. Hij heeft de tweede helft
van zijn werkzame leven in vrijwillige
ballingschap doorgebracht, maar
slechts zes van zijn belangrijke composities zijn buiten Rusland ontstaan.
Igor Stravinsky
In zijn vaderland werd Rachmaninov in
gelijke mate als componist, dirigent en
voor het koor. De eerste inzet van het
pianist gewaardeerd, maar daarbuiten
nieuwe thema (sopranen) heeft het
was hij vrijwel uitsluitend als pianist
thema van de orkestfuga als bas. Na de
bekend. Zo moest hij zich noodgedwonexpositie van de koorfuga worden beide gen op een loopbaan als concertpianist
fuga’s in omgekeerde volgorde zeer
toeleggen. Hij heeft in de jaren na 1918
beknopt (met elkaar overlappende en
meer dan duizend recitals gegeven,
ingekorte thema’s) herhaald.
zodat het niet verwonderlijk is dat het
Het laatste deel bestaat uit drie secties: componeren erbij inschoot. De Symfonieen langzame inleiding, een sneller
sche dansen, Rachmaninovs laatste
middendeel en een langzaam coda. De
oorspronkelijke werk, werden in de
snelle sectie opent met een instrumen- zomer van 1940 in Long Island in schets
taal voorspel. Gerepeteerde noten in de voltooid en in de maanden daarna
fagotten en hoorns (op het ritme van
tussen de bedrijven van een tournee
‘Laudate Domine’) leiden naar een
door georkestreerd.
hectische passage met omhoogschieRachmaninov heeft de Dansen van meet
tende gebroken drieklanken in galoppe- af aan als balletmuziek geconcipieerd,
rende triolen. Deze miniatuurwaarbij hij Michel Fokine als choreo‘Walkurenrit’ is volgens Stravinsky
graaf in gedachten had. Fokine, die een
geïnspireerd door het verhaal van de
paar jaar eerder de Rapsodie op een thema
profeet Elia die in een wagen van vuur
van Paganini tot een ballet had omgeten hemel stijgt (2 Koningen 2.11). Hij
vormd, toonde interesse in het project,
D. J. CULVER
ontstond: “Ik overwoog uit welk klankmateriaal ik mijn symfonische bouwwerk zou optrekken. Mij stond een
symfonie met uitgebreide contrapuntische verwikkelingen voor de geest, en
om in deze vorm te kunnen werken
moest ik ook mijn middelen uitbreiden.
Om die reden koos ik voor een ensemble van koor en orkest. Het ene element
zou het andere echter niet mogen
overheersen, beide zouden geheel
gelijkwaardig zijn. Voor de tekst zocht
ik naar gedichten die bedoeld waren
om gezongen te worden. Daarbij dacht
ik natuurlijk meteen aan de psalmen.”
Dat Stravinsky ‘meteen’ aan de psalmen
dacht, komt wellicht voort uit het feit
dat hij in 1926, na een mystieke ervaring, was teruggekeerd tot de Russischorthodoxe kerk die hij omstreeks 1910
had verlaten. Na het Pater noster dat hij
toen componeerde is de Psalmensymfonie
zijn tweede religieuze werk.
Voor de teksten koos Stravinsky psalm
38 (verzen 13 en 14), een gebed om
genade, psalm 39 (verzen 2-4), een
nieuw danklied, en psalm 150 (volledig),
waarin God ‘met zingen en spelen’ lof
wordt gebracht. Stravinsky koos aanvankelijk voor de Russische vertaling van
de psalmen, zoals hij voor het Pater
noster oorspronkelijk ook op de kerkslavische versie teruggreep, maar besloot
al in een vroeg stadium van de compositie de Latijnse teksten uit de Vulgaat (de
door de rooms-katholieke kerk geauthoriseerde vertaling) te gebruiken. De
reden zal dezelfde geweest zijn die hem
ertoe bracht de oorspronkelijke Franse
tekst van Oedipus Rex in het Latijn te
7
SI
6
de altsaxofoon. De onmiddellijk volgende herhaling van de melodie is al
even ongebruikelijk geïnstrumenteerd:
violen, piano en harp.
De tweede dans is een wals. De sfeer is
onwezenlijk en er klinkt vrijwel voortdurend een ondertoon van dreiging en
onrust. De invloed van Maurice Ravel
(Valses nobles et sentimentales, La valse) is
hier onmiskenbaar.
De derde dans heeft opnieuw een
ABA-vorm. Nadat de campanelli met
twaalf slagen middernacht hebben
geluid, volgt in de strijkers een tarantella-achtig thema waarin het Dies irae
verborgen zit. De gregoriaanse melodie
van het Dies irae, het deel uit de dodenSergej Rachmaninov
mis waarin de verschrikkingen van de
maar zijn dood in 1942 heeft de realisa- dag des oordeels worden beschreven,
tie ervan verijdeld. Over een eventueel
moet Rachmaninov mateloos hebben
scenario is niets bekend, maar volgens
gefascineerd. Hij heeft haar talloze
Sofia Satina, Rachmaninovs schoonzus- malen, bijvoorbeeld in Het dodeneiland
ter, droegen de de drie delen van de
en in de Paganini-rapsodie, geciteerd. Het
Symfonische dansen aanvankelijk de titels Dies irae treedt voor het eerst onver‘middag’ (of ‘ochtend’), ‘avond’ en
huld op in de piccolo en de fluiten en
‘nacht’.
zal vervolgens, ook in de langzame
B-sectie, in talloze varianten vrijwel
alomtegenwoordig blijven.
Het laatste woord
Toch
heeft het Dies irae niet het laatste
De eerste dans heeft een ABA-vorm. Na
een inleiding, waarin een motiefje van woord. Nadat het triomfantelijk in het
koper heeft geschetterd, citeert Rachdrie noten (hanengekraai in de ochmaninov vlak voor het slot – het wordt
tend?) op het hoofdthema anticipeert
en het neventhema, een reeks staccato- in de partituur uitdrukkelijk vermeld
– de melodie van het Halleluja uit het
akkoorden, wordt geïntroduceerd,
volgt, begeleid door hamerende akkoor- negende deel (Gezegend zijt Gij, Oh
den in de strijkers, het volledige hoofd- Heer) van zijn Vespers.
Een overwinning van het leven op de
thema in de houtblazers. De B-sectie
dood?
opent met een solo voor de hobo die
uitmondt in een lange, weemoedige en
Marco Nakken
uitgesproken Russische melodie voor
8
53e seizoen 31 mei 2014
Psalmensymfonie - gezongen teksten
I
Exaudi orationem meam, Domine et
deprecationem meam. Ne sileas.
Quoniam advena ego sum apud te et
peregrinus, sicut omnes patres mei.
Remitte mihi, ut refrigere prius quam
abeam et amplius non ero.
Hoor mijn gebed, Heer,luister naar mijn
hulpgeroep. Wees niet doof voor mijn
verdriet, Want een vreemdeling ben ik,
bij u te gast, zoals ook mijn voorouders
waren. Wend uw straffende blik van mij
af, dan beleef ik nog vreugde voordat ik
heenga en niet meer ben.
(Vulgaat: Psalm 38:13-14)
II
Expectans expectavi Dominum, et
intendit mihi.
Et exaudivit preces meas: et eduxit me
de lacu miseriae, et de luto faecis.
Et statuit super petram pedes meas: et
direxit gressus meos.
Et immisit in es meum canticum
novum, carmen Deo nostro.
Videbunt multi, videbunt et timebunt:
et sperabunt in Domino.
Vol verlangen heb ik op de Heer gewacht en hij boog zich naar mij toe,
hij heeft mijn roep om hulp gehoord.
Hij trok mij uit de kuil van het graf,
uit de modder, uit het slijk.
Hij zette mij neer op een rots,
een vaste grond voor mijn voeten.
Hij gaf mij een nieuw lied in de mond,
een lofzang voor onze God.
Mogen velen het zien vol ontzag
en vertrouwen op de Heer.
(Vulgaat: Psalm 39:2-4)
III
Alleluia. Laudate Dominum in sanctis
Ejus.
Laudate Eum in firmamente virtutis
Ejus. Laudate Dominum.
Laudate Eum in virtutibus Ejus.
Laudate Dominum in sanctis Ejus.
Laudate Eum secundum multitudinem
magnitudinis Ejus.
Halleluja. Looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem in zijn machtig uitspansel.
Looft God.
Looft Hem om zijn machtige daden.
Looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem naar zijn geweldige grootheid.
9
SI
6
Laudate Eum in sono tubae. Laudate
Eum.
Alleluia. Laudate Dominum. Laudate
Eum.
Laudate Eum in timpano et choro.
Laudate Eum in cordis et organo.
Laudate Eum in cymbalis, benesonantibus.
Laudate Eum in cymbalis jubilationis.
Laudate Dominum. Laudate Eum.
Omnis spiritus laudet Dominum.
Omnis spiritus laudet Eum.
Alleluia. Laudet Dominum.
(Psalm 150)
Looft Hem met bazuingeschal. Looft
Hem.
Halleluja. Looft God. Looft Hem.
Looft Hem met tamboerijn en reidans.
Looft Hem met snarenspel en fluit.
Looft Hem met klinkende cimbalen.
Looft Hem met schallende cimbalen.
Looft God. Looft Hem.
Alles wat adem heeft, love de Here.
Halleluja. Looft God.
53e seizoen 31 mei 2014
uitvoerenden
Jukka-Pekka Saraste
De Fin Jukka-Pekka Saraste (1956) begon
zijn loopbaan als violist, alvorens aan de
Sibelius-Academie directie te gaan
studeren bij Jorma Panula. Laatromantisch en eigentijds repertoire vormen de
kern van zijn werk. Hij werkte samen
met componisten als Henri Dutilleux,
Magnus Lindberg en Kaja Saariaho.
Recentelijk dirigeerde hij vioolconcerten
van Pascal Dusapin en Kimmo Hakola en
werk van Philippe Schœller en Carmine
Emanuele Cella – vier wereldpremières.
Sinds het begin van seizoen 2010-2011 is
10
THOMAS KOST
Jukka-Pekka Saraste
Saraste chef-dirigent van het WDR
Sinfonieorchester Köln. In de periode
2006-2013 was hij chef-dirigent en
artistiek leider van het Filharmonisch
Orkest van Oslo (waar hij sindsdien
eredirigent is). Eerder was hij onder
meer chef bij het Symfonie­orkest van de
Finse Radio en het Toronto Symphony
Orchestra en eerste gastdirigent bij het
BBC Symphony Orchestra. Sinds kort is
hij artistiek adviseur van het Fins Kamerorkest en artistiek leider bij het jaarlijkse
Tammisari Festival van dit orkest.
Jukka-Pekka Saraste was onder andere te
11
gast bij de grote Noord-Amerikaanse
orkesten, bij het Philharmonia Orchestra, het London Philharmonic, het
Koninklijk Concertgebouworkest, het
Rotterdams Philharmonisch Orkest, het
Symphonieorchester des Bayerischen
Rundfunksen het Orchestra Filarmonica
della Scala. Op cd legde hij onder andere
de symfo­nieën van Sibelius en Nielsen
vast, enkele werken van Dutilleux, en
Mahlers Zesde en Negende symfonie. In De
Vrijdag van Vredenburg dirigeert Saraste
20 februari 2015 onder andere de Tweede
symfonie van Sibelius.
Eerder in de Matinee: Debussy Images,
Mendelssohn Vioolconcert & Sibelius
Tapiola (1990)
Gijs Leenaars
12
Gijs Leenaars
Gijs Leenaars studeerde piano en ontving orkestdirectielessen van Joop van
Zon, studeerde koordirectie bij Jos
Vermunt en zang bij Paula de Wit.
Gijs Leenaars is artistiek leider van
Bachkoor Holland en was assistent-dirigent bij de Radio Kamer Filharmonie en
het Radio Filharmonisch Orkest. Hij is
regelmatig te gast bij La Filarmonica di
Torino in Italië en repetitor bij Cappella
Amsterdam en het Nederlands Kamerkoor. Het afgelopen seizoen dirigeerde
Gijs Leenaars concerten bij onder
andere Cappella Amsterdam, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Radio Kamer
Filharmonie. Het huidige seizoen
dirigeert hij o.a. Cappella Amsterdam in
een a cappella programma van twinstigste-eeuwse koorwerken.
Gijs Leenaars werkt sinds het seizoen
2004-2005 geregeld samen met het
Groot Omroepkoor, eerst als assistentdirigent en daarna als gastdirigent. In
het seizoen 2012-2013 is hij Celso
Antunes opgevolgd als chef-dirigent van
het Groot Omroepkoor.
Josef Auer
Simon Bernhard
St. Florianer Sängerknaben
Met het jaar 1071 als oprichtingsjaar
behoren de St. Florianer Sängerknaben
tot de oudste en meest traditierijke
jongenskoren in de wereld. Anton
Bruckner, die in de Stiftskirche onder
‘zijn’ orgel begraven ligt, behoorde ooit
tot zijn leden. De uitvoering van kerkmuziek behoort zoals altijd tot de
kerntaken van het koor, maar als
muzikale ambassadeurs van Oberösterreich treedt het ook op in de hele
wereld. De laatste tien jaar bereisde het
koor alle werelddelen en trad op bij
festivals als de Salzburger Festspiele, de
Wiener Festwochen en het Festival
d’Aix-en-Provence. Het werkte samen
met orkesten als de Wiener Philharmoniker en het Cleveland Orchestra. Franz
Welser-Möst, Generalmusikdirektor van
de Wiener Staatsoper, is erepresident
van de Vereniging ‘Freunde der St. Florianer Sängerknaben’. Solisten uit het
koor zingen dikwijls voor jongens
geschreven partijen als de drei Knaben
in Die Zauberflöte, Yniold in Pelléas und
Alexander Eder
Mélisande, Miles in Turn of the Screw,
junge Hirten in Tannhäuser of Oberto in
Alcina. Naast de ‘grote’ opera brengen
de Sängerknaben ook operauitvoeringen met een volledige jongens-cast (met
pianobegeleiding). De omvangrijke
discografie van het koor omvat niet
alleen traditionele Oostenrijkse muziek, volks- en kerstliederen, maar ook
opnamen van oude muziek met gespecialiseerde ensembles op historische
instrumenten. Artistiek leider is sinds
1983 Frans Farnberger, die na zijn
studie in Wenen gedurende acht jaar
Kapellmeister van de Wiener Sängerknaben was, en die ook doceert aan de
Anton Bruckner Universität.
Eerder in de Matinee: Rihm Jakob Lenz
(2012), Mozart Die Zauberflöte (2012)
13
Radio Filharmonisch Orkest
Het Radio Filharmonisch Orkest (RFO)
bezet een prominente plaats in het
Nederlandse muziekleven. Door een
onuitputtelijk streven naar de hoogste
artistieke kwaliteit en een uitgebalanceerde programmering groeide het
momenteel honderd musici sterke
orkest uit tot een van de beste orkesten
van Nederland. Het orkest werd in 1945
opgericht door Albert van Raalte en
werd nadien geleid door achtereenvolgens Paul van Kempen, Bernard Haitink, Jean Fournet, Willem van Otterloo, Hans Vonk, Sergiu Comissiona, Edo
de Waart en Jaap van Zweden. In 2012
werd Markus Stenz aangesteld als
chef-dirigent. De Amerikaanse dirigent
James Gaffigan is vaste gastdirigent
sinds het seizoen 2011-2012. Met ingang
van augustus 2013 maakt het RFO deel
uit van de Stichting Omroep Muziek,
samen met het Groot Omroepkoor en
de productie-afdeling van de concert­
series van Radio 4 (NTR, Avro en Tros).
Het RFO werkte samen met befaamde
gastdirigenten als Leopold Stokowski,
Kirill Kondrashin, Antal Doráti, Riccar­
do Muti, Kurt Masur, Charles Dutoit,
Mariss Jansons, Michael Tilson Thomas,
Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös,
Vladimir Jurowsky en Valery Gergiev.
Het RFO levert belangrijke bijdragen
aan de NTR ZaterdagMatinee en Het
Zondagochtend Concert in het Amsterdamse Concertgebouw, en aan De
Vrijdag van Vredenburg te Utrecht. Het
RFO excelleert in bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en
concertante opera-uitvoeringen, waar-
14
bij het regelmatig eerste uitvoeringen
in Nederland en wereldpremières
betreft. Naast de concerten in de omroepseries was het RFO onder andere te
horen op het Festival Musica 2008 en
tijdens de BBC Proms 2011 in de Royal
Albert Hall.
Het Radio Filharmonisch Orkest heeft
een indrukwekkende plaat- en cd-catalogus opgebouwd. Op verschillende
labels verschenen vanaf de jaren ’70
legendarische grammofoonplaten met
dirigenten als Leopold Stokowski en
Antal Doráti. Onder leiding van Jean
Fournet werd een serie cd’s gerealiseerd
met Frans repertoire. Opnamen van de
complete symfonieën van Mahler onder
leiding van Edo de Waart verschenen op
cd, alsook een unieke Wagner-box en de
complete orkestwerken van Rachmaninov. Cd’s met werken van hedendaagse componisten als Jonathan Harvey,
Klas Torstensson en Jan van Vlijmen
werden onderscheiden met prijzen en
eervolle vermeldingen. Met dirigent
Mark Wigglesworth werden de symfonieën van Sjostakovitsj op cd vastgelegd, en onder leiding van Jaap van
Zweden verscheen een Bruckner-cyclus.
De live-registratie van Wagners Parsifal,
in de NTR ZaterdagMatinee onder
leiding van Van Zweden, werd onderscheiden met de Edison Klassiek 2012
in de categorie Opera.
 www.radiofilharmonischorkest.nl
 volg het Radio Filharmonisch Orkest op
twitter (@radiofilhorkest) en facebook
Groot Omroepkoor
Het Groot Omroepkoor is met zestig
vocalisten het grootste professionele
koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed
repertoire, uiteenlopend van barok tot
en met eigentijdse muziek. Voor de
uitvoering van dit repertoire werkt het
koor in wisselende bezettingen, afhankelijk van het werk en de wens van de
dirigent. Het Groot Omroepkoor werkte
samen met gastdirigenten als Marcus
Creed, Peter Dijkstra, Stefan Parkman
en Kaspars Putnin
¸ š, met oude-muziekspecialisten als Frans Brüggen, Philippe
Herreweghe, Nikolaus Harnoncourt en
Ton Koopman. In het grote koor-symfonische repertoire en concertante
operaproducties werd opgetreden
onder leiding van dirigenten als Jaap
van Zweden, Riccardo Chailly, Peter
Eötvös, Sir Simon Rattle en Mariss
Jansons.
Het Groot Omroepkoor treedt veelal op
met het Radio Filharmonisch Orkest in
de concertseries van de publieke omroep, en wordt daarnaast met enige
regelmaat uitgenodigd door het Koninklijk Concertgebouworkest, het
Rotterdams Philharmonisch Orkest en
de Berliner Philharmoniker. In de NTR
ZaterdagMatinee voerde het koor vele
wereldpremières uit, en werken van
hedendaagse componisten als Ligeti,
Boulez, Birtwistle, Kagel, Reich, Wagemans, Adès en Adams. Op cd’s schittert
het Groot Omroepkoor in een breed
repertoire, met opnamen van onder
meer Keuris, MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en Wagner.
De eerste officiële chef-dirigent van het
Groot Omroepkoor was Kenneth Montgomery. Na hem waren respectievelijk
Robin Gritton, Martin Wright, Simon
Halsey en Celso Antunes chef-dirigent
van het koor. Sinds het seizoen­20122013 is Gijs Leenaars chef-dirigent.
Michael Gläser is vaste gastdirigent van
het koor sinds september 2010. Vanaf
augustus 2013 maakt het Groot Omroepkoor deel uit van de Stichting
Omroep Muziek, samen met het Radio
Filharmonisch Orkest en de productieafdeling van de concertseries van Radio
4 (NTR, Avro en Tros).
 www.grootomroepkoor.nl
 volg
het Groot Omroepkoor op twitter
(@grootomroepkoor) en facebook
15
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
BESCHERMHEER
EERSTE VIOOL
CELLO
HOORN
CHEF-DIRIGENT
SOPRAAN
TENOR
Bernard Haitink
Joris van Rijn
Elisabeth Perry
Semjon Meerson
Alexander Baev
Fred Gaasterland
Maria Escarabajal
Alberto Facanha
Johnson
Mariska Godwaldt
Julija Hartig
Kerstin Kendler
Anna Korpalska
Pedja Milosavljevic
Theo Ploeger
Pieter Vel
Ruud Wagemakers
Peter Weimar
Michael Stirling
Anton Istomin
Eveline Kraayenhof
Harm Bakker
Mirjam Bosma
Crit Coenegracht
Anneke Janssen
Ansfried Plat
Rebecca Smit
Arjen Uittenbogaard
Annelies van Nuffelen
Toine Martens
Fréderick Franssen
Laurens Otto
Gijs Leenaars
Alan Belk
Sebastian Brouwer
Kevin Doss
Boguslaw Fiksinski
Mattijs Hoogendijk
Gerben Houba
Peter-Paul Houtmortels
Marius Kwaks
Falco van Loon
Ioan Micu
Matthew Minter
Albert van Ommen
Matthew Smith
Henk Vels
John Vredeveldt
Deniz Yilmaz
Paul Jussen
Nicky de Bie stagiaire
Kathelijn van Dongen
Elma van den Dool
Daphne Druijf
Loes Groot Antink
Anitra Jellema
Marielle Kirkels
Simone Manders
Charlotte Munnik
Tanja Obalski
Judith Petra
Margo Post
Maja Roodveldt
Annette de Rozario
Anne Martha Schuitemaker
stagiaire
Henda Strydom
Liesbeth Vanderhallen
Dorien Verheijden
Esther de Vos
Anne-Christine Wemekamp
Yuko Yagishita
SLAGWERK
ALT
BAS
Hans Zonderop
Mark Haeldermans
Vincent Cox
Esther Doornink
Arjan Roos
Irina Bedicova stagiaire
Yvonne Benschop
Femke de Boer
Nicoline Bovens
Daniëlla Buijck
Ans van Dam
Marjan van Eldik
Elsbeth Gerritsen
Marleene Goldstein
Karolina Hartman
Jose Kamminga
Anneke Leenman
Els Liebregt
Suzanne Meessen
Netty Otter-Visser
Anjolet Rotteveel
Janneke Vis
Lisinka de Vries
Harda van Wageningen
Anke Zuithoff
Pierrette de Zwaan
Gert-Jan Alders
Erks Jan Dekker
Mathias Dirks
Peter Duyster
Geert van Hecke
Henk van Heijnsbergen
Pieter Hendriks
Daniël Hermán Mostert
Itamar Lapid
Hans Pootjes
Ludovic Provost
Mitchell Sandler
Lars Terray
Hans de Vries
Nanco de Vries
Jan van Zelm
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz
HONORARY CHIEF
CONDUCTOR­
Jaap van Zweden
ERE-DIRIGENT
Edo de Waart
VASTE GASTDIRIGENT
James Gaffigan
ASSISTENT-DIRIGENT
Karel Deseure
TWEEDE VIOOL
Andrea van Harmelen
Eveline Trap
Sarah Loerkens
Esther de Bruijn
Michiel Eekhof
Wouter Groesz
Annemarie van Helderen
Ingrid van Leeuwen
Guido Muller
Renate van Riel
Alexander van den Tol
Frits Wagenvoorde
Robbert Honorits
Iina Laasio
Josje ter Haar
16
TROMPET
Hessel Buma
Hans van Loenen
Jacco Groenendijk
Raymond Rook
Hans Verheij
CONTRABAS
Rien Wisse
Walter van Egeraat
Annika Hope
Edward Mebius
Jim Schultz
Sjeng Schupp
Stephan Wienjus
Servaas Jessen
TROMBONE
Herman Nass
Victor Belmonte Albert
Brandt Attema
TUBA
Bernard Beniers
PAUKEN
FLUIT
Ingrid Geerlings
Ellen Alberts
Carla Meijers
Maike Grobbenhaar
Jana Machalett
HOBO
Aisling Casey
Hans Wolters
Marjolein Koning
Yvonne Wolters
Gerard van Andel
ALTVIOOL
KLARINET
Francien Schatborn
Frank Brakkee
Huub Beckers
Igor Bobylev
Sabine Duch
Annemijn den Herder
Erik Krosenbrink
Robert Meulendijk
Lotte de Vries
Ewa Wagner
Anna Magdalena den
Herder
Annemieke Huls
Frank van den Brink
Esther Misbeek
Diede Brantjes
Sergio Hamerslag
FAGOT
Jos Lammerse
Freek Sluijs
Birgit Strahl
Desirée van Vliet
HARP
Ellen Versney
CELESTA/PIANO
Stephan Kiefer
Ana Sanchez-Donate
VASTE GASTDIRIGENT
Michael Gläser
SAXOFOON
Femke IJlstra
17
VIJF GROOTSE DIRIGENTEN
de serie symfonisch i in 2014-2015
Vanaf morgen, zondag
1 juni, kunt u ook losse
kaarten kopen. Maar
misschien wilt u nog een
mooi abonnement?
Bernard Haitink
Haitink, Plasson en Petrenko
Bernard Haitink viert zijn 60-jarig
jubileum als dirigent met het orkest
waar hij ooit als chef begon: het Radio
Filharmonisch Orkest. Hij opent het
seizoen met repertoire dat hem op het
lijf geschreven is: de Sieben frühe Lieder
van Berg, ‘Isoldes Liebestod’ uit Wagners
Tristan und Isolde en de Vierde symfonie
van Mahler. Soliste is Christiane­Karg.
Verder in de serie Symfonisch I onder
andere Saint-Saëns’ ‘Egyptische’ Vijfde
pianoconcert (met Louis Lortie en Michel
Plasson) en Berlioz’ Harold en Italie (met
Vasily Petrenko en Lawrence Power).
Górecki en Adams
Nieuwer werk klinkt, als Reinbert de
Leeuw de langverwachte Vierde symfonie
van Górecki aan u voorstelt. En Markus
Stenz leidt ‘zijn’ Radio Filharmonisch
Orkest in Stravinsky’s Petroesjka en een
nieuw werk van John Adams: Absolute
Jest, misschien wel ’s werelds langste
scherzo.
14 feb
6 sept Górecki ná de Klaagliederen
Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Reinbert
de Leeuw; Jean-Guihen Queyras cello
Górecki Vierde symfonie
opdrachtwerk london philharmonic
orches­tra, southbank centre, los
angeles philharmonic en ntr zaterdagmatinee - nederlandse première
Sibelius
De bard
‘t Plezier van nutteloze bezigheden 8 nov
Sjostakovitsj
Tweede celloconcert
Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v.
Michel Plasson; Louis Lortie piano
Ravel Valses nobles et sentimentales
Homo ludens
28 mrt
Saint-Saëns Vijfde pianoconcert
Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Markus
Franck Symfonie
Stenz; Doric String Quartet
Haydn Symfonie nr. 22 ‘Der Philosoph’
Retourtje Italië 17 jan Adams Absolute Jest
Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Vasily
nederlandse première
Petrenko
Stravinsky Petroesjka
Simon Trpcˇeski piano, Lawrence Power
volledige balletmuziek
altviool
Reinbert
Respighi Pini di Roma
de Leeuw
Rachmaninov Rapsodie op een thema
van Paganini
Berlioz Harold en Italie
Bernard Haitinks jubileum Radio Filharmonisch Orkest o.l.v.
Bernard Haitink
Christiane Karg sopraan
Wagner Isoldes Liebestod
Berg Sieben frühe Lieder
Mahler Vierde symfonie
bestel via de kassa
0900 6718345
of via internet
concertgebouw.nl/series
Michel Plasson
18
Vasily
Petrenko
Markus
Stenz
19
vrijdag 6 juni 2014, 20.15 uur
Vredenburg Leidsche Rijn Utrecht
TOD UND VERKLÄRUNG EN EEN PREMIÈRE
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Antony Hermus dirigent
Katrien Baerts sopraan
Detlef Roth bariton
Beethoven Elegischer Gesang
Strauss Tod und Verklärung
Laman Requiem Songs
opdrachtwerk de vrijdag van vredenburg - wereldpremière
VOLGEND SEIZOEN TERUG NAAR VREDENBURG!
Na zeven jaren keert De Vrijdag van Vredenburg volgend seizoen eindelijk terug
naar de zaal waar het allemaal begon: de ‘oude’ Grote Zaal in het nieuwe TivoliVredenburg. Op radio4.nl/vrijdagvanvredenburg vindt u het complete programma.
IVAR PEL
20