VvV 28.11.14.indd - TivoliVredenburg

HET IDEE
AVRO KLASSIEK
TROS KLASSIEK
HEMELSE MUZIEK
GROOT OMROEPKOOR
TROS VOCAAL
MUZIEK & POLITIEK
TROS MUZIKALE MEESTERWERKEN
vrijdag 28 november 2014, 20.15 uur, tijdens de inleiding (19.30 uur) spreekt
Leonard Leutscher met Joey Roukens en met Willem Jeths, de Componist
des Vaderlands.
Wereldpremière Rising Phenix
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Markus Stenz dirigent
Daniel Reuss dirigent Groot Omroepkoor
Joey Roukens 1982
Rising Phenix 2013-2014
Part Ia
Part Ib: Sic mundus creatus est
Part IIa: We are sojourners
Part IIb: In the joy of the light to be
WERELDPREMIÈRE opdrachtwerk De Vrijdag van Vredenburg ter gelegenheid van
de opening van TivoliVredenburg met steun van het Fonds Podiumkunsten
PAUZE
Anton Bruckner 1824-1896
Zevende symfonie in E 1884
Allegro moderato
Adagio
Scherzo
Finale
2
Drankje na afloop
Live-uitzending
Na het concert is er
gelegenheid om een
drankje te nuttigen.
zendt dit concert vanuit TivoliVredenburg live uit
op NPO Radio 4 met presentatie door Mark Brouwers. De
webcast die vanavond wordt gemaakt, is te zien op
www.radio4.nl en (later) op NPO Cultura (www.cultura.nl).
➜ www.RADIO4.NL
Biografie
Reinbert de Leeuw
In de pauze en na afloop
van het concert signeert
Thea Derks in de foyer
haar biografie Reinbert de
Leeuw: mens of melodie.
Voor Cultuurpers sprak zij
met Joey Roukens over zijn
nieuwe werk, en zij maakte
een reportage van de
repetitie voor de liveuitzending van de AVROTROS op NPO Radio 4.
AVROTROS
Nachtmusik
cd-verkoop
In het kader van de Buma
Classical Convention bent
u - op vertoon van dit
programmaboekje - na
afloop van dit concert
welkom bij een nacht vol
experimentele
klassieke muziek in Cloud
Nine (op de 9de etage van
TivoliVredenburg).
In de foyer zijn cd’s te
koop van het Radio
Filharmonisch Orkest en
het Groot Omroepkoor.
Knalfeest: Edison Philharmonic Jukebox
zaterdag 29 november – TivoliVredenburg – Grote Zaal, 19.30-20.30 uur
Onder het motto ‘u bepaalt, wij spelen’ speelt het Radio
Filharmonisch Orkest onder leiding van chef-dirigent Markus Stenz
het klassieke wensconcert 3.0. Een droomprogramma waarvan
vooraf niets vastligt en waarin van alles kan gebeuren.
Deze avond bepaalt het publiek wat er gespeeld wordt. Hoe dat precies in zijn werk
gaat verklapt het orkest nog niet, maar het is iets waar je zeer vrolijk van zou kunnen
worden. De Edison Philharmonic Jukebox is een idee van de musici van het Radio
Filharmonisch Orkest en is het muzikale slotfeest van de Buma Classical Convention
– een nieuw en uniek tweedaags evenement in het gloednieuwe TivoliVredenburg.
Tijdens de Edison Philharmonic Jukebox zullen ook twee prijzen wordt uitgereikt: het
Radio Filharmonisch Orkest mag de Edison Oeuvreprijs in ontvangst nemen, en
verder wordt de Special Achievement Award uitgereikt.
Uitzending zondag 30 november 13.00 uur in NTR Podium (NPO 2)
➜ Kaarten via WWW.TIVOLIVREDENBURG.NL
Roukens en Bruckner –
verwantschap ondanks
tijdsverschil
Roukens – Rising Phenix
Componisten als Bach en Händel moesten flink productie maken
en schreven in een paar weken tijd een hele cantate of opera.
Dat ze daarbij – uit tijdgebrek, of omdat ze het mooi vonden
passen – gebruik maakten van al eerder geschreven muziek
(van henzelf of anderen) was volstrekt normaal. Het ging er
vooral om de opdrachtgever en het publiek te pakken met mooie
en verbazingwekkende muziek. In de tijd van de romantiek
werden originaliteit en vernieuwing belangrijke – zo niet de
belangrijkste – criteria: teruggrijpen op andere muziek werd
beschouwd als ouderwets en plagiaat. Tot ver in onze moderne
tijd deed een componist soms jaren over een opera en wanneer
het werk dan eindelijk in première ging, zaten recensenten,
collega’s en publiek met gespitste oren te luisteren of het wel
nieuw genoeg was.
Inmiddels put een groot aantal componisten weer onbekommerd
uit alle mogelijke muziekstijlen en -periodes. Niet alleen – zoals
vooral in de vorige en aan het begin van onze eeuw werd
gedaan – om het muzikale verleden met (bijna) letterlijke
citaten te becommentariëren, maar omdat het, organisch verwerkt in het geheel, nu eenmaal goed klinkt. De 32-jarige Joey
Roukens verwijst, bij voorbeeld in zijn orkestwerk Out of Control
(in 2010 in première gegaan bij het Koninklijk Concertgebouworkest) naar, onder anderen, Mahler, popmuziek en Stravinsky.
“Al die stilistische referenties maken deel uit van mijn muzikale
referentiekader. En ik wil dat mijn muziek dat op een zo natuurlijk mogelijke manier weerspiegelt. Ik werk heel intuïtief”,
zei hij een paar jaar geleden in een interview met Bas van Putten
in De Groene Amsterdammer. Op Roukens’ website staat te lezen:
“Ik ben een componist die zich niet schaamt voor drieklanken,
tonale harmonieën, eenvoudige structuren, ritmes op basis van
3
een regelmatige puls, verwijzingen naar de populaire cultuur,
het stelen van de muzikale erfenis van het verleden. Mijn muziek is eclectisch en vertoont vaak een grote verscheidenheid,
snelle veranderingen, contrasten, vitaliteit, energie en een
directheid van expressie. Mijn muzikale taal is gebaseerd op
een veelheid van invloeden, variërend van vroeg twintigsteeeuwse muziek (Stravinsky, Mahler, Ives, Sibelius, Debussy) tot
(post-) minimalisme (Adams, Reich), tot bepaalde soorten van
pop, jazz en zelfs niet-westerse muziek.”
Verschillende van die (vaak duidelijk herkenbare) invloeden
treffen we aan in Rising Phenix, een werk voor koor en orkest
dat Roukens componeerde voor het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor. In dit geval is het ook nog eens
heel toepasselijk, want de compositie is geschreven ter viering
van de (her-)opening van TivoliVredenburg, dat na zeven jaar
als een feniks uit de as van puin en bouwput herrees tot een
waar muziekpaleis waar ruimte is voor alle muziekgenres: van
van folk tot Bach, en van Wagner tot pop.
4
Herrijzenis
Joey Roukens
De thema’s van de compositie zijn ook heel toepasselijk: hergeboorte, herrijzenis en transformatie. Rising Phenix is gebaseerd
op twee teksten. Het eerste is het gedicht The Building of the Temple
van de achttiende-eeuwse Britse dichter Sir Henry Newbolt. Hij
verwijst daarin naar de heropbouw van de verwoeste tempel
van koning Salomo, maar ook naar het natuurlijke verloop van
verval en bloei. De andere tekst is de Tabula Smaragdina (Smaragden Tafel). De korte verhandeling wordt toegeschreven aan
Hermes Trismegistus, een mythische dichter, priester of filosoof
uit de Oudheid. De tekst is cryptisch en duidt mogelijk op het
gebruik van alchemie (de verandering van onedele metalen in
goud, of een spirituele transformatie), maar kan ook uitgelegd
worden als een oud-Egyptische scheppingsmythe. Beide teksten
zijn enigszins veranderd door de componist en worden in zijn
werk door elkaar gehusseld.
Rising Phenix bestaat uit twee delen. In het begin van het eerste
deel staat de tekst ‘Let us build again’ centraal. De muziek klinkt
krachtig, energiek en optimistisch. Later zijn de cryptische
woorden van de Tabula Smaragdina te horen. In de muziek is het
proces van magische transformatie, waarnaar in de tekst wordt
verwezen, te volgen: verstilde, traag verglijdende mysterieuze
klanken veranderen in vitale, ritmische en geëxalteerde passages.
Het tweede deel opent melancholiek, bespiegelend en berustend – passend bij de tekst van Newbolt over de dingen die
voorbij gaan. Wanneer de dichtregels somberder worden, met
woorden als terror, pain en doom, wordt de muziek grimmiger
opstandiger en chromatischer. Na de climax – een luid, wrang,
dissonant en lang aangehouden akkoord – klaart de lucht op
en keert de rust weer. De muziek klinkt nog serener en etherischer dan aan het begin van dit deel. Aan het slot van Rising
Phenix (But now, with endless song…) keert de extatische atmosfeer van het slot van deel 1 terug. En zo eindigt het werk
vreugdevol en euforisch jubelend.
Dat dit vers gecomponeerde eenentwintiste-eeuwse werk van
een 32-jarige componist op het programma staat met muziek
van de laat-negentiende-eeuwse zestiger Bruckner is minder
vreemd dan het lijkt.
Joey Roukens: “Ik ben een groot liefhebber van Bruckner, met
name de Bruckner van de adagio’s en koralen. Die grootsheid
en verhevenheid die je in Bruckners symfonieën aantreft
spreekt me enorm aan en dat is wellicht ook te horen in Rising
Phenix. Saillant detail: Rising Phenix begint en eindigt in E-groot:
een bewuste knipoog naar de toonsoort van Bruckner 7.”
“Ik ben een groot liefhebber van Bruckner,
met name de Bruckner van de adagio’s en
koralen. Die grootsheid en verhevenheid
die je in Bruckners symfonieën aantreft
spreekt me enorm aan en dat is wellicht
ook te horen in Rising Phenix. Saillant detail: Rising Phenix begint en eindigt in
E-groot: een bewuste knipoog naar de
toonsoort van Bruckner 7.”
5
6
Bruckner – Zevende symfonie
Anton Bruckner zou blij zijn geweest met de lovende woorden
van een collega-componist. Hij werd decennia lang geplaagd
door miskenning, twijfels, geldzorgen, docentenbaantjes (waarvan hij bar ongelukkig werd) en het continue sarcasme van de
muziekrecensenten. Maar na zes afgekraakte symfonieën keerde
het tij: zijn Zevende symfonie, waaraan hij twee jaar werkte en
die hij voltooide op zijn zestigste, had eindelijk succes.
Dat Bruckner zo lang op erkenning had moeten wachten had
onder meer te maken met zijn openlijke verering van Richard
Wagner (door hem ‘Meister aller Meister’ genoemd). Wagner
was bij het conservatieve (en grootste) deel van het publiek en
de kritiek niet geliefd. De muziekwereld was destijds verdeeld
in Wagnerianen en anti-Wagnerianen en die laatste groep zag
in Bruckner slechts een slaafse navolger. Vooral de toonaangevende Oostenrijkse criticus Hanslick, die zijn haat tegen alles
wat naar Wagner riekte niet onder stoelen of banken stak, kraakte
Bruckners werk systematisch en grondig af. De onzekere Bruckner was zo bang geworden voor Hanslick, dat hij zelfs eens aan
diens kokkin, die hij tijdens het boodschappen doen tegenkwam,
gevraagd schijnt te hebben een goed woordje voor hem te doen!
De muziek van Wagner heeft Bruckners muzikale stijl weliswaar beïnvloed, maar een Wagner-epigoon was hij zeker niet.
Zijn harmonische idioom en zijn instrumentatie doen aan
Wagner denken, maar daarnaast verraadt Bruckners veelvuldige gebruik van sequensen en koraalachtige melodieën ook
een sterke verwantschap met Bach, en – Bruckner was ook
organist – het orgel. Bij het schrijven van zijn symfonieën zocht
hij naar een synthese tussen klassieke tradities en de harmonische vernieuwingen van zijn tijd. Zo liet hij de klassieke vorm
niet los en schreef hij geen symfonische gedichten, zoals veel
van zijn tijdgenoten, maar vierdelige symfonieën. Wat betreft
de lengte en muzikale inhoud van zijn symfonieën (de Zevende
symfonie duurt ruim een uur) liet hij zich echter weer niet
beperken.
Ode aan Wagner
Dat het juist zijn Zevende symfonie was die eindelijk goed werd
ontvangen door pers en publiek, moet Bruckner extra goed
hebben gedaan, want het langzame deel staat in het teken van
de man die hij zo bewonderde. Toen hij aan dit tweede deel
begon was Wagner al ernstig ziek. “Eens kwam ik thuis en voelde me erg verdrietig, omdat ik dacht dat de meester onmogelijk nog lang kon leven. Toen viel mij het Adagio in cis in”,
schreef Bruckner over het ontstaan van het tweede deel. Terwijl
hij eraan bezig was – na de indrukwekkende climax restte hem
alleen nog het slot – ontving hij het bericht van Wagners dood
(13 februari 1883). Hij drukte zijn gevoel van verlies uit in de
uitgebreide elegische coda van het Adagio. Daarbij maakte hij
voor het eerst gebruik van Wagner-tuba’s: speciaal voor Wagners
muziek vervaardigde hoorns met een opvallende, weke klank,
die Bruckner (naar eigen zeggen) ‘onmiddellijk dronken’ maakte.
Bruckners Zevende symfonie is nog altijd de meest uitgevoerde
van zijn negen symfonieën en dat is mede te danken aan de
lange plechtige, meditatieve treurzang om Wagner van het
Adagio.
Mede door de vele kritiek die hij op zijn werken kreeg, had de
eeuwig aan zichzelf twijfelende Bruckner de gewoonte opgevat
zijn partituren eindeloos te herzien. Bij deze symfonie deed hij
dat niet, of nauwelijks. Verder zijn alle Brucknersymfonie-kenmerken aanwezig: naast de vele tremolo’s (de Zevende symfonie
wordt ook wel de ‘tremolo-symfonie’ genoemd), het gebruik
van lange orgelpunten (aangehouden basnoten), generale pauzes, brede melodieën, veel sequensen en herhalingen.
Het Gewandhausorchester van Leipzig onder leiding van de
beroemde dirigent Arthur Nikisch bracht Bruckners Zevende
symfonie in première op 30 december 1884 tijdens – hoe toepasselijk – een benefietconcert voor een gedenkteken voor Richard
Wagner. Het publiek, waaronder zeer waarschijnlijk veel Wagnerliefhebbers, was zo enthousiast dat het applaus een kwartier duurde. Bruckner zal niet geweten hebben wat hem overkwam, en zeker niet toen het werk tijdens de twaalf jaar dat hij
nog leefde, nog zo’n 33 keer werd uitgevoerd.
Bruckner stierf zelf op 11 oktober 1896. Tijdens de rouwdienst
in de Karlskirche in Wenen werd onder leiding van dirigent
Hans Richter het Adagio uit zijn eigen Zevende symfonie gespeeld
in een bewerking voor blazers. Zo werd hij bij zijn dood toch
weer min of meer verenigd met zijn geliefde meester.
Agnes van der Horst (met dank aan Joey Roukens)
7
Anton Bruckner
8
Joey Roukens Rising Phenix
gezongen teksten
(tekst van Henry Newbolt en Hermes Trismegistus)
Part Ia
O come to the Palace of Life,
Let us build it again
Part Ib: Sic mundus creatus est
Verum, sine mendacio, certum et
verissimum.
Quod est inferius est sicut quod est
superius, et quod est superius est sicut
quod est inferius, ad perpetranda
miracula rei unius.
Pater eius est Sol.
Mater eius est Luna,
portavit illud Ventus in ventre suo, nutrix
eius terra est.
Pater omnis telesmi totius mundi est hic.
Virtus eius integra est si versa fuerit in
terram.
Separabis terram ab igne, subtile ab
spisso, suaviter, magno cum ingenio.
Ascendit a terra in coelum,
iterumque descendit in terram,
et recipit vim superiorum et inferiorum.
Sic habebis Gloriam totius mundi.
Ideo fugiet a te omnis obscuritas.
Haec est totius fortitudinis fortitudo fortis,
quia vincet omnem rem subtilem, omnemque solidam penetrabit.
Sic mundus creatus est.
Het is waar, zonder leugen, zeker en
zeer waar.
Dat wat hier beneden is is zoals boven, en
dat wat boven is is zoals beneden, om het
wonderlijke te bereiken van één ding.
De zon is er de vader van,
de maan de moeder,
de wind droeg het in zijn buik, de aarde
was de voedster.
Dit is de vader van alle perfectie in de
hele wereld.
Zijn macht is alomvattend als die zich op
de wereld richt.
Je moet de aarde scheiden van het vuur,
en het zachte van het harde, voorzichtig,
met veel beleid.
Het stijgt op van de aarde naar de hemel,
en daalt dan weer omlaag,
en krijgt kracht van hoge en lage dingen.
Zo zul je de roem van de hele wereld
hebben, en zal alle duisternis van je af
vallen.
Dit is de sterke algehele kracht der
krachten, die al wat zacht is overwint, en
al wat hard is doordringt.
Zo is de wereld geschapen.
Vertaling: Clemens Romijn
Part IIa: We are sojourners
We are sojourners here
As all our fathers were,
As all our children shall be,
Forgetting and forgot.
The fame of man is a murmur that passeth on the air.
We are sojourners here
As all our fathers were.
Strangers travelling down to the land of
death.
O come to the Palace of Life.
Let us build it again.
It was founded on terror and strife,
It was laid in the curse of the womb,
And pillared on toil and pain,
And hung with veils of doom,
And vaulted with the darkness of the
tomb.
Part IIb: In the joy of the light to be
But now
With endless song,
With garners of wine and grain,
Let us build the Palace again.
In joy, in the joy of the light to be
Let us build the Palace of Life anew.
Let us build for the years we shall not see.
Lofty of line and glorious of hue,
With gold and pearl and with the cedar
tree,
With silence due
And with service free,
In the joy of the light to be
Let us build it forever in splendour new.
9
Markus Stenz: “Soms voel
uitvoerenden
10
Markus Stenz maakte naam als chef-dirigent van
London Sinfonietta, het Melbourne Symphony
Orchestra en het Gürzenich-Orchester, waarmee hij alle
Mahlersymfonieën op cd zette. In 2012 werd hij chefdirigent van het Radio Filharmonisch Orkest. Wat
beweegt hem, en hoe kwam hij in de muziek terecht?
Markus Stenz
HANS VAN DER WOERD
Markus Stenz (1965) groeide op in het
dorpje Kaltenborn in Rheinland-Pfalz:
“Een gat met twee boerenhoven, wat
huizen, een kerk, een kroeg en een
dorpsschooltje waarvan mijn vader
hoofd was. Wij woonden erboven. Het
was dodelijk saai, en om de verveling
te verdrijven maakten mijn ouders
muziek. Mijn moeder zong de hele dag:
tijdens het koken, het strijken, bij alles
wat ze deed. Mijn vader was een bedreven amateurmusicus, die naast piano
en orgel ook blaasinstrumenten bespeelde en een koor leidde. Als peuter
van twee kroop ik onder de vleugel als
hij speelde, zo mooi vond ik dat.”
De kleine Markus timmert ook zelf op
de toetsen, en op zijn vijfde sturen zijn
ouders hem naar pianoles. “Ze kozen
meteen de beste pianolerares uit de regio, mevrouw Haas-Paquet in Ahrweiler.
Het was zo’n typisch kaboutervrouwtje:
klein, met knokige vingers en een
knotje. Voor mijn eerste les weigerde
ik naar binnen te gaan, omdat ik haar
zo lelijk vond. Ik klemde me vast aan
het portier van de auto. Toen mijn
moeder ontredderd vertelde wat er aan
de hand was, antwoordde mevrouw
Haas ad rem: ‘Je hebt helemaal gelijk, ik
ik: nu wordt het muziek”
11
ben oerlelijk! En nu gaan we beginnen.’
Ik heb tien jaar les van haar gehad.”
Zonder slag of stoot gaat ook dit niet:
“Het was drie kwartier rijden, en ik
werd altijd wagenziek. Zowel op de
heen- als de terugweg was het de vraag
waar we moesten stoppen: in Kempenich
of in Ramersbach, zodat ik kon overgeven.” Haas-Paquet is bovendien streng:
“Ik dreef haar tot waanzin omdat ik
meer improviseerde dan repeteerde, dus
als ik bij haar kwam klonk het vaak:
‘Alweer de aanslag gemist!’ Maar onder
haar strengheid was ze heel gevoelig, en
ik heb ontzettend veel van haar geleerd.”
Hoewel hij opgroeit in een bijzonder
muzikale omgeving, bezoekt Stenz in
zijn jeugd maar één keer een concert:
“Rond mijn tiende nam mijn vader me
mee naar de Beethovenhalle in Bonn.
Wat er gespeeld werd, weet ik niet meer,
maar ik herinner me wel de dirigent.
Met zijn kale kop leek hij erg op Professor Charivari uit mijn kinderboek
Raumschiff ‘Monitor’, dat vond ik leuk. Ik
vermoed dat het Georg Solti was.”
Een paar jaar later ziet hij op televisie de
Norton Lectures van Leonard Bernstein.
“Een sleutelmoment! Ik vond het geweldig dat hij jazz en klassieke muziek
op een vanzelfsprekende manier bij elkaar bracht. Hij was zó vrij in zijn denken en illustreerde zijn lezingen met
live gespeelde muziek, van The Beatles
tot Beethoven, echt elektrificerend.”
Op zijn achttiende gaat hij directie studeren bij Volker Wangenheim in Keulen
en daarna volgt hij in Tanglewood een
cursus bij zijn held Bernstein.
Stenz werkt graag met het Radio Filharmonisch Orkest, waarvan hij in
2012 chef-dirigent werd: “We spelen
heel divers repertoire, van hedendaagse
muziek tot concertante opera en klassieke werken. De musici zijn enorm
alert en wakker, ik ken nauwelijks een
orkest dat met meer betrokkenheid
speelt. Dat komt mede doordat we die
verschrikkelijke aanslag op de cultuur
in Nederland willen beantwoorden met
super gemotiveerd spel. Voor mij is het
ook van wezensbelang dat we geregeld
opdrachtcomposities uitvoeren. Het
ontdekken van nieuwe wegen is een
basic instinct, voor alle musici. Het
mooie is dat ook het publiek hier openstaat voor de allernieuwste noten.
De reacties van het publiek zijn voor
Stenz sowieso van levensbelang:
“Zonder publiek geen concert, het
publiek is de bepalende component!
Wij musici zijn beleveniskunstenaars,
wij maken momentkunst. De vonk
moet overspringen. Het is geweldig als
mensen na afloop uit de grond van hun
hart komen vertellen hoe mooi ze een
concert vonden. Ik heb veel inspiratie
geput uit het boek Zen in de kunst van
het boogschieten. Daarin wordt beschreven dat, in het perfecte geval, niet de
schutter of de boog schiet, maar ‘het’.
Het klinkt misschien wat zweverig,
maar bij concerten voel ik soms: nu
wordt het muziek, niet IK dirigeer,
maar ‘het’ dirigeert. Dat zijn magische
momenten.”
THEA DERKS
12
Radio Filharmonisch Orkest
Als ‘overtuigd niet-specialist’ dirigeert
Daniel Reuss repertoire dat vele stijlen
bestrijkt, van rond het jaar 1200 tot de
meest actuele muziek. Sinds 1990 is hij
artistiek leider en chef-dirigent van
Cappella Amsterdam, dat de afgelopen
jaren is uitgegroeid tot een vooraanstaand kamerkoor in Europa. Daniel
Reuss (1961) studeerde koordirectie aan
het Rotterdams Conservatorium bij Barend Schuurman. In 1990 volgde hij
Jan Boeke op als artistiek leider en
chef-dirigent van Cappella Amsterdam.
Van 2003 tot 2006 was Reuss eveneens
chef-dirigent van het RIAS Kammerchor in Berlijn. Van 2008 tot medio
2013 was hij tevens chef-dirigent van
het Ests Filharmonisch Kamerkoor,
waarbij hij als gastdirigent betrokken
blijft. Daniel Reuss werkt geregeld met
onder meer Akademie für Alte Musik
Berlin, musikFabrik, Vocal Consort Berlin en het Rotterdams Philharmonisch
Orkest. Op uitnodiging van Pierre Boulez was Daniel Reuss in 2006 als docent
en dirigent te gast bij de Lucerne Festival Academy in Zwitserland.
Het Radio Filharmonisch Orkest, opgericht in 1945, is een onmisbare
schakel in het Nederlandse muziekleven. Het orkest speelt bijzonder geprogrammeerde symfonische concerten en
concertante opera-uitvoeringen. Nederlandse en wereldpremières vormen een
belangrijk onderdeel van het repertoire.
De meeste concerten vinden plaats in
het kader van concertseries NTR
ZaterdagMatinee (het Koninklijk
Concertgebouw in Amsterdam), De
Vrijdag van Vredenburg (TivoliVredenburg in Utrecht) en Het Zondagochtend Concert (Amsterdam) en
worden live worden uitgezonden op
NPO Radio 4. Een deel ervan wordt
bovendien op de Nederlandse televisie
uitgezonden. Daarbuiten trad het
orkest onder meer op tijdens de BBC
Proms 2011 in de Royal Albert Hall.
Markus Stenz is sinds 2012 chef-dirigent.
Onder zijn voorgangers zijn Bernard
Haitink, Jean Fournet, Willem van
Otterloo, Hans Vonk, Edo de Waart en
Jaap van Zweden. Het orkest werkte
bovendien samen met gastdirigenten
als Leopold Stokowski, Kirill Kondrashin,
Antal Doráti, Charles Dutoit, Mariss
Jansons, Michael Tilson Thomas,
Gennady Rozhdestvensky, Peter Eötvös,
Vladimir Jurowski en Valery Gergiev.
De Amerikaanse dirigent James Gaffigan
is vaste gastdirigent sinds het seizoen
2011-2012; Bernard Haitink heeft als
beschermheer zijn naam het orkest
verbonden. Sinds augustus 2013 maakt
het Radio Filharmonisch Orkest deel
uit van de Stichting Omroep Muziek,
Daniel Reuss
MARCO BORGGREVE
Daniel Reuss, dirigent
samen met het Groot Omroepkoor en
de productie-afdeling van de concertseries van Radio 4 (NTR en AvroTros).
Cd’s met werken van hedendaagse
componisten als Jonathan Harvey, Klas
Torstensson, James MacMillan en Jan
van Vlijmen, of de registratie van
Wagners Parsifal – live in de NTR
ZaterdagMatinee onder leiding van
Jaap van Zweden – werden met prijzen
als Edison Klassiek onderscheiden.
Onlangs verschenen bovendien
Bruckners symfonieën onder leiding
van Jaap van Zweden op cd, de acht
symfonieën van Karl Amadeus Hartmann (verschillende dirigenten) en
diens opera Simplicius Simplicissimus
(gedirigeerd door Markus Stenz). Dit
seizoen kreeg het Radio Filharmonisch
Orkest een Edison Klassiek Oeuvreprijs
toegekend voor zijn verdiensten voor
de Nederlandse muziek.
Een tournee bracht het orkest eind
oktober naar onder andere Wenen,
München, Nürnberg en Keulen. Markus
Stenz dirigeerde Mahlers Vijfde symfonie
en het Vioolconcert van Korngold (soliste:
Vilde Frang). Uit de pers: “Klankcultuur
op het hoogste niveau” (Nürnberger
Zeitung). “[Mahlers] Treurmarsch, die
Stenz geen moment liet slepen, raakte
niet alleen door een verbazingwekkend
zacht geblazen trompetsolo. Stenz richt
zich op een zeer levendige, ritmisch
flexibele frasering in het orkest, die het
typische Mahler-idioom prachtig liet
horen.” (Kölnische Rundschau).
➜ WWW.RADIOFILHARMONISCHORKEST.NL
VOLG HET ORKEST VIA TWITTER
(@RADIOFILHORKEST) EN FACEBOOK
Groot Omroepkoor
Met zestig vocalisten is het Groot
Omroepkoor het grootste professionele
koor van Nederland. Sinds de oprichting in 1945 brengt het koor een breed
repertoire, waarbij de bezetting vanzelfsprekend afhankelijk is van de
muziek en de visie van de dirigent. Het
koor is nauw verbonden met de Nederlandse Publieke Omroep. Het merendeel van de concerten vindt plaats in
de omroepseries NTR ZaterdagMatinee,
De Vrijdag van Vredenburg en Het
Zondagochtend Concert, dikwijls in
samenwerking met het Radio Filharmonisch Orkest. Het repertoire in deze
series strekt zich uit van klassiek tot
hedendaags, met opdrachtwerken van
Nederlandse componisten als Wagemans, Visman, Vleggaar en Diderik
Wagenaar, en premières van buitenlandse componisten onder wie MacMillan, Henze en Adams. Op het programma staan daarnaast inmiddels
‘klassieke’ twintigste-eeuwse werken,
opera en het romantisch repertoire.
Het Groot Omroepkoor wordt bovendien met enige regelmaat uitgenodigd
door het Koninklijk Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch
Orkest en de Berliner Philharmoniker.
Op cd’s schittert het Groot Omroepkoor in een breed repertoire, met
opnamen van onder meer Keuris,
MacMillan, Mahler, Poulenc, Rossini en
Wagner.
De eerste officiële chef-dirigent van het
Groot Omroepkoor was Kenneth
Montgomery. Na hem waren respectievelijk Robin Gritton, Martin Wright,
13
14
Simon Halsey en Celso Antunes chefdirigent van het koor. Sinds het seizoen
2012-2013 is Gijs Leenaars chefdirigent. Michael Gläser is vaste gastdirigent sinds september 2010.
Sinds augustus 2013 werken het Groot
Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest samen met het team
Levende Muziek van de omroepen in
een nieuwe organisatie: de Stichting
Omroep Muziek, gehuisvest in het
Muziekcentrum van de Omroep aan de
Heuvellaan in Hilversum.
➜
WWW.GROOTOMROEPKOOR.NL
VOLG HET GROOT OMROEPKOOR OP TWITTER
Groot Omroepkoor
(@GROOTOMROEPKOOR) EN FACEBOOK
CHEF-DIRIGENT
Gijs Leenaars
VASTE GASTDIRIGENT
Michael Gläser
SOPRANEN
ALTEN
TENOREN
BASSEN
Annelie Brinkhof
Daphne Druijf
Loes Groot Antink
Jolanda Sengers
Anitra Jellema
Marielle Kirkels
Agnes van der Laar
stagiaire
Simone Manders
Margo Post
Maja Roodveldt
Annette de Rozario
Mijke Sekhuis
Henda Strydom
Liesbeth Vanderhallen
Dorien Verheijden
Esther de Vos
Yvonne Benschop
Nicoline Bovens
Ans van Dam
Enikö Gösi stagiaire
Eline Harbers
Karolina Hartman
Jose Kamminga
Anneke Leenman
Els Liebregt
Suzanne Meessen
Marga Melerna
Anjolet Rotteveel
Harda van Wageningen
Pierrette de Zwaan
Alan Belk
Sebastian Brouwer
Eyjólfur Eyjólfsson
Boguslaw Fiksinski
Peter-Paul Houtmortels
Matevz Kajdiž
Marius Kwaks
Falco van Loon
Ioan Micu
Albert van Ommen
Uroš Petrac
Matthew Smith
Henk Vels
John Vredeveldt
Deniz Yilmaz
Gert-Jan Alders
Peter Duyster
Joep van Geffen
Geert van Hecke
Pieter Hendriks
Palle Fuhr Jørgensen
Itamar Lapid
Ludovic Provost
Mitchell Sandler
Menno van Slooten
Lars Terray
Luuk Tuinder
Hans de Vries
BESCHERMHEER
ALTVIOOL
HOBO
SLAGWERK
Bernard Haitink
Francien Schatborn
Huub Beckers
Arjan Wildschut
Sabine Duch
Marije Helder
Annemijn den Herder
Annemarie Konijnenburg
Erik Krosenbrink
Robert Meulendijk
Ewa Wagner
Annemieke Huls
Stanislava Stoeva
Hans Wolters
Yvonne Wolters
Gerard van Andel
Hans Zonderop
Mark Haeldermans
Vincent Cox
Esther Doornink
René Oussoren
CELLO
HOORN
Michael Stirling
Anton Istomin
Eveline Kraayenhof
Harm Bakker
Crit Coenegracht
Sebastiaan van Eck
Arjen Uittenbogaard
Leonard Besseling
Judith Jamin
Marjolein Meijer
Evelien Prakke
Petra Botma
(en Wagnertuba)
Marc Gruber
Toine Martens
(en Wagnertuba)
Fréderick Franssen
Laurens Otto
(en Wagnertuba)
Rebecca Grannetia
(en Wagnertuba)
Sander van Dijk
Lies Molenaar
CHEF-DIRIGENT
Markus Stenz
HONORARY CHIEF
CONDUCTOR
Jaap van Zweden
ERE-DIRIGENT
Edo de Waart
VASTE GASTDIRIGENT
James Gaffigan
KLARINET
Frank van den Brink
Esther Misbeek
Diede Brantjes
Ellen Versney
FAGOT
Jos Lammerse
Freek Sluijs
Desirée van Vliet
EERSTE VIOOL
Nadia Wijzenbeek
Semjon Meerson
Alexander Baev
Roswitha Devrient
Maria Escarabajal
Mariska Godwaldt
Julija Hartig
Masha Iakovleva
Kerstin Kendler
Anna Korpalska
Leonie Mensink
Pedja Milosavljevic
Theo Ploeger
Gerrie Rodenhuis
Pieter Vel
Ruud Wagemakers
TWEEDE VIOOL
Casper Bleumers
Andrea van Harmelen
Eveline Trap
Ian van den Berk
Esther de Bruijn
Michiel Eekhof
Wouter Groesz
Annemarie van Helderen
Esther Kövy
Dana Mihailescu
Alexander van den Tol
Frits Wagenvoorde
Edwin Blankenstijn
Robbert Honorits
CONTRABAS
Rien Wisse
Wilmar de Visser
Walter van Egeraat
Edward Mebius
Jim Schultz
Stephan Wienjus
Ioannis Bampaloukas
Larissa Klipp
FLUIT
Barbara Deleu
Ellen Alberts
Carla Meijers
Adeline Salles
HARP
TROMPET
Hessel Buma
Hans van Loenen
Jacco Groenendijk
Raymond Rook
TROMBONE
Herman Nass
Brandt Attema
Arno Schipdam
TUBA
Bernard Beniers
PAUKEN
Paul Jussen
PIANO
Stephan Kiefer
Radio Filharmonisch Orkest
15
volgende concerten
16
vrijdag 12 december, 20.15 uur
TivoliVredenburg, Utrecht
SERIES AVRO KLASSIEK, MUZIKALE MEESTERWERKEN, HEMELSE MUZIEK
Herreweghe’s
Schubert
zaterdag 29 november, 14.15 uur
Concertgebouw, Amsterdam
WWW.ZATERDAGMATINEE.NL
De diaspora van Italiaanse barokmuziek
I barocchisti
Radio Filharmonisch Orkest
Groot Omroepkoor
Philippe Herreweghe dirigent
Gijs Leenaars koordirigent
Christina Landshamer sopraan
Marie-Claude Chappuis mezzosopraan
Maximilian Schmitt tenor
Sebastian Kohlhepp tenor
Florian Boesch bas
Mendelssohn Psalm 42 ‘Wie der Hirsch
schreit’
Schubert Mis nr. 6 in Es, D 950
Diego Fasolis dirigent
Steffani Orlando generoso, suite
Händel Concerto grosso in G op.6 nr.1
Corelli Concerto grosso in g op.6 nr.8 ‘Fatto
per la Notte di Natale’
Locatelli Concerto grosso op.1 nr.8
Dall’Oglio Sinfonia in A
Steffani Niobe, suite
Hoe Italiaanse barokcomponisten – en hun
muziek – zich verspreidden tot in alle
uithoeken van Europa.
colofon
Religieuze – niet kerkelijke – muziek waarin
Mendelssohn en Schubert zich van hun kwetsbare, meest menselijke kant laten zien.
PROGRAMMERING
PRESENTATIE AVROTROS RADIO 4 RANDPROGRAMMERING RADIO4
Astrid in ’t Veld
Mark Brouwers
Thea Derks
PRODUCTIE
EINDREDACTIE AVROTROS
PROGRAMMATOELICHTING
Manon Tuynman, Anneke Peerik,
René Meulenberg
RADIO 4
Agnes van der Horst
Tim Moen
INTERVIEW MARKUS STENZ
PUBLICITEIT & PRODUCTIE
CASTING DIRECTOR
Thea Derks
JONG TALENT
Mauricio Fernández
REDACTIE PROGRAMMABOEK
Anne Marie van Doorn
ARTISTIEK LEIDER
Clemens Romijn
ADMINISTRATIE & FINANCIËN
Kees Vlaardingerbroek
EINDREDACTIE
Anneke de Vries
Onno Schoonderwoerd