Indien deze nieuwsbrief niet goed wordt weergegeven, kunt u hier de online versie bekijken. Nieuwsbrief 1, 2015 Publicatiedatum: vrijdag 9 januari 2015. Meer inkomen betekent zeker niet meer koopkracht RTL Z kwam j.l. dinsdag 6 januari met een bericht naar buiten dat ouderen in 2015 veel meer te besteden krijgen. Dit bericht is nogal misleidend. In het bericht wordt namelijk gekeken naar de stijging van het netto inkomen (AOW + evt. aanvullend pensioen). Maar dat zegt nog niets over de koopkracht. CPB en Nibud zijn er duidelijk over: de koopkracht van ouderen blijft dalen. Koopkracht. De koopkracht van iemand is n.l. ook afhankelijk van de gemiddelde stijging van de kosten van levensonderhoud (inflatie) en van eventuele extra kosten voor de zorg. Het Nibud hield in zijn berekeningen op Prinsjesdag rekening met een gemiddelde inflatie van 1,25%. Maar in het RTL Z artikel wordt de inflatie nogal gebagatelliseerd, en de evt. extra zorgkosten komen helemaal niet aan de orde. Nibud Uit de koopkrachtberekeningen die het Nibud op Prinsjesdag in opdracht van o.a. de NVOG heeft gemaakt, blijkt dat de meeste ouderen er in 2015 in koopkracht op achteruit gaan. Ouderen met (extra) zorgkosten worden het hardst getroffen. Lees via deze link het NIBUD-rapport. Bevestiging CPB Deze uitkomsten worden bevestigd door het CPB. Uit de Decemberraming van het CPB blijkt dat de koopkrachtontwikkeling in 2015 weliswaar iets beter is dan verwacht, o.a. door een lagere verwachte inflatie, maar negatief blijft voor gepensioneerden, resp. afgerond wordt naar nul voor een alleenstaande gepensioneerde met alleen AOW. Voorbeeld: bij Nibud had een gepensioneerd echtpaar met AOW + 10.000 euro aanvullend pensioen een koopkrachtdaling van 1,9%, en bij het CPB is dat nu geworden (afgerond): een daling van 1,5%. En die 1,5% betekent ruim 400 euro per jaar minder koopkracht, ondanks de (lichte) stijging van de AOW en de (waarschijnlijk eenmalige) verlaging van de inkomensafhankelijke zorgpremie. Dekkingsgraad pensioenfondsen iets verslechterd De financiële positie van de Nederlandse pensioenfondsen is vorige maand licht gedaald. De gemiddelde dekkingsgraad van de fondsen bedroeg eind december 108 procent, een procentpunt lager dan een maand eerder. Dit meldde onderzoeksbureau Aon Hewitt eind vorige week. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre een fonds aan zijn verplichtingen kan voldoen. Met ingang van het nieuwe jaar zijn nieuwe regels van kracht over hoe de dekkingsgraad moet worden vastgesteld. Daardoor zakte de gemiddelde dekkingsgraad op 1 januari in één keer naar 103 procent. Aon wijst erop dat de graadmeter daarmee eigenlijk onder het wettelijk vereiste minimum ligt, van circa 104,3 procent. Toch betekent dit niet automatisch dat fondsen moeten gaan korten. Volgens de nieuwe regels moet voortaan worden gekeken naar de gemiddelde dekkingsgraad over de laatste twaalf maanden. Deze staat per eind december op 110 procent. Stand van zaken rond de zorg De transitie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), Wet Langdurig Zorg (WLZ) en Zorg Verzekering Wet (ZVW) is nu begonnen. 1 januari 2015 was een bijzondere dag voor de zorg in Nederland, net als 1 januari 2006 toen de zorgverzekeringswet werd ingevoerd. Na anderhalf jaar discussie, wetsvoorstellen, overleg met het veld, o.a. met de ouderenorganisaties en de Tweede en Eerste Kamer is de wetgeving bijna rond. Even was er een kink in de kabel toen 3 leden van de PvdA in de Eerste Kamer weigerden akkoord te gaan met de wijzigingen in de ZVW. Er wordt nu gewerkt aan een paar lichte wijzigingen. Het probleem van het Eerste Kamer lid Adri Duivensteijn ( en hij kreeg twee collega’s mee! ) was de wijziging dat in de nieuwe wet de zorgverzekeraars geen kosten meer zouden behoeven te vergoeden als men in niet spoedeisende gevallen gebruik zou maken van een niet gecontracteerde zorgverlener. In de huidige wet was geregeld dat dit 70 tot 80 % van de kosten dan betaald zou moeten worden. Door het niet goedkeuren van de wet blijft de oude wet van kracht, er is dus geen man overboord En de invoering van het PGB (PersoonsGebonden Budget) voor verpleging en verzorging thuis is door een Algemene Bestuursmaatregel gewoon ingevoerd. Er waren uiteraard nog meer kleine wijzigingen in de wet aangebracht die al in de afgelopen jaren waren doorgevoerd maar nog niet in de wet waren geregeld. Ook dat levert geen problemen op. In zijn brief aan minister Asscher van 18 december zei de heer Duivesteijn, dat hij niet van zijn standpunt zal zijn af te brengen: hij vindt dat iedereen solidair zou moeten mogen kiezen voor de zorgverlener die hij wenst, dus schrappen van de natura polis en alleen de restitutiepolis zou de basis van de zorgverzekeringswet moeten zijn. Berekend is dat dit tot een niet acceptabele kostenverhoging zou gaan leiden, die uiteraard in een premieverhoging zou uitmonden en niet ten bate zou zijn van de kwaliteit van de zorg in Nederland. Immers, de zorgverzekeraars zijn beter in staat voor haar verzekerden de kwaliteit van de zorgverlener te beoordelen dat de patiënt zelf. Dat vindt ook het merendeel van de bevolking. Wij zijn benieuwd hoe dit afloopt. Uiteraard zien wij in de media gevallen verschijnen die fout lopen, het blijkt echter dat de meeste gemeenten hun zaakje op orde hebben. Maar de gemeenten en zorgverzekeraars moeten ook wennen aan de nieuwe uitgangspunten bij de financiering en uitvoering van de langdurige zorg. Het besef van het zelf zorgen voor het oplossen van de problemen bij het langer thuis wonen in Nederland als men ouder wordt, groeit. Dat is al jaren aan de gang. Het aantal plaatsen in verzorgingshuizen is de afgelopen 10 jaar al met 40 % gedaald omdat de vraag afnam en dat zal doorgaan denken wij. Wij houden de vinger aan de pols!
© Copyright 2025 ExpyDoc