Kostenontwikkeling 2015

Kostenontwikkeling 2015
Tweede prognose (september 2014)
Op basis van cijfers voor de cao kinderopvang en cijfers van het Centraal
Planbureau (CPB) zoals die op Prinsjesdag zijn gepresenteerd, heeft
Brancheorganisatie Kinderopvang een tweede prognose opgesteld van de te
verwachten kostenstijging in 2015. De prognose voor de verwachte
kostenstijging komt met gemiddeld 2,1% voor de sector iets hoger uit dan de
eerste kostenprognose van voorjaar 2014.
Daarnaast heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de
voorlopige maximum uurprijzen voor kinderopvangtoeslag in 2015
bekendgemaakt.
Kostenstijging kinderopvangbranche
De verwachting is dat de kosten in de kinderopvangbranche gemiddeld met
2,1% zullen stijgen. Deze stijging is het gevolg van effecten van de inflatie en
loonkostenontwikkeling.
Loonkosten (cao en sociale lasten)
Eind 2014 loopt de cao 2012-2014 af. Doordat de onderhandelingen voor
een nieuwe cao kinderopvang (vanaf 2015) nog moeten starten, is er nog
geen concreet zicht op voor de sector specifieke cao-loonstijging voor volgend
jaar. Bij de vraag hoe de cao-loonstijging zal uitvallen, bent u deels ook zelf
aan zet. Uiteraard wordt u op de hoogte gehouden van de de ontwikkelingen
in het cao-traject.
Voor de inschatting van de cao-loonstijging hebben we het CPB-percentage
als uitgangspunt genomen. Het CPB raamt de te verwachten algemeen
gemiddelde stijging van de cao-lonen in de marktsector voor 2015 op 1,5%.
Vakcentrale FNV hanteert voor 2015 een looneis van 3% (900 euro voor alle
werknemers). Vakcentrale CNV gaat uit van een looneis boven de inflatie,
maar hanteert niet een looneis voor alle sectoren.
Daarnaast is er een stijging van loonkosten als gevolg van periodieke
loonsverhogingen en kosteneffecten van onder andere in- en uitstroom. Voor
deze kostenstijging hanteren we het cijfer van 1%. Het CPB raamt voor het
landelijk gemiddelde 0,5%. Omdat door de recente krimp in de sector het
personeelsbestand in de kinderopvang vergrijst neemt het gemiddelde loon
toe. We gaan daarom voor onze sector uit van een hoger percentage van 1%.
We benadrukken dat de 1% een gemiddelde is. Ervaring leert dat deze post
sterk kan verschillen per organisatie. Dit is bijvoorbeeld mede afhankelijk
van de samenstelling van uw personeelsbestand en de vraag of u met kosten
voor reorganisatie of ontslag te maken heeft. Wij adviseren u om voor uw
eigen organisatie na te gaan welk percentage hierbij van toepassing is,
bijvoorbeeld 1,5 procent. In de berekening kunt u uw eigen percentage
hanteren in plaats van het algemeen gemiddelde van 1%.
1
Het CPB heeft in de Macro-Economische Verkenning 2015 een inschatting
gegeven voor de sociale lasten die de werkgever moet afdragen. Voor 2015
wordt er een daling verwacht van deze kosten van gemiddeld 0,75%. Deze
daling is onder andere gebaseerd op een algemene daling van de
werkgeverspremies en de kabinetsplannen voor een beperking van de fiscale
aftrekbaarheid van pensioenopbouw voor hogere inkomens. Omdat de
pensioenpremies voor onze sector pas medio november bekend worden
gemaakt en de verwachting is dat de voorgenomen maatregel achter de
daling van sociale lasten vermoedelijk beperkt tot niet op onze sector van
toepassing is, stellen we het effect van de de sociale lasten op 0% in de
berekening van de kostenprognose.
Later dit jaar, naar verwachting in oktober, worden de definitieve sociale
premies voor onze sector voor 2015 bekend gemaakt. We wijzen er op dat die
nog kunnen afwijken van de verwachting voor het landelijke gemiddelde van
dit moment. Zodra deze premies voor 2015 bekend zijn zullen wij u hierover
informeren.
De totale loonkostenstijging voor de kinderopvangsector wordt daarmee
geraamd op 2,5% (1,5% plus 1% plus 0 %).
Pensioenpremie 2015
Medio november dit jaar beslist het bestuur van het pensioenfonds Zorg en
Welzijn (PFZW) over de hoogte van de pensioenpremie voor 2015. Het is niet
uitgesloten dat het bestuur van PFZW zal besluiten om de pensioenpremies
te verhogen. Dit besluit kan van invloed zijn op de kostenontwikkeling.
Zodra de pensioenpremie voor 2015 bekend is, zullen wij u hierover
informeren.
Algemene kostenstijging (inflatie)
Naast personeelskosten hebben kinderopvangorganisaties ook te maken met
algemene kostenstijgingen voor huisvesting, energie, voeding en dergelijke.
Wat betreft de te verwachten stijging van deze kosten, kan het best
aansluiting worden gezocht bij de prognose van de inflatie van het CPB van
1,25% voor 2015.
Gewogen gemiddelde
De totale kosten voor een kinderopvangorganisatie worden voor het grootste
deel bepaald door de personele kosten (70%). Voor de algemene kosten
resteert 30%. Door deze percentages toe te passen op de kostenstijgingen
van 2,5% en 1,25% ontstaat een gewogen gemiddelde kostenstijging op
brancheniveau van 2,1%.
Nogmaals benadrukken wij dat dit als een algemeen gemiddelde moet
worden beschouwd. Afhankelijk van de kenmerken van uw organisatie kan
dit hoger of lager uitvallen.
2
Benadrukt wordt ook dat in bovenstaande cijfers steeds uitgegaan wordt van
een gemiddelde stijging over het gehele kalenderjaar 2015 ten opzichte van
het gemiddelde kostenniveau in het kalenderjaar 2014. Hierbij zijn de
kosteneffecten steeds uitgedrukt in een effect over het gehele kalenderjaar.
Daarbij wordt rekening gehouden met het moment in een kalenderjaar dat
een kostenstijging of kostendaling ingaat.
Ontwikkelingen maximum uurprijzen kinderopvangtoeslag
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft het conceptbesluit voor de maximum uurprijzen voor 2015 bekend gemaakt. De
indexering is onder het voorbehoud van eventuele wijzigingen door de
Tweede Kamer.
Opvangsoort
Maximum uurprijs
2015 (voorlopig)
Huidige maximum
uurprijs (2014)
Procentueel verschil
maximum uurprijs
2014 t.o.v. 2015
Dagopvang
€ 6,84
€ 6,70
+ 2%
Buitenschoolse opvang
€ 6,38
€ 6,25
+ 2%
Gastouderopvang
€ 5,48
€ 5,37
+ 2%
De maximum uurprijzen voor de kinderopvangtoeslag worden per 1 januari
2015 met naar verwachting 2% verhoogd. Dit is het resultaat van 1,7%
reguliere verhoging voor 2015 conform de ontwikkeling van loonkosten en
prijzen in 2015 zoals het Centraal Planbureau dit voorjaar raamde, en 0,3%
‘inhaal’ op de indexering over 2014.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft inmiddels een
concept besluit hierover aan de Tweede Kamer gezonden. Een definief besluit
hierover zal naar verwachting in oktober worden gepubliceerd (inclusief
inkomenstabellen). Zodra dit definitieve besluit bekend is gemaakt, zullen
wij u hierover informeren.
3