Halfjaarverslag

Robeco ONE
Fonds voor gemene rekening
Halfjaarbericht over 2014
Inhoudsopgave
Algemene informatie
4
Kerncijfers per subfonds
5
Verslag van de beheerder
Algemene inleiding
Beleggingsresultaat
Beleggingsbeleid
Sustainability investing
6
6
8
8
10
Jaarrekening
Balans
Winst- en verliesrekening
Kasstroomoverzicht
Toelichtingen
Algemeen
Risico’s financiële instrumenten
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat
Toelichting op de balans
Toelichting op de winst- en verliesrekening
12
12
13
13
14
14
14
16
16
22
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum
Belangen van bestuurders
25
25
25
Robeco ONE 2
Robeco ONE
(beleggingsfonds voor gemene rekening in de zin van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, met de structuur
van een paraplufonds, gevestigd ten kantore van de beheerder te Rotterdam, Nederland)
Contactgegevens
Coolsingel 120
Postbus 973
NL-3000 AZ Rotterdam
Tel. 010 - 224 1 224
Fax 010 - 411 5 288
Internet: www.robeco.com
Beheerder
Robeco Institutional Asset Management B.V.
Directieleden:
Drs. L.M.T. Boeren
Drs. H.W.D.G. Borrie
Drs. R.M.S.M. Munsters
Drs. H.A.A. Rademaker
Mr. J.B.J. Stegmann
Bewaarder
Stichting Bewaarder Robeco
Mr. M.A. Prinsze
J. Scheffer
Fondsmanagers
Drs J.S. Blokland
Drs. R.W. van Suijdam
Accountant
Ernst & Young Accountants LLP (tot 1 januari 2014)
Antonio Vivaldistraat 150
1083 HP Amsterdam
KPMG Accountants N.V. (vanaf 1 januari 2014)
Laan van Langerhuize 1
1186 DS Amstelveen
Robeco ONE 3
Algemene informatie
Juridische aspecten
Robeco ONE (het “fonds”) is een beleggingsfonds voor gemene rekening in de zin van de Wet op de
vennootschapsbelasting 1969. Het is ingesteld naar Nederlands recht. De subfondsen (Defensief, Neutraal, Offensief)
hebben een open-end karakter.
Fiscale aspecten
Het fonds heeft op basis van artikel 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 de status van een vrijgestelde
beleggingsinstelling. Dit betekent dat het fonds, onder bepaalde voorwaarden, vrijgesteld is van de heffing van
vennootschapsbelasting over de behaalde resultaten. De subfondsen van het fonds doen in beginsel geen
dividenduitkeringen. Indien en voor zover er toch een dividenduitkering mocht plaatsvinden, dan is het fonds
vrijgesteld voor de inhouding van dividendbelasting op al zijn uitkeringen.
Uitgifte en inkoop participaties
De subfondsen van het fonds hebben een open-end karakter. Dat houdt in dat zij, behoudens bijzondere
omstandigheden, op dagelijkse basis participaties uitgeven of inkopen tegen de intrinsieke waarde met een beperkte
op- of afslag. Deze op- of afslag dient alleen ter dekking van de kosten die door het subfonds moeten worden gemaakt
voor het toe- of uittreden van beleggers. Het vigerende op- of afslagpercentage bedraagt maximaal 0,60%. Een
eventueel overschot of tekort komt geheel ten goede aan c.q. ten laste van het subfonds.
Essentiële beleggersinformatie en prospectus
Voor Robeco ONE zijn een prospectus en essentiële beleggersinformatie opgesteld met informatie over het fonds, de
kosten en de risico’s. Beide documenten zijn kosteloos verkrijgbaar ten kantore van het fonds en via www.robeco.com.
Robeco ONE 4
Kerncijfers per subfonds
Overzicht 2012 - 2014
Robeco ONE Defensief
2014 1
2013
05/10/201231/12/2012
- Intrinsieke waarde
5,3
4,2
1,7
Vermogen in EUR x miljoen
101
88
86
2014 1
2013
05/10/201231/12/2012
- Intrinsieke waarde
5,5
7,5
1,3
Vermogen in EUR x miljoen
302
271
242
2014 1
2013
05/10/201231/12/2012
- Intrinsieke waarde
5,7
11,4
1,0
Vermogen in EUR x miljoen
200
175
144
Gemiddeld 2
Performance in % op basis van:
6,5
Overzicht 2012 - 2014
Robeco ONE Neutraal
Gemiddeld 2
Performance in % op basis van:
8,3
Overzicht 2012 - 2014
Robeco ONE Offensief
Gemiddeld 2
Performance in % op basis van:
1
2
Betreft de periode 1 januari tot en met 30 juni 2014.
Betreft het gemiddelde over de periode 5 oktober 2012 tot en met 30 juni 2014.
Robeco ONE 5
10,5
Verslag van de beheerder
Algemene inleiding
Economie
Het herstel van de wereldeconomie maakte in het eerste kwartaal van het jaar 2014 pas op de plaats. Het bruto
binnenlands product van de grootste economie ter wereld, de Verenigde Staten, liet een daling zien van bijna 3% op
jaarbasis. Van een stagnatie was echter geen sprake, aangezien de daling vooral veroorzaakt werd door de extreem
koude winter en de verminderde voorraadopbouw van bedrijven. De private consumptie (ongeveer 70% van het bruto
binnenlands product in de VS) toonde zich juist standvastig. Ook de op één na grootste economie, die van China, liet in
de eerste maanden van het jaar een afnemende expansie zien. Hoewel deze cijfers enigszins verstoord werden door
het traditionele Chinese Nieuwjaarseffect, werd duidelijk dat het meer restrictieve beleid van de Chinese centrale bank
de kredietgroei in de industriële sector (en daarmee de economische activiteit) afremde. In het tweede kwartaal
toonden Chinese beleidsmakers zich echter bezorgd over een te scherpe vertraging en kondigden
stimuleringsmaatregelen aan om de beoogde groei van 7,5% in 2014 veilig te stellen.
De eerste helft van dit jaar laat tevens zien dat de divergentie tussen meer ontwikkelde landen en opkomende markten
nog niet ten einde is. Waar de VS, Europa en Japan in de eerste helft van het jaar duidelijk een versnelling lieten zien,
blijft het groeitempo van de opkomende markten vooralsnog achter. Landen als Brazilië, Turkije, Zuid-Afrika en India
kampen met problemen aan de aanbodzijde van de economie, wat inflatie in de hand werkt. Monetaire autoriteiten in
opkomende markten voerden per saldo een verkrappend monetair beleid, waarbij hogere rentes negatief doorwerkten
op de binnenlandse economische activiteit. De verhoging van de beleidsrente werd in landen met een tekort op de
lopende rekening van de handelsbalans mede ingegeven door de doelstellingen: beperking van kapitaaluitstroom en
afschrikking van speculanten. Het jaar 2014 is een belangrijk verkiezingsjaar voor opkomende markten, maar tot nu
toe zijn de nadelige gevolgen voor financiële markten zeer gering geweest. In India werden de presidentsverkiezingen
gewonnen door de hervormingsgezinde nationalist Modi, terwijl verkiezingen in Turkije en Zuid-Afrika winst opleverden
voor zittende partijen. De periferie van de Eurozone liet duidelijke signalen van herstel zien na de door de Trojka
(Europese Centrale Bank (ECB), Internationaal Monetair Fonds (IMF) en Europese Commissie(EC)) opgelegde stringente
bezuinigingen en structurele hervormingen.
De sleutelrol in de huidige macro-economische constellatie bleek wederom weggelegd voor centrale banken, waarbij
de ogen van de financiële markten vooral gericht waren op de ECB. De centrale bank van de Eurozone werd
geconfronteerd met een verder dalende inflatie. De consumentenprijsindex in het Eurogebied viel terug tot 0,5% op
jaarbasis in mei, ver onder de officiële beleidsdoelstelling van “dichtbij, maar onder de 2,0%”. De diagnose van de ECB
was dat deze gestage daling van de inflatie vanaf 2011 vooral werd veroorzaakt door de sterke euro en de daling van
grondstoffenprijzen. In juni besloot de ECB tot een conventionele renteverlaging van 0,1%. Daarnaast introduceerde ze
een noviteit met een beperkt negatieve depositorente. Deze dient banken te ontmoedigen om nog langer overtollige
liquiditeiten bij de centrale bank te stallen, en daardoor de kredietverlening aan te jagen. Verder kondigde de ECB
gerichte langetermijn herfinancieringsoperaties (TLTRO) aan waarmee banken voor de komende vier jaar goedkoop
geld van de centrale bank kunnen lenen tegen vooraf vastgestelde condities. De centrale bank van Japan was dit
voorjaar minder nadrukkelijk aanwezig dan in 2013, toen ze met kwantitatieve verruiming succesvol aanstuurde op
een verzwakking van de yen. De inflatiecijfers in Japan zijn, mede door een BTW tariefsverhoging in april, duidelijk
gestegen: de jongste editie van de consumentenprijsindex laat een stijging van 3,7% op jaarbasis zien. Toch zijn er
twijfels over het succes van het nieuwe Japanse economisch beleid, ook wel ‘Abenomics’ genoemd. Aandachtspunten
hierbij zijn de daling van de reële lonen, de trage structurele hervormingen in de arbeidsmarkt en de uitblijvende
exportgroei. De nieuwe president van de Fed, Janet Yellen, zette geen majeure koerswijziging in. De beleidsrente in de
VS zal volgens haar nog langere tijd laag blijven, gezien de zeer gematigde inflatie en broze plekken in het herstel van
de arbeidsmarkt. Ook gaf ze aan bij eventuele zeepbellen in activaprijzen niet naar het rentewapen te zullen grijpen.
De opwaartse beweging van de kapitaalmarktrente in de VS in 2013 werd in het voorjaar van 2014 opvallend genoeg
niet voortgezet. De vergoeding op een 10-jaars staatsobligatie in de VS bewoog zich in de beperkte bandbreedte tussen
2,6 en 2,8%. Diverse factoren zorgden voor een neerwaartse druk op rentes. Zo deed de extreem koude winter in de VS
beleggers toch twijfelen aan de duurzaamheid van het mondiale herstel. Daarbij viel de uitgifte van staatsschuld in de
Robeco ONE 6
VS lager uit door een meevallend begrotingstekort. Voorts kwamen in het afgelopen voorjaar nieuwe geopolitieke
risico’s aan het licht, wat de zoektocht naar veilige havens gaande hield. Tenslotte hebben centrale banken duidelijk
gemaakt dat ze een accommoderende houding zullen blijven innemen. Daarbij is er wel een divergentie in monetair
beleid zichtbaar: de ECB besloot dit voorjaar tot onconventionele maatregelen middels de TLTRO en negatieve
depositorente, terwijl de Fed in het najaar van 2014 juist het einde van haar onconventionele maatregelen nadert.
Inzake het conflict tussen de Russische Federatie en Oekraïne ligt een de-escalatie in de lijn der verwachtingen. De
illegale annexatie van de Krim door de Russische Federatie staat echter een volledige normalisering van de
betrekkingen met het Westen in de weg. De gevolgen voor de wereldeconomie en financiële markten blijven naar
verwachting beperkt.
Vooruitzichten aandelenmarkten
De eerste helft van 2014 noteerden wereldwijde aandelenmarkten een totaalrendement van 7,2% voor de MSCI World
index (gemeten in euro’s). Opkomende markten toonden daarbij, in tegenstelling tot 2013, een gezonde
rendementsontwikkeling. De gunstige waardering van aandelen uit opkomende markten, die op basis van koerswinstverhoudingen bijna 30% goedkoper zijn ten opzichte van meer ontwikkelde markten, zorgde voor hernieuwde
interesse van beleggers in de zoektocht naar rendement. Het sentiment verbeterde tevens door een voor financiële
markten gunstige uitkomst van nationale verkiezingen. Tevens nam de volatiliteit in de opkomende markten af door de
accommoderende houding van de centrale banken in meer ontwikkelde markten, waardoor de risicorendementsperspectieven verbeterden. Aandelen in meer ontwikkelde markten toonden bescheidenere rendementen,
mede door de opgelopen koerswinstverhoudingen. Het sentiment ten aanzien van aandelen bleef positief, doordat de
financiële markten vooralsnog centrale banken vertrouwen in hun boodschap dat de overtollige liquiditeit nog geruime
tijd in het financiële systeem zal blijven. Hierdoor (en door relatief geringe verrassingen in economische cijfers) daalde
de aandelenvolatiliteit naar historisch lage niveaus.
Wij verwachten dat de aandelenmarkten in de tweede helft van 2014 die opmars zullen voortzetten, maar dat
rendementen op jaareinde die van het sterke 2013 niet zullen overtreffen. Ten eerste zijn de opportuniteitskosten van
beleggen in aandelen laag door de ruime liquiditeit en de aanhoudende zoektocht naar extra rendement. Ten tweede
verwachten wij dat in de rentemarkt de tweede helft van 2014 geen herhaling zal zijn van de eerste helft. Gematigd
stijgende lange rentes in meer ontwikkelde markten, zoals Robeco deze in haar visie voor het einde van 2014
verwacht, maken obligaties en rentegevoelige activa relatief onaantrekkelijk. Wij verwachten vooral een stijging in de
reële rente door aantrekkende economische groei in een omgeving van gematigde inflatie. De versnelling van het
groeitempo van de mondiale economie impliceert ook winstgroei voor bedrijven. Gezien onze verwachting van
aantrekkende groei in de tweede helft van 2014, vooral in de VS, is de opgelopen waardering in meer ontwikkelde
markten niet excessief te noemen. Wel zal de onderliggende winstgroei zich in onze visie meer zijwaarts bewegen. Een
verdere expansie van historisch hoge winstmarges is niet waarschijnlijk, evenmin als een terugkeer naar het historisch
gemiddelde, al zal de afzetgroei dit deels compenseren. De nog steeds ruime arbeidsmarkt in de mondiale economie
biedt werknemers nog onvoldoende onderhandelingsmacht om loonkosten significant te laten oplopen. Tevens blijven
de rentelasten voor bedrijven, ondanks de verwachte rentestijging, vooralsnog beperkt door verminderde
hefboomfinanciering en ingeperkte herfinancieringsrisico’s.
Ons basisscenario van aantrekkende mondiale groei met een aanhoudend ruim monetair beleid blijft naar onze
mening gunstig voor risicovolle activa. Alternatieve scenario’s, die de voorkeur voor risicovolle activa in het najaar van
2014 zouden kunnen wijzigen, kunnen zich op verschillende wijzen manifesteren. De aanleiding daartoe kan worden
gevormd door een synchroon economisch herstel in de G3 landen in de tweede helft van 2014, een aanhoudende
deflatoire trend in Europa, een sterke groeivertraging in China en /of een recessie in Japan.
Vooruitzichten obligatiemarkten
Obligaties binnen de Eurozone zullen steun blijven vinden in het ruime monetaire beleid van de ECB. De dreiging van
deflatie en het fragiele karakter van het economisch herstel heeft de centrale bank aangezet om met nieuwe
beleidsmaatregelen te komen. Belangrijk oogmerk daarbij is het weer op gang brengen van de kredietverlening.
Nieuwe liquiditeitsimpulsen voor het Europese bankwezen zullen in de tweede helft van het jaar hun beslag krijgen.
Deze kunnen ook de kapitaalmarktrente laag houden, evenals rentes op obligaties uit de periferie. Ondanks het feit dat
Robeco ONE 7
deze laatste markt in de voorbije periode al bijzonder goed heeft gerendeerd, verwachten wij dat dit voorlopig
aanhoudt, juist vanwege de overvloedige liquiditeit in het geldsysteem en het gebrek aan hoogrentende alternatieven.
Opwaartse druk op de renteniveaus verwachten wij vanuit de VS. Hoewel de economische groei hier over de eerste zes
maanden teleurstelde, voorzien wij een betere tweede helft van het jaar. Arbeidsmarktindicatoren wijzen op een verder
economisch herstel. In de herfst zal de Fed naar verwachting haar opkoopprogramma van staatsleningen beëindigen.
De markt zal zich steeds meer richten op de vraag wanneer de officiële rente wordt verhoogd en dit zal de prijzen van
Amerikaanse staatsleningen onder druk zetten. Wij verwachten dan ook dat Amerikaanse obligaties het slechter zullen
(blijven) doen dan Europese leningen.
Na een moeilijke start zijn obligaties uit opkomende markten goed teruggekomen. Leningen uitgegeven in lokale
valuta kennen over het algemeen beduidend hogere renteniveaus vergeleken met andere obligatie-categorieën. Dit
trekt beleggers aan. Desalniettemin blijven wij nog enigszins terughoudend. Veel landen kennen verslechterde
economische vooruitzichten. Ook komen de noodzakelijke economische hervormingen veelal niet van de grond. De
valuta’s ogen kwetsbaar, mocht de Fed aankondigen de monetaire teugels op termijn aan te trekken.
Ook voor bedrijfsobligaties zijn we iets voorzichtiger geworden vanwege de afgenomen risicopremie, na een aantal
hele goede jaren voor deze categorie. De waardering is dus minder aantrekkelijk dan in het recente verleden.
Onderliggend is er nog weinig reden tot zorg. Bedrijven staan er over het algemeen goed voor. De winstgevendheid is
op peil en ondernemingen beschikken over ruime kasmiddelen. Wel is er geleidelijk weer meer oog voor de
aandeelhouder versus de obligatiebelegger. Dit vertaalt zich in toegenomen dividenden, meer eigen inkoop van
aandelen en een verhoogde activiteit op de markt voor fusies en overnames.
Beleggingsresultaat
Beleggingsresultaat per subfonds
Intrinsieke waarde
in EUR x 1
30/06/2014
Intrinsieke
waarde in EUR x 1
31/12/2013
Beleggingsresultaat
verslagperiode in %
Robeco ONE Defensief
111,54
105,92
5,3
Robeco ONE Neutraal
114,85
108,92
5,5
Robeco ONE Offensief
118,90
112,53
5,7
Subfonds
Beleggingsbeleid
Algemeen
De Robeco ONE subfondsen richten zich primair op het behalen van waardegroei op de lange termijn. De subfondsen
streven naar een optimale verdeling over de verschillende beleggingscategorieën aandelen, obligaties alsmede liquide
middelen en kunnen daarnaast ook (in beperkte mate) beleggen in vastgoedfondsen en grondstoffen. Het mixkarakter
biedt de mogelijkheid om de accenten in de aard van de beleggingen in de tijd zodanig te verleggen dat steeds een
optimaal rendement kan worden bereikt. Robeco ONE kent drie subfondsen: Defensief, Neutraal en Offensief, met
verschillende risicoprofielen, variërend van vrij laag tot hoog.
Ieder subfonds belegt voornamelijk in verbonden beleggingsinstellingen. Naast verbonden beleggingsinstellingen
kunnen ook andere beleggingsinstellingen, afgeleide instrumenten, beursgenoteerde aandelen, obligaties en
deposito's in de portefeuille van de beleggingsinstelling worden opgenomen. De verdeling van de portefeuille over de
verschillende beleggingscategorieën wordt maandelijks bekendgemaakt via de website.
Robeco ONE Defensief
Binnen dit risicoprofiel wordt er voor een beperkt deel in risicovolle beleggingsinstellingen belegd, zoals
aandelenfondsen en voor een groot deel in minder risicovolle beleggingsinstellingen zoals obligatiefondsen. Het
belang in risicovolle of minder risicovolle beleggingsinstellingen kan worden aangepast om afhankelijk van de
marktomstandigheden de beoogde doelstelling te behalen.
Robeco ONE 8
Robeco ONE Neutraal
Binnen dit risicoprofiel wordt er voor een behoorlijk deel in risicovolle beleggingsinstellingen belegd, zoals
aandelenfondsen en voor een behoorlijk deel in minder risicovolle beleggingsinstellingen zoals obligatiefondsen. Het
belang in risicovolle of minder risicovolle beleggingsinstellingen kan worden aangepast om afhankelijk van de
marktomstandigheden de beoogde doelstelling te behalen.
Robeco ONE Offensief
Binnen dit risicoprofiel wordt er voor een groot deel in risicovolle beleggingsinstellingen belegd, zoals aandelenfondsen
en voor een beperkt deel in minder risicovolle beleggingsinstellingen zoals obligatiefondsen. Het belang in risicovolle of
minder risicovolle beleggingsinstellingen kan worden aangepast om afhankelijk van de marktomstandigheden de
beoogde doelstelling te behalen.
Tactisch beleid
Tactisch beleid maakt een belangrijk onderdeel uit van het beleggingsbeleid van de Robeco ONE subfondsen.
Hieronder volgt een verantwoording van het tactische beleid per subfonds.
Robeco ONE Defensief
Met de huidige extreem lage rente zoeken veel beleggers naar manieren om toch een beetje extra rendement te
halen. Een belangrijk onderdeel van het tactisch beleid gedurende de verslagperiode was daarom de overweging van
hoger renderende high yield obligaties. Hoewel het rendement op deze obligaties relatief hoog is, droeg deze positie
toch negatief bij aan het resultaat, omdat die relatief groot was en omdat Europese staatsobligaties (en dan met name
die uit Zuid-Europa) nog beter presteerden. Obligaties uit opkomende landen hebben we in het eerste halfjaar van
2014 grotendeels onderwogen gehad vanwege de matige vooruitzichten van deze groep landen, maar hebben we
opgehoogd nadat het sentiment rondom deze obligaties verbeterde. Ook bedrijfsobligaties hebben we voor minder
dan het strategische gewicht in de portefeuille. Doordat de risico’s van beleggen in deze categorie obligaties inmiddels
vergelijkbaar zijn met het risico van beleggen in staatsobligaties, is er met deze categorie weinig extra rendement te
behalen.
Aandelen zijn in de portefeuille onderverdeeld in ontwikkelde markten en opkomende markten. In de verslagperiode
hebben we aandelen in ontwikkelde markten zwaarder aangezet, terwijl we het gewicht van opkomende landen over
het algemeen op benchmarkniveau hielden.
Voor wat betreft het valutabeleid is gedurende de verslagperiode een overweging in dollars aangehouden ten opzichte
van de euro. In de loop van de verslagperiode is daarnaast een onderweging van de yen ten opzichte van de euro
aangebracht om te profiteren van het valutaverzwakkende beleid van de Japanse Centrale Bank. Per saldo had het
valutabeleid een neutraal effect op de portefeuille.
Robeco ONE Neutraal
Met de huidige extreem lage rente zoeken veel beleggers naar manieren om toch een beetje extra rendement te
halen. Een belangrijk onderdeel van het tactisch beleid gedurende de verslagperiode was daarom de overweging van
hoger renderende high yield obligaties. Hoewel het rendement op deze obligaties relatief hoog is, droeg deze positie
toch negatief bij aan het resultaat, omdat die relatief groot was en omdat Europese staatsobligaties (en dan met name
die uit Zuid-Europa) nog beter presteerden. Daarom hebben we binnen staatsobligaties middels een future positie een
extra accent gelegd op staatsobligaties uit Zuid-Europese landen ten opzichte van de brede Europese markt. Deze
accenten hadden een positief effect op het resultaat. Obligaties uit opkomende landen hebben we in het eerste
halfjaar van 2014 grotendeels onderwogen gehad vanwege de matige vooruitzichten van deze groep landen, maar
hebben we opgehoogd nadat het sentiment rondom deze obligaties verbeterde. Ook bedrijfsobligaties hebben we voor
minder dan het strategische gewicht in de portefeuille. Doordat de risico’s van beleggen in deze categorie obligaties
inmiddels vergelijkbaar zijn met het risico van beleggen in staatsobligaties, is er met deze categorie weinig extra
rendement te behalen.
Aandelen zijn in de portefeuille onderverdeeld in ontwikkelde markten en opkomende markten. In de verslagperiode
hebben we aandelen in ontwikkelde markten zwaarder aangezet, terwijl we het gewicht van opkomende landen over
Robeco ONE 9
het algemeen op benchmarkniveau hielden. Ook is ingezet op het stimulerende beleid van de Bank of Japan middels
een Nikkei future.
Voor wat betreft het valutabeleid is gedurende de verslagperiode een overweging in dollars aangehouden ten opzichte
van de euro. In de loop van de verslagperiode is daarnaast een onderweging van de yen ten opzichte van de euro
aangebracht om te profiteren van het valutaverzwakkende beleid van de Japanse Centrale Bank. Per saldo had het
valutabeleid een neutraal effect op de portefeuille.
Robeco ONE Offensief
Met de huidige extreem lage rente zoeken veel beleggers naar manieren om toch een beetje extra rendement te
halen. Een belangrijk onderdeel van het tactisch beleid gedurende de verslagperiode was daarom de overweging van
hoger renderende high yield obligaties. Hoewel het rendement op deze obligaties relatief hoog is, droeg deze positie
toch negatief bij aan het resultaat, omdat die relatief groot was en omdat Europese staatsobligaties (en dan met name
die uit Zuid-Europa) nog beter presteerden. Obligaties uit opkomende landen hebben we in het eerste halfjaar van
2014 grotendeels onderwogen gehad vanwege de matige vooruitzichten van deze groep landen, maar hebben we
opgehoogd nadat het sentiment rondom deze obligaties verbeterde. Ook bedrijfsobligaties hebben we voor minder
dan het strategische gewicht in de portefeuille. Doordat de risico’s van beleggen in deze categorie obligaties inmiddels
vergelijkbaar zijn met het risico van beleggen in staatsobligaties, is er met deze categorie weinig extra rendement te
behalen.
Aandelen zijn in de portefeuille onderverdeeld in ontwikkelde markten en opkomende markten. In de verslagperiode
hebben we aandelen in ontwikkelde markten zwaarder aangezet, terwijl we het gewicht van opkomende landen over
het algemeen op benchmarkniveau hielden. Ook is ingezet op het stimulerende beleid van de Bank of Japan middels
een Nikkei future.
Voor wat betreft het valutabeleid is gedurende de verslagperiode een overweging in dollars aangehouden ten opzichte
van de euro. In de loop van de verslagperiode is daarnaast een onderweging van de yen ten opzichte van de euro
aangebracht om te profiteren van het valutaverzwakkende beleid van de Japanse Centrale Bank. Per saldo had het
valutabeleid een neutraal effect op de portefeuille.
Sustainability investing
Sustainability investing in de fondsen bij Robeco wordt met minimale beperkingen aan het beleggingsuniversum
uitgevoerd en bestaat uit een combinatie van effectieve instrumenten:
•
uitoefening stemrechten
•
engagement
•
uitsluitingen
1
•
integratie ESG-factoren in beleggingsprocessen
Uitoefening stemrechten
De beheerder heeft het streven om wereldwijd het stemrecht uit te oefenen op door het fonds gehouden aandelen. De
beheerder doet dit vanuit de overtuiging dat ‘good corporate governance’ op de lange termijn goed is voor de
aandeelhouderswaarde. Het corporate governance beleid van de beheerder is gebaseerd op de internationaal
geaccepteerde principes van het International Corporate Governance Network (ICGN). De beheerder heeft de opvatting
dat lokale wetten en codes voor ondernemingsbestuur, zoals de Corporate Governance Code in Nederland, het
leidende kader voor de corporate governance praktijk en het stemgedrag vormen. Deze aanpak is in lijn met principes
7 en 9 van de ICGN Global Corporate Governance Principles. Deze principes richten zich op transparantie en de
verantwoordelijkheden van aandeelhouders. De Robeco ONE fondsen beleggen hoofdzakelijk in fondsen van de
Robeco Groep.
Engagement
Engagement is het actief gebruiken van de rechten van beleggers om invloed uit te oefenen op bedrijven. Robeco
treedt in actieve dialoog met ondernemingen over verantwoord ondernemerschap en een maatschappelijk
1
ESG staat voor Environmental, Social and Corporate Governance; in het Nederlands: milieu, maatschappij en goed bestuur.
Robeco ONE 10
verantwoord ondernemingsbeleid. Dit verhoogt naar onze mening op de langere termijn de aandeelhouderswaarde
voor onze klanten. Wij hanteren hierbij een geïntegreerde aanpak waarbij kennis van onze beleggingsanalisten, onze
sustainability investing research analisten en onze engagement specialisten wordt gecombineerd. Door financiële
materialiteit als uitgangspunt te nemen voor onze dialoog streven we ernaar dat de dialoog waarde toevoegt en
resulteert in een beter risico-rendement profiel van de aandelen. Hiermee creëren we zowel waarde voor onze klanten
als voor de maatschappij. De Robeco ONE fondsen beleggen hoofdzakelijk in fondsen van de Robeco Groep. Daarin
wordt de actieve dialoog ook gevoerd met ondernemingen.
Uitsluitingen
Het uitsluitingenbeleid van Robeco bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste worden ondernemingen uitgesloten die
controversiële wapens of essentiële onderdelen daarvan produceren of het merendeel van hun omzet realiseren met
de verkoop of transport van deze wapens. Sinds 1 januari 2013 is er nieuwe Nederlandse wetgeving in werking
getreden rondom het investeren in clustermunitie- bedrijven, en wij baseren ons op deze wet voor wat het niet
investeren in deze ondernemingen betreft. Naast het uitsluitingenbeleid van ondernemingen, is er ook een beleid voor
het uitsluiten van landen. Volgens Robeco is een land controversieel als de regering van het land systematisch de
mensenrechten schendt van haar eigen burgers. Deze uitsluitingen hebben betrekking op landengerelateerde
beleggingen (bijvoorbeeld staatsobligaties). Ten tweede kan een niet-succesvolle dialoog op termijn leiden tot
uitsluiting van een onderneming van het beleggingsuniversum. Het gaat hierbij om een dialoog waarbij wij spreken
met ondernemingen over ernstige en structurele schendingen van internationaal breed geaccepteerde richtlijnen voor
verantwoord ondernemen. In het bijzonder richt Robeco zich hierbij op het United Nations Global Compact. De
uiteindelijke bevoegdheid om ondernemingen en landen op de uitsluitingslijst te plaatsen ligt bij de directie van de
Robeco Groep. Robeco Institutional Asset Management B.V. in haar hoedanigheid van beheerder past deze
uitsluitingslijst toe.
Integratie ESG-factoren in beleggingsprocessen
De Robeco ONE fondsen beleggen hoofdzakelijk in fondsen van de Robeco Groep. Robeco streeft actief naar
verantwoord beleggen, waarbij ESG-integratie onderdeel uitmaakt van dit beleid en daarom al voltooid is voor een zeer
groot deel van de Robecofondsen waarin wordt belegd. Het streven is om ESG-integratie voor het totale fondsenpalet
door te voeren. Duurzaamheid kan een doorslaggevend selectiecriterium zijn bij de keuze om fondsen op te nemen. De
Robeco ONE fondsen kunnen gebruik maken van niet-Robeco producten indien voor een beleggingscategorie geen
representatief Robeco fonds beschikbaar is. Deze producten vallen in die hoedanigheid buiten het verantwoord
beleggen beleid van Robeco. Voor deze producten vindt momenteel geen expliciete duurzaamheidsscreening plaats.
Rotterdam, 26 augustus 2014
De beheerder
Robeco ONE 11
Jaarrekening
Balans
EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
Samengevoegd
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
1
4.404
3.782
20.812
18.037
18.529
15.398
43.745
37.217
2
93.538
80.230
265.448
237.591
165.902
150.507
524.888
468.328
Voor resultaatbestemming, EUR x duizend
Beleggingen
Financiële beleggingen
Aandelen
Beleggingen in fondsen van de
Robeco Groep
Derivaten
103
276
1.720
2.098
688
1.864
2.511
4.238
98.045
84.288
287.980
257.726
185.119
167.769
571.144
509.783
4
–
–
50
–
500
–
550
–
5
281
114
4.527
1.883
2.193
2.906
7.001
4.903
281
114
4.577
1.883
2.693
2.906
7.551
4.903
6
3.684
4.377
19.307
15.388
20.197
6.930
43.188
26.695
3,11
125
11
1.116
64
575
55
1.816
130
7
1.232
–
8.161
620
6.430
–
15.823
620
–
–
–
1.575
–
1.055
–
2.630
114
473
645
1.841
691
1.059
1.450
3.373
1.471
484
9.922
4.100
7.696
2.169
19.089
6.753
2.494
4.007
13.962
13.171
15.194
7.667
31.650
24.845
100.539
88.295
301.942
270.897
200.313
175.436
602.794
534.628
3,11
Som der beleggingen
Vorderingen
Vorderingen uit hoofde van verstrekte
zekerheden
Overige vorderingen
Overige activa
Liquide middelen
Kortlopende schulden
Schulden uit hoofde van derivaten
Schulden aan kredietinstellingen
Schulden uit hoofde van ontvangen
zekerheden
Overige schulden
8
Vorderingen en overige activa minus
kortlopende schulden
Fondsvermogen
9,10
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de desbetreffende nummers in de toelichting.
Robeco ONE 12
Winst- en verliesrekening
EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
01/01- 05/10/201201/0130/06/2014 30/06/2013 30/06/2014
Opbrengst beleggingen
Vergoedingen uit hoofde van plaatsingen
en onttrekkingen
Waardeveranderingen
Robeco ONE Offensief
Samengevoegd
05/10/201201/01- 05/10/201201/0130/06/2013 30/06/2014 30/06/2013 30/06/2014
05/10/201230/06/2013
13
1
8
1
28
–
49
2
–
–
–
–
–
–
–
–
5.227
2.803
16.136
10.922
11.064
8.988
32.427
22.713
5.240
2.804
16.144
10.923
11.092
8.988
32.476
22.715
351
472
1.049
1.345
690
821
2.090
2.638
Kosten
12
Beheerkosten
13
Service fee
13
–
378
–
1.076
–
656
–
2.110
Overige kosten
15
2
1
3
2
3
2
8
5
353
851
1.052
2.423
693
1.479
2.098
4.753
4.887
1.953
15.092
8.500
10.399
7.509
30.378
17.962
Nettoresultaat
Kasstroomoverzicht
Indirecte methode, EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
Samengevoegd
01/01- 05/10/201201/01- 05/10/201201/01- 05/10/2012- 05/10/2012- 05/10/201230/06/2014 30/06/2013 30/06/2014 30/06/2013 30/06/2014 30/06/2013 30/06/2014 30/06/2013
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Netto kasstroom
Koers- en omrekeningsverschillen op
geldmiddelen
Toename(+)/afname(-) geldmiddelen
6,7
–8.889
–83.099
–18.732
–232.324
–7.626
–144.279
–35.247
–459.702
6.955
83.434
15.092
237.975
14.399
148.179
36.446
469.588
–1.934
335
–3.640
5.651
6.773
3.900
1.199
9.886
9
122
18
747
64
578
91
1.447
–1.925
457
–3.622
6.398
6.837
4.478
1.290
11.333
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de desbetreffende nummers in de toelichting.
* De geldmiddelen betreffen de liquide middelen en de schulden aan kredietinstellingen.
Robeco ONE 13
Toelichtingen
Algemeen
Het halfjaarbericht is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 van Boek 2 van het Nederlands Burgerlijk Wetboek en
de Wft van 28 september 2006. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Het fonds is opgericht op 5 oktober 2012.
De vergelijkende cijfers hebben derhalve betrekking op de periode 5 oktober 2012 tot en met 30 juni 2013 of 5
oktober 2012 tot en met 31 december 2013.
Per balansdatum waren de volgende participaties uitgegeven:
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief.
Implementatie AIFM-richtlijn
Op 22 juli 2013 is in Nederland de AIFM-richtlijn (Alternative Investment Fund Managers Directive) geïmplementeerd in
de Wet op het Financieel Toezicht (“Wft”). Een beheerder die op 21 juli 2013 bevoegd was om in het kader van zijn
beroep of bedrijf in Nederland alternatieve beleggingsinstellingen (d.w.z. alle collectieve beleggingsvehikels die niet als
instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe) kwalificeren) te beheren, kon gebruik maken van een
overgangsjaar. Dit overgangsjaar hield in dat de Wft-vergunning van die beheerder op 22 juli 2014 automatisch (van
rechtswege) is overgegaan in een AIFMD-vergunning. Robeco Institutional Asset Management B.V. (“RIAM”) heeft
gebruik gemaakt van dit overgangsjaar en heeft om die reden per 22 juli 2014 automatisch een AIFMD-vergunning
gekregen.
Risico’s financiële instrumenten
Transacties in financiële instrumenten kunnen ertoe leiden dat de hieronder beschreven financiële risico’s door het
fonds worden verkregen of overgedragen aan een andere partij. Voor nadere informatie betreffende de risico’s voor dit
fonds wordt verwezen naar het prospectus.
Algemeen beleggingsrisico
De waarde van beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde rendementen bieden geen garantie voor de
toekomst. De intrinsieke waarde van het fonds is afhankelijk van ontwikkelingen op de financiële markten en kan zowel
stijgen als dalen. Aandeelhouders lopen het risico dat zij minder of niets terugkrijgen van hetgeen zij hebben ingelegd.
Het fonds beperkt het algemeen beleggingsrisico door een afgewogen keuze ten aanzien van verdeling over regio’s,
sectoren, aandelen en valuta’s te maken, mede door middel van beleggingen in fondsen van de Robeco Groep. Binnen
het algemeen beleggingsrisico kan een onderscheid worden gemaakt tussen marktrisico, concentratierisico en
valutarisico.
Marktrisico
De intrinsieke waarde van het fonds is gevoelig voor marktbewegingen. Daarnaast dienen beleggers zich bewust te zijn
van de mogelijkheid dat de waarde van beleggingen kan variëren als gevolg van wijziging in politieke, economische of
marktomstandigheden, alsmede door een veranderde individuele bedrijfssituatie.
Concentratierisico
Op grond van het beleggingsbeleid kan het fonds beleggen in financiële instrumenten van uitgevende instellingen die
(hoofdzakelijk) opereren binnen dezelfde sector, regio, of op dezelfde markt. Indien dit gebeurt, zullen – vanwege de
geconcentreerdheid van de beleggingsportefeuille van het fonds – gebeurtenissen die van invloed zijn op deze
uitgevende instellingen een sterkere invloed op het fondsvermogen hebben dan bij een minder geconcentreerde
beleggingsportefeuille.
Valutarisico
De gehele of een deel van de effectenportefeuille van het fonds kan worden belegd in (financiële instrumenten
luidende in) andere valuta’s dan de euro. Valutakoersschommelingen kunnen daardoor zowel een negatieve als een
positieve invloed hebben op het beleggingsresultaat van het fonds. Per 30 juni 2014 zijn de valutarisico's in de
subfondsen, rekening houdend met de valutarisico's op de onderliggende indirecte beleggingen, voor een deel
afgedekt middels het gebruik van valutatermijncontracten.
Robeco ONE 14
Tegenpartijrisico
Een tegenpartij van het fonds kan tekortschieten in de nakoming van haar financiële verplichtingen uit hoofde van
financiële instrumenten jegens het fonds. Dit zogenoemde kredietrisico wordt zoveel mogelijk beperkt door het in acht
nemen van de nodige voorzichtigheid bij de selectie van tegenpartijen. Daar waar het in de markt gebruikelijk is,
worden door het fonds zekerheden gevraagd en verkregen. Het bedrag dat het beste het totale kredietrisico weergeeft
dat per 30 juni 2014 wordt gelopen, is als volgt:
Kredietrisico
Subfonds
Kredietrisico in EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
4.068
Robeco ONE Neutraal
25.604
Robeco ONE Offensief
23.578
Totaal
53.250
Bij de berekening van het totale kredietrisico is geen rekening gehouden met eventuele ontvangen onderpanden. Er
waren geen tegenpartijen met een blootstelling van meer dan 5% van het vermogen.
Risico beleggen in andere beleggingsinstellingen
Bij beleggen in andere beleggingsinstellingen wordt het fonds mede afhankelijk van de kwaliteit van dienstverlening en
het risicoprofiel van de beleggingsinstellingen waarin het fonds belegt. Dit risico wordt beperkt door zorgvuldige
selectie van de beleggingsinstellingen waarin het fonds zal beleggen.
Liquiditeitsrisico
De hoogte van feitelijke aan- en verkoopkoersen van financiële instrumenten waarin het fonds belegt, is mede
afhankelijk van de liquiditeit van de betreffende financiële instrumenten. Het is mogelijk dat een ten behoeve van het
fonds ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd vanwege gebrek aan liquiditeit in
de markt in het kader van vraag en aanbod. Om dit risico te beperken, belegt het fonds voornamelijk in dagelijks
verhandelbare financiële instrumenten.
Beheerder
Robeco Institutional Asset Management B.V. (“RIAM”) is de beheerder van het fonds. RIAM neemt in die hoedanigheid
het vermogensbeheer. de administratie en de marketing en distributie van het fonds voor haar rekening. RIAM
beschikte tot 22 juli 2014 over door de Stichting Autoriteit Financiële Markten ("AFM") verleende vergunningen als
bedoeld in artikel 2:67 lid 2 en artikel 2:96 Wft. Per 22 juli 2014 is van rechtswege een AIFMD- vergunning verkregen
(artikel 2:65 Wft nieuw). Daarnaast beschikt RIAM over een vergunning als bedoeld in artikel 2:69b Wft) en staat
onder toezicht van de AFM. Het fonds is door de beheerder geregistreerd bij de AFM. RIAM is een 100%dochteronderneming van Robeco Groep N.V. Sinds 1 juli 2013 is Robeco Groep N.V. onderdeel van ORIX.
Gelieerde maatschappijen
Het fonds en de beheerder kunnen gebruik maken van de diensten van en transacties verrichten met aan het fonds
gelieerde maatschappijen als bedoeld in het Bgfo, zoals onder meer Robeco Securities Lending B.V., Robeco Direct
N.V., Robeco Nederland B.V., tot 1 juli 2013 de Rabobank Groep en vanaf 1 juli 2013 ORIX Corporation. De diensten
betreffen het uitvoeren van aan deze maatschappijen uitbestede werkzaamheden, zoals (1) het uitlenen van effecten,
(2) het inlenen van personeel en (3) plaatsing en opname van participaties in het fonds. Onder andere de volgende
transacties kunnen worden verricht met gelieerde maatschappijen: treasury management, derivatentransacties,
bewaring van financiële instrumenten, uitlenen van financiële instrumenten, kredietverstrekking en het aan- en
verkopen van financiële instrumenten op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit. Alle diensten
en transacties vinden plaats tegen marktconforme tarieven.
Robeco ONE 15
Grondslagen voor waardering en bepaling van het resultaat
Algemeen
De grondslagen voor de waardering van activa, passiva en resultaatbepaling zijn ongewijzigd en derhalve conform de
weergave in de meest recente jaarrekening. Tenzij anders vermeld, zijn de in het halfjaarbericht opgenomen posten
gewaardeerd op nominale waarde en luiden de bedragen in duizenden euro’s.
Toelichting op de balans
1 Aandelen
De aandelen zijn hieronder gespecificeerd.
Aandelenoverzicht
Per 30 juni 2014
iShares DowJones-UBS Commodity Swap
UCITS ETF (DE)
GoldmanSachs Structured Investments DowJonesUBS Enhanced Strategy Portfolio
Aantal
Reële waarde
Aantal
Reële waarde
Robeco ONE Defensief
133.934
3.397
99.265
1.007
Robeco ONE Neutraal
644.259
16.338
440.942
4.474
Robeco ONE Offensief
Totaal
576.842
14.629
384.383
3.900
1.355.035
34.364
924.590
9.381
2 Beleggingen in fondsen van de Robeco Groep
Overzicht beleggingen in fondsen van de Robeco Groep
Reële waarde, EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
3.984
3.577
13.122
11.522
–
–
Robeco Active Quant Emerging Markets Equities Z EUR
2.801
2.406
16.872
14.741
16.387
14.425
Robeco Asia-Pacific Equities Z EUR
1.271
1.187
5.469
5.107
4.317
3.581
Robeco Emerging Conservative Equities Z EUR
1.254
1.013
7.052
6.013
7.030
5.799
Robeco Emerging Debt Z USD
1.192
1.004
7.152
6.031
4.669
3.863
Rorento DH EUR
1,3
Robeco Capital Growth Funds
1,4
Robeco Emerging Lux-o-rente (LC) Z EUR
1.208
669
7.085
4.005
4.631
2.554
Robeco Euro Credit Bonds ZH EUR
19.798
20.309
42.751
44.735
17.276
15.170
Robeco Euro Government Bonds ZH EUR
35.167
27.587
29.327
16.861
–
–
Robeco European Conservative Equities Z EUR
2.358
2.146
16.334
14.107
15.760
13.680
Robeco Global Conservative Equities Z EUR
6.496
5.494
34.543
30.438
33.357
28.197
Robeco Global Consumer Trends Equities Z EUR
1.141
1.144
3.197
3.204
3.755
3.763
Robeco Global Stars Equities Z EUR
1.298
823
2.152
6.277
2.401
4.118
Robeco High Yield Bonds 0IH EUR
4.702
2.632
15.854
10.628
7.326
5.668
Robeco High Yield Bonds ZH EUR
5.634
5.376
22.677
21.240
12.169
11.413
–
–
11.348
10.088
7.602
6.486
5.234
4.863
30.513
32.594
29.222
31.790
93.538
80.230
265.448
237.591
165.902
150.507
Robeco Property Equities Z EUR
Robeco US Premium Equities Z EUR
Totaal
Robeco ONE 16
Overzicht beleggingen in fondsen van de Robeco Groep
Reële waarde 1 valuta x 1
Rendement in %
Lopende kosten in % 2
30/06/2014
31/12/2013
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
01/07/201330/06/2014
01/07/201230/06/2013
56,36
54,01
4,4
–0,4
0,84
0,79
Robeco Active Quant Emerging Markets Equities Z EUR
109,77
102,13
7,5
nvt
0,08
nvt
Robeco Asia-Pacific Equities Z EUR
126,61
118,22
7,1
11,5
0,04
0,04
Robeco Emerging Conservative Equities Z EUR
118,47
108,74
9,1
3,3
0,07
0,07
Robeco Emerging Debt Z USD
100,23
94,47
6,1
–10,3
–
0,07
Rorento DH EUR
Robeco Capital Growth Funds
Robeco Emerging Lux-o-rente (LC) Z EUR
96,10
90,29
6,4
nvt
0,06
nvt
Robeco Euro Credit Bonds ZH EUR
144,76
138,10
4,8
3,5
0,02
0,03
Robeco Euro Government Bonds ZH EUR
152,51
141,88
7,5
3,0
0,02
0,03
Robeco European Conservative Equities Z EUR
148,54
135,20
9,9
7,4
0,03
0,04
Robeco Global Conservative Equities Z EUR
133,67
122,00
9,6
5,8
0,03
0,09
Robeco Global Consumer Trends Equities Z EUR
246,75
247,26
–0,2
15,6
0,02
0,03
Robeco Global Stars Equities Z EUR
143,29
135,72
5,6
nvt
0,02
nvt
Robeco High Yield Bonds 0IH EUR
126,73
123,59
2,7
nvt
0,59
nvt
Robeco High Yield Bonds ZH EUR
173,43
165,26
4,9
4,8
0,02
0,02
Robeco Property Equities Z EUR
110,95
98,63
12,5
3,6
0,02
0,03
Robeco US Premium Equities Z EUR
141,43
131,42
7,6
nvt
0,02
nvt
1
Per aandeel/ participatie.
2
Beheer- en servicekosten worden door de beheerder van genoemde fondsen niet in rekening gebracht bij, of gerestitueerd aan Robeco ONE.
3
Dit fonds heeft een UCITS IV-status en staat onder Luxemburgs toezicht. Het laatst gepubliceerde jaarverslag en halfjaarbericht zijn verkrijgbaar op het adres van Robeco ONE.
Onderdeel van het paraplufonds Robeco Capital Growth Funds. Dit fonds heeft een UCITS IV-status en staat onder Luxemburgs toezicht. Het laatst gepubliceerde jaarverslag en halfjaarbericht zijn
verkrijgbaar op het adres van Robeco ONE.
4
Robeco ONE kan dagelijks in- en uitstappen in voornoemde fondsen van de Robeco Groep tegen de op die dag
geldende koersen. Voor deze fondsen worden geen kosten voor toe- en uittreding in rekening gebracht, maar swing
pricing kan wel van toepassing zijn.
Swing pricing
De werkelijke kosten van het aankopen of verkopen van activa en beleggingen voor een fonds kunnen afwijken van de
meest recente beschikbare prijs of, indien van toepassing, intrinsieke waarde die wordt gebruikt bij het berekenen van
de intrinsieke waarde per participatie. Dit kan het gevolg zijn van heffingen, kosten en verschillen tussen aankoop- en
verkoopprijzen van de onderliggende beleggingen (‘spreads’). Deze kosten hebben een negatief effect op de waarde
van een fonds, dat wordt aangeduid als ‘verwatering’. Om de verwateringseffecten te verzachten kan de directie naar
eigen goeddunken de intrinsieke waarde per participatie aanpassen binnen een daarvoor aangegeven bandbreedte.
De directie behoudt het recht om te bepalen onder welke omstandigheden zij tot een dergelijke
verwateringsaanpassing wil overgaan.
3 Derivaten
De presentatie van de derivaten in de balans is gebaseerd op de verplichtingen en vorderingen per contract.
Robeco ONE 17
Presentatie derivaten in de balans
EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Onder beleggingen
Robeco ONE Neutraal
Onder kortlopende schulden
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
103
276
98
–
–
27
103
276
125
Onder beleggingen
Onder kortlopende schulden
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
11
652
1.971
624
64
–
1.068
127
492
–
11
1.720
2.098
1.116
64
Soort derivaat
Valutatermijncontracten
Futures
Totaal
EUR x duizend
RobecoONEOffensief
Onderbeleggingen
Onderkortlopendeschulden
30/06/2014
31/12/2013
30/06/2014
31/12/2013
598
1.709
557
55
Soort derivaat
Valutatermijncontracten
Futures
90
155
18
–
Totaal
688
1.864
575
55
4 Vorderingen uit hoofde van verstrekte zekerheden
Dit betreft vorderingen uit hoofde van verstrekte zekerheden.
5 Overige vorderingen
Dit betreft vorderingen uit hoofde van restitutie management fee en service fee van beleggingen in fondsen van de
Robeco Groep, vorderingen uit hoofde van plaatsingen eigen participaties en vorderingen uit hoofde van
effectentransacties.
6 Liquide middelen
Dit betreft de directe opeisbare banktegoeden en eventuele callgelden.
7 Schulden aan kredietinstellingen
Dit betreft voorschotten in rekening courant.
8 Overige schulden
Dit betreft schulden uit hoofde van opnamen eigen participaties, schulden uit hoofde van effectentransacties en te
betalen management fee.
9 Fondsvermogen
Samenstelling en verloop fondsvermogen
EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
Samengevoegd
01/07/2013- 05/10/2012- 01/07/2013- 05/10/2012- 01/07/2013- 05/10/2012- 01/07/201330/06/2014 30/06/2013 30/06/2014 30/06/2013 30/06/2014 30/06/2013 30/06/2014
05/10/201230/06/2013
Geplaatst kapitaal
Stand begin boekjaar
88.295
Ontvangen op geplaatste participaties
12.839
Betaald op ingekochte participaties
–5.482
Nettoresultaat
Stand einde boekjaar
Robeco ONE 18
–
270.897
–
175.436
–
94.594
26.587
–11.142
–10.634
534.628
–
258.010
27.027
–19.829
–12.549
156.663
66.453
509.267
–8.339
–28.665
–39.310
4.887
1.953
15.092
8.500
10.399
7.509
30.378
17.962
100.539
85.405
301.942
246.681
200.313
155.833
602.794
487.919
10 Fondsvermogen, uitstaande participaties en intrinsieke waarde per participatie
Fondsvermogen, uitstaande participaties en intrinsieke waarde per participatie
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
30/06/2014
30/06/2014
30/06/2014
Vermogen in EUR x duizend
100.539
301.942
200.313
Aantal uitstaande participaties
901.398
2.629.032
1.684.670
111,54
114,85
118,90
Intrinsieke waarde per participatie in EUR x 1
11 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Valutatermijncontracten
Details van de per balansdatum lopende valutatermijncontracten zijn in de onderstaande tabel vermeld.
Valutatermijncontracten
Aankopen
Valuta
Verkopen
Bedrag
Valuta
Expiratie/
Niet-gerealiseerd
datum
resultaat
Bedrag
EUR x 1
Robeco ONE Defensief
AUD
648.060
EUR
446.036
03/07/2014
612
CHF
605.858
EUR
498.005
03/07/2014
996
EUR
1.680.510
JPY
232.999.517
05/08/2014
568
EUR
10.215.169
USD
13.939.374
03/07/2014
34.254
EUR
10.246.217
USD
13.939.374
05/08/2014
65.306
GBP
1.077.172
EUR
1.343.540
05/08/2014
Totaal
1.699
103.435
EUR
439.074
AUD
648.060
03/07/2014
–7.574
EUR
444.936
AUD
648.060
05/08/2014
–662
EUR
614.732
CAD
899.428
05/08/2014
–1.467
EUR
498.076
CHF
605.858
05/08/2014
–1.035
EUR
496.301
CHF
605.858
03/07/2014
–2.699
EUR
1.331.622
GBP
1.077.172
03/07/2014
–13.617
EUR
1.343.027
GBP
107.717
05/08/2014
–1.861
EUR
1.678.068
JPY
232.999.517
03/07/2014
–1.785
JPY
232.999.517
EUR
1.680.388
03/07/2014
–534
USD
13.939.374
EUR
10.247.543
03/07/2014
–66.702
Totaal
–97.936
Robeco ONE Neutraal
AUD
4.877.184
EUR
3.356.793
03/07/2014
4.604
CHF
3.573.984
EUR
2.937.756
03/07/2014
5.873
EUR
13.573.532
JPY
1.881.944.073
05/08/2014
4.588
EUR
64.318.124
USD
87.766.968
03/07/2014
215.673
EUR
64.513.616
USD
87.766.968
05/08/2014
411.187
GBP
6.467.898
EUR
8.067.306
03/07/2014
10.201
Totaal
Robeco ONE 19
652.126
Valutatermijncontracten
Aankopen
Valuta
Verkopen
Bedrag
Valuta
Expiratie/
Niet-gerealiseerd
datum
resultaat
Bedrag
EUR x 1
EUR
3.304.394
AUD
4.877.184
03/07/2014
–57.002
EUR
3.348.515
AUD
4.877.184
05/08/2014
–4.984
EUR
3.757.573
CAD
5.497.793
05/08/2014
–8.967
EUR
2.938.175
CHF
3.573.984
05/08/2014
–6.105
EUR
2.927.707
CHF
3.573.984
03/07/2014
–15.923
EUR
7.995.746
GBP
6.467.898
03/07/2014
–81.761
EUR
8.064.229
GBP
6.467.898
05/08/2014
–11.175
EUR
13.553.807
JPY
1.881.944.073
03/07/2014
–14.421
JPY
1.881.944.073
EUR
13.572.543
03/07/2014
–4.314
87.766.968
EUR
64.521.963
03/07/2014
–419.512
USD
Totaal
–624.164
Robeco ONE Offensief
AUD
3.911.908
EUR
2.692.428
03/07/2014
3.693
CHF
3.089.376
EUR
2.539.417
03/07/2014
5.077
EUR
10.344.051
JPY
1.434.182.757
05/08/2014
3.497
EUR
59.221.751
USD
80.812.581
03/07/2014
198.583
EUR
59.401.753
USD
80.812.581
05/08/2014
378.605
GBP
5.551.378
EUR
6.924.146
03/07/2014
8.755
Totaal
598.210
EUR
6.862.726
GBP
5.551.378
03/07/2014
–70.175
EUR
10.329.019
JPY
1.434.182.757
03/07/2014
–10.990
EUR
2.650.400
AUD
3.911.908
03/07/2014
–45.721
EUR
2.685.788
AUD
3.911.908
05/08/2014
–3.998
EUR
3.208.322
CAD
4.694.171
05/08/2014
–7.656
EUR
2.539.779
CHF
3.089.376
05/08/2014
–5.277
EUR
2.530.730
CHF
3.089.376
03/07/2014
–13.764
EUR
6.921.504
GBP
5.551.378
05/08/2014
–9.591
JPY
1.434.182.757
EUR
10.343.297
03/07/2014
–3.287
80.812.581
EUR
59.409.439
03/07/2014
–386.271
USD
Totaal
De per balansdatum niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van de niet uit de balans blijkende rechten en
verplichtingen zijn verwerkt in de winst- en verliesrekening.
Futures
Details van de per balansdatum lopende futures zijn in de onderstaande tabel vermeld.
Robeco ONE 20
–556.730
Futures
Aankoop /
Verkoop
Aantal
Valuta
Soort
EUR
EURO-BUND FUTURE XEUR 08-SEP-2014
Exposure
EUR x 1
Niet-gerealiseerd
resultaat
EUR x 1
-2.913.036
–27.164
Robeco ONE Defensief
Aankoop
20
Totaal
–27.164
Robeco ONE Neutraal
Aankoop
404
EUR
EURO-BTP FUTURE XEUR 08-SEP-2014
50.976.720
973.640
Aankoop
107
USD
S&P500 EMINI FUT XCME 19-SEP-2014
7.629.458
94.562
Totaal
1.068.202
Aankoop
105
JPY
NIKKEI 225 (SGX) XSIM 11-SEP-2014
Verkoop
350
EUR
EURO-BUND FUTURE XEUR 08-SEP-2014
5.730.869
–16.654
51.453.500
–475.362
Totaal
–492.017
Robeco ONE Offensief
Aankoop
50
USD
S&P500 EMINI FUT XCME 19-SEP-2014
6.385.825
Totaal
Aankoop
90.144
500
JPY
NIKKEI 225 (SGX) XSIM 11-SEP-2014
7.272.941
Totaal
De per balansdatum niet-gerealiseerde resultaten uit hoofde van de niet uit de balans blijkende rechten en
verplichtingen zijn verwerkt in de winst- en verliesrekening.
Robeco ONE 21
90.144
–18.558
–18.558
Toelichting op de winst- en verliesrekening
12 Lopende kosten
Lopende kosten
In %
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
01/07/2013- 05/10/201230/06/2014 30/06/2013 1
01/07/2013- 05/10/201230/06/2014 30/06/2013 1
01/07/201330/06/2014
05/10/201230/06/2013 1
Beheerkosten
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
0,75
Service fee
0,30
0,60
0,30
0,60
0,30
0,60
–
–
–
–
–
–
0,02
0,03
0,03
0,04
0,03
0,03
1,07
1,38
1,08
1,39
1,08
1,38
Kostensoort
Overige kosten
Overige kosten
beleggingsfondsen
Totaal
1
Percentages zijn geannualiseerd.
Het percentage van de lopende kosten is gebaseerd op het gemiddelde subfondsvermogen. De lopende kosten
omvatten alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het subfondsvermogen zijn gebracht, exclusief de kosten
van transacties in financiële instrumenten en interestkosten. In de lopende kosten zijn evenmin opgenomen de kosten
verband houdend met de plaatsingen en opnamen van eigen participaties. Uit de beheerkosten worden bekostigd alle
lopende kosten die voortvloeien uit het beheer van het fonds. Indien de beheerder door haar te verrichten
werkzaamheden aan derden uitbesteedt, worden de hieraan verbonden kosten uit de beheervergoeding voldaan. Uit
de beheerkosten worden mede bekostigd de administratie, de kosten voor de externe accountant, overige externe
adviseurs, toezichthouders, de kosten met betrekking tot wettelijke rapportages waaronder jaar- en halfjaarberichten
en de kosten voor vergaderingen van participanten. De kosten voor de externe accountant voor het fonds worden,
gezamenlijk met de kosten van andere door RIAM beheerde beleggingsinstellingen, in rekening gebracht bij RIAM. Een
bedrag per beleggingsinstelling is derhalve niet beschikbaar. De overige kosten betreffen hoofdzakelijk in rekening
gebrachte bankkosten. Het bewaarloon over de verslagperiode bedraagt EUR 2 duizend (over de periode 1 januari tot
en met 30 juni 2013 EUR 554). Naast de kosten die direct ten laste van het resultaat komen, zijn in de lopende kosten
de kosten opgenomen die indirect via de beleggingen in fondsen van de Robeco Groep ten laste van het resultaat
komen. Aan Robeco ONE worden geen beheerkosten en service fee van beleggingen in fondsen van de Robeco Groep
in rekening gebracht door de beheerder van deze fondsen, zodat alleen de overige kosten van deze beleggingen zijn
opgenomen in de lopende kosten. De overige kosten van de beleggingen in fondsen van de Robeco Groep betreffen
bewaarloon, bankkosten en taxe d’ abonnement van de Luxemburgse fondsen.
13 Beheerkosten en service fee
De beheerkosten betreffen uitsluitend de beheervergoeding van 0,75% per jaar voor alle subfondsen. De
beheervergoeding wordt in rekening gebracht door de beheerder. Deze wordt dagelijks berekend op basis van het
subfondsvermogen. De service fee werd in rekening gebracht door de distributeur. De service fee is vanaf 1 januari
2014 voor alle subfondsen afgeschaft (was 0,60% per jaar). In plaats hiervan zal de distributeur direct een vergoeding
in rekening brengen bij de participant.
14 Performance fee
Robeco ONE is niet onderworpen aan een performance fee.
15 Overige kosten
Dit betreft bewaarloon en bankkosten.
Robeco ONE 22
16 Transactiekosten
De brokerkosten en beursbelastingen van de beleggingstransacties zijn verdisconteerd in de kostprijs c.q. de
opbrengstwaarde van de beleggingen. Deze kosten en belastingen komen ten laste van het resultaat uit hoofde van
waardeveranderingen. De kwantificeerbare transactiekosten zijn hieronder opgenomen.
Transactiekosten
EUR x duizend
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
Aandelen
–
6
1
27
1
22
Beleggingen in fondsen van de Robeco Groep
–
–
–
–
–
–
Transactiesoort
17 Omloopfactor
De omloopfactor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille van het fonds en is een maatstaf voor
de gemaakte transactiekosten als gevolg van het portefeuillebeleid en de daaruit voortkomende beleggingstransacties.
De omloopfactor wordt bepaald door het bedrag van de turnover uit te drukken in een percentage van het gemiddelde
fondsvermogen. Het bedrag van de turnover wordt bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen
te verminderen met de som van de plaatsingen en opnamen van eigen participaties.
Omloopfactor
In %
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
Robeco ONE Defensief
–
165
Robeco ONE Neutraal
6
171
Robeco ONE Offensief
–
183
18 Transacties met gelieerde maatschappijen
Van het transactievolume over de verslagperiode is een gedeelte uitgevoerd met gelieerde maatschappijen. Hieronder
is een tabel opgenomen met de verschillende transactiesoorten waar hiervan sprake is geweest.
Transacties met gelieerde maatschappijen
Gedeelte van het totaal volume in %
Robeco ONE Defensief
Robeco ONE Neutraal
Robeco ONE Offensief
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
01/0130/06/2014
05/10/201230/06/2013
100
100
100
100
100
100
–
1,2
–
1,0
–
1,1
Transactiesoort
Beleggingen in fondsen van de Robeco Groep
Valutatermijncontracten
19 Personeelskosten
Robeco Nederland B.V. is werkgeefster van het voor Robeco ONE in Nederland werkzame bestuur en personeel. De
bezoldiging geschiedt uit de beheerkosten. Het beloningsbeleid van Robeco Nederland B.V. bestaat voor
fondsmanagers uit enerzijds het vaste inkomen en anderzijds het variabele inkomen, dat gemaximeerd is ten opzichte
van het vaste inkomen. Het secundaire arbeidsvoorwaardenpakket ligt in lijn met wat gebruikelijk is binnen de
financiële dienstverlening. Het variabele inkomen biedt de fondsmanager een beloning voor zijn meerjarige
outperformance. De systematiek is gerelateerd aan de outperformance ten opzichte van een vooraf gestelde target.
Het trackrecord over een periode van 1 jaar, 3 jaar en 5 jaar wordt meegewogen in de vaststelling van de variabele
beloning; tevens is van invloed de individuele en team performance. Daarnaast wordt de bijdrage van de
fondsmanager aan diverse organisatiedoelstellingen meegewogen. Bij goede performance kan de variabele beloning
Robeco ONE 23
hoger zijn dan het vastgestelde drempelbedrag, waarna de uitbetaling van de variabele beloning gefaseerd plaats
vindt over vier of vijf jaar. De nog uitstaande bedragen bewegen mee met de toekomstige bedrijfsresultaten. Conform
de Code Banken en Regeling Beheerst Beloningsbeleid wordt de variabele beloning goedgekeurd door de raad van
commissarissen van Robeco.
Rotterdam, 26 augustus 2014
De directie
Robeco Institutional Asset Management B.V.:
Drs. L.M.T. Boeren
Drs. H.W.D.G. Borrie
Drs. R.M.S.M. Munsters
Drs. H.A.A. Rademaker
Mr. J.B.J. Stegmann
Robeco ONE 24
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum
Fusie tussen RIAM, Robeco Securities Lending B.V. en Robeco Direct N.V.
Met ingang van 2 juli 2014 is Robeco Institutional Asset Management B.V. (“RIAM”) gefuseerd met Robeco Securities
Lending B.V. (“RSL”) en Robeco Direct N.V. (“RD”). RIAM zal de activiteiten van zowel RSL als RD voortzetten. Deze
laatste twee vennootschappen hebben per dezelfde datum opgehouden te bestaan.
Belangen van bestuurders
Op 1 januari en op 30 juni 2014 hadden de bestuurders van het fonds de in navolgende tabel vermelde totale
persoonlijke belangen in beleggingen van het fonds.
Belangen van bestuurders
Op 1 januari 2014
Omschrijving
Aantal
Robeco Capital Growth Funds:
Robeco Active Quant Emerging Markets Equities
Aandelen
743
Robeco Asia-Pacific Equities
Aandelen
282
Robeco Asia-Pacific Equities
Opties
Robeco Emerging Conservative Equities
Aandelen
2.268
44
Robeco Emerging Debt
Aandelen
1.480
Robeco European Conservative Equities
Aandelen
1.380
Robeco Global Conservative Equities
Aandelen
287
Robeco Global Consumer Trends Equities
Aandelen
305
Robeco High Yield Bonds
Aandelen
1.785
Robeco Property Equities
Aandelen
1.090
Robeco Quant Emerging Debt Local Currency
Aandelen
253
Robeco US Premium Equities
Aandelen
307
Op 30 juni 2014
Omschrijving
Aantal
Robeco Capital Growth Funds:
Robeco Active Quant Emerging Markets Equities
Aandelen
765
Robeco Asia-Pacific Equities
Aandelen
1.366
Robeco Emerging Conservative Equities
Aandelen
2.355
Robeco Emerging Debt
Aandelen
1.560
Robeco European Conservative Equities
Aandelen
1.491
Robeco Global Conservative Equities
Aandelen
287
Robeco Global Consumer Trends Equities
Aandelen
281
Robeco High Yield Bonds
Aandelen
1.847
Robeco Property Equities
Aandelen
1.158
Robeco US Premium Equities
Aandelen
523
Rorento
Aandelen
117
Robeco ONE 25