BIGGENKWALITEIT BEPALEND VOOR DE TECHNISCHE RESULTATEN BIJ VLEESVARKENS Voor vleesvarkenshouders zijn goede technische en financiële resultaten steeds belangrijker. Het opleggen van een goed big is daarvoor een eerste vereiste. De verschillen in technische resultaten tussen vleesvarkensbedrijven zijn van oudsher groot. Nieuwe investeringen zijn echter alleen mogelijk bij een optimaal resultaat. Om die te bereiken is opleg van goed ontwikkelde gezonde biggen noodzakelijk. Gertjan Ruis Productmanager Varkens [email protected] 1. Gunstig zijn een hoog geboorte/ speengewicht en goede groei tot 23 kg ASG heeft recent aangetoond dat het effect van geboortegewicht op technische resultaten van biggen en vleesvarkens aanzienlijk is. Biggen met een hoog geboortegewicht zijn zwaarder bij spenen en bij opleg in de vleesvarkensstal dan biggen 40 met een laag geboortegewicht. Uiteindelijk worden de vleesvarkens zo’n vijf dagen eerder geleverd. Qua voederconversie en veterinaire behandelingen wordt geen verschil gezien. Bekijk je de effecten in drie fases (zoogperiode, biggenopfokfase en de vleesvarkensfase) dan zie je de volgende effecten van geboortegewicht op groei: Zoogperiode LAAG HOOG Geboortegewicht kg 1,13 1,56 Speengewicht kg 7,3 8,3 De groei per dag is zo’n 40 gram hoger Geen verschillen in voederconversie Geen verschillen in veterinaire behandelingen Biggenopfok LAAG HOOG Speengewicht kg 7,3 8,3 Opleggewicht mesterij kg 22,8 25,5 Groei g/d 422 471 Geen verschillen in voederconversie Voeropname zo’n 60 gram hoger Geen verschillen in veterinaire behandelingen Geen verschillen in uitval Het onderzoek van ASG toont aan dat het zeer de moeite waard is om geboortegewicht van de biggen als criterium mee te nemen bij het vervangen van vleesvarkens. Speekseldiagnostiek Vleesvarkens LAAG HOOG Opleggewicht mesterij kg 22,8 25,5 Eindgewicht kg 114,6 116,3 Groei startfase g/d 830 876 Groei tussenfase g/d 876 924 Groei eindfase g/d 838 830 Tot en met de tussenfase wordt 40-50 g/d hogere groei gezien bij de biggen die een hoog geboorte gewicht hadden. Een oorzaak van het feit dat de groei lager is in de eindfase zien wij in het feit dat er te weinig aminozuren verstrekt zijn in het eindvoer. Betreffend eindvoer zal voldoende nutriënten be vatten voor de ‘tragere groeiers’ maar niet vol doende voor de snelst groeiende dieren. Geen verschillen in voederconversie Geen verschillen in veterinaire behandelingen Geen verschillen in uitval Geen verschillen in spier- en spekdikte (en vleespercentage) 2. Gezonde luchtwegen Veel luchtwegaandoeningen beginnen al vanaf het moment van spenen. Op dat moment is de maternale immuniteit laag geworden en moeten de biggen zelf weerstand gaan opbouwen. Met speekseldiagnostiek vind je bij hoestende biggen de laatste weken voor levering vaak virussen als PRRS, Circo en Griep. Indien biggen te snel achtereen forse besmettingen van verschillende ziekteverwekkers oplopen, kan dat een flinke aanslag op de gezondheid betekenen. Bij sectie zie je dan op jonge leeftijd al borst- en longontsteking. In dergelijke gevallen is het zaak om te kijken naar klimaat, biggenvaccinaties en goede voeding. 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 Biggen vanaf spenen tot 8 wk oud Biggen vanaf 8 weken tot 10 weken Vleesvarkens / opfok 10-12 wk Vleesvarkens / opfok vanaf 12 wk tot 16 wk Vleesvarkens / opfok ouder dan 16 wk Speekseldiagnostiek PCV-2 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 Biggen vanaf spenen tot 8 wk oud Biggen vanaf 8 weken tot 10 weken Vleesvarkens / opfok 10-12 wk Vleesvarkens / opfok vanaf 12 wk tot 16 wk Vleesvarkens / opfok ouder dan 16 wk Speekseldiagnostiek griep (Influenza A) 80,0 60,0 40,0 20,0 0,0 Biggen vanaf spenen tot 8 wk oud Biggen vanaf 8 weken tot 10 weken Vleesvarkens / opfok 10-12 wk Vleesvarkens / opfok vanaf 12 wk tot 16 wk Vleesvarkens / opfok ouder dan 16 wk 3. Gezonde darmen Op het gebied van darmgezondheid gaat het bij gespeende biggen veelal over Salmonella en Lawsonia (PIA). Beide ziekteverwekkers kom je met een zekere regelmaat tegen bij af te leveren biggen van 23 kg. Op een aantal bedrijven is ook de Brachyspira pilosicoli aanwezig, een minder bekende ziekteverwekker die, als hij aanwezig is, een extra gevoeligheid voor dunne mest betekent. Daarnaast kan ook Circo virus ongunstig werken op darmniveau. Al deze ziekteverwekkers zijn aantoonbaar in mest. Gevoelige biggen zullen door de stress van het transport direct na opleg gemakkelijk diarree vertonen. Om problemen te voorkomen is goede hygiëne op het vermeerderingsbedrijf belangrijk en een goede voeding. Tegen Circo, Lawsonia en PIA kan gevaccineerd worden. 4. Gezonde botopbouw Ook een gezonde botopbouw tijdens de biggenopfok is belangrijk. In een aantal gevallen, waarin de eerste weken na opleg stramme vleesvarkens werden gemeld, kon door bloedonderzoek aangetoond worden dat deze opbouw al verstoord was bij opleg van de biggen. Om dat te voorkomen dient het biggenvoer goed uitgebalanceerd te zijn. Het niveau en de beschikbaarheid van calcium, fosfor en vitaminering is dan van extra belang. Hogere arbeidsefficiëntie door automatisering Melkveebedrijven zijn in de afgelopen 20 jaar in omvang bijna verdubbeld naar gemiddeld 85 melkkoeien plus jongvee. Deze trend zal zich ook de komende 20 jaar voortzetten, zeker nu het melkquotum in 2015 verdwijnt. Het zal geen onbeperkte uitbreiding zijn, omdat er ook andere beperkende factoren zijn zoals beschikbare grond voor ruwvoerwinning en mestplaatsing. Vaak wordt sterk onderschat dat een groeiend melkveebedrijf ook serieus na moet denken hoe de extra arbeidsbehoefte in te vullen; meer koeien is meer werk! Naast een beperkt aantal zeer grote melkveebedrijven zullen er de komende 10 jaar vooral veel gezinsbedrijven komen met 100-150 melkkoeien plus jongvee. Als U de dagelijkse verzorging van de koeien goed wilt doen - en dit zal goed moeten zijn voor voldoende inkomen uit het bedrijf - dan is het genoemde aantal dieren qua arbeid een grote uitdaging. Als U als melkveehouder dit aantal koeien heeft en dit als gezinsbedrijf wilt runnen, moet er vooral gekeken worden welke activiteit dagelijks het meeste tijd vraagt. Dit is ongetwijfeld 365 dagen/jaar het melken op gezette tijden. Bij elke investering zal gekeken moeten worden hoeveel arbeidsvoordeel haal ik per geïnvesteerde euro. Een bredere maaier of hark geeft maar een klein aantal dagen in het jaar arbeidsvoordeel. Omdat het melken elke dag twee keer terugkomt, is het vooral bij de investering in nieuwe melktechniek door bouw van een grotere melkstal of aanschaf van melkrobots erg belangrijk om naast het totale investeringsbedrag, ook te kijken hoeveel de verschillende opties bijdragen aan een hogere arbeidsefficiëntie uitgedrukt in kg melk/gewerkt uur. Groeiende bedrijven die gezinsbedrijf willen blijven, kunnen dagelijks tijdsvoordeel behalen door automatisch melken. Bijkomend voordeel is flexibelere dagindeling en de mogelijkheid om hoog productieve koeien 3 maal daags te melken. Melkstal of melkrobot, beide is mogelijk maar laat uw keuze goed onderbouwd zijn passend bij uw eigen wensen en bedrijfssituatie. Niels Kooij, lid Robotgroep De Heus, [email protected] 4 3
© Copyright 2024 ExpyDoc