NIEUWS Tien jaar JA! Uw eindredacteur blikt terug en vooruit John Luteijs Tien jaar geleden fuseerden de Landelijke Federatie van Consultatiebureauartsen (LFC) en de Nederlandse Vereniging voor Jeugdgezondheidszorg (NVJG) tot de Artsen(vereniging) Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN). Die fusie en oprichting van de AJN leidde ook tot een nieuw blad, de JA!, Jeugdgezondheidszorg Actueel. John Luteijs, aanvankelijk uitgever, nu eindredacteur en vanaf het eerste nummer betrokken bij het blad, kijkt terug en vooruit. Het begin In 2003 fuseerden de LFC en NVJG tot de AJN. Het bestuur zocht een uitgever voor haar nieuw opgerichte blad. Uit de kandidaten met wie gesprekken waren gevoerd koos de AJN voor de uitgeverij van het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ) waar ik op dat moment werkzaam was als uitgever. Het blad kreeg de naam JA!, Jeugdgezondheidszorg Actueel!. Als uitgever van de JA! had ik als eerste taak samen met de redactie de ideeën over het blad concreet te maken. Belangrijk was de vormgeving. Het blad moest gemakkelijk leesbaar zijn, uitnodigen, in woord en tekst voldoen aan de normen die je van een gedegen blad mag verwachten, maar het mocht niet te luxe worden. Uiteraard moest ook op de centjes worden gelet. Voor de vormgeving nam ik contact op met ontwerper en opmaker Nils Buis van Om Tekst en Vorm (destijds in Utrecht, nu in De Bilt). Nils had al veel voor het NIGZ gedaan en voelde de bovengenoemde criteria goed aan. Hij ontwierp het stramien van de JA! en hij was ook degene die de eerste twintig nummers van het blad zou opmaken. De JA! werd gedrukt door drukkerij Advadi in Arnhem en verspreid via DYD in Noordwijkerhout. Van en voor de AJN-leden De redactie bestond en bestaat uit enthousiaste en deskundige vrijwilligers die lid zijn van de AJN. De eerste hoofdredacteur was Margreet Wagenaar. Zij zou zes jaar lang die functie 28 JA! voorjaar 2014 met toewijding en deskundigheid vervullen (langer mag statutair gezien niet). Overigens mag de AJN in haar handen knijpen met de hoofdredacteuren en redacteuren die ze voor de JA! heeft gehad en nog steeds heeft: na Margreet kwamen als hoofdredacteur Nen Heerdink, Marianne Nijnuis en Sigrid Hendriks. De 25 redactieleden zijn in het schema vermeld. Zonder hun inhoudelijke bijdragen en redactionele inzet is een blad als de JA! onmogelijk. De redactie heeft in de loop der jaren relatief weinig wisselingen gekend. Veel redactieleden hebben hun statutair toegestane termijn van drie keer twee jaar vol gemaakt. Dat zegt iets over hun betrokkenheid bij hun vak en het blad, alsook over het plezier waarmee ze aan de JA! hebben gewerkt. De redactieleden bepaalden samen waarover geschreven werd. Ze schreven zelf een artikel, maar even zo vaak werd aan externe deskundigen gevraagd een bijdrage te leveren. De redactie en het AJN-bestuur maakten een redactiereglement waarin de verhouding tussen beiden werd geregeld. Daarin is bijvoorbeeld opgenomen dat de redactie eindverantwoordelijk is voor de inhoud (behalve voor de bestuursinformatie en de advertenties). Het NIGZ zorgde voor Richtlijnen voor AJN-auteurs (een checklist voor auteurs) en Redactieadviezen (onder andere over stijl- en spellingszaken). Deze Richtlijnen en Redactieadviezen zijn handige middelen die auteurs helpen bij het schrijven van hun bijdrage. Omvang en advertenties De JA! heeft altijd advertenties gehad. Daarmee konden de kosten van het blad voor de AJN worden verlaagd. Bij de eerste twintig nummers lag de portefeuille advertentiewerving bij een lid van het AJN-bestuur. Er waren gemiddeld drie advertenties, meestal van dezelfde bedrijven. Nieuwe advertenties binnenhalen kost heel veel tijd en vastberadenheid. Het is niet meer dan begrijpelijk dat een AJN-bestuurslid, dat behalve dit onderwerp ook vele andere taken heeft, amper aan advertentiewerving toekomt. Het AJN-bestuur ging met Redacteuren JA! 2004 – 2014 Theresia Aerts, Ria Brouwer, Bettie Carmiggelt, Klara Flipsen, Henk Groeneveld, Michèle Haagmans, Nen Heerdink (hoofdredacteur), Sigrid Hendriks (hoofdredacteur), Henriëtte van den Heuvel, Trudy de Jong, Els Jonker, Marleen Koudenburg, Carolien Lans, Janine van Leeuwen, Annelies Levink, Hilly Ligtvoet-Bos, Charlotte Mettes, Astrid Nielen, Marianne Nijnuis (hoofdredacteur), Corien Scheenstra, Ulco Schuurmans, Lucy Smit, Elle Struijf, Margreet Wagenaar (hoofdredacteur), Annemiek van Woudenburg. ingang van nummer 21 (voorjaar 2011) in zee met Elma. Deze uitgever/drukker maakte al onder andere het vademecum van de AJN en was uitgever van vele tijdschriften, waarvoor hij ook de advertenties regelde. Elma had daarom goede contacten met veel bedrijven. Elma was met het binnenhalen van advertenties buitengewoon succesvol. Daardoor konden de kosten voor de JA! aanzienlijk naar beneden. De vele advertenties veranderden het uiterlijk van het blad wel. Het aantal advertentiepagina’s schoot omhoog van gemiddeld drie naar ongeveer tien tot twaalf pagina’s, met als voorlopige piek JA! 28 met achttien pagina’s advertenties. Het aantal pagina’s dat de redactie mocht vullen bleef vrij constant op ongeveer 27, met soms een uitschieter naar boven. Doordat Elma zowel de vormgeving als de druk en verzending op zich nam, moest de JA! afscheid nemen van OM Tekst en Vorm, Advadi en DYD. Elma nam de vormgeving over zoals OM die had ontworpen; zowel de JA!-redactie als Elma vonden die nog steeds aansprekend en passend bij het blad. Het NIGZ bleef de redactie, begeleiding en coördinatie verzorgen. Vanwege een reorganisatie bij het NIGZ moesten het NIGZ en ik in juni 2011 afscheid van elkaar nemen. Omdat er binnen het NIGZ niemand was die de taken voor de JA! kon overnemen, ben ik op freelancerbasis voor de JA! actief gebleven. Een jaar later ging het NIGZ failliet. Gevarieerd Als ondersteuner van de redactie en als niet-jeugdarts en niet-AJN-lid houd ik me niet met de inhoud van het blad bezig; dat is aan de AJN-redactieleden voorbehouden. Toch heb ik het blad de afgelopen jaren niet alleen als communicatieman gemaakt; de inhoud heeft me zeer geboeid. Ik denk daarbij vooral aan de spanningsvelden waarmee de jeugdartsen te maken hebben. Dat geldt niet alleen voor hun (intern en extern veranderende) rol in de medische wereld, maar ook voor hun inhoudelijke afwegingen. Dan denk ik vooral aan het spanningsveld tussen beschermen en vrijlaten. Hoe sterk mag, moet en kan de overheid bij monde van de jeugdarts ingrijpen als de jeugdige ongezond eet en drinkt en te weinig beweegt? Wat als kinderen op allerlei gebieden willen experimenteren terwijl daar (soms grote) gevaren aan zitten: roken, drank, drugs, gevaarlijke sporten, vriendschap en seksualiteit, verkeer, struinen op internet, avonturen opzoeken etc. Moeten jeugdartsen (alsook verzorgers, overheden en hulpverleners) proberen te voorkomen dat kinderen en jeugdigen gevaar lopen en hen vooral beschermen? Of moeten ze hen vooral ook vrij laten en de ruimte geven om ervaringen op te doen? Hoe veel vrijheid willen en durven we kinderen en jongeren te geven voor het verkennen van hun mogelijkheden, grenzen en voorkeuren, ook als ze daarbij letterlijk en figuurlijk op hun snuit (dreigen te) vallen? En wat als ze vallen? Gaan we dan weer verbieden of leren we hen vooral hoe ze weer op kunnen staan (opkrabbelcompetentie)? De vragen die dit spanningsveld oproept kunnen vaak niet eenduidig beantwoord worden. Er zitten mens- en wereldbeelden achter die zeer basaal zijn. In de JA! kwam dit spanningsveld regelmatig direct en indirect aan orde. Dat maakt de JA! interessant, voor mij en waarschijnlijk voor veel meer niet-jeugdartsen. Toekomst De JA! is een vaktijdschrift van en voor jeugdartsen. Het zou ook voor een bredere lezersgroep ingezet kunnen wor- den. Maar dat zal het karakter (want de doelgroepen) van het blad veranderen en het zal invloed hebben op de advertenties (er zijn bijvoorbeeld strenge richtlijnen over advertenties voor medicijnen). Willen de AJN-leden dat? Verder hoor je vaak dat het papieren tijdschrift gaat verdwijnen. Door de permanente ontwikkeling van de digitale hard- en software wordt de digitale toegankelijkheid van tijdschriften en de communicatiemogelijkheden die daardoor ontstaan alleen maar eenvoudiger en beter. Dit doet niets af aan het feit dat veel lezers ook graag op de bank in hun vaktijdschrift bladeren. De komende tijd zal de JA! er hoe dan ook anders gaan uitzien. Hoe, dat is afhankelijk van de wensen van de AJN-leden, van de digitale ontwikkelingen en van de financiële mogelijkheden. Hoe stellen bijvoorbeeld adverteerders zich in de toekomst op ten aanzien van het adverteren in (papieren en/of digitale) bladen? Eén ding zal amper veranderen: de behoefte aan reflectie op het eigen vakgebied. Vooralsnog zal daarvoor een redactie van AJN-leden nodig zijn. Ondanks alle ontwikkelingen blijft de pijler onder de JA! onveranderd: het is een vakblad van , voor en door de jeugdartsen. Dat kan alleen bestaan als die jeugdartsen zelf daar hun medewerking aan blijven verlenen. Het was en is voor mij een groot genoegen om met de redactie de JA! te mogen maken. John Luteijs Eindredacteur/coördinator JA! John Luteijs werkte als uitgever en communicatieadviseur bij het Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie (NIGZ). Het NIGZ bestaat niet meer. Op dit moment werkt hij op freelancerbasis als communicatieadviseur/-medewerker, redacteur en vertaler Duits. http://nl.linkedin.com/in/johnluteijs JA! voorjaar 2014 29
© Copyright 2024 ExpyDoc