Hersenen die ouder worden - In

eron
Tijdschrift over
ouder worden
& samenleving
Hersenen die
ouder worden
- Martin van Boxtel
Onderhoud &
ontwikkeling van
uitkristalliserende
intelligentie
- Piet Hauben &Riet de Boer
\
Hersenen die
ouder worden
- Martin van Boxtel
Onderhoud &
ontwikkeling van
uitkristalliserende
. . .
J
J
~
ersenen die oud er wo rde n
AR-
VA
BOXTEL
We realiseren ons dit niet dagelijks, maar de kwaliteit van ons leven
wo rdt
voor een belangrijk deel bepaald door de gezond heid van onze
hersenen. Maar wat beïnvloedt de gezondheid van de hersenen bij
het ouder
worden eigenl ijk? Welke delen van de hersenen zijn het gevoelig
s t voor
veroudering? En hoe bevord er je de gezondheid van de hersene
n?
Brein en stofwisseling
Ons brein regelt via een ingenieus stelsel van
zenuwnetwerken en hormoonsystemen de aansturing van het bewustzijn en onze lichaamsfuncties. Dit weke en kwetsbare orgaan weegt
in de volwassenheid m 'n 1.500 gram , wordt
beschermd door stevige vliezen en is in de schedelholte schokbestendig opgehangen in een
bad van hersenvloeistof
Onze hersenen zijn veran twoordelijk voor
bijna een kwart van ons dagelijks verbruik van
energie en zuurstof, wat ze gevoeliger maakt
voor de effecten van veroude ring dan an dere
lichaamsweefsels. Om goed te function eren
zijn de hersenen erg afhankelijk van de conditie van vele andere organen die betrokk en zijn
bij de stofwisseling, zoals hart en vaten (circulatie), de longen (ventilatie) , lever en nieren
(energie en afvoer van afvalstoffen) . Wannee r
zenuwui tlopers (axonen en dendriet en). Het
menselijke centrale zenuwstelsel ontwikk elt
zich op basis van een genetisc he 'b lauwdru k',
al wordt uiteindelijk in wisselwerking met
onze omgeving bepaald hoe neurona le netwerken hun definitieve vorm krijgen, hoe efficiënt ze function eren en hoe veerkrac htig ze
zijn bij het opvange n van schade. Ons vermogen om te leren van onze ervaring drukt daarmee uiteinde lijk een belangrijk stempel op
ho e netwerk en in de hersenen worden aangelegd .
Geduren de onze evolutie hebben de hersenen
als centraal regelorgaan een bijzonde re ontwikkelin g doorgem aakt. Lagere hersengebieden , zoals de hersenstam, hypotha lamus en
het limbisch systeem, zijn vooral belangrijk
voor h pf in ç'r':J nrl h Al lrl pn H '''''"'' u:....... l .... c.._ _...:__
We realiseren ons dit niet dagelijks, maar de kwaliteit van ons leven
wo rdt
voor een belangrijk deel bepaald door de gezond heid van onze
hersenen. Maar wat beïnvloedt de gezondheid van de hersenen bij
het ouder
worden eiqenl ijk? Welke delen van de hersenen zijn het gevoel
igst voor
verouderinq? En hoe bevorder je de gezondheid van de hersene
n?
Brein en stofwisseling
Ons brein regelt via een ingenieus stelsel van
zenuwnetwerken en hormoonsystemen de aansturing van het bewustzijn en onze lichaams-
zenuwui tlopers (axonen en dendriet en) . Het
menselijke centrale zenuwstelsel ontwikk elt
zich op basis van een genetische ' blauwdr uk',
al wordt uiteinde liik in wisselwerki nv rne-r
andere zoogdieren. Ze zijn relatief ongevoelig
voor verouderingsprocessen en blijven tot op
hoge leeftijd meestal prima functioneren.
Cognitieve functies gevoelig voor
veroudering
Wat menselijke hersenen onderscheidt van
die van lagere diersoorten zijn onze omvangrijke 'associatiegebieden', zoals in de pariëtale
en de preftontale cortex. Dergelijke associatiegebieden hebben te maken met sterk gespecialiseerde , complexe functies die ons mens
maken, zoals bijvoorbeeld het vermogen om
ons gedrag te plannen en te leren van onze
ervaringen. Deze hogere, 'cognitieve' functies
(zoals uitvoerende vaardigheid, geheugen,
regulatie van aandacht) zijn vastgelegd in wijd
in het brein verspreide neuronale netwerken
die erg plastisch, ofwel veranderbaar zijn . We
weten dat de associatiegebieden en de functies
die hier aangestuurd worden naar verhouding
het meest gevoelig zijn voor veroudering: de
dikte van de schors neemt naarmate we ouder
worden op deze plaatsen het sterkst af.
De meeste cognitieve functies laten vanaf
de leeftijd van 3°-4° jaar op tests een gestage
afname zien . Neurobiologisch gezien lijkt hier
dus sprake van het principe van 'last-in -firsrout'; functies die in de ontwikkeling van de
soort en van het individu het laatst worden
aangelegd zijn het gevoeligst voor leeftijdgerelateerde veranderingen in de onderliggende
zenuwnetwerken. Het lijkt erop dat onze sterk
toegenomen levensverwachting in de afgelopen eeuw een aantal zwakheden in het onderhoudssysteem van de hersenen heeft blootgelegd: onze hersenen zijn simpelweg niet
gebouwd om de leeftijd te bereiken die binnen het bereik van de moderne mens gekoen-ae' -prèrrMJ.1::rrë"C6fLl~X. cr.>èdgenTKc:~~\"ua­
tiegebieden hebben te maken met sterk gespecialiseerde, complexe functies die ons mens
maken, zoals bijvoorbeeld het vermogen om
ons gedrag te plannen en te leren van onze
ervaringen. Deze hogere, 'cogni tieve' functies
(zoals uitvoerende vaardigheid, geheugen,
regulatie van aandacht) zijn vastgelegd in wijd
in het brein verspreide neuronale netwerken
die erg plastisch, ofwel veranderbaar zijn. We
weten dat de associatiegebieden en de functies
die hier aangestuurd worden naar verhouding
het meest gevoelig zijn voor veroudering: de
rl i k-tp va ri rlP _<r h o r_< neemt naarmare we ouder
moleculen vrij. Deze kunnen via oxidatie
schade toebrengen aan onze lichaamseiwitten,
waaronder het erfelijk materiaal (DNA). Het
neutraliseren hiervan verloopt steeds moeizamer bij het ouder worden. Oudere mitochondriën zijn daarnaast minder goed in staat om
het calciumgehalte (Ca--r) in de cel te 'bufferen', waardoor de cel minder goed op prikkels
gaat reageren. Wanneer ons vermogen om
dergelijke fysiologische processen te reguleren
afneemr en opgelopen moleculaire schade
onvoldoende meer word t hersreld ('oxidatieve
srress') kunnen er veranderingen optreden in
de celstructuur. Dit blijkt uit de neerslag van
stoffen, iets wat uiteindelijk de functie van de
cel onder druk zet. Hierbij zijn ook AGEs
betrokken (Advanced Glycation End-pro ducts) , stoffen die ontstaan door een reactie
van glucose met lichaamseiwit, in het bijzonder bij mensen met diabetes. Vooral in
niet-delende lichaamscellen, zoals de meeste
cellen van het centrale zen uwstelsel, leidt dit
tot een afname in functie en soms zelfs tot celdood. Gebieden die sterk betrokken zijn bij
cognitieve vaardigheden, zoals de prefrontale
cortex en de hippocampus (betrokken bij de
geheugenopslag), blijken hiervoor relatief bijzonder gevoelig te zijn. Celdood komt in de
hersenen overigens minder vaak voor dan we
tot voor kort dachten: de stofwisseling in
oudere hersencellen neemt af en hersencellen
lijken in de loop der jaren vooral te krimpen,
waardoor het totale volume van de hersenen
vanaf het veertigste levensjaar ongeveer 5% per
tien jaar afneemt (Raz & Rodrique 2006).
Vernauwing bloedva ten leidt tot
klachten
Een ander mechanisme dat de ouder worda.1s~fiJlr..e"ry51.e.'iVgfJcr&;IJ dJu:~,-'ll' ~ ri"gui~ dl'
afneemt en opgelopen moleculaire schade
onvoldoende meer word t hersteld ('oxidatieve
stress') kunnen er veranderingen optreden in
de celstructuur. Dit blijkt uit de neerslag van
stoffen, iets wat uiteindelijk de functie van de
cel onder druk zet. Hierbij zijn ook AGEs
betrokken (Advanced Glycation End-products) , stoffen die ontstaan door een react ie
van glucose met lichaamseiwit, in het bijzonder bij mensen met diabetes. Vooral in
niet-delende lichaamscellen, zoals de meeste
cellen van het centrale zenuwstelsel, leidt dit
tot een afname in functie en soms zelfs tot cel-
her brein kunnen er uiteindelijk toch (veelal
cognitieve) klachten ontstaan .. Onderzo eksmethod en zoals Magneti c Resonance Imaging
(M RI) hebben laten zien dat vasculaire veran deringen in het gebied van de verbindingsbanen (de 'witt e stof') bij de meeste mensen al
vroeg in het leven optreden . Leeftijdgerelateerde afname in zenuwfu nctie is terug te voeren op een reeks van subtiele veranderingen in
de onderlin ge zenuwve rbinding en (de 'synapsen'), de aanmaa k en afbraak van boodschapperstoffen (neurorransrnirrers '), en functionele veranderingen in de zenuwcel zelf. Per
saldo beteken t dit dat de snelheid waarmee
hersence ntra met elkaar commun iceren
afneemt bij het ouder worden. Naast een verminderd e geheugencapaciteit is een afname in
de snelheid waarmee men reageert en nieuwe
informa tie verwerkt, wat mensen het eerste
merken van het ouder worden van hun brein.
Levensstijl bepaal t cognitieve
toekomst
We weten dat een gezonde levensstijl van
grote invloed is bij het tegeng aan van neurodegeneratie en dementie (Barnes & Yaffe 20n).
Een groot deel van dit risico bestaat uit factoren die de gezondheid van het hart- en vaatstelsel beïnvloeden, zoals overgewicht, roken,
hoge bloeddru k, suikerziekte en lichamelijke
inactiviteit. Andere belangrijke factoren die
meespelen zijn onder meer een depressief
gemoed en een lage intellectuele prikkeling.
Dat laatste illustreert het belang om ook gedurende het volwassen leven te blijven leren en
nieuwe ervaringen op te doen. Op basis van
epidemiologische studies wordt geschat dat tot
50 % van alle gevallen van dementi e aan de
invloed van deze factoren is toe te schrijven en
dat een gunstig risicoprofiel op middelb are
leeftijd de kans op hersenveroudering en
dementi e sterk kan verminderen. Op verschillende plaatsen in de wereld zijn initiatieven
gestart om op basis van deze wetenschappelijke inzichten actie te onderne men tegen deze
opkomende epidemie van neurodegeneratieve
aandoen ingen (zie de genoemde websites
onder 'Literatu ur' ). Voorlopig lijkt het erop
dat dergelijke maatregelen de enige rationele
aanpak zijn bij het tegengaan van hersenverouderin g.
Reservecapacitei t verschilt
De hersenen beschikken over een grote mate
van plasticiteit om de gevolgen van schadelijke invloede n op te vangen (Park & Reuter-Lore nz 2009) . Mensen blijken nogal te
verschillen in de mate waarin ze bestand zijn
tegen het opvange n van 'slijtage' van hersenweefsel door het ouder worden. Wannee r de
reservecapaciteit van gespecialiseerde netwerken tekort schiet, kunnen er typi sche verouderingsziekten aan het licht komen, zoals de
Literatu ur
ziekte van Parkinso n (stoorni s in de aanstu de Magalhäes, J. P. , & Sandberg, A. (Z005). Cogniring van beweging en door onvoldo ende protiue aging lIS an extension ofbrain deuelopm ent:
ductie van de n eurotran smitter dopamin e)
A model linking learning, brain p lasticity, and
en de meest vóórkom ende vormen van
neurodegeneration . Mechanisms of ageing and
dementi e. Dit laatste wo rdt meestal veroordevelopm ent, 126(10) , IOz6-1033. doi:IO.1016!j.
zaakt door ophopin g van de sto f amyloid en
mad.2005·04.004
doo r verande ringen in de stevigheid van
Raz, N., & Rodrigue, K. M. (zoo ö), D ifferential
zenuwcellen in de sch ors (ziekte van Alzheiaging of the brain: patterm, cognitive correlates
mer) , door ziekte van de bloedva ten (vascuand modifiers. Neuroscienceand Biobehavioral
laire dement ie), of allebei. Dement ie is een
Reviews, 30(6), 7~o-748 . doi.t o .ror ö/: n p"hin_
~ c_ ___
' .
_ u ...... ,... ul1\....l.l\...
lCI ug: re voesel beïnvloeden, zoals overgewicht, roken,
ren op een reeks van subtiele veranderingen in
hoge bloeddru k, suikerziekte en lichamelijke
de onderlin ge zenuwverbinding en (de 'synapinactiviteit. Ander e belangrijke factoren die
sen'), de aanmaa k en afbraak van boodschapmeespelen zijn onder meer een depressief
perstoffen ('neurot ransmitt ers'), en functiogemoed en een lage intellectuele prikkeling.
nele veranderingen in de zenuwcel zelf. Per
Dat laatste illustreert het belang om ook gedusaldo beteken t dit dat de snelheid waarmee
rende het volwassen leven te blijven leren en
hersencentra met elkaar commun iceren
nieuwe ervaringen op te doen. Op basis van
afneemt bij het ouder worden. N aast een verepidemiologische studies wordt geschat dat tot
minderd e geheugencapaciteit is een afname in
50 % van alle gevallen van dementi e aan de
de snelheid waarmee men reageert en nieuwe
invloed
van deze factoren is toe te schriiven en
i,....f..........- .... ..: _
1 .
OA ,z".
....
ol
!,:)
prevalenee. The Lancet Neuro logy. doi:IO.I016!
S1474-4422(U)70072-2.
http://anuadri.anu.edu.auAlzheimer'sDiseaseRisk
Inde x. ANU College of Medicine , Biology &
Environment.
http://www.inmindd.eu FP7 project INnovative,
Micilife INtervention for Dem enti a Det errence, In-MINDD
http://www.canongerontoLogie.nUgeheugen
Over de auteur
Dr. Martin van Boxtel is arts en un iversitair
hoofddocent van de Vakgroep Psychiatrie en
Neuropsychologie, Maastricht University. Meer
info: http://bit.ly/martinvb_cv.