BIJDRAGE VOOR IMPULS De afdeling Biofysica binnen het Donders Center for Neuroscience (DCN-FNWI) Het Donders Instituut (DI) is een groot interdisciplinair en interfacultair onderzoeksinstituut waarin het functioneren van de hersenen vanuit verschillende disciplines (variërend van klinische wetenschappen (neurologie, maar ook oorheelkunde), psychologie en neurobiologie, tot neuro-informatica, wiskunde, en fysica) en op verschillende niveaus (van molecuul tot mens) wordt onderzocht. Binnen dit grote instituut (aan de RU en het RadboudUmc werken in totaal zoβn 500 fte stafleden) speelt DCN-FNWI als natuurwetenschappelijk centrum een bijzondere rol, niet alleen vanwege het fundamentele en kwantatieve karakter van het onderzoek, maar ook vanwege de toepassingen richting kliniek en maatschappij, die hier sterk zijn vertegenwoordigd. Het DCN-FNWI bestaat uit een viertal afdelingen: voor WiNSt zijn dit de afdelingen Biofysica en Neuroinformatica (gehuisvest in vleugel HG00.800), en voor Biowetenschappen zijn dit de afdelingen Neurofysiologie en Moleculaire Dierfysiologie. Deze vier afdelingen vormen als FNWI instituut één onderzoekseenheid, en studenten van vrijwel alle FNWI opleidingen kunnen bij DCN-FNWI terecht voor een scala aan bachelor en master stages. Ook de afdeling Biofysica ontvangt studenten van de opleidingen Fysica, Science (BF), Informatica en Medische Biologie. In deze bijdrage zal ik me vooral concentreren op het onderzoek aan de afdeling Biofysica, maar het is goed om het hersenonderzoek eerst in een wat breder kader te plaatsen. Achtergrond. De hersenen vormen zonder twijfel één van meest complexe systemen die we kennen, en zijn daarmee voor de natuurwetenschappelijke methode een bijzondere uitdaging. Het onderzoeksthema van de afdeling Biofysica wordt samengevat onder de noemer Hersenen en Gedrag, en in dit stukje zal ik proberen duidelijk te maken dat er voor fysici binnen dit thema vele boeiende, uitdagende, en concrete vragen liggen voor onderzoek waarvoor een fysische inbreng noodzakelijk is. Bouwstenen. Net als in de fysica van de materie wordt het brein door biofysici onderzocht vanuit een bottom-up aanpak: vanuit de bouwstenen naar het grotere geheel. De elementaire bouwstenen van de hersenen zijn de zenuwcellen, en de biofysische (electro-chemische) principes die de functie van de zenuwcel goed kunnen verklaren zijn enkele decennia geleden door de onderzoekers Hodgkin en Huxley in hun Nobelprijs winnend werk (1961) neergelegd. In onze bachelor colleges Neurofysica wordt uitgebreid aandacht besteed aan dit werk, wat uiteindelijk is geculmineerd in een formidabel wiskundig model. Heel kort: het stelsel differentiaalvergelijkingen van dit model beschrijft precies hoe op een bepaalde plek, x, langs het axon (dit is de (enige) output kabel van het neuron; Fig. 1, links) zogeheten actiepotentialen (korte, hevige electrische pulsen; Fig. 1, rechts) kunnen ontstaan zodra de membraan potentiaal ter plekke, V(x,t), een drempelwaarde overschrijdt a.g.v. externe inputs. Deze inputs zijn i.h.a. afkomstig van andere zenuwcellen via de vele synaptische contacten binnen het netwerk waarin het neuron is ingebed. Deze differentiaalvergelijkingen staan bekend onder de naam Hodgkin-Huxley (H-H) vergelijkingen, en hebben de volgende verschijningsvorm: πΆ ππ = π! β π π‘ β π! β π π, π‘ ππ‘ + π! β π π‘ β π! waarvoor tevens: π! ! !" !" + π!" β π π‘ β π!" β π π, π‘ ! β β π, π‘ = π! β π met π = π, β, π Ze zijn sterk niet-lineair, wat een analytische aanpak ervan niet aantrekkelijk maakt. Het niet-lineaire karakter van H-H komt door het actieve gedrag van de K+ en Na+ ion-kanalen (de eerste twee termen na het gelijkteken), die sterk potentiaal-afhankelijk zijn (zie figuur hieronder), en die worden gemodelleerd door de tijdsafhankelijke functies m(V,t), n(V,t) en h(V,t). Deze drie functies refereren ieder op zich naar stochastische aspecten binnen de ion-kanalen, die de kans op het al dan niet doorlaten van een ion bepalen (uiteindelijk een thermodynamische eigenschap op molecuulnivo). Figuur 1: Links: De Purkinjecel in de kleine hersenen (het cerebellum) is een fantastisch voorbeeld van de enorm complexe, maar functionele geometrie van de dendrietenboom van neuronen. Deze verzamelt de inputs van vele andere neuronen (deze cel van wel 200000 andere!). Elk van die inputs leidt op zich tot kleine positieve of negatieve veranderingen van de membraanpotentiaal van het cellichaam. Pas als die potentiaal een vaste drempel bereikt, produceert de cel onmiddelijk een actiepotentiaal. Rechts: die actiepotentiaal is de enige functionele output van een neuron, en kan worden begrepen door de snelle in- en uitstroom van K- en Na-ionen door aparte kanalen. Het alles-of-niets karakter van de actiepotentiaal, lijkt daarmee wel een beetje op een digitale codering (0 of 1). De βbitsβ van de output vormen op die manier een boodschap die door de andere neuronen moet worden gedecodeerd. Computer simulaties zijn derhalve de geëigende methode om met deze vergelijkingen te stoeien, en die laten zien dat het HH-model een nagenoeg compleet beeld kan verschaffen van de actiepotentiaal. Al met al is de bouwsteen van het brein (en zelfs hoe de geometrie van de dendrietenboom er toe doet) dus eigenlijk zeer goed begrepen. Het interessante is natuurlijk dat daarmee niet zomaar het brein zélf is begrepen! De complexiteit van de hersenen zit nl. in de manier waaróp zenuwcellen met elkaar grote communicatie netwerken vormen, en hoé de communicatie tussen zenuwcellen in zoβn netwerk dan via de βdigitale codeβ is vastgelegd. Om hier een vinger achter te kunnen krijgen zijn gedegen experimentele vaardigheden en theoretische (met name abstracte) kennis noodzakelijk, en het zijn precies deze eigenschappen die fysici, wiskundigen, en science studenten bezitten om uitdagend onderzoek in de neurowetenschappen te kunnen doen. Waarom hersenen? Een antwoord op die vraag wordt gegeven door onze collega Daniel Wolpert (UK) in zijn TED talk: βde enige reden waarom organismen over hersenen beschikken is om ze de mogelijkheid te geven om complexe bewegingen te plannen en uit te voerenβ! (zie: http://www.ted.com/speakers/daniel_wolpert ). Het is namelijk eten of gegeten worden in een vijandige, onvoorspelbare, en complexe wereld! De hersenen zijn dan ook continu bezig om de gigantische multi-sensorische informatiestroom uit die omgeving te meten, te filteren, te analyseren, en waar mogelijk, te manipuleren. Hierbij komen allerlei interessante problemen om de hoek om kijken. Zo begrijp je bijvoorbeeld meteen waarom knaagdieren, konijnen, koeien en paarden (prooidieren, planteneters) hun ogen opzij hebben zitten, en een zeer groot (maar betrekkelijk lage resolutie) blikveld hebben, terwijl primaten, katachtigen, en wolven (vleeseters, jagers) hun ogen juist voorop hebben zitten, en beschikken over een gespecialiseerd stukje netvlies (de gele vlek) om zeer scherp mee te kunnen zien. Dat laatste maakt het meteen noodzakelijk om de ogen heel snel en heel precies op een doel te kunnen richten, waarvoor in de hersenen van deze diersoorten dan ook speciale regelsystemen zijn aangelegd. Maar ook begrijp je hierdoor dat vanwege de complexiteit en onvoorspelbaarheid in de omgeving het brein slimme keuzes moet maken over wélke beweging het nu wél of niet zal gaan uitvoeren uit de vele duizenden mogelijkheden die zich continu aandienen. Immers, een foute beweging kost tijd en energie, en kan derhalve fataal zijn als het om fracties van een seconde gaat! Wat kun je er mee? Het huidige biofysisch onderzoek in de hersenwetenschappen combineert moderne statistische theorieën over het maken van optimale keuzes in de aanwezigheid van onzekerheid (in de omgeving) en ruis in de (sensorische) metingen en het (motorisch) gedrag. In het vakgebied Machine Learning worden dit soort ideeën verder ontwikkeld. Natuurlijk leiden deze inzichten ook tot interessante toepassingen: robots die moeten navigeren in een complexe omgeving (denk bijv. aan een ingestort gebouw) worden met dezelfde soort problemen geconfronteerd als onze hersenen, en neurowetenschappelijke kennis wordt tegenwoordig meer en meer toegepast in geavanceerde robot-technologie. Daarnaast is het filteren en analyseren van grote hoeveelheden onzekere data een geëigend onderwerp voor allerlei technische en medische toepassingen: denk aan DNA analyse, aan βbig dataβ, aan analyse van complexe medische beelden, aan verbetering van medische hulpmiddelen (zien, gehoor, motoriek), aan medische diagnoses, etc. etc.. Ook daar bieden inzichten verkregen uit de neurowetenschappen nieuwe mogelijkheden om verder te komen. Onderzoek. Vanwege al deze redenen spitst ons onderzoek zich in grote mate toe op het uitlokken, meten, analyseren en modelleren van door mens, dier, of robot gegenereerde beweging: met name gaat het dan om oogbeweging, hoofdbeweging, navigatie, en om lichaamsbeweging opgewekt door passieve rotatie. Hierbij worden motortaken opgelegd aan proefpersonen die worden onderworpen aan zowel simpele als complexe situaties, en wordt gewerkt met relatief eenvoudige, of juist met complexe en ambigue sensorische stimulatie (bijv combinaties van auditieve, visuele, en evenwichtsstimulatie). De laboratoria van de afdeling (in de kelders van de oude A-vleugel) beschikken over een vijftal meetopstellingen, waarin waarneming en motorisch gedrag kan worden gemanipuleerd en precies gemeten. Momenteel wordt de hand gelegd aan een unieke vestibulaire (dwz evenwichts) meetopstelling (planning: einde dit jaar gereed), waarin proefpersonen om twee onafhankelijk bestuurbare assen kunnen worden geroteerd, terwijl ze daarnaast kunnen worden blootgesteld aan diverse auditieve en visuele stimuli. Hierbij registreren we de oogbewegingen naar die stimuli onder een scala van bewegingscondities, waaruit we veel kennis kunnen opdoen over de complexe coördinatentransformaties die in de hersenen op milliseconde tijdschalen moeten plaatsvinden onder dynamische bewegingssituaties. Wie? De afdeling Biofysica heeft de volgende onderzoeksgroepen binnen haar gelederen: prof. John van Opstal (auditief systeem, evenwicht, multisensorische integratie, oog-hoofd coördinatie), dr Richard van Wezel (visueel systeem; two-photon imaging), prof Bert Kappen (machine learning, optimal control), en prof Raymond van Ee (Bijz. Hglr. vanuit Philips Eindhoven Division Brain, Body and Behaviour). De afdeling huisvest ook de Spin-Off company Smart Research BV, die de Machine Learning technieken bij marktpartijen probeert af te zetten (bijv. bij het Nederlands Forensisch Instituut). De afdeling beschikt verder over eigen technische ondersteuning, en heeft momenteel zoβn 14 aioβs en postdocs uit alle windstreken van de wereld aan het werk binnen zowel nationale (NWO) als internationale Europese (Marie-Curie) projecten. Info: voor informatie over stages kun je het best even contact opnemen met John van Opstal ([email protected] ) voor een kennismakingsgesprek of voor een verwijzing naar één van zijn collegaβs. Laat dan even weten wat je opleiding is (fysica, science, etc.), en wat voor stage je zoekt (experimenteel, theoretisch; fundamenteel, of juist toegepast; voor bachelor, of voor master). De afdelingswebsite (onder constructie) is te vinden op http://www.ru.nl/mbphysics/
© Copyright 2024 ExpyDoc