AFDELINGSPROFIEL GER4 CO Afdelingsprofiel GER4 CO BE Algemene gegevens gegevens Hoofdverpleegkundige: Karolien Brangers Verpleegkundig diensthoofd: Herman Andries Geneeskundig diensthoofd: Dr. Miguel Stagementoren: Christa, Bennie, Karolien en Nicole Praktijklector: Rose-Marie ( HBO TISCA) Kinesiste: Stefanie Ergotherapeute: Sarah Sociale dienst: Annemie Apotheker: Katrien Logistiek assistente: Roos en Kristina Aantal kamers: 1- persoonskamers: 10 2- persoonskamers: 7 Aantal bedden: 24 Specifieke kamers: 2 kamers: 310/311 toegankelijk voor rolstoelpatiënten Kamernummers: Zone I: 1-pers: 300 / 301 / 302 / 303 / 304 / 305 2-pers: 324 / 325 / 326 Zone II: 1-pers: 306 / 309 / 310 / 311 2-pers: 312 / 313 / 314 / 317 Telefoonnummer afdeling: 03 760 53 20 E-mailadres: [email protected] Bezoekuren: 14u30 tot 20u00 Locatie: campus Beveren, gelijkvloers, C-blok AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 1 Pathologie, behandelingen MEEST VOORKOMENDE PATHOLOGIE Multipathologie is kenmerkend voor geriatrie. diabetesontregeling pneumonie valpartij met functionele weerslag dementie acute verwardheid CVA oppunstelling van medicatie revalidatie na orthopedische, abdominale en thoracale chirurgie malnutritie en deshydratatie hart-en nierfalen MEEST VOORKOMENDE BEHANDELINGEN observatie infuustherapie medicamenteuze therapie: PO- SC- IM- IV ADL en guiding De patiënten worden multidisciplinair behandeld. ONDERZOEKEN MEEST VOORKOMENDE ONDERZOEKEN MMSE labo medische beeldvorming: RX-opname / CT-scan / MRI gastro- en coloscopie echografieën EKG EEG glycaemiemeting AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 2 Meest voorkomende verpleegactiviteiten hygiënische zorgen en ADL-activiteiten IV-bloedafname IV-perfusie (perifeer en centraal) bloedtransfusie blaassondages verzorging suprapubische sonde sondevoeding via PEG-sonde wondzorg: decubitus postoperatief ulcera skintears inspuitingen (SM / SC / IV) staalafnames (urine / bloed…) screening (MRSA,CPE) AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 3 Verpleegkundige dagindeling op geriatrie CO De dienst is ingedeeld in 2 zones met 12 patiënten. Per zone is 1 verpleegkundige aangeduid als zoneverantwoordelijke. Zij heeft toezicht op de verzorging en de onderzoeken en organiseert de opnamen en ontslagen van de patiënten. DAGINDELING EN TAAKOMSCHRIJVING 6u54 aanvang vroege dienst patiëntenoverdracht: ts de verpleegkundigen van de vroege en de nachtdienst 8u00 ontbijt op- en afdienen Patiënt wordt hierbij zo nodig geholpen en gestimuleerd! controle en toediening medicatie 7u15-11U30 ochtendverzorging: verpleegkundige taken worden uitgevoerd. controle van de vitale parameters : bloeddruk, pols en temperatuur… Patiënt wordt eventueel in de zetel geïnstalleerd met telefoon, bel en drank binnen handbereik. invullen van verpleegdossier na elke verzorging verpleegkundige continuïteit en therapieopvolging stimulatie van de ADL-activiteiten 10u00 koffiepauze verpleegkundig personeel: afwisselend zone1 / zone2 11u30 nazorg materiaal 1200u middagmaal op- en afdienen Patiënt wordt hierbij zo nodig geholpen en gestimuleerd! controle en toediening van medicatie 12u-12u45 De nodige hygiënische zorgen worden uitgevoerd. Patiënt wordt in bed geïnstalleerd of krijgt wisselhouding. 12u15 middagmaal verpleegkundig personeel: afwisselend zone1 / zone2 14u-15u aanvang late dienst patiëntenbespreking door alle verpleegkundigen van de vroege en de late dienst, onder leiding van de hoofdverpleegkundige Koffie, thee en karnemelk worden aangeboden. Patiënt volgt verder de therapieën. 15u-17u verpleegkundige continuïteit Patiënt wordt in zetel geïnstalleerd. 17u-18u avondmaal op- en afdienen (Patiënt wordt hierbij zo nodig geholpen en gestimuleerd!) controle en toediening van medicatie 18u00 avondmaal verpleegkundig personeel 18u30 Patiënt kan desgewenst al in bed geïnstalleerd worden. 19u30-21u30De nodige hygiënische en verpleegkundige zorgen worden toegediend. controle en toediening avondmedicatie avondmedicatie en invullen van het dossier na elke verzorging Patiënt wordt geïnstalleerd voor de nacht. 21u30 nazorg materiaal 21u45 aanvang nachtdienst, patiëntenoverdracht aan de nachtverpleegkundige AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 4 Overlegstructuren OverdrachtmomentenSBAR patiëntenbespreking: van de vroege naar de late dienst14u00-15u00SBAR patiëntenoverdracht: ’s morgens van 06u54 tot 07u15 ’s avonds van 21u45 tot 22u06 Multidiscipliniare bespreking wekelijks op dinsdag aanwezig: arts, hoofdverpleegkundige, kinesist, ergotherapeute, logopediste en medewerker van de sociale dienst Medicatiebespreking wekelijks op maandag aanwezig: arts, hoofdverpleegkundige en klinisch apotheker Werkoverleg driemaandelijks De hoofdverpleegkundige bepaalt de datum. Het verpleegkundig team wordt verondersteld aanwezig te zijn. Informatie en procedures Alle bestaande procedures zijn beschikbaar in het bureel van de hoofdverpleegkundige of kunnen geraadpleegd worden via het Intranet. Voor meer informatie kan je in het verpleeglokaal terecht of mag je de hoofdverpleegkundige contacteren. Aandachtspunten specifiek voor de afdeling BV. vochtbalans, eetbalans, anticoagulantia, algemene organisatie, orde, patiëntencategorieën, isolatieprocedures, fixatiemaatregelen, Nortonschaal, Katzschaal, glycaemie, handhygiëne VERZAMELEN VAN GEGEVENS: In samenspraak met de hoofdverpleegkundige is het mogelijk om de dagelijkse patiëntenbespreking mee te volgen. Vraag vooraf om onderzoeken van patiënten te mogen bijwonen. 3de jaars studenten kunnen op vraag een multidisciplinaire bespreking meevolgen. HET VERPLEEGKUNDIG DOSSIER Het verpleegkundig dossier is onderverdeeld in twee kaften volgens de zones Kleur kaft zone 1 = rood Kleur kaft zone 2 = geel Deze bevinden zich in de dienstplaats. Dit dossier wordt meegenomen op de kamer tijdens de verzorgingsmomenten. Na de verzorging wordt het volledig ingevuld en terug op zijn plaats gelegd in het respectievelijke (rode, gele) kaft. De hygiënische en verpleegkundige handelingen, de geplande opnames alsook het ADLschema worden hierin genoteerd. Het verpleegkundig dossier vul je steeds in onder begeleiding van een verpleegkundige. Abnormaliteiten meld je onmiddellijk aan de verpleegkundige. AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 5 ADL-SCHEMA Voor meer info, kan je steeds terecht bij de ergotherapeute van de dienst. Je kan bij je verslag een ADL-fiche voegen als je observatiepatiënt ADL-training krijgt. Probeer zo veel mogelijk de training op te volgen om de zelfredzaamheid van je patiënt te stimuleren! Het MEDICATIEBLAD De medicatie wordt beheerd door middel van een individueel elektronisch medicatiedossier . De zoneverpleegkundige is verantwoordelijk voor de controle en toediening van de medicatie. Met specifieke vragen aangaande medicatie kan je terecht bij de hoofdverpleegkundige, de verpleegkundigen of bij de klinisch apotheker. Er is een geneesmiddelencompendium ter beschikking. Je kan ook altijd een uitprint vragen van het medicatieoverzicht van een patiënt in functie van je stageopdracht. Gelieve nooit op eigen houtje medicatie toe te dienen! HET MEDISCH DOSSIER Deze bevinden zich in de opbergwagen in het bureau van de hoofdverpleegkundige. Gelieve steeds toelating te vragen aan de hoofdverpleegkundige voor inzage in het medisch dossier en plaats het steeds correct terug. Respecteer het beroepsgeheim! AANDACHTSPUNTEN Verpleegkundige handelingen worden steeds onder begeleiding uitgevoerd. Pas de tiltechnieken toe (maak gebruik van de tillift maar enkel onder begeleiding). Gebruik de hoog-laagstand van het patiëntenbed volgens noodwendigheid. Stimuleer de patiënten tot voedings- en vochtinname, bied zelf voldoende voeding en drank aan waar nodig is. Zorg ervoor dat de patiënt zelf zijn beker water kan nemen. Let op het diabetesdieet en op de eventuele vochtbeperking tijdens het toedienen van de koffie of thee of als de patiënt iets extra vraagt! Informeer je bij de zoneverpleegkundige indien je twijfelt. Als er een vochtbalans bijgehouden wordt op de kamer, moet je de hoeveelheid en tijdstip van de vochtinname als ook de hoeveelheid van de uitscheiding zorgvuldig te noteren. Verlaat nooit de kamer zonder je te vergewissen dat de patiënt al wat hij nodig heeft binnen zijn bereik heeft (!! belletje!!), bedsponden indien nodig omhoog. Informeer naar de fixatieprocedure en heb aandacht voor de fixatie van de patiënt. Dit gebeurt steeds onder begeleiding. Besteed de nodige aandacht voor de nazorg aan de patiënt. Let erop dat je de kamer netjes achterlaat. Gelieve de afval zorgvuldig te sorteren: denk aan het milieu! scharen, kochers, pincet, peilstift in de kartonnen doos. Ze worden opnieuw gesteriliseerd De beschermhoezen van de kussens blijven op de afdeling! Bevuild linnen plaats je in de witte zakken Bevuilde bedpannen, urinaals en toiletemmers worden in de bedpanspoeler gereinigd AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 6 Let op! Wanneer je voor het binnengaan van een kamer een isolatiefiche aantreft, vraag dan eerst aan de verpleegkundige welke maatregel je dient te nemen. Pas de isolatieprocedure strikt toe! Respecteer correct de richtlijnen van handhygiëne. Besteed voldoende aandacht aan rugpreventie. De tilliften gebruik je enkel onder toezicht. Denk aan de klantvriendelijkheid. ENKELE AFSPRAKEN: Doelstellingen: Aangezien de stageplaats zich op de campus Beveren bevindt, is het onmogelijk de dienst tijdens de stagebespreking voor te stellen. Dit gebeurt op de eerste dag van de stageperiode zelf. Het is wel de bedoeling dat je de informatiebrochure gelezen hebt en kent bij de aanvang van de stage. De doelstellingen zijn besproken op de voorbespreking. Je kan ze op een apart blad noteren. Formuleer ze zo concreet mogelijk (technische en communicatieve vaardigheden, attitudes ). Geef je persoonlijke doestellingen af aan de hoofdverpleegkundige op de eerste stagedag. Bespreek ook je doelstellingen met de verpleegkundigen waarmee je samen werkt , vraag voldoende informatie en durf onder begeleiding werken in functie van je leerproces! Jij hebt hierover zelf de verantwoordelijkheid. Evaluatie: Je bent zelf verantwoordelijk voor je leerproces. Zelfevaluatie en feedback kan hierbij helpen Bespreek zelf met de verpleegkundige de uitgevoerde zorgen. Geef je evaluatiefiche dagelijks aan de verpleegkundige waarmee je gewerkt hebt. Noteer de naam van de verpleegkundige op de voorzijde van je fiche in de rechterbovenhoek. Vul eerst op een correcte wijze je dagevaluatie in, durf daarop zelf feedback vragen aan de verpleegkundige waarmee je gewerkt hebt. Haar mondelinge feedback noteer je zelf op het evaluatieformulier of in het logboek. Deze bespreking biedt je ook de kans om je eigen ervaringen op dienst, het functioneren en de evolutie in je leerproces te evalueren. Als er problemen of onduidelijkheden zijn is het de bedoeling om erover te praten om samen een oplossing te vinden! In het midden en op het einde van de stage heb je een evaluatie. Tijdens deze evaluatie wordt je functioneren besproken en geëvalueerd. Bereid beide gesprekken grondig voor. Verslag: Voeg bij je stageverslag de handleiding toe voor het opmaken van je verslag, dit is voor ons een ideale leidraad. Bij de nabespreking krijg je dit alles terug. Veel succes ! AZN Afdelingsprofiel GER 4 2014-2015 7
© Copyright 2024 ExpyDoc