Aan de slag met de WKR

Aan de slag met de
werkkostenregeling!
Het heeft allemaal zo lang geduurd dat we
vaak gedacht hebben dat het er niet meer
van zou komen. Want de definitieve invoering van de werkkostenregeling (beter
bekend als de WKR) werd steeds weer uitgesteld, waarbij de oude regeling steeds
weer werd verlengd. En van uitstel, zo
weten we allemaal, komt afstel. Maar op
3 juli 2014 liet staatssecretaris Wiebes in
een brief aan de Tweede Kamer weten dat
het er dan per 1 januari 2015 echt van zou
gaan komen. Wel moesten op Prinsjesdag
2014 nog een paar losse eindjes worden
ingestopt, maar dan kon het feest beginnen.
En nu is het dan zover. Maar weet dat we
nog een paar drukke maanden voor de boeg
hebben!
Nieuw?
Een nieuwe WKR? Welnee, helemaal niet!
De WKR is al ingevoerd per 1 januari 2011
en dus maar liefst al (bijna) vier jaar oud.
Wel hadden werkgevers de mogelijkheid om
jaarlijks te kiezen voor toepassing van de
oude regeling, dat wil zeggen voor de wetgeving zoals die op 31 december 2010 van
toepassing was ten aanzien van (belastingvrije) vergoedingen en verstrekkingen. Toepassing van de WKR was al lang de regel, en
een beroep op de oude regeling was dus de
uitzondering. Waarbij overigens (veel) meer
mensen de keuze maakten voor de oude dan
voor de nieuwe regeling. Maar dat is nu dus
voorbij. Het huidige keuzeregime wordt niet
opnieuw verlengd, zodat met ingang van
1 januari 2015 de WKR voor alle werkgevers en inhoudingsplichtigen gaat gelden!
de WKR verdiept. Dat betekent dat er werk
aan de winkel is en het inmiddels de hoogste tijd is om te beginnen met het opstellen
van een eerste inventarisatie. Immers, als
men niet precies weet wat er op dit moment
aan werknemers wordt vergoed, verstrekt of
ter beschikking gesteld is het onmogelijk
om een verantwoorde inschatting te maken
van de gevolgen van de nieuwe regeling en
het op een verstandige manier inspelen
hierop. Zo'n inventarisatie kost de nodige
tijd, en de fatale datum van 1 januari 2015
nadert sneller dan men denkt. Wees ook
bedacht op de gevolgen van het niet tijdig
WKR-proof zijn! De beruchte eindheffing
van 80% (zie hierna) hakt er in de meeste
gevallen stevig in!
Nu dan toch over!
Uit een tussentijdse evaluatie is duidelijk
geworden dat de meeste werkgevers (en dat
geldt al helemaal voor de meeste kleinere
ondernemers) in deze moeilijke economische tijden wel wat anders aan hun hoofd
hadden dan zich in een vroegtijdig stadium
voor te bereiden op de nieuwe WKR. Bovendien moesten veel werkgevers eerst nog
maar eens zien dat het er van zou gaan
komen. Men heeft zich dus onvoldoende in
Waarom?
De WKR is tot stand gekomen onder het
bewind van de toenmalige minister van
Financiën Jan Kees de Jager. De voornaamste reden voor een nieuwe werkkostenregeIing was de wens om een sterke
vereenvoudiging aan te brengen in het tot
dan toe bestaande oerwoud aan regels
rondom vergoedingen en verstrekkingen.
Dat waren er namelijk maar liefst 29,
waarbij een heleboel van die regels de werkgever verplichtten om (vaak ook nog per
regeling) gedetailleerd te administreren en
te controleren. Met de WKR vervallen (de
meeste van) die verplichtingen, waarmee de
administratieve lasten en kosten voor de
werkgever kunnen dalen. Verder is het
natuurlijk niet uitgesloten dat er voor de
overheid met de invoering van de WKR ook
nog wat budgettaire winst te behalen valt.
Waar draait het om?
In de WKR is het uitgangspunt dat de
werkgever over alle vergoedingen (in geld)
of verstrekkingen (in natura) die aan de
werknemer worden gegeven en die als loon
worden aangemerkt, op de gewone manier
loonheffingen gaat inhouden. Vervolgens
mag echter een vrijstelling worden toegepast
van maximaal 1,2 % (in 2014 was dit
percentage nog 1,5 %) van de totale fiscale
loonsom. Bij de bepaling van deze vrije
ruimte tellen eindheffingsbestanddelen ech
ter niet mee bij de berekening van de totale
fiscale loonsom. Uit onderzoek van het
ministerie van Financiën zou zijn gebleken
dat de meeste ondernemers uitkomen met
deze vrije ruimte.
1.
Natura
Meestal zal een kostenvergoeding worden
gegeven in geld. Maar het komt ook met
grote regel maat voor dat er geen geld
wordt gegeven, maar dat de uitkering wordt
gedaan in natura. Voor de berekening van
het voordeel dient in dat geval te worden
uitgegaan van de factuurwaarde inclusief
btw. Voor de werknemer zal immers bijna
altijd de prijs inclusief btw relevant zijn.
Een probleem hierbij is echter de vastleggingen in de financiële administratie: (btwbelastingplichtige!) werkgevers in de
profitsector administreren hun kosten
namelijk exclusief btw. In het kader van het
beperken van de administratieve lasten hebben deze werkgevers dan ook verzocht om
de doorboeking naar de vrije ruimte exclusief btw te laten plaatsvinden. Dit zou echter weer niet goed uitpakken voor de
non-profitsector, waar meestal geboekt
wordt inclusief btw. Voor deze werkgevers
vormt de btw immers een niet-aftrekbare
kostenpost.
De staatssecretaris heeft inmiddels laten
weten dat dit btw-probleem opgelost kan
worden, zonder dat daarvoor een wetswijziging nodig is. Bij het berekenen van het
bedrag dat in de vrije ruimte moet worden
ingeboekt, kan de werkgever met de inspecteur afspreken dat hij de gemiddelde btwdruk over de verschillende voorzieningen uit
de vrije ruimte in aanmerking neemt. Op
deze manier wordt het probleem op een
praktische manier opgelost.
Wat valt in de vrije ruimte?
Vergoedingen of verstrekkingen die niet op
een of andere manier onbelast kunnen worden gegeven, kan men in de vrije ruimte van
de WKR laten vallen. Op zich hoeven bedragen in de vrije ruimte niet onderbouwd te
worden, maar men kan hierbij denken aan
de volgende posten:
• Verhuiskosten voor het deel dat niet
onder de gerichte vrijstelling valt.
• Kerstpakketten en andere kleine geschenken.
• Parkeer-, veer- en tolgelden (geldt niet
voor de auto van de zaak),
• Bedrijfsfitness (niet op werkplek).
• Schade door diefstal, wanneer de werknemer tijdens werktijd bestolen is.
• Schade door overstromingen, aardbevingen en andere calamiteiten die niet door
de verzekering gedekt worden.
• Contributie van personeelsverenigingen.
• Fiets, elektrische fiets, scooter en vergelijkbare vervoermiddelen.
• Huisvesting buiten de woonplaats door
permanente werkzaamheden elders.
• Internet en vergelijkbare communicatiemiddelen thuis.
• Personeelsfeesten, -reizen en soortgelijke
Geen belast loon
De WKR is alleen maar van toepassing op vergoedingen of verstrekkingen die deel
uitmaken van het belaste loon. Hoewel de fiscus ons wel eens anders wil laten denken
is daarvan niet altijd sprake. Zo is er geen sprake van belast loon bij voordelen die
worden verstrekt buiten het kader van de dienstbetrekking. Men kan daarbij denken
aan zaken die de werkgever geeft uit wellevendheid, sympathie of op grond van de
persoonlijke relatie, en in ieder geval niet (althans niet voornamelijk) uit hoofde van
het werkgeverschap. Denk aan de bekende fruitmand voor de zieke werknemer of de
rouwkrans in geval van overlijden van de werknemer of diens partner. Van loon is geen
sprake als de werkgever een kleine persoonlijke attentie van maximaal € 25
(inclusief btw) geeft in situaties
waarin ook anderen dat
zouden doen. De attentie mag niet
bestaan
uit een
waardebon of
de
bekende
enveloppe met
inhoud.
•
•
•
•
•
•
•
personeelsactiviteiten (niet op de werkplek).
Persoonlijke verzorging.
Reiskostenvergoedingen voor reizen met
eigen vervoer van meer dan € 0,19 per
kilometer.
Representatiekosten en relatiegeschenken (aan medewerkers) voor interne relaties.
Voeding, verlichting of verwarming in verband met onregelmatige diensten of continudiensten.
Werkkleding die mee naar huis gaat en
geschikt is om ook thuis te dragen
(behalve werkkleding met een logo dat
groter is dan 70 vierkante centimeter).
Zakelijke (vaste) kostenvergoedingen.
Rentevoordeel van aan personeel verstrekte leningen (geldt vooralsnog niet
voor hypothecaire leningen).
Meer, meer, meer!
De werkgever kan dus maximaal een bedrag
ter grootte van 1,2 % van de totale fiscale
loonsom onder de werking van de WKR
onbelast uitkeren. Men kan echter nog
(veel) hoger uitkomen. Zie die 1,2 % dan
maar als de 'taart, die naar eigen inzicht
nog kan worden opleukt met kersen, chocolaatjes en slagroom!
Intermediaire vergoedingen
Niet onder de beperkingen van de nieuwe
WKR vallen de intermediaire vergoedingen.
In dat geval betaalt een werknemer namens
de werkgever. M et andere woorden: een
bedrag(je) voor zakelijke uitgaven wordt
door de werknemer voorgeschoten, waarna
de werkgever dit aan hem of haar vergoedt.
Op deze vergoeding is de WKR dan niet van
toepassing. Er is namelijk geen sprake van
loon. Een bekend voorbeeld dat vaak wordt
gegeven is de secretaresse die op verzoek
van haar werkgever wat kantoorbenodigdheden koopt en het aankoopbedrag later
dec lareert.
Gerichte vrijstellingen
De grootste kers die de WKR in de aanbieding heeft, vormen de gerichte vrijstellingen.
Deze vrijstellingen zijn - anders dan de veel
meer algemene vrijstelling van 1,2 % - specifiek gericht op een bepaald doel. Vandaar
ook de naam \gerichte vrijstelling'. Een
gerichte vrijstelling (daaronder begrepen
een verstrekking of terbeschikkingstelling)
heeft geen invloed op - men kan ook zeggen: komt niet in mindering op - de forfaitaire ruimte van 1,2%• In de gerichte
vrijstellingen komen veel van de al onder de
werking van de oude regel ing bestaande
belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen weer terug. Voorwaarde is wel dat die
vergoeding, verstrekking of terbeschikkingsteil ing is aangewezen als eindheffingsbestanddeel. wat betekent dat een en ander
moet vallen onder de werkkostenreqelinq.
Als dat niet zo is, dan kan geen gebruik
worden gemaakt van deze vrijstellingen.
I.
Welke gerichte vrijstellingen zijn er?
We kennen een groot aantal gerichte vrijsteillingen;
• Vervoer, zoals abonnementen en losse
kaartjes voor openbaar vervoer.
• Een kilometervergoeding voor eigen vervoer van maximaal € 0,19.
• Werkgerelateerde tijdelijke verblijfkosten
(maaltijden, overnachtingen en overige
kosten gemaakt tijdens een zakelijke reis).
• Cursussen, congressen, seminars en
andere kennisverwervingsactiviteiten die
van belang zijn voor het werk van de
werknemer.
• Studie-, opleidingskosten en outplacement.
• Vakliteratuur.
• Contributie vakvereniqinq/beroepsreqister.
• Procedures voor de erkenning van verworven competenties (EVC-procedures).
• Maaltijden als gevolg van overwerk,
koopavonden of dienstreizen.
• Verhuiskosten 'in het kader van de dienstbetrekking' (de vrijstelling geldt onder
voorwaarden voor de kosten van het
overbrengen van de inboedel plus
€ 7.750 ).
• Extraterritoriale kosten.
• Personeelskorting voor branche-eigen
producten.
• Gereedschappen, computers (tablets) en
mobiele communicatiemiddelen.
Nihilwaardering
I
Naast de al genoemde forfaitaire ruimte en
de gerichte vrijstellingen kan men nog op
een andere manier werknemers onbelast
een voordeeltje) doen toekomen. Het
betreft dan zaken die weliswaar tot het fiscale loon behoren, maar die door de Belastingdienst vooralsnog op nihil worden
gewaardeerd. De nihilwaardering in de
W I< R betreft overigens een geheel andere
regeling dan die onder de oude regeling.
Voor voorzieningen die mede op de werkplek gebruikt of verbruikt worden kent de
WKR bepaalde nihilwaarderinqen, In de
praktijk blijkt het namelijk buitengewoon
lastig om voor deze voorzieningen een
waardering te bepalen en het gebruik of
Eigen bijdrage
Aan de werking van de WKR kan worden ontkomen indien de werknemer voor verstrekkingen die hij krijgt van de werkgever een eigen bijdrage betaalt van minimaal de
(factuur) waarde van de verstrekking. Dit is vaak het geval bij maaltijden die (in de
kantine van) de werkgever worden verstrekt. Wanneer de werknemer voor de lunch in
de bedrijfskantine een eigen bijdrage van € 3,50 betaalt, terwijl de werkgever voor de
lunch op grond van de WKR voor een verstrekte maaltijd een bedrag van € 3,15
(bedrag voor 2014) per dag als loon in aanmerking moet nemen, is geen sprake van
belast loon. Het is echter niet zo dat als een eigen bijdrage van de werknemer hoger is
dan de wettelijke waardering er sprake kan zijn van een negatief bedrag. De eigen bijdrage hoeft niet individueel - op werknemersniveau dus - te worden vastgesteld. Het
totaal van de eigen bijdragen mag in mindering worden gebracht op het in aanmerking te nemen bedrag.
verbruik vast te stellen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de waarde van consumpties
op de werkplek of van de fitness in het
bed rijfspand .
Vrijgestelde aanspraken
De loonbelasting belast niet alleen betalingen. Ook het recht om (op termijn en/of
onder voorwaarden) een betaling te ontvangen is belast. We spreken in zo'n geval van
een aanspraak. Normaal behoren aanspraken tot het belaste loon, en mag er niet
gewacht worden tot een aanspraak daadwerkelijk te gelde kan worden gemaakt.
Voor een aantal aanspraken, uitkeringen en
verstrekkingen geldt echter een omkeerregeling. In de meeste gevallen is dan niet de
aanspraak zelf, maar de uitkering belast.
Denk bijvoorbeeld aan pensioenregelingen.
Daarmee is toepassing van de uitzondering
op de hoofdregel (aanspraken zijn onmiddellijk belast) feitelijk tot een uitzondering
geworden.
Vrijgestelde aanspraken en WKR
De fiscale behandeling van aanspraken blijft
onder het regime van de WKR zoals zij was.
Nog steeds mag in sommige (bijzondere)
gevallen onbelast een uitkering of verstrekking plaatsvinden. Het bekendste voorbeeld
hiervan is natuurlijk de diensttijdvrijstelling, op grond waarvan het de werkgever
wettelijk is toegestaan om onbelast een
eenmalige diensttijduitkering bij een 25- of
40-jarig dienstjubileum te doen van maximaal één maandsalaris. Noch deze aanspraak, noch deze uitkering is belast.
Ook in de relatie tussen bv en dga mag deze
vrijstelling worden toegepast. Anders dan
veelal gedacht wordt bestaat er voor de
werknemer echter geen wettelijk recht op
zo'n uitkering, en is de werkgever dan ook
niet verplicht om deze uitkering te betalen.
Dat is vanzelfsprekend anders als er contractuele of cao-afspraken bestaan.
Zelf (geen) kosten aftrekken
In het verre verleden was het zo dat onkosten die een werknemer moest maken bij of
voor de vervulling van zijn of haar werkzaamheden, maar die door de werkgever
om welke reden dan ook niet werden ver-
goed, voor deze werknemer in de inkomstenbelasting aftrekbaar waren. B ij de
invoering van de Wet IB 2001 is deze regel
doorbroken, en bestaat er in de I B geen
ruimte voor kostenaftrek. Dat wordt met de
nieuwe WKR niet anders. Het is dus een (al
dan niet onbelaste) kostenvergoeding van
de werkgever, of niets.
Eindheffing
Stel: men heeft de forfaitaire ruimte volledig benut. Men heeft ook alle andere kersen
op de taart volledig benut. M aar toch moet
men constateren dat er meer aan kostenvergoedingen is uitbetaald dan het maximaal
toegestane belastingvrije bedrag. In dat
geval zal er door de werkgever met de fiscus afgerekend moeten worden. Men
betaalt in dat geval een (niet op de werknemer verhaalbare) eindheffing van 80% over
het bedrag waarmee de ruimte wordt overschreden. Let wel: enkel het bedrag waarmee de wettelijke grens wordt overschreden
valt onder deze eindheffing. Het is dus niet
zo dat - bij wijze van sanctie - men over
het volledige bedrag van de gedane uitkeringen en verstrekkingen deze eindheffing verschuldigd is.
Maximale eindheffing
De hiervoor bedoelde eindheffingsmogelijkheid geldt niet tot in het oneindige. Er zit
een maximumbedrag aan, dat € 200 per
maand per werknemer bedraagt. Komt men
hoger uit dan zal op de gebruikelijke wijze
met de fiscus afgerekend moeten worden.
Men kan vanzelfsprekend ook met betrokkenen in overleg treden. Over het bedrag
waarop men deze eindheffing toepast, hoeft
men geen premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zvw te betalen. De werkgever mag er ook voor kiezen om op de
normale manier te laten heffen. De belaste
vergoedingen en verstrekkingen zijn dan
belast loon voor alle loonheffingen.
Bonussen in de vrije ruimte
Een bijzonder en creatief gebruik van de
WKR betreft het onbelast uitkeren van vergoedingen en verstrekkingen. Loon in de
vorm van een bonus of eindejaarsuitkering
is geen vergoeding en past daarom in principe niet in de vrije ruimte van de WKR. De
Belastingdienst heeft echter aangegeven
dat de werkgever in sommige gevallen
bonussen aan de werknemers wél in de vrije
ruimte kan onderbrengen. Voorwaarde
daarbij is dat de onderneming bonussen in
het verleden ook al onder de eindheffing liet
vallen en dat de bonus niet ongebruikelijk
hoog is. Ook mag de bonus niet met terugwerkende kracht in de vrije ruimte gestopt
worden.
Een bonus die fiscaal via de vrije ruimte
Nieuwe keuzes
De op Prinsjesdag voorgestelde aanpassingen op de werkkostenregeling hebben
natuurlijk ook gevolgen voor werkgevers die al zijn overgestapt op de werkkosteuregeling. Zij hebben mogelijk hun arbeidsvoorwaarden al op het 'oude: WKR-systeem
aangepast. Voor deze werkgevers betekent het: opnieuw kijken of de arbeidsvoorwaarden nog passend zijn en zo nodig nieuwe keuzes maken.
loopt is zowel voor werknemer als werkgever voordelig. M aar ook als eindheffing verschuldigd is kan sprake zijn van een
voordeel. Bij toepassing van eindheffing zijn
immers geen premies werknemersverzekeringen verschuldigd.
Vaste contante vergoeding en WKR
Veel werkgevers (en dat geldt ook voor veel
werknernersl) hebben geen zin in alle gedoe
met bonnetjes en declaraties. Men had en
heeft daarom een sterke voorkeur voor een
vaste onkostenvergoeding per maand. Kan
dat nog onder het regime van de WKR? Op
zich hoeft dat geen problemen op te leveren. De vraag is wel: ten laste van wel ke
ruimte binnen de WKR moet deze vaste vergoeding gebracht worden?
Het is binnen de werkkostenregeling toegestaan om de werknemer een vaste kostenvergoeding toe te kennen voor de gerichte
vrijstellingen en ook voor intermediaire
kosten. Daarnaast mag men ook voor
andere kosten een vergoeding geven. Men
dient er echter rekening mee te houden dat
dit deel van de kostenvergoeding ten koste
gaat van de algemene (‘vrije’) ruimte. Aan
het verstrekken van een vaste kostenvergoeding zijn wel enkele voorwaarden verbonden:
• het bedrag van de vrijstellingen en kostenvergoedingen moet men aannemelijk
kunnen maken;
• de vrijstel I ing en de kostenpost moeten
door de werkgever worden omschreven
en er moet een schatting gegeven worden
van het bedrag dat hiermee gemoeid is;
• de opbouw van de vaste kostenvergoeding
moet worden vastgelegd en worden
onderverdeeld in bedragen voor vrijstelIingen en andere kostenposten. Dit
gebeurt door deze bedragen schriftelijk
vast te Ieggen en deze schrifteIijke vastlegging als bijlage bij de arbeidsovereenkomst te voegen.
Zoals dat ook onder het oude regime het
geval was kan het bedrag van de vaste vergoeding aannemelijk worden gemaakt door
(een aantal van) de werknemers gedurende
een bepaalde periode (veelal een maand)
hun kosten te laten bijhouden.
Gebruikelijkheidstoets
Om te voorkomen dat bijvoorbeeld een dga
zijn toptarief gaat verlagen door dit in te
ruilen voor eindheffingsbestanddelen, kennen we in de WKR de gebruikelijkheidstoets. Die heeft tot gevolg dat de omvang
van de aangewezen vergoedingen en verstrekkingen niet meer dan 30% mag afwij-
ken van wat ‘gebruikelijk’ is. In het
Handboek loonheffingen 2014 is het
gebruikelijkheidscriterium inmiddels verduidelijkt. De Belastingdienst beschouwt in
ieder geval vergoedingen of verstrekkingen
van maximaal € 2.400 per persoon per jaar
niet als ongebruikelijk.
inhoudingsplichtige voortaan nog maar één
keer per jaar hoeft vast te stellen wat zijn
verschuldigde belasting in het kader van de
WKR is. Hierdoor zal het niet meer nodig
zijn om per aangiftetijdvak te toetsen of de
vrije ruimte wordt overschreden. Dat is voor
de uitvoeringspraktijk een belangrijk winstpunt.
Waar gaat het om?
Personeelskorting
De maatregel is net zo omstreden als ze
populair is: de fiscaalvriendelijke korting
voor branche-eigen producten. In de praktijk: de jeugdige vakkenvuller in de supermarkt, met wiens personeelskaart zijn
moeder met korting boodschappen kan
komen doen. De tot nu toe bestaande regeling voor personeelskortingen wordt onder
het overgangsrecht vervangen door een
gerichte vrijstelling van maximaal 20% en
tot een maximum bedrag van € 500 per
kalenderjaar. Dat zal vooral goed uitpakken
voor werkgevers met veel deeltijders en
daardoor een relatief lage loonsom. Inderdaad: een in de detailhandel veel voorkomende situatie!
De WKR is (ook) bedoeld als een administratieve lastenverlichting. De enorme hoeveelheid regelingen op dit gebied wordt
aanzienlijk teruggebracht. De WKR kan
echter ook tot gevolg hebben dat de loonadministratie en financiële administratie moet
worden aangepast. M en zal onderscheid
moeten kunnen maken tussen de diverse
vergoedingen en waarderingen die de WKR
kent en men moet de werkkosten inclusief
btw in aanmerking kunnen nemen. Kortom:
de financiële administratie en de salarisadministratie zullen bestand moeten zijn
tegen de eisen die de WKR stelt. •
Concernregeling
In de loonheffingen kennen we geen fiscale
eenheid. Fiscale verplichtingen dienen per
afzonderlijke inhoudingsplichtige nagekomen te worden. Daar komt nu voor de WKR
een tegemoetkoming in. Als sprake is van
vrijwel volledig eigendom (95%-eis) van de
moedermaatschappij in de (klein)
dochtermaatschappij (en), hoeft niet langer
per inhoudingsplichtige beoordeeld te worden of de forfaitai re ru imte wordt overschreden. Er komt een concernregeling
waarbij de voor de WKR wezenlijke vrije
ruimte bepaald wordt door de totale loonsom van de betrokken vennootschappen. Er
hoeft dus niet langer nagegaan te worden
wie waar op de loonlijst staat.
Invoering noodzakelijkheidscriterium
Door de introductie van een noodzakelijkheidscriterium in de WKR wordt bereikt dat
vergoedingen en verstrekkingen die noodzakelijk zijn voor de vervulling van de dienstbetrekking niet als (belastbaar) loon
worden aangemerkt. Hierdoor kan voor
dergelijke vergoedingen en verstrekkingen
(mits aan deze voorwaarde wordt voldaan)
een beroep op deze - gerichte - vrijstelling
worden voldaan. Nadeel van een noodzakelijkheidscriterium is natuurlijk de rompslomp. Per werknemer (of groep van
werknemers) zal nagegaan moeten worden
of zij voldoen aan dit criterium. Daarom zal
het noodzakelijkheidscriterium vooralsnog
beperkt gebruikt gaan worden, namelijk
enkel voor (het ter beschikking stellen van)
gereedschappen, computers (tablets),
mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur. Het feit dat in een noodzakelijke verstrekking mogelijk ook een
privévoordeel kan schuilen is fiscaal niet
relevant.
Let er op dat voor bestuurders en commissarissen andere regels gelden: zij zullen
desgevraagd moeten bewijzen dat er voor
hen zakelijke redenen waren om hen een
\gadget' (zoals een tablet) uit het genoemde
rijtje ter beschikking te stellen.
Jaarlijkse afrekensystematiek
De huidige afrekensystematiek zal worden
vereenvoudigd door te bepalen dat de
Aanpassen arbeidsovereenkomst
Invoering van de WKR gaat aanleiding
geven tot het aanpassen van de bestaande
arbeidsvoorwaarden. Maar hoe? Daar is in
het verleden - met name bij de invoering
van de bekende Oort-wetgeving - veel over
geprocedeerd. De uitkomst daarvan was dat
de rechter een beetje in het midden is gaan
zitten. De werkgever mag niet onder verwijzing naar de nieuwe fiscale wetgeving de
bestaande arbeidsvoorwaarden eenzijdig
aanpassen. Het argument \Het mag niet
meer van de fiscus' gaat dus niet op. Daar
staat tegenover dat de werknemer niet kan
eisen dat voortaan belaste vergoedingen
door de werkgever worden gebruteerd,
zodat hij of zij er per saldo netto niet op
achteruitgaat. Een wijziging van het fiscale
stelsel komt niet eenzijdig voor rekening
van de werkgever of -nemer. Ze moeten er,
aldus de rechter, samen op een redelijke
manier uitkomen. En dat kost tijd, die men
in veel gevallen maar mondjesmaat heeft.
Ga dus vooral tijdig in overleg met personeelsvertegenwoordiging, OR of vakbond!
Prinsjesdag
In de praktijk bleven de nodige aarzelingen
bestaan over de WKR. De staatssecretaris
heeft in een brief aan de Tweede Kamer
aangekondigd nog enkele aanpassingen in
de WKR door te voeren. Op Prinsjesdag
heeft hij deze toezegging gestand gedaan.
Het gaat om een vijftal punten waardoor
volgens de staatssecretaris de eerdere
bezwaren tegen de WKR grotendeels worden weggenomen en de uitvoerbaarheid
aanzienlijk wordt verbeterd. Nadeel is echter wel dat de vrije ruimte van 1,5% wordt
verlaagd naar 1,2 % om deze maatregelen
budgettair neutraal in te kunnen voeren.
Die worden in de fiscale waan van de dag
nog wel eens vergeten. Ten onrechte!
Wegnemen van onderscheid
Voor een aantal werkplek gerelateerde
voorzieningen waarvoor een nihilwaardering geldt, wordt het onderscheid tussen
vergoedingen, verstrekkingen en terbeschik kingstellingen weggenomen.
JURIDISCH EN ADMNISTRATIEF
Meer dan fiscaal!
De WKR lijkt op het eerste gezicht vooral
een fiscaal relevante regeling. Maar bij
nader inzien zijn er ook tal van juridische
en administratieve aspecten aan verbonden.
Administratie