+ werk + ONGEKWALIFICEERDE UITSTROOM IN STEDEN BLIJFT HOOG K R AX + I 4 6 Patrick Manghelinckx de studiedag (Om)wegen naar Werk de koppen bij mekaar om het te hebben over de stedelijke jeugdwerkloosheid. De dag leek wel een crossoverfestival. Professionals uit diverse sectoren namen deel aan 28 workshops, sofagesprekken, presentaties van een kwartier en debatten. Vooral mensen uit de opleidingssector, arbeidsbemiddelingsdiensten (waaronder ruim 30 VDABmedewerkers), steden en gemeenten en het onderwijs brachten verschillende inzichten en invalshoeken bij elkaar. De stad wordt groter, groen en gekleurder Structurele jeugdwerkloosheid in Vlaamse steden en mijnstreek Tussen 26 en 29% van de jongeren1 is werkloos in onze steden. Vooral in Gent en Antwerpen zijn de werkloosheidscijfers de laatste jaren fors gestegen als gevolg van de crisis, sinds 2008 respectievelijk van 18% naar 26% en van 19% naar 28%. Brussel kent al jaren een historisch hoge werkloosheid onder jongeren, maar het cijfer zakte in 2014 – gedeeltelijk dankzij de activeringspolitiek van Actiris – onder de dertig procent2. De jongeren uit de statistieken zijn laaggeschoold, vaak van allochtone afkomst en langdurig werkloos. In een notendop blijkt de jeugdwerkloosheid in Vlaanderen een structureel fenomeen in de steden, het Brussels Gewest en de Limburgse mijnstreek. Een van de voornaamste oorzaken is de mismatch tussen vraag en aanbod. Te veel jongeren beschikken niet over de juiste competenties en kwalificaties om te voldoen aan de verwachtingen van een veeleisende arbeidsmarkt. Onderwijscijfers laten niets aan onduidelijkheid over. De schoolse vertraging in de steden is hoog. In Antwerpen heeft meer dan de helft van de jongeren een jaar of meer schoolse vertraging in het eerste jaar van het secundair onderwijs. 1 op de 5 jongeren (1 op de 4 jongens) verlaat in Brussel het onderwijs zonder diploma, tegenover respectievelijk 1 op de 11 (en 1 op de 10) in Vlaanderen. Andere cijfers tonen aan dat vooral in de steden de schoolloopbaan van jongeren grondig verkeerd loopt. Het is niet verwonderlijk dat deze jongeren – vaak van allochtone afkomst – in een precaire positie op de arbeidsmarkt komen. Het is dan ook van het allergrootste belang dat de ongekwalificeerde uitstroom daalt. Volgens een recent rapport van de VDAB is dit voor de eerste keer gebeurd, maar het is nog te vroeg om te kunnen spreken van een tendens.3 De jeugdwerkloosheid gaat over de leeftijdscategorie 18-25 jaar. 2 In juni 2014 is de jeugdwerkloosheid gezakt tot 26,6%. 3 27ste studie over werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen, 2014 (VDAB). 1 Vooral in Gent en Antwerpen zijn de werkloosheidcijfers de laatste jaren fors gestegen als gevolg van de crisis. Ondanks deze positieve signalen moeten we alert blijven. De cijfers met betrekking tot ongekwalificeerde uitstroom en jeugdwerkloosheid in de steden blijven hoog – en beide zijn gerelateerd. Als men bovendien deze cijfers tegen het licht van een groeiende en verjongende stad houdt, weten we dat er in de eerste plaats voor het onderwijs een gigantische uitdaging ligt te wachten. Wat hebben we geleerd? Organisaties zoals JES zijn actief in het begeleiden, coachen, vormen en opleiden van de jonge stedelijke werklozen. Inzichten en ervaringen werden vanuit deze praktijken op de studiedag toegelicht en besproken. Uit de analyses en reflecties kwamen enkele conclusies en tendensen naar boven. 47 I K RA X + We weten al een aantal jaren dat onze steden groeien. In 2020 zal Brussel ongeveer 1,2 miljoen inwoners tellen. Maar gelijkaardige groeiperspectieven dienen zich ook aan in Antwerpen en – in mindere mate – Gent. Een van de segmenten waarbinnen de huidige groei zich situeert is dat van de -11-jarigen. We zien in de drie steden een behoorlijke toename van deze bevolkingsgroep. We horen de echo’s van deze groei in het kleuteren lager onderwijs en in de (buitenschoolse) kinderopvang. Deze groei zal zich de komende tien jaar doorzetten in het secundair onderwijs. Het grootste aandeel van de groei van deze steden situeert zich bij de allochtone bevolking. Dat stelt ons als samenleving voor heel wat uitdagingen. Hoe geven we al die referentiekaders een plaats in onze samenleving? En hoe laten we toe dat deze referentiekaders het onze mee beïnvloeden en bepalen? Hoe verhouden superdiversiteit en pluralisme zich tot elkaar? Het debat staat voor alle actoren in ons land voor de deur. + werk + 370 aanwezigen staken tijdens + werk + 1 Geef laaggeschoolde jongeren tijd K R AX + I 4 8 IPOP, een coachingproject van jongeren in het deeltijds onderwijs, heeft aangetoond dat samenwerking mogelijk is. Het lijkt, althans voor ons, een open deur intrappen. Kwetsbare jongeren die laag of ongeschoold zijn, vragen tijd, zorg en ondersteuning. En op het gepaste moment een duw in de rug. Voor sommige jongeren is het een lange weg vooraleer ze op een duurzame manier kunnen deelnemen aan het arbeidsproces. Het vraagt van de begeleiding veel inzet om een vertrouwensrelatie op te bouwen, jongeren te motiveren, met hen op zoek te gaan naar talenten waarover ze ongetwijfeld beschikken, hen die talenten en competenties doen inzien, en er vervolgens mee aan de slag te gaan. Sommige jongeren, zo blijkt uit de ACB-publicatie4 van JES, worden vijf jaar begeleid. Zelfs eens ze aan de slag zijn, vallen sommigen terug op hun coach of begeleider. Activering zonder lange en intensieve begeleiding is in dit geval zinloos. 2 Omarm ook de restgroep Sommige jongeren met een zeer problematische achtergrond zullen andere modellen en initiatieven nodig hebben dan de begeleiding naar de reguliere arbeidsmarkt. Sommigen zullen er nog moeilijk een plaats in kunnen verwerven. Andere vormen van 4 Tussen straat en loket, een publicatie over vijf jaar arbeidscompetentiebegeleiding in Antwerpse jongerencompetentiecentra, JES vzw 2014. arbeidsorganisatie zijn (meer) nodig: tewerk-stelling met omkadering, met zorg, coaching en begeleiding, waar productiviteit niet voorop staat. Van arbeidsmarkt tot arbeidszorg, niet lineair maar in een en/en-benadering. 3 Op het ronde punt van informeel, non-formeel en formeel leren Werken op het kruispunt van vrije tijd en arbeidsmarkt/onderwijs, waarbij competentieherkenning en -ontwikkeling centraal staat, is zeer doeltreffend voor jongeren. Het geeft ze ontwikkelingskansen die ze elders niet kregen of waarvan ze geen gebruik hebben gemaakt. Voorwaarde is wel dat informeel, non-formeel en formeel leren daar waar het kan en het wenselijk is op elkaar aansluiten. En wat met het jeugdwerk? Laat in de eerste plaats jeugdwerk goed jeugdwerk zijn: interessante, informele ontmoetingsplaatsen waar een divers jong publiek, meer dan vandaag, met elkaar in dialoog en in relatie gaat, waar jongeren samen hun dromen en projecten realiseren. En op deze wijze veel leren door ervaring en van elkaar. Enkele door de Vlaamse Overheid erkende jeugdorganisaties hebben een geïntegreerde werking, waarbij domeinen als onderwijs en arbeidsmarkt onderdeel uitmaken van hun werking. Naast JES gaat het onder + werk + meer om Groep Intro, Arktos, en LEJO. Het project IPOP, een coachingproject van jongeren in het deeltijds onderwijs, heeft aangetoond dat samenwerking mogelijk is. Laten we dat onthouden. De sector van de WMKJ’s zal wel zijn eigen weg zoeken. De verscheidenheid is er groot, wat een troef is, en de ene organisatie zal al meer met deze thematiek bezig zijn dan de andere. We komen elkaar wel eens tegen om gezamenlijke posities in te nemen (zie de onderwijsnota) of samenwerkingen aan te gaan. Deze kunnen de positie van het jeugdwerk in het debat over werk en onderwijs verbeteren. Geen eindpunt, maar een ijkpunt Een – onvolledige – lijst van aanbevelingen: > Er moet absoluut werk worden gemaakt van ondersteuning, coaching en intervisie van werkgevers die kort- of ongeschoolde jongeren (willen) tewerkstellen. Dit is een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen die meer waardering en ondersteuning verdient. > Er wordt veel gemeten, soms te veel. Maar vooral: er wordt te beperkt en te eenzijdig op kwantitatieve gegevens gemeten. Willen we meer leren, dan zullen we anders moeten meten. Er is nood aan meer inzicht in de profielen van de ongekwalificeerde jongeren, en in de verscheidenheid ervan. JES begon reeds met een interne oefening, en we willen erop verder werken met behulp van anderen. > Er is nood aan verdere evaluatie van de begeleidingsaanpak binnen bestaande projecten (zoals de werkinlevingsateliers) en van 5 De externe reflectiegroep bestond uit JES-medewerkers en vertegenwoordigers van de VDAB, Actiris, de steden Gent en Antwerpen, Tracé Brussel, het ESF-agentschap en de Europese Commissie, ABVV en ACV, Unizo en Voka, de Stichting P&V en De Ambrassade. criteria waarop deze aanbestedingen worden uitgeschreven. JES reikt hier de hand aan het ESFagentschap, dat al met deze oefening, of althans een gedeelte ervan, is begonnen. We moeten echter ook grondig nadenken over de evaluatie van de verschillende projecten, maar gekoppeld aan de profielen die organisaties en/of projecten doorgestuurd krijgen van de VDAB. > We zullen moeten blijven inzetten op experimenten en projecten die dicht in de leefwereld van jongeren kruipen. Dit gecombineerd met alternatieve vormen van leren die zich meer in het jeugdwerk hebben ontwikkeld. En omwille van de krachtige uitkomst van informeel en non-formeel leren dit leren inzetten in formele leercontexten. × 49 I K RA X + Het is ook voor JES duidelijk dat de voorbije studiedag geen eindpunt maar een ijkpunt is in een langer traject. Gezien de groei en verjonging van de steden, en de kwetsbare positie van laag- en ongeschoolde jongeren op de arbeidsmarkt, zal de structurele jeugdwerkloosheid een uitdaging zijn voor minstens de komende tien jaar. De opkomst tijdens de studiedag, de interesse en de positieve reacties van het publiek versterken onze ambitie om er een langdurig traject van te maken. Ook uitspraken van beleidsmensen getuigen van interesse over de uitkomst van de studiedag en de toekomst van het traject. In het najaar van 2014 komt de reflectiegroep5 opnieuw samen. Naast een terugblik en een evaluatie kijken we toch vooral uit naar de toekomst en mogelijke werven om aan te pakken.
© Copyright 2024 ExpyDoc