jeugdmanifest (pdf, 94.14 KB)

BESPAREN VOOR DE JONGEREN
VAN MORGEN LUKT NIET DOOR
TE BESPAREN OP DE JONGEREN
VAN VANDAAG
“Er zijn 2.231.000 kinderen en jongeren
in Vlaanderen en Brussel.” Zo begint
“ons” hoofdstuk in het Vlaams regeerakkoord. Mooie vaststelling, maar het
engagement dat erbij hoort, ontbreekt.
Gezien de aangekondigde besparingen
(zowel op Vlaams, provinciaal als op
lokaal niveau) zetten we onszelf nog
eens in de verf. Op een rationele manier
wandelen we door de cijfers van het
strafste jeugdwerk in de wereld. Want
het argument van de Vlaamse Regering
- “We besparen voor de jongeren van
morgen”- volgen we niet. We antwoorden resoluut: “Dat doe je niet door te
besparen op de jongeren van vandaag”.
We beperken in deze tekst de rol van het
jeugdwerk tot haar economische waarde.
Dat doen we bewust. Deze accountability
zijn we ondertussen gewoon. Toch wringt
dat, om ons telkens zo te moeten verantwoorden. Want hetgeen duizenden kinderen
en jongeren elke week opnieuw naar spelnamiddagen, vergaderingen en knutselateliers doet trekken, vat je niet in cijfers. Die
magie kan en hoef je eigenlijk niet te
verantwoorden. We doen toch een poging
om het in getallen te gieten.
EEN PLEK OM JONG TE ZIJN
Er zijn 585.703 jongeren die in contact
komen met jeugdwerk. Met een Vlaams
budget van 72 miljoen (of 0.2% van de
totale begroting) geven we hen een jaar
lang plezier, uitdagingen en leerkansen.
Dat is 2 euro per week, per kind. Het geld
helpt onze sector vooruit, van grote jeugdbewegingen tot kleine cultuureducatieve
organisaties. Met die middelen animeren
we meer dan 200.000 kinderen op allerhande speelpleinen en drukken we de
factuur van 4.000 kampen en vakanties.
Het helpt, want 85% van de jongeren is
ooit al op kamp geweest1. Zij betaalden
wel degelijk een correcte bijdrage voor
hun favoriete tijdverdrijf, want niets is
gratis. Buiten de evidente opvangfunctie
- wie zorgt ervoor dat ouders met een gerust
hart kunnen gaan werken in de vakantie? bieden de organisaties nog veel meer.
We organiseren honderden vormingen en
zorgen voor 8.000 gediplomeerde animatoren. We organiseren maatschappelijke
acties en maken 15.000 jongeren warm
voor Europese en internationale samenwerking. Maar jeugdwerk biedt bovenal
een plek om ongedwongen jong te zijn en
voluit te spelen. Het is een plaats om te leren
ondernemen, om een netwerk uit te bouwen,
om sociale vaardigheden te ontwikkelen en
in groep activiteiten te verwezenlijken.
Hoeveel kansen krijgen jongeren hier eigenlijk nog voor?
Van die 2,3 miljoen kinderen en jongeren in
Vlaanderen en Brussel leven er 140.000 in
armoede en zijn 69.000 jongeren onder de
25 werkloos. Getallen die veel te hoog zijn
en waar ook wij inspanningen voor doen.
Er nemen ruim 40.000 jongeren deel aan
professioneel jeugdwerk omdat ze om
één of andere reden uit de boot vallen. We
geven hen mogelijkheden om zelfzekerder
te worden en hun kansen op de arbeidsmarkt te verhogen. Met heel het jeugdwerk
samen willen we bewust een emanciperend
antwoord bieden op deze maatschappelijke
kwetsbaarheid. We kunnen hier rekenen op
een overheid die hier middelen voor voorziet. We leren onze jongeren noodzakelijke
arbeidscompetenties,
maar geven vooral ook kansen tot relatievorming en een hoger zelfwaardegevoel.
Impulsen die later leiden tot een betere
gezondheid en een hoger inkomen2. Een
verhoging van kansen heet dat. Voor 7,6%
van de kinderen in België is het echter
om financiële redenen niet mogelijk om te
voorzien in vrijetijdsactiviteiten. Om ook
deze kinderen mee in het bad te krijgen,
ontvangen we middelen en zetten we acties
op. Want dat moet een jeugdsector en een
overheid doen: samen trachten iedereen te
betrekken.
JEUGDWERK BESPAART!
Het klinkt logisch, maar we stippen het nog
maar eens duidelijk aan: jeugdwerk zorgt
ervoor dat er jaarlijks maatschappelijke
kosten worden bespaard. Een actief buitenleven zorgt voor een betere gezondheid.
Een netwerk aan relaties zorgt voor een
verminderde kans op depressie. Kansen
op de arbeidsmarkt worden verhoogd en
schooluitval wordt verlaagd. Dit zijn evidenties, maar zijn ze dat morgen nog? We
zouden de totale maatschappelijke waarde
graag in exacte getallen willen uitdrukken,
maar kunnen dit enkel labelen als ‘on-
“DE GROOTSTE ECONOMISCHE
WAARDE VAN HET JEUGDWERK ZIT WAARSCHIJNLIJK
NOG IN HET POTENTIEEL VAN
JONGEREN”.
schatbaar’. Recent onderzoek toont aan
dat Scouting Nederland (ze hebben zo’n
110.000 leden) de samenleving zo’n 160
miljoen euro bespaart3. Jaarlijks. Het jeugdwerk in Vlaanderen is vijf maal zo groot.
Met de natte vinger maakt dat dan 800
miljoen per jaar. Per geïnvesteerde euro,
brengt het jeugdwerk er 11 op. Maar met
cijfers kan je natuurlijk alles bewijzen.
Jeugdwerk genereert verder ook producten. We produceren optredens, vakanties, kampen, voorstellingen en fuiven.
We ontwikkelen cultuur en jonge mensen
nemen daarbij de touwtjes in handen. We
geven hen kansen om zichzelf en anderen
te ontwikkelen. Tot kunstenaars, leidinggevenden, muzikanten en/of ondernemers.
Op zich hebben al die producten ook een
economische waarde. Het doet namelijk
geld van de ene hand naar de andere rollen. Geld opgehaald met de jaarlijkse jeugdvoorstelling wordt geïnvesteerd in lichtmateriaal, lokale aannemers bouwen onze
lokalen en er wordt na de activiteit nog snel
samen iets gegeten. Zo dragen we een
aanzienlijk steentje bij tot het BBP. Maar de
grootste economische waarde zit waarschijnlijk nog in het potentieel van de
jongeren. Pukkelpop en Rock Werchter
ontstonden toch ook vanuit een groep
jonge, geëngageerde mensen, niet?
VERENIGINGEN VERSTERKEN MENSEN
Er is 1 jeugdwerkinitiatief per 250 inwoners4
in Vlaanderen. Dat geeft ons meteen de
1. W. SMITS, “Maatschappelijke
participatie van jongeren. Bewegen in de vrijetijds-, sociale en
culturele ruimte”. Eindverslag van
het Programma Beleidsgericht
Onderzoek ‘Maatschappelijke participatie van jongeren’. Onuitgegeven onderzoeksrapport, VUB,
onderzoeksgroep TOR, 2004
2. K. ROBSON en L. FEINSTEIN,
“Leisure contexts in adolescence
and their associations with adult
outcomes: a more complete
picture”, 2007
3. STEWARD REDQUEEN,
“Sociaal-economische impact van
Scouting Nederland”, Haarlem,
2013, 25p.
4. F. COUSSEE, “A century of
youth work Policy”, Gent, Academia Press, 2008, 136p.
hoogste jeugdwerkindex in de hele wereld.
Blij dat we dit nog eens kunnen zeggen.
Economisch onderzoek toont aan dat jeugdwerk, naast de opvang en de vormingstaken die ze in een gemeenschap vervult,
ook met haar verenigende functie een
economische meerwaarde heeft. Sinds het
economisch onderzoek van Robert Putnam
weten we dat een plaats in een vereniging mensen helpt om hun vaardigheden te
ontwikkelen en dat het hun carrièrekansen
verhoogt. Het verenigingsleven verbetert
de productiviteit van een gemeenschap
omdat het samenwerken stimuleert en
informatie deelt. Dit koesteren is jezelf als
economie koesteren.
Binnen onze sector werken er meer dan
1.500 mensen: jeugdwerkers, leidinggevenden, technisch en onderhoudspersoneel. Daarnaast zijn er ook nog 900
lokale en provinciale ambtenaren actief.
Dit zijn vaak allemaal professionals die
rechtstreeks jongeren begeleiden of samen
met jonge vrijwilligers de organisaties
verder uitbouwen. Zo weten we dat 14%
van alle Vlamingen vandaag vrijwilligerswerk doet binnen het jeugdwerk5. Waarom
nemen die vrijwilligers de professionele
taken dan niet over? Wel, omdat zoiets niet
werkt. Vrijwilligersfalen6 begint wanneer
vrijwilligers niet meer professioneel ondersteund worden. Je houdt geen jeugdbeweging van tienduizenden in gang zonder een
professioneel kader in stelling te brengen.
Je laat het begeleiden van kwetsbare jeugd
niet enkel in handen van vrijwilligers.
Expertise van professionals doet deze
5. W. SMITS, “Join the club. Een
profiel van leden van verenigingen
en vrijwilligers”. In J. Lievens &
H. Waege (Eds.), Participatie in
Vlaanderen, Leuven, Acco 2011
6. L. SALOMON, “Of Market
Failure, Voluntary Failure, and
Third-Party Government: Toward
a Theory of Government-Nonprofit Relations in the Modern Welfare
State”. In Nonprofit and Voluntary
Sector Quarterly, 1987
vrijwilligers schitteren. Dit torenhoge maatschappelijk engagement verdient – naast
middelen om mee te kunnen ‘vrijwilligen’ professionele ondersteuning.
Snijden in de werkingsmiddelen van onze
organisaties betekent automatisch jobverlies. Dat weten politici. Mensen die nu ten
dienste staan van de samenleving, maak je
er zo afhankelijk van. Is dat een verbetering? Zijn meer werkloosheidsuitkeringen
dan wel iets waar je de toekomstige generaties mee opzadelt?
OOK LOKAAL EN PROVINCIAAL DEELT
JEUGD IN DE KLAPPEN
Naast de subsidies aan de landelijke
verenigingen en de materiële ondersteuning
hiervan door middel van kampmateriaal,
staan ook de lokale jeugdwerkingen onder
druk. Middelen die via Vlaanderen aan de
plaatselijke verenigingen gegeven werden,
worden aan de grote hoop van het
gemeentefonds toegevoegd. Dat lezen we
in het nieuwe regeerakkoord. 21 miljoen
aan middelen die voorheen naar de werking
van jeugdhuizen en speelpleinen gingen,
verdwijnen misschien in het riool. Letterlijk.
Want in die infrastructuur durven gemeenten nog wel investeren. Als gemeenten enkel
terugplooien op hun kerntaken zal de
werkingssubsidie van het jeugdwerk of van
het jeugdhuis geen lang leven
beschoren zijn. Onderzoek leert ons dat,
de middelen die Vlaanderen hiervoor voorziet, als een hefboom gezien worden om net
“MENSEN DIE NU TEN
DIENSTE VAN DE SAMENLEVING STAAN, MAAK JE ER
AFHANKELIJK VAN. WANT
BESPAREN IS JOBVERLIES”.
7. J. VAN DAMME en B. DE PEUTER , “Lokaal jeugdbeleid in een
nieuwe context van strategische
meerjarenplanning: Nulmeting
jeugdbeleid in lokale besturen”,
Leuven, Instituut voor de Overheid, 2014
8. Het totale EU budget voor
2014 - 2020 daalt ook met 2 %,
desondanks kiest de EU ervoor
om juist meer te investeren in
niet-formeel leren voor jongeren
(ook en juist in het licht van crisisbestrijding) en laat het budgetten
stijgen met 70%....
meer lokale middelen aan jeugd te besteden7.
Deze hefboom zijn we kwijt, laten we hopen
dat onze jongeren en jeugdwerkingen hier
niet het slachtoffer van worden. Wat blijft er
over van een Vlaams beleid voor kinderen
en jongeren als je gemeenten enkel een
blanco cheque geeft?
Niet alleen de lokale ondersteuning voor
jeugdwerk staat op de helling, ook
provinciaal blijft er weinig over.
De provincies zijn niet meer bevoegd voor
jeugdzaken, waardoor ook hun middelen
voor alles wat jong is verdwijnen. Het
regeerakkoord is niet duidelijk over deze
middelen. Neemt Vlaanderen of nemen de
lokale besturen het geld, het aanbod en de
doelstellingen over? Gaan deze werkingsmiddelen überhaupt nog naar kinderen,
jongeren en hun organisaties? Of betalen
we er straks de pensioenen van onze
burgemeesters mee?
INVESTEREN IN JONGEREN
Voor de gemakkelijkheid spreken we hier
enkel over het economisch belang van de
jeugdsector. A la guerre comme à la guerre.
Dat jongeren ook op andere manieren
moeten bijdragen aan het begrotingstekort,
wordt ook langzaamaan duidelijk.
Verhoogde kinderbijslag en studiegelden,
een duurder abonnement voor de bus en
het verdwijnen van de openbare jongerenradio’s zijn zaken die ook worden genoemd.
Het gerechtvaardigde doel om te besparen voor jongeren is blijkbaar besparen op
jongeren geworden. Als we de begrotings-
“WE HEBBEN DE KAASSCHAAF AL EEN AANTAL KEER
OVER ONS HEEN GEHAD. DE
HUIDIGE SENSE OF URGENCY
DELEN WE DAN OOK NIET”.
rekening niet willen doorschuiven naar de
jonge generatie, zijn er ook nog andere
rekeningen te vereffenen. Van intergenerationele rechtvaardigheid is in het Vlaams
regeerakkoord maar weinig te bespeuren.
Er wordt niet gekozen voor het opvoeren
van de strijd tegen de klimaatverandering.
De aanpak van jeugdwerkloosheid is geen
speerpunt en zal het met minder middelen
moeten stellen. Als besparingen in onze
sector voor ‘ons eigen goed’ zijn, hadden
we graag meer belangrijke keuzes over onze
toekomst gezien.
Besparen op jeugd en hun organisaties is
dan ook niet efficiënt of effectief te noemen.
Je zet er mensen mee op straat, laat
vrijwilligers in de kou en je haalt opgebouwd
sociaal kapitaal onderuit. We hebben de
voorbije jaren ook al bespaard. De aangekondigde jaarlijkse ‘indexsprong’ van de
enveloppesubsidies is op zich ook al substantieel te noemen. De kaasschaaf hebben
we ook al een aantal keer over ons heen
gehad. De sense of urgency die nu wordt
gelanceerd, delen we dan ook niet. We zijn
eigenlijk niet anders gewoon. We durven –
verrassend misschien – te pleiten voor een
investering in het jeugdwerk in Vlaanderen.
Een investering om meer te doen8, om
samen meer jongeren te verbinden.
Om vooruit te gaan. Om kinderen en
jongeren te ontwikkelen, hen allemaal mee
te laten participeren, om Vlaanderen mee
vorm te geven. Dat vraagt juist meer
middelen, geen besparingen. Hierin
investeren is toekomstige generaties zuurstof geven.
Getekend:
CAROLINE VERSCHUEREN, VLAAMSE JEUGDRAAD
EVA VEREECKE, DE AMBRASSADE
ANNELIES CLAESSENS, CIRKUS IN BEWEGING
PETER BOSSCHAERT, GRAFFITI
AN PIESSENS, ONDERZOEKSCENTRUM KIND
EN SAMENLEVING
BJORN BOON, BILL/CJP
MATHIJS WOUTERS, GLOBELINK
NELE VANDERHULST, KAZOU
HEARBOS MARINA, JEUGD & DANS
ISAAK DIELEMAN, KLJ
JORIS VAN DAEL, KIDSCAM
BOUDEWIJN HUYSMANS, YFU VLAANDEREN
VANNESSA VANHOOREN, WEL JONG NIET
HETERO
NELE BULENS, JONG & VAN ZIN
FARAH LAPORTE, KINDERRECHTENCOALITIE
VLAANDEREN
STEVEN GOOSENS, CREFI
TOM WILLOX, FORMAAT
NINA ANTHONISSEN, JEUGD, CULTUUR EN
WETENSCHAP
KOEN LAMBERT, JINT
SIBILLE DECLERQ, AWEL
CAROLINE STEYAERT, AFS
KAÏ VAN NIEUWENHOVE, VERENIGING VOOR
VLAAMSE JEUGDDIENSTEN
VICKY CORIJN, GROEP INTRO
HANS DRUART, BIZON
ANNELIES TIJTGAT, JEUGDTHEATERHUIS
LARF!
ERIK VANWOENSEL, ARKTOS
LEEN VAN VAERENBERGH, CHIROJEUGD
VLAANDEREN
MAARTEN DOISE, LEJO
JO VAN DEN BOSSCHE, VLAAMSE DIENST
SPEELPLEINWERK
HAI-CHAY JIANG, ARTFORUM
SVEN DE CONINCK, REC RADIOCENTRUM
CHRISTOPH LAMBRECHTS, SCOUTS EN
GIDSEN VLAANDEREN
JURGEN SPRANGERS, TUMULT
JAN DEDUYTSCHE, UIT DE MARGE
STEFAAN DEGRYSE, KAJ
BENJAMIN GÉRARD, NATURE
JASPER VAN THIENEN, CENTRUM
INFORMATIEVE SPELEN
JEROEN HENDRICKX, VOORZITTER KENA
STEFAAN VANDELACLUZE, MOOSS VZW
JEFF JONCKERS, ABVV-JONGEREN
GERD VERTOMMEN, KARAVAAN
PIETER MONSART, FOS OPEN SCOUTING
GIL GÉRON, KONING KEVIN
JONATHAN CHEVALIER, JOETZ
ANDY DEMEULENAERE, MEDIARAVEN
WAUT HESPEL, DANSKANT
NINA UYTTERSPROT, KSJ-KSA-VKSJ
ISAAK DIELEMAN, KLJ
MEER INFO:
Caroline Verschueren
[email protected]
0477 56 05 51