De kracht van nieuwe verbindingen: agglomeratie en

28‐5‐2014
Toekomst van de stad Advies van de Rli
1
Aanleiding 1
• De ‘competitive unit in the global competition is no longer the state but the larger metropolitan region’ (Katz & Bradley 2013)
• Agglomeratiekracht is doorslaggevend, massa en dichtheid leiden tot productiviteitstijging
• De poly‐centrische verstedelijking maakt Nederlandse steden een maatje te klein.
• Om de oorlog niet te verliezen is een fundamenteel andere kijk op concurrentie en samenwerking tussen steden nodig
2
1
28‐5‐2014
3
Aanleiding 2
• Veranderende verhouding tussen overheid, markt en samenleving.
• De overheid treedt verder terug en de grenzen van marktwerking en schaalvergroting zijn bereikt.
• De burger vult niet vanzelf het gat dat de overheid laat vallen en repareert niet al het markt‐falen.
• Overmatige aandacht voor kleinschalige initiatieven, zonder oog voor samenhang.
• Meer fundamenteel: de stad als onderdeel van een zelf‐
organiserend systeem met door‐ en terugkoppelingen 4
2
28‐5‐2014
5
Vraagstelling
Waar ligt – in het licht van deze fundamentele veranderingen – de kracht van steden in Nederland en hoe kan deze in de toekomst worden gemobiliseerd, ontwikkeld en benut?
6
3
28‐5‐2014
Definitie
Stad is geen eenheid gebaseerd op bebouwingsdichtheid of gemeentegrenzen. Steden zijn “knooppunten (in netwerken) van economische, sociaal‐culturele en politiek‐
bestuurlijke interactie” (Van Engelsdorp
Gastelaars & Hamers, 2006).
7
Vier samenhangende opgaven
‐ Ruimtelijk‐economische verandering als enabling factor: ‘borrowed size’
‐ Stromen in en tussen steden: de kracht van verbindingen en ontmoetingen
‐ Vastgoed en de bebouwde omgeving: transformatie van het bestaande
‐ Openbare ruimte en publieke domein: toe‐
eigening en insluiting
8
4
28‐5‐2014
De kracht van de stad ligt in:
1. Het zelforganiserende vermogen
2. De complementariteit binnen en tussen steden
3. Benutting van het bestaande
4. Onder voorwaarde van goed bestuur
9
1. zelforganisatie
• Maatschappelijke initiatieven:
- Hebben hun eigen agenda’s die niet vanzelfsprekend passen in enig publiek belang
- Zijn net als de mens niet van nature goed of slecht
- Werken per definitie langs lijnen van in‐ en uitsluiting
- Dragen daarmee bij aan nieuwe scheidslijnen
- Vele ‘redden het niet’ zonder steun • Verschillen zijn onvermijdelijk, de mate is een politieke keuze en vraagt om debat
• Rolverschuiving naar de burger betekent overdracht van bevoegdheden (doe democratie)
• Gelijkheid in rechten en uitgangspositie dient rechtstatelijk geborgd te blijven (zie ook ROB)
10
5
28‐5‐2014
11
1.Zelf‐organiserend systeem
• De stad zelf is het permanent veranderende resultaat van deze zelforganisatie (Rijndorp)
• Maar: Improvisatie vraagt om structuur en voorbereiding (Boutelier)
• Nieuwe rollen: niet alleen dienende vrijwilligers, maar ook sociale ondernemers (concessies ipv aanbesteding) en andere positie professionals
• Ruimte behouden en ruimte maken: plekken van publieke vertrouwdheid conditie voor zelforganisatie en het business model moet vaak nog worden ontwikkeld
• Vraagt niet slechts om faciliteren, maar om expliciete bestuurlijke keuzen en visies
12
6
28‐5‐2014
Aanbevelingen Zelforganiserende kracht
Rijk:
• Zorg voor een gelijk speelveld voor maatschappelijke initiatieven
• Maak bestaande infrastructuurnetten en leidingensystemen in
orde voor het accommoderen van nieuwe initiatieven
Gemeenten:
• Benut de kracht van maatschappelijke initiatieven, met een
doordacht voorzieningenbeleid en beleid voor leegstaand
maatschappelijk vastgoed, het accepteren van verschillen en het
ruimte geven aan nieuwe samenwerkingscollectieven
Maatschappelijke organisaties:
• organiseer bestaande cliënten op collectief niveau en
verwelkom/faciliteer nieuwe maatschappelijke initiatieven
13
2. Complementariteit
Lokale beleidsconcurrentie onhoudbaar:
• Race to the bottom
• Structuur/schaal Nederlandse steden
Complementariteit is een must, geen keuze:
• Uitgaan van eigen kwaliteiten • Accepteren van verschillen
• Nieuwe vormen van ‘verevening’
• Doorslaggevende rol verbindingen
14
7
28‐5‐2014
15
Aanbevelingen Complementariteit
Rijk, provincies en gemeenten:
• Stuur op infrastructuur als basis voor complementariteit in en
tussen steden
• Werk aan gezamenlijke regionale investeringsagenda’s en budgetten
• Stel een regionale grondbank in/ regionale verevening
Rijk:
• formuleer een ruimtelijk-economisch beleid op basis van
complementariteit en een strategie van lenen van de buren
Gemeenten:
• maak complementariteit uitgangspunt van stedenbeleid op basis
van de eigen identiteit en economische kracht en een strategie
van ‘lenen van de buren’.
16
8
28‐5‐2014
3. Meer transformatie
• Periode grootschalige sloop en nieuwbouw voorbij, meer selectiviteit, adaptiviteit, hergebruik, kleinschalig
• Stakeholders op goede weg, maar er is meer nodig:
‐ Nadenken over nieuwe constructies, ‘titels’ van het bestaande
‐ Keuzes over wat men wel wil toelaten en wat niet
17
Aanbevelingen Transformatie
Rijk:
• Vergroot kennis over reële waarde leegstaand vastgoed
• Denk na over nieuwe constructies en categorieën van openbare
ruimte
Overheden, bedrijven, maatschappelijke organisaties en burgers:
• Zoek naar, en bied ruimte op, potentievolle plekken in de stad
• Beschouw benutting van het bestaande in achterstandswijken als
een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Herijk in dat verband de
taken van het middenveld, waaronder corporaties.
Provincies en gemeenten:
• Maak heldere keuzes over wat men wel en niet wil toelaten,
bezie de transformatieopgave van het bestaand stedelijk gebied
i.r.t. andere ontwikkel- of transformatieplekken in de regio
18
9
28‐5‐2014
4. Kwaliteiten van goed bestuur
• Belang van stedelijke regio: regionaal samenwerkende gemeenten als drager van stedelijk bestuur
• Goed bestuur tussen robuustheid en veerkracht:
‐ Robuustheid: bestuurlijke keuzes, visie ‐ Veerkracht: openstaan nieuwe partijen, accepteren bestuurlijke drukte
19
Aanbevelingen Goed Bestuur
Overheden: Geef uitwerking aan robuuste sturing:
• leg in visies vast wat opgaven en doelen zijn, zodat partijen in de
samenleving weten waar zij aan toe zijn.
• Organiseer brede, maatschappelijke visievormingtrajecten
Overheden: Geef uitwerking aan veerkrachtige sturing
• Verwelkom nieuwe samenwerking en collectieven
• Investeer in regionale samenwerkingsrelaties
20
10
28‐5‐2014
21
Nieuwe Uitleg 1
Postbus 20906
NL 2500 EX Den Haag
t. 070 456 20 70
f. 070 456 20 71
[email protected]
www.rli.nl
22
11