Keynote presentaties Frank van Oort - hoogleraar regionale economie Universiteit Utrecht en lid programmaraad Platform31 (’s-Hertogenbosch) - presentatie Peter Louter - Bureau Louter een onderzoeksbureau in het veld van ruimtelijke economie (Zwolle) - presentatie Marcel Boogers - hoogleraar innovatie en regionale governance Universiteit Twente en daarnaast adviseur bij BMC (’s-Hertogenbosch en Zwolle) - presentatie Rol EZ-afdelingen De rol van EZ-afdelingen zal de komende jaren bij veel lagere overheden veranderen. Volgens Frank van Oort is hierbij één van de belangrijke uitdagingen van de EZ- afdelingen dat zij, in samenwerking met de afdelingen O&S, het inhoudelijke debat gaan aanjagen. Bestuurders moeten namelijk veel meer gebruik kunnen maken van de kennis die er al is. Nu worden beslissingen maar in beperkte mate gebaseerd op economische facts & figures. Wat zijn nu de groeiende en krimpende bedrijfssectoren en waar zit werk voor hoger- en lager opgeleiden? Illustratief is dat het Leids Universitair Medisch Centrum de grootste werkgever voor de onderkant van de arbeidsmarkt is. In hoeverre weten gemeenten eigenlijk wie de grote werkgevers in de regio zijn, en nog belangrijker, wat hun investeringsplannen zijn? Voor de EZ-afdelingen ligt er de taak om de bestuurders en zeker de raad veel meer te voeden met informatie over hoe de gemeente ervoor staat en wat de effecten van beleidsmaatregelen kunnen zijn. EZ-afdelingen zijn vaak te bescheiden terwijl ze de komende jaren een belangrijke rol zullen spelen. Realisme op basis van economische feiten is hierbij cruciaal. Het beperkte gemeentelijk budget dat beschikbaar is kan immers maar een keer uitgegeven worden. Aandachtspunt is daarbij wel een goed accountmanagement om kennis van de lokale situatie ‘up to date’ te houden. Voorbeelden als de werkgeverstoer uit Zwolle en de rode loper uit Groningen bieden daarvoor inspiratie. De aanpak van werklocaties, leegstand, binnensteden en regionale innovatie begint met solide accountmanagement en kennis van het regionale bedrijfsleven. Hier zal vanuit nieuwe colleges meer op moeten worden ingezet. Belang van een visie Tijdens beide bijeenkomsten werd opgemerkt dat het van belang is dat er een stevige visie ligt. Er moet een stip op de horizon zijn waar partijen zich aan vast kunnen houden en naar toe kunnen werken. Op deze manier kan de visie richting geven en de koers vaststellen. De visie hoeft niet vastgelegd te worden in gedetailleerde plannen en projecten, maar het is wel van belang dat gemeenten samen met maatschappelijke en ondernemersorganisaties een duidelijke langere termijn plan hebben en keuzes durven te maken. Pas als er duidelijkheid wordt gegeven zullen investeringen bij marktpartijen loskomen. Illustratief is de roep van detailhandel NL en ontwikkelend en beleggend Nederland om een visie voor de binnenstad. Bij bedrijventerreinen zie je vanuit parkmanagement en ondernemersorganisaties hetzelfde. Op deze manier kan worden voorkomen dat gemeenten met alle winden meewaaien en zich vooral richten op allerlei hypes zonder dat dit past binnen het (economisch) profiel van de gemeente. Inspiratiesessies Uitdagingen voor de stedelijke economie 2014-2018 - ’s-Hertogenbosch en Zwolle Concurrenten Frank van Oort benadrukte in zijn presentatie dat in verschillende ranglijsten over concurrentiekracht vaak appels met peren worden vergeleken. Veel steden hebben geen idee met welke Europese steden zij concurreren en welk beleid zij moeten voeren om meer competitief te zijn. Van Oort is één van de auteurs van de Planbureau voor de Leefomgeving rapport “De concurrentiepositie van Nederlandse regio’s”. In dit rapport is gekeken naar overlap in handelsgebieden tussen steden om op deze manier meer inzichten te verwerven in de concurrenten van steden en wat de kenmerken van de steden precies zijn. Human capital Frank van Oort merkte daarnaast op dat steden steeds meer met elkaar concurreren om ‘human capital'; oftewel kenniswerkers. Er is wereldwijd een strijd los gebarsten om kenniswerkers aan te trekken en/of vast te houden. De ‘skills’ van de beroepsbevolking zijn steeds belangrijker geworden. In tegenstelling tot andere (locatie)factoren kunnen steden in zekere mate wel invloed uitoefenen human capital via arbeidsmarktbeleid. Zij kunnen opleidingen en cursussen stimuleren, maar in toenemende mate bepaalt ook de quality of life en voorzieningenniveau de aantrekkelijkheid van een stad. Binnensteden spelen hier een steeds voornamere rol in. Vanuit Platform31 doen we bijvoorbeeld in samenwerking met de Metropoolregio Eindhoven onderzoek naar de (sociale) binding van kenniswerkers. Smart governance Gemeenten en regio’s hoeven niet alles zelf te doen maar ze kunnen slim gebruik maken van hun positie in netwerken met andere gemeenten en regio’s. De regio Noordoost Brabant zet onder meer in op ‘agro’ en zal moeten zoeken naar de win-win met food valley Wageningen in plaats van alleen maar naar de eigen regio en lijst projecten te kijken. In de Zuidvleugel van de Randstad zie je dat Leiden, Delft en Rotterdam een poging doen gebruik te maken van elkaars krachten. Zo kunnen gemeenten functies van elkaar lenen (borrowed size), maar ook human capital (borrowed skills). Op basis van een heldere gemeentelijke visie en inzicht in de regionale en lokale economische sector structuur, aanwezige skills van de beroepsbevolking, en de arbeidsmarktsituatie kan een stevig inhoudelijk debat met verschillende regionale partijen in de regio gevoerd worden. Op deze manier kunnen gemeenten en regio’s cross-overs tussen (economische) sectoren stimuleren. Zo ontstaat smart governance. Preventief economisch beleid Peter Louter ging in zijn presentatie in op de veranderende rollen van gemeentelijke EZ afdelingen. Hij stelde dat preventie een steeds belangrijker onderdeel wordt van beleid. Kennis van lokale bedrijfsleven is essentieel, stuwende sectoren en niches. Hij stelde dat het niet alleen de uitdaging is om werklozen weer aan het werk te krijgen, maar ook om te voorkomen dat mensen überhaupt werkloos worden. Volgens Louter is het de taak van overheden om verbindingen te leggen en verbanden tussen ontwikkelingen te begrijpen. Ook moeten zij inzichtelijk kunnen maken wat de gevolgen van beslissingen zijn op de korte en lange termijn. Gemeenten kunnen er bijvoorbeeld voor kiezen om de grondprijs te verlagen om op deze manier bedrijven aan te trekken en werkgelegenheid te creëren. Maar of dit een goede keuze is sterk afhankelijk van de lokale context. Inspiratiesessies Uitdagingen voor de stedelijke economie 2014-2018 - ’s-Hertogenbosch en Zwolle Keuzes maken De bezuinigingen in combinatie met de decentralisaties noodzaken gemeenten om de komende tijd een aantal moeilijke beslissingen te nemen; waar moeten ze nu juist wel of juist niet op bezuinigen? Louter verwijst hierbij naar het adviesrapport van COELO ‘Gemeenten in Perspectief’ waarin de effecten van de decentralisaties worden besproken. Bestuurlijke uitdagingen In de presentatie van Marcel Boogers stonden de bestuurlijke uitdagingen voor lokale en regionale overheden om slimme allianties te vormen centraal. Hij gaf de zaal de volgende zes adviezen mee 1. Creëer een ‘sence of urgency’: definieer als regio niet 12 speerpunten omdat nu eenmaal 12 gemeenten deel uitmaken van het regionale samenwerkingsverband, maar durf te kiezen en prioriteiten te stellen. 2. Wijs een sterke leider aan: het kan hierbij raadzaam zijn om samen op te trekken met een vertegenwoordiger vanuit het bedrijfsleven. 3. Maak gebruik van informele netwerken: informele netwerken zijn van onderschat belang. Door middel van de netwerken leren mensen elkaar kennen waardoor het eenvoudiger wordt om (in een later stadium) formele afspraken te maken. 4. Creëer maatschappelijke betrokkenheid: bijvoorbeeld door de agenda te delen met andere partijen. Naast draagvlak zorgt dit er ook voor dat er externe druk op het proces komt en bestuurders hierdoor eerder geneigd zijn om in een bepaald proces mee te gaan. 5. Start met de inhoud niet met de bestuurlijke structuur: begin met het vaststellen van een regionale economische agenda waarin de inhoud centraal staat. Ga daarna pas nadenken over de bestuurlijke vorm. 6. Betrek de gemeenteraad bij regionale vraagstukken: nu wordt de gemeenteraad pas laat in het proces betrokken. Meestal pas als zij wel of niet akkoord moeten gaan met een bepaald voorstel. Door de gemeenteraad meer politieke ruimte te geven om invloed uit te oefenen op regionale vraagstukken is de kans groter dat zij meer prioriteit zullen geven aan het regionale belang. Inspiratiesessies Uitdagingen voor de stedelijke economie 2014-2018 - ’s-Hertogenbosch en Zwolle
© Copyright 2024 ExpyDoc