WS3 bijlage 3 woordenschattoets_antwoorden + vraagtypes

Blok 1: begrip zelf oproepen (active recall)
1. Welk biochemisch proces wordt door onderstaande afbeelding weergegeven?
FOTOSYNTHESE
2. Vul in
Naar miniatuur computers die we in allerlei vormen ‘op’ ons lichaam kunnen dragen, en die
voortdurend ‘communiceren’ met ons als drager, wordt verwezen met de Engelse term
WEARABLES Dit soort producten maakt het mogelijk om ermee te interageren zonder dat men
een andere activiteit moet onderbreken. Google Glasses vormen voorlopig het meest bekende
voorbeeld.
3.
Formuleer in drie à vier zinnen welke historische gebeurtenissen de cartoonist inspireerden.
JASMIJNREVOLUTIE
ARABISCHE LENTE
Forumdag Taalbeleid – 20 mei 2014 – WS 3: Woordenschat gevraagd
1
Blok 2: begrip selecteren (active recognition)
4. Lees de vier zinnen. Slechts één woord uit het rijtje hieronder past in elk van de vier
zinnen. Omcirkel dat woord.
innovatie – denunciatie – vernieuwing – revelatie – convilentie – opkomst – uitvinding - trendsetter
a. De voetbaljournalist van Sporza heeft het over zijn REVELATIE van de Champions League.
b. ‘Aangezien ze niets kennen van de Eerste Wereldoorlog is Oorlog en Terpentijn een voor
REVELATIE Nederlanders,’ aldus Stefan Hertmans.
c. Bonaventura zag het leven van Franciscus als een REVELATIE van het goddelijke in
menselijke vorm.
d. De pasafgestudeerde Koreaanse ingenieur wordt beschouwd een echte REVELATIE in zijn
vakgebied.
5. Kies het juiste woord
In de wereld van big data spreekt men van de ontginning van data. Hoe wordt dat concept in de
vaktaal uitgedrukt:
A. DATA MINING
b. Data exploitation
c. Data tagging
6. Welk begrip verbindt de volgende woorden?
tufi – tofu - tofi – tifo - fitoe – otif – footi
grote
vlag
clubliefde
trots
TIFO
tegenstander
imponeren
voetbalsupporters
ontstaan
in Italië
Forumdag Taalbeleid – 20 mei 2014 – WS 3: Woordenschat gevraagd
2
Blok 3: betekenis selecteren (passive recognition)
7. Welke twee woorden hebben niets met ‘destilleren’ te maken? Omcirkel deze woorden.
a.
b.
c.
D.
onttrekken
scheiden
raffineren
REAGEREN
e.
F.
g.
h.
stoken
CONVERGEREN
distilleren
verdampen
8. Met analytics gaat men big data te lijf. Wat zijn big data precies?
a. Big data worden gekenmerkt door uitzonderlijk grote cijfers (meer dan 50 cijfers,
voor en/of na komma).
B. BIG DATA WORDEN GEKENMERKT DOOR EEN VEELHEID VAN DATA DIE EEN GROTE
DIVERSITEIT VERTONEN, EN DIE SNEL IN OMVANG TOENEMEN.
c. Big data zijn gevisualiseerde verwerkingen die via scripting of een query-taal business
intelligence ondersteunen.
9. Kruis de activiteiten aan waarin INDUCTIEF gewerkt wordt. A – B - E
a. De leerlingen krijgen voorbeelden van vraagtypes en krijgen de opdracht om
gemeenschappelijke kenmerken te zoeken en de vraagtypes op basis daarvan te
categoriseren.
b. Leerlingen krijgen de opdracht om verschillende types thermometers de testen in
verschillende situaties (bv. temperatuur water meten, temperatuur van vlees meten,
buitentemperatuur meten) en categoriseren vervolgens welke thermometer in welke
situatie werkt.
c. Leerlingen krijgen een omschrijving van wat ruilvoetverslechtering is. Vervolgens bekijken ze
de handelsbalans van Ghana, Cambodja en Peru in 1980 en in 2000 en bepalen ze of de
waarde van de geëxporteerde goederen ten opzichte van de waarde van de geïmporteerde
goederen in die 20 jaar is verslechterd.
d. Je legt aan leerlingen met behulp van een gegeneraliseerde kaart uit dat stations vrijwel
altijd naast de oude binnensteden liggen en nooit in het centrum. Vervolgens gaan de
leerlingen aan de hand van bronnen onderzoeken of dat klopt. Daarvoor bestuderen ze
kaarten van vijf willekeurige steden met een station in Nederland. Ze proberen met behulp
van afzonderlijke casussen de regel te bewijzen.
e. Studenten bekijken enkele videofragmenten van leerkrachten die voorlezen. Ze maken
een lijst van ingrepen die de betrokkenheid van de kleuters bevorderen.
Forumdag Taalbeleid – 20 mei 2014 – WS 3: Woordenschat gevraagd
3
Blok 4: betekenis zelf geven (passive recall)
10. Teken een pijlinktvis
11. Omschrijf het begrip ‘gebruikersinterface’ in maximaal 40 woorden.
Een gebruikersinterface stelt mensen in staat om met de informatie van een
ander systeem (bv. de computer), die als dusdanig weinig toegankelijk is
wegens specifiek ‘taalgebruik’, toch aan de slag te gaan.
12. Wat hoort niet thuis in het rijtje? Verklaar je keuze.
doodling – latrinalia – twerking – wildstyle – tags – murals - piece
TWERKING is dansen op populaire muziek op een seksueel uitdagende manier, met stuwende
heupbewegingen, in een hurkende houding.
Al de andere begrippen hebben iets te maken met graffiti.
Doodling
doedels, krabbels op
schoolbanken en dergelijke
Latrinalia namen, beledigingen en grappen
Tags
subculturele bijnamen of symbolen:
creatief en stijlvol geschreven.
Wildstyle
Ingewikkelde lettervormen waarbij
delen vervormd en door elkaar
gevlochten zijn, vaak veelkleurig
Piece
graffitiwerk
in publieke toiletten
Murals
afbeeldingen en tekst op muren
die politieke gebeurtenissen en
boodschappen uitbeelden
Forumdag Taalbeleid – 20 mei 2014 – WS 3: Woordenschat gevraagd
4
Forumdag Taalbeleid – 20 mei 2014 – WS 3: Woordenschat gevraagd
5