n a k J c r i D n o o z n s e Co ek naar o op z t a h c s n e d r o o de W Illustraties: Stephan Timmers Eindredactie: André Nuyens Dirck-Jan Coenszoon op zoek naar de Woordenschat Voorwoord Leerlingen van maar liefst twaalf basisscholen aan de Westfriese Omringdijk vertellen in dit boek het verhaal van Dirck-Jan Coenszoon die per ongeluk vanuit de Gouden Eeuw in de moderne tijd terechtkomt. Eerste druk: Maart 2014 NUR: 274 Als goedgebekte handelaar in de Gouden Eeuw had hij zijn zaakjes prima voor elkaar, maar in onze tijd loopt hij tegen heel veel problemen aan. Hij is niet alleen in een voor hem verre toekomst beland waar hij niets van begrijpt, hij kan ook niet lezen en schrijven. ISBN: 978-90-821905-0-2 Dirck-Jan Coenszoon op zoek naar de Woordenschat ©Eindredactie: André Nuyens ©Teksten: De Meridiaan (Medemblik), Gerardus Majella (Onderdijk), Pancratiusschool (Enkhuizen), De Tweemaster (Enkhuizen), De Hussel (Stede Broec), De Akker (Opmeer), Don Boscoschool (Wieringerwerf), De Ark (Schagen), De Sterrenwachter (Alkmaar), De Paperclip (Heerhugowaard), Grosthuizerschool (Grosthuizen) en Wereldwijzer (Hoorn). Educator Westfries Museum: Eugène Bakker Uitgegeven door: Meco Uitgeverij Illustraties: Stephan Timmers / Total Shot Productions Realisatie: Cynthia Doodeman-van Stiphout, Matthijs van Kampen Vormgeving: Michel Dekker / Fourty7 Grafische Vormgeving Grafische begeleiding en druk: Meco Offset BV Zwaag Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar “Dirck-Jan Coenszoon op zoek naar de Woordenschat” is een initiatief van worden gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande Stichting Lezen & Schrijven. Stichting Lezen & Schrijven is opgericht door schriftelijke toestemming van Stichting Lezen & Schrijven. H.K.H. Prinses Laurentien der Nederlanden met als doel het voorkomen en Stichting Lezen & Schrijven heeft dit project bedacht om het belang van taal onder de aandacht te brengen. De stichting wil namelijk laaggeletterdheid bij kinderen voorkomen. Als je laaggeletterd bent, heb je moeite met lezen en schrijven. En dat komt misschien wel vaker voor dan je denkt. Eén op de vier kinderen verlaat de basisschool met een forse leesachterstand. De leerlingen tonen in hun verhalen aan dat het vandaag de dag echt noodzakelijk is goed te kunnen lezen en schrijven. Want als je dit goed kan, kun je worden wie je wilt zijn. Dirck-Jan moet zich in de meest onmogelijke bochten wringen om met dat gebrek om te kunnen gaan. Hij schaamt zich er ook voor en wil het voor iedereen geheim houden, maar is dat wel echt nodig? De leerlingen grepen de mogelijkheid aan om heel creatief met taal om te gaan en nieuwe woorden te bedenken in de ogen van de bijna voortdurend verbaasde hoofdpersoon. Dat deden ze verrassend origineel! Als begeleider heb ik zo weinig mogelijk de tekst gewijzigd want de leerlingen van de twaalf scholen zijn de schrijvers van dit verhaal. Het avontuur van Dirck-Jan en zijn zoektocht naar de woordenschat is een boeiend verhaal. Een origineel, spannend en vaak grappig verhaal, maar het zorgt er ook voor dat je gaat nadenken. Nadenken over de Gouden Eeuw en bovenal nadenken over hoe belangrijk het is om goed te kunnen lezen en schrijven. Hoe zou jij handelen in de situaties die Dirck-Jan meemaakt? André Nuyens verminderen van laaggeletterdheid. De stichting beveelt van harte aan om www.dirck-jan.nl 2 elke dag 15 minuten (voor) te lezen. 3 1. Verdwaald in de tijd Geschreven door basisschool De Meridiaan in Medemblik Hé, waar ben ik? Ben ik verdwaald? Ben ik in Medemblik bij dat oude kasteel, genaamd Radboud? Het is hier erg koud en erg donker. Ik loop door een weiland en opeens glijd ik uit over een koeienvlaai. Ik val heel hard tegen een hek aan. Mijn tas vliegt over het hek heen. Ik klim over het hek en plotseling komen er twee honden blaffend op me af. Ik ren supersnel weg en zoek naar een schuilplek. 4 Ik kom een klein schuurtje tegen, doe de deur open en ga snel naar binnen. Ik voel aan de muur, opeens wordt het licht in de schuur en ik schrik. Ik kijk in het rond en zie allemaal hooibalen om me heen. Ik zie een wollen deken liggen, pak hem en ga eronder liggen. Het is er lekker warm en ik val in slaap. De volgende ochtend word ik wakker van gehinnik. Ik sta op en loop het schuurtje uit. Ik loop de kant op waar het geluid vandaan komt. 5 Ik kijk de hoek om en zie allemaal mensen. Wat doen die mensen daar allemaal? Ik loop naar een groepje mensen toe en vraag wat er aan de hand is. ‘Het is harddraverij in Medemblik.’ Ik zie de paarden staan en ik bedenk dat ik naar kasteel Radboud moet, dus ik pak een paard, ga erop zitten en rijd weg. Ik rijd een zandpad op en volg het pad op volle snelheid. Ik kom als eerste aan en er staat op een bord het woord ‘finish’ of zoiets. Ik hoor overal om mij heen gejuich. Iedereen roept om een handtekening. Wat is dat? Is dat een tekening op je hand? Wat willen die mensen van me? Snel rijd ik door totdat ik bij het oude kasteel Radboud aankom. Ik probeer me te verstoppen in een oud harnas maar ik ben helaas te dik. Snel ren ik verder tot ik bij een kast kom. Ik verstop me er wel achter, denk ik. 6 Terwijl ik de kast wegschuif, zie ik een klein deurtje. Ik open het deurtje en ga naar binnen. Na een paar meter glijd ik opeens naar beneden en eindig tussen de botten van een skelet! Ik schrik me een hoedje! Wanneer ik tegen een losse steen in de muur aanleun, draait de muur meteen om en ik val in de gracht van het kasteel. Ik roep om hulp! Een prachtige dame met lang blond haar en mooie blauwe ogen springt het water in. Ze redt mij en legt me aan de kant van het water. ‘Kun je niet zwemmen of zo? Waarom heb je zulke gekke kleren aan? Het is toch geen carnaval?’ ‘Ik kom uit de Gouden Eeuw,’ vertel ik. ‘Wil je je bij mij thuis even omkleden? Ik heb nog oude kleren van mijn broer thuis liggen. Die zijn hem namelijk te klein.’ ‘Hoe ver is het lopen en waar woon je?’ ‘Ik woon in Onderdijk.’ ‘Onderdijk? Woon jij onder de dijk?’ ‘Nee, zo heet het dorp. Kom, we gaan. Het is nog best wel een stukje lopen.’ Na een half uur komen we bij een soort weiland met allemaal dingen van ijzer erin. Dan zegt de beeldschone dame: ‘DAT IS EEN NEPSCHIP! HAHA.’ Ik zeg met een rood hoofd: ‘Oh.’ ‘Dit is een speeltuin,’ vertelt de dame. Daar zie ik een heel mooi schip staan en ik ren ernaartoe. Ik spring erin en vraag of de kinderen mee willen naar de Oost. Maar de kinderen kijken mij heel erg raar aan. Noa gaat nog even naar beneden en even later komt ze naar boven met poes Pukkie. Ik schrik heel erg. ‘Je hoeft niet bang te zijn hoor, hij doet niets.’ Daarna loopt ze weer naar beneden en neemt poes Pukkie mee. Ze komt weer naar boven toe en geeft mij een nachtkusje. Ik begin heel erg te blozen en val in slaap. De dame vraagt mijn naam en ik vertel dat ik Dirck-Jan Coenszoon heet. Haar naam is Noa. Eindelijk komen we aan in Onderdijk bij Noa’s huis. Ik krijg warme kleren en een kopje thee. Nadat we de thee opgedronken hebben, kleden we ons om. Het wordt al donker. 7
© Copyright 2024 ExpyDoc