Pensioen hoort onder HR te vallen

4
van de redactie
Pensioen hoort onder HR te vallen
Pensioen valt onder arbeidsvoorwaarden en daarmee onder Human Resource-strategie.
“De HR-strategie moet er binnen een
onderneming toe leiden dat je je ondernemingsdoelstellingen op de beste
manier bereikt”, doceert Leon Mooijman, hoofd adviesunit pensioen bij
de werkgeversorganisatie AWVN. Bij
HR (Human Resource) beleid denken
we aan medewerkersontwikkeling,
arbeidsverhoudingen en ten slotte de
arbeidsvoorwaarden. Deze drie punten ondersteunen de HR-strategie en
daarmee de ondernemingsdoelstelling. Pensioen valt duidelijk onder de
arbeidsvoorwaarden en valt zo onder
de HR-doelstellingen van een onderneming.
Tegelijkertijd constateert Leon dat
veel werkgevers én werknemers de
pensioenregelingen niet goed kennen,
terwijl dat met het oog op de HRstrategie wel zou moeten. “Pensioen
zou een bewuste keuze moeten zijn.
Een regeling die bewust wordt gekozen
en wordt beoordeeld als passend in de
arbeidsvoorwaarden en HR-strategie.
Maar de waarheid is vaak anders”, vertelt
Leon. Het gevoel van de ‘grote verweg-show’ en de huidige complexiteit
van veel pensioenregelingen maakt
de betrokkenheid er niet groter op.
“Pensioenen worden nog heel vaak
vanuit financiële afdelingen beheerd en
niet vanuit HR. En veel organisaties met
een eigen CAO, zoals gemeentelijke
instellingen en politie, hebben een
gemeenschappelijk pensioenfonds waar
iedereen bij aangesloten is. Doordat hele
grote groepen, zoals ook in de zorg, bij
een gemeenschappelijke pensioenfonds
zijn aangesloten, wordt de betrokkenheid
bij het pensioen ook niet beter”, oordeelt
Leon Mooijman.
Onvoldoende onderkend
Het belang van het pensioen als
bouwsteen van de arbeidsvoorwaarden
wordt zodoende onvoldoende herkend
en onderkend. Het onderbrengen van
pensioen bij de HR-afdeling kan wellicht
helpen. “We zeggen dan ook tegen HRdirecties van onze leden om het initiatief
te nemen op dit onderwerp. De meeste
werkgevers zijn ooit een pensioenregeling
gestart en meestal is dat een kwestie van
de lange adem. Als er op juridische wijze
wat gewijzigd wordt, dan wordt dat netjes
doorgevoerd. Een pensioenregeling spreek
je in de regel ook niet voor één of twee jaar
af, maar voor een onbepaalde tijd, totdat er
iets nieuws nodig is. Het is een onderwerp
dat dientengevolge weinig aan de CAOonderhandelingstafel wordt besproken.
Veel werkgevers krijgen nu te maken met
kostenstijgingen en uitvoeringsproblemen
en gaan zich realiseren dat het een
moment is om de pensioenregeling te
herijken.” Dat is vooralsnog een proces
langs de vakbond en/of OR, maar met een
goede argumentatie zijn dit soort zaken
natuurlijk goed te veranderen. Toch blijft
het vaak een precaire zaak. Als je aangeeft
dat je streeft naar kostenverlaging in de
pensioenregeling, zul je ook aan moeten
tonen waarom je de huidige regeling niet
meer kunt betalen.
Imagoverbetering
Een goed geregeld pensioen gaat verder
dan alleen de arbeidsvoorwaarden. Veel
bedrijven zien dat het imago verbetert
door een goede pensioenregeling. Toch
laten veel werkgevers op het gebied
van communicatie over pensioen het
nodige liggen. “Pensioenfondsen sturen
zelf één keer per jaar een reglement en
een overzicht, dat is het dan zo’n beetje.
Mijn idee is dat als je 20 tot 25% van
de loonsom aan pensioen uitgeeft, je
daarover toch wel iets beter zou kunnen
communiceren om bewustzijn te kweken
voor de kwaliteit of risico’s van de regeling.
Zo geef je pensioen als arbeidsvoorwaarde
een veel beter imago. Werkgevers zouden
wat budget moeten zoeken om de
pensioenregeling beter onder de aandacht
te brengen.” Met recht een regeling waar
je als werkgever trots op kunt zijn en dat
mag best uitgedragen worden. “En alleen
al het feit dat je het als werkgever onder
de aandacht brengt, verbetert je goede
werkgeverschap. Met een kleine moeite
en iets meer communicatie kun je zo
inzetbaarheid te ontwikkelen, zou je
dat best voor een deel kunnen halen
uit het pensioenbudget. Door de fiscale
veel plezier brengen bij werknemers.
Bijvoorbeeld door meer uitleg te geven over
de cijfers die op een pensioenoverzicht
genoemd worden. Financiële emancipatie
mag best meer op de kaart komen.”
regelgeving worden pensioenregelingen
wat beperkt. Die compensatie kun je
gebruiken om beleid voor duurzame
inzetbaarheid te financieren.”
Flexibile einddatum
Duurzame inzetbaarheid
De fiscale regels rondom pensioen gaan
veranderen: we moeten door tot 67 jaar
en in de toekomst wellicht nog langer. Dat
betekent dat bedrijven te maken krijgen
met een oplopende gemiddelde leeftijd
van het personeelsbestand. Tegelijkertijd
lijkt er sprake van een tegenstelling.
Leon Mooijman: “We moeten langer door,
maar in feite sponsoren we nog eerder
stoppen met werken. In 2005 hebben
we de VUT- en prepensioenregelingen,
waardoor je op je 62e kon stoppen,
overgeheveld uit het ouderdomspensioen.
De ouderdomspensioenregelingen zijn
verbeterd met het idee dat mensen
nog altijd eerder zouden stoppen met
werken.” Maar de praktijk is anders en
zelfs tegengesteld: we moeten langer
door. “Onze visie is dat als je budget
nodig hebt om een beleid voor duurzame
Wordt het doorwerken ná het pensioen
-met het oog op overdragen van kennis en
kunde- steeds normaler? Of zou dat het
moeten zijn? Leon Mooijman denkt van
wel. “Als je kijkt hoe pensioenregelingen
worden ingericht en de toename van
beschikbare
premieregelingen,
met
enig risico voor de deelnemer, dan zul je
moeten erkennen dat we toegaan naar
een systeem met een flexibele einddatum
om te stoppen met werken.” De leeftijd
loslaten dus en werknemers toestaan
om, mocht de situatie daar om vragen,
een jaartje langer door te werken en het
pensioen te verbeteren. Het komt al steeds
vaker voor dat werknemers in overleg
langer doorwerken. Een mes dat aan twee
kanten snijdt, want uit onderzoek blijkt
dat de arbeidsmarkt binnen afzienbare tijd
te maken krijgt met krapte. Dan zijn ook
de oudere werknemers nodig. Dat vraagt
om flexibiliteit. “Maar daarvan is nu ook
al sprake. Een deel van het pensioen gaat
in op je 65e, een ander deel op je 67e en
de AOW gaat er een beetje tussendoor.
Je zult flexibel moeten zijn als werkgever
en werknemer: de meeste medewerkers
zullen moeilijk kunnen inschatten wanneer
ze precies stoppen en hoeveel euro’s ze
dan aan inkomen krijgen.” Eén stap verder
vraagt dat dus opnieuw om een goed
beleid voor duurzame inzetbaarheid. De
flexibiliteit is op verschillende manieren te
benaderen, bijvoorbeeld qua belonen. Er
zijn bedrijven die met oudere werknemers
regelingen treffen waarin 80% wordt
gewerkt, 90% wordt betaald in salaris en
100% in pensioenopbouw. Zo stimuleer
je oudere werknemers om langer door te
werken.
Auteur: Cor Dol