Pensioen in de Praktijk 21 Pensioenbesluit fiscus: leuker kunnen we

Pensioen in de Praktijk 21
Pensioenbesluit fiscus: leuker kunnen we het niet maken, wel (tijdelijk) makkelijker.
Bijna alle pensioenregelingen moeten per 01-01-2015 worden gewijzigd. Dat stuit o.a. op administratieve problemen. Daarom
heeft de Staatssecretaris op 2 oktober (!) een tijdelijke oplossing geboden. Daarover (en over meer pensioen perikelen) leest u
in deze editie van Pensioen in de Praktijk.
Besluit AOW franchise
Per 01-01-2015 gelden verschillende AOW franchises. Om administratieve eenvoud mag die eis (tijdelijk) worden genegeerd…
Momenteel is voor alle pensioenregelingen (eindloon, middelloon en beschikbare premie) de vaststelling van de
minimale AOW-franchise hetzelfde. De minimale franchise bedraagt 100/70 x de enkelvoudige AOW-uitkering
voor gehuwden. Per 1 januari 2015 wijzigt dit. De factor voor een middelloonregeling wordt gewijzigd in 100/75
(dit betekent een verlaging van de franchise). De factor voor een eindloonregeling wordt 100/66,28 (dit betekent
een verhoging van de franchise). In de tabel zijn de nieuwe minimale AOW franchises opgenomen.
Tabel : nieuwe AOW franchises
Eindloon
Middelloon
Norm 2014
€ 13.449
€ 13.449
Norm 2015
€ 14.204
€ 12.552
In de meeste beschikbare premieregelingen is het partnerpensioen verzekerd volgens het eindloonsysteem.
Terwijl het ambitieniveau van het ouderdomspensioen is gebaseerd op het middelloonsysteem. Dus moeten
binnen één pensioenregeling twee AOW franchises worden toegepast! Leuker kunnen we het niet maken,
makkelijker wel. Daarom regelt het Besluit dat tijdelijk (!) van 01-01-2015 tot 01-01-2018 voor zowel het
ouderdomspensioen als het partnerpensioen de lage middelloonfranchise mag worden toegepast.
Let op:
 Onderzoek hoe in het pensioenreglement de AOW franchise is gedefinieerd. Er zijn vele smaken en soorten;
 Het Besluit regelt ook dat in beschikbare premieregelingen het risicopartnerpensioen tot 01-01-2015
gebaseerd mag blijven op het oude hogere maximum. Onderzoek of deze zogenaamde “knip” in het
partnerpensioen passend/gewenst is;
 Meer weten? Klik hier voor het Besluit.
Redactie
mr. C.M.C.P. (Corry) van Herpen CPL
J. (Jaap) Harmsen CPC
[email protected]
De Horsterkamp 12
7251 AZ Vorden
Tel: (0575) 55 30 50
Barbara Strozzilaan 101
1083 HN Amsterdam
(020) 240 22 93
ONDANKS DE ZORGVULDIGE WIJZE WAAROP ONZE BERICHTGEVING TOT STAND KOMT KAN GEEN AANSPRAKELIJKHEID VOOR EVENTUELE (DRUK)FOUTEN WORDEN AANVAARD.
Pensioen in de Praktijk 21
Pensioenmaxima 2015
Regelmatig bereiken ons vragen wat de pensioenmaxima per 2015 zijn. Uit recent onderzoek van AWVN blijkt dat 80 % van de
pensioenregelingen daaraan nog aangepast moet worden. Alle reden om nog even vooruit te kijken …
Vanaf 01-01-2015 gelden nieuwe maxima voor de hoogte van de jaarlijkse pensioenopbouw.
Hieronder ziet u de nieuwe percentages.
Maximum pensioengevend
loon
2014
2015
n.v.t.
€ 100.000
Pensioenleeftijd
Middelloon *
Eindloon
Middelloon *
Eindloon
67 maximale jaaropbouw
2,15 %
1,90 %
1,875 %
1,657 %
66
,,
1,99 %
1,76 %
1,735 %
1,535 %
65
,,
1,84 %
1,63 %
1,605 %
1,422 %
* Het zogenaamde “ambitieniveau” van beschikbare premieregelingen wordt getoetst aan de norm voor
middelloonregelingen.
Uit de tabel blijkt ook dat een pensioenleeftijd van 67 jaar niet verplicht is. Daarom zijn per 2014 veel
pensioenregelingen nog niet aangepast. Maar als in 2015 de pensioenleeftijd op 65 jaar wordt gehandhaafd dan
neemt de toegestane pensioenopbouw wel heel drastisch af. In een middelloonregeling bijvoorbeeld mag de
pensioenopbouw dan nog slechts 1,605 % bedragen. Voor de meeste pensioenregelingen is dat een te drastische
inperking. Kortom, aan een aanpassing van de pensioenregeling per 1 januari 2015 valt niet meer te ontkomen.
Let op:
 Het maximum partnerpensioen wordt in verhouding verlaagd;
 Het maximale partnerpensioen op basis van een eindloonsysteem is dus lager dan op basis van een
middelloonsysteem;
 In veel beschikbare premieregelingen is het partnerpensioen op basis van het eindloonsysteem verzekerd.
De hoogte van het partnerpensioen moet dan getoetst worden aan de nieuwe eindloonnorm en de hoogte van
de beschikbare premie (t.b.v. het ouderdomspensioen) aan de nieuwe middelloonnorm!
Pensioen in de Praktijk 21
Pas met pensioen op de verjaardag?
Niet de eerste dag van de maand waarin men 67 wordt geldt als pensioendatum, maar de geboortedag zelf. Een klein detail
met grote gevolgen…
Deze strikte uitleg van de nieuwe pensioenregels per 2015 raakt heel veel pensioenregelingen. De fiscus heeft
deze strikte uitleg inmiddels bevestigd. De versobering van de pensioenmaxima per 01-01-2015 leidt er toe dat
veel pensioenregelingen per die datum gebaseerd worden op het maximum van 1,875 % bij een pensioenleeftijd
van 67 jaar. Dat is bijna altijd de eerste van de maand. De fiscus echter volgt strikt de wet. En dat betekent ingang
van het pensioen op de 67e verjaardag. Een klein detail, maar met desastreuze gevolgen. Want daardoor wordt de
gehele pensioenregeling belast, inclusief boeterente. Een aanpassing van de pensioendatum naar de verjaardag
stuit op administratieve rompslomp waar niemand op zit te wachten. De oplossing is een besluit van de
Staatssecretaris waarmee voor deze situatie pensionering op de 1e van de maand alsnog wordt toegestaan. Haast
is geboden want werkgevers en ondernemingsraden zijn nu druk doende om afspraken te maken over de
pensioenregeling per 2015.
Let op:
 Is de pensioenregeling op onderdelen niet fiscaal maximaal? Kijk dan of die “ruimte” ter compensatie kan
worden ingezet. Bijvoorbeeld omdat niet alle loonbestanddelen (overwerk, bonussen, etc.) pensioengevend
zijn.
Pensioen in de Praktijk 21
Maximum pensioengevend loon € 100.000
Met ingang van 01-01-2015 mag in een fiscaal vriendelijke pensioenregeling “slechts” tot dit loon pensioen worden
opgebouwd. Dat heeft verregaande gevolgen…
Deze beperking van het pensioengevend loon raakt ca. 100.000 werknemers. De gevolgen zijn o.a.
 Het ouderdomspensioen sluit niet meer aan bij het feitelijke inkomen;
 Het partnerpensioen over het loon boven die € 100.000,-- is niet meer verzekerd;
Kortom, er kunnen forse pensioentekorten optreden voor de hogere inkomensgroepen. Daarom wordt per 01-012015 het “netto pensioen” geïntroduceerd. Dat werkt als volgt:
 De werkgeversbijdrage is belast;
 De werknemersbijdrage is niet aftrekbaar;
 Het opgebouwde pensioenvermogen is vrijgesteld van de vermogensheffing in Box III;
 De pensioenuitkeringen zijn netto.
Een netto pensioenregeling kan alleen worden gebaseerd op het beschikbaar premiesysteem. De hoogte van de
premie wordt gebaseerd op de gebruikelijke rekenrente van 4,00 %. Maar ook een rekenrente van 3,00 % is
toegestaan. Toepassing van die laatste leidt tot hogere premies zoals blijkt uit de tabel.
Tabel: indicatie premies netto pensioen
Begin
Leeftijd
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
Eind
leeftijd
24
29
34
39
44
49
54
59
64
66
Netto lijfrente
4% staffel
Staffel IV
Percentage
Salaris > € 100.000
2,7%
3,3%
3,9%
4,7%
5,7%
6,8%
8,3%
9,9%
11,9%
13,5%
Netto pensioen
3% staffel
Staffel III
Percentage
Salaris > € 100.000
4,3%
5,0%
5,7%
6,6%
7,6%
8,8%
10,2%
11,8%
13,7%
15,3%
Let op:
 Dit betreft een gestileerd voorbeeld. Het vaststellen van de netto pensioenpremie, alsmede de fiscale
verwerking daarvan, is complexer dan zo op het eerste oog lijkt;
 Het netto pensioen mag ook worden geregeld in de vorm van een “netto lijfrente” (met de juiste terminologie
zullen we u even niet vermoeien). Daar zitten grote verschillen tussen. Een netto lijfrente is bijvoorbeeld
flexibeler. Een netto pensioen kan zonder medische waarborgen worden geregeld. Onderzoek welke variant
het beste past.