BRUSSELS PHILHARMONIC IEDEREEN KLASSIEK ON TOUR Zaterdag 13 december 2014 Om 20 uur in de schouwburg ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW Het programma van Iedereen Klassiek on Tour in De Spil is bekend. Onder leiding van Nicholas Collon brengt Brussels Philharmonic de volgende werken: - Wolfgang Amadeus Mozart, Balletmuziek uit Idomeneo Johannes Brahms, Hongaarse dans nr. 5 Sergej Prokofiev, Allegro uit Symfonie nr. 1 in D groot, op. 25 Carl Maria von Weber, Andante en Rondo Ungarese, voor fagot en orkest in c, J. 158 (Op. 35) Hans Christian Lumbye, De Kopenhaagse Stoomtrein Galop Edward Grieg, Klokkengelui uit Lyrische Stukken boek 5 op. 54 Jean Sibelius, Symfonisch gedicht Finlandia op. 26 nr. 7 Igor Stravinsky, selectie uit De Vuurvogel (Danse infernale, Berceuse en Finale uit de 1919-suite) Donderdag 27 november 2014 Schouwburg Aanvang: 20 uur Duur: 95 minuten + pauze Inleiding om 19.15 uur door Sieuwert Verster Pieter Nuytten, oud-leerling van de Roeselaarse Stedelijke Academie voor Podiumkunsten, is fagotsolist tijdens dit concert, de presentatie is in handen Cara Van der Auwera. JOSSE DE PAUW, COLLEGIUM VOCALE GENT, TRANSPARANT ESCORIAL Zaterdag 17 januari 2014 Om 20 uur in de schouwburg MUZIEKTHEATER De dood waart rond in het paleis van de Spaanse koningen. De koning heeft zijn koningin vergiftigd. Zijn nar, die haar minnaar was, gaat kapot van verdriet. De honden blaffen en janken, de klokken luiden de stervende uit. De koning met de vingers in de oren op zijn troon. En dan stelt de nar een rolwisseling voor om de tijd te doden. Koning nar, nar koning, voor even. De koning stemt toe. Intussen sluipt de koninklijke beul door de gangen en bidt een monnik voor de zielenrust van de koningin. Een droomcast in een prachtige setting: Josse De Pauw als koning, Dirk Roofthooft als nar, Louis Van Der Waal als monnik en Nordine Benchorf als dansende beul. Ze worden gedragen, gesteund en becommentarieerd door twaalf zangers van Collegium Vocale Gent. Naast zestiende-eeuwse gezangen van Orlando Di Lasso zingen ze ook nieuwe composities geïnspireerd door hondengeblaf, klokkengelui en een waanzinnige lach. Een tragische farce over macht en verveling, geweld en onverschilligheid. En over de liefde van de nar. Programma: J. Haydn - Symfonie nr. 99 J. Field - Pianoconcerto no. 1 W.A. Mozart - Ch'io mi scordi di te (K 505) G.F. Händel - aria ‘Scherza Infida’ (Ariodante) G.F. Händel - Music for the Royal Fireworks Dirigent: Kenneth Montgomery piano forte: Finghin Collins mezzosopraan: Rosanne van Sandwijk Het Orkest van de Achttiende eeuw is een internationale groep van vijftig vrienden die zich specialiseren in de uitvoering van muziek uit de achttiende eeuw. Het orkest werd opgericht in 1981 door Frans Bruggen die dit jaar, op 13 augustus, overleed. Na het overlijden van hun stichter besloot het orkest verder te werken met gastdirigenten. Tour 123 met Kenneth Montgomery zal het orkest voor het eerst in zijn geschiedenis naar Noord-Ierland brengen. Handel, Haydn, Field en Mozart... geen van deze componisten werd in Londen geboren en toch loopt de Britse hoofdstad als een lichtrode draad in dit concertprogramma. De meest Londense onder deze componisten is Georg Frideric Handel. Na zijn opleiding in Noord-Duitsland en een paar Italiëreizen om de stiel te leren, kwam hij in 1710 al naar Londen en oogstte er grootse successen met zijn Italiaanse opera's. Zijn 20e opera, ‘Ariodante’ uit 1735 werd geschreven in een periode waarin Handel een bikkelharde strijd leverde met concurrerende Engelse operatheaters en rondreizende Italiaanse operagezelschappen. Handel verweert zich heftig en speelt op een geraffineerde manier in op de smaak van het Londense publiek. De intrige van de opera is haast romantisch: een pure liefdesgeschiedenis die niet gemaskeerd wordt door complexe, historische verhaallijnen maar zuiver en logisch verloopt, louter aangedreven door de liefdesverhoudingen van een beperkt aantal protagonisten. Bovendien is ‘Ariodante’ de enige Handelopera die zich afspeelt op Brits grondgebied (Edinburgh). De beroemdste aria uit ‘Ariodante’ is ook de langste en misschien wel de meest beroemde aria van Handel tout court. In ‘Scherza infida’ beklaagt Ariodante zich over de (vermeende) ontrouw van zijn geliefde Ginevra. In deze sublieme aria bewijst Handel eens te meer dat hij met uiterst minieme middelen muziek kon componeren die ook na 300 jaar nog een onuitwisbare indruk nalaat. "Imponeren"... dat was ook de ontstaans- en bestaansreden van Handels beroemde ‘Music for the Royal Fireworks’. Deze orkestsuite werd in 1749 in Green Park in Londen opgevoerd op een herdenking van het Verdrag van Aken (1748), bij wijze van ‘sonorisaties’ van een groots opgezet feestvuurwerk. ‘The Royal Fireworks’ bevat alles om het publiek te verrukken: earwormmelodieën, een pittige meeslepende muziek, warme en krachtige harmonieën en contrastrijke orkestraties. Maar ... het kan verkeren. Bij de eerste vertolking ging gewoon alles mis, de uitvoering flopte helemaal: het regende pijpenstelen, een houten paviljoen ging ongewild in de vlammen op en natte vuurpijlen zorgden voor een ontgoochelend vuurwerk. Bovendien startte Handels muziek té vroeg en kraamden de musici al op lang voor het vuurwerk zelf was begonnen. Mozart schreef de concertaria ‘Ch'io mi scordi di te - Non temer’ K. 505 voor de Londense zangeres Nancy Storace. Storace kwam in 1783 op uitnodiging van Keizer Josef II naar Wenen en werd er bevriend met Mozart en Haydn. Na ernstige stemperikelen keerde ze in 1787 terug naar haar geboortestad. ‘Ch'io mi scordi di te’ voor sopraan, orkest en concerterende piano werd door Mozart voor haar afscheidsconcert gecomponeerd. Nancy Storace zong zelf en hoogstwaarschijnlijk nam Mozart de pianopartij voor eigen rekening. De concertaria gaat klaarblijkelijk - het is niet zo heel duidelijk - over de verscheurende keuze tussen de ware en een opgelegde liefde. Die plot wordt uiteengezet in een beklijvend recitatief (‘Ch'io mi scordi di te?’). Aansluitend zet de pianoforte ragfijn het thema van de aria in (‘Non temer, amato bene’) waarin de sopraan de minnaar verzekert van haar liefde zodat hij niet bang hoeft te zijn. Die geruststellende ideeën worden onderbroken door opwellingen van angst, onzekerheid, radeloosheid en zelfbeklag. In dit kleinschalige vocale juweeltje laat Mozart geconcentreerd het rijke gamma aan emoties opduiken die ook zijn grote opera's stofferen. Ook de Ier John Field (1782-1837) bracht een belangrijk deel van zijn leven in Londen door. Zijn familie verhuisde in 1793 van Dublin naar Londen, Field ging er werken als verkoper in de pianowinkel van de beroemde Muzio Clementi. In ruil leidde Clementi hem gedurende negen jaar op als pianovirtuoos. In 1799 voerde de 17-jarige Field in Londen zijn eerste pianoconcert uit en vestigde meteen zijn naam als pianist én componist. Tijdens zijn eigen concertreizen introduceerde Clementi Field in de voornaamste steden van Europa. Uiteindelijk zou deze zich in Sint-Petersburg en Moskou vestigen. In 1831 keert Field terug naar Londen, vooral om zich te laten opereren aan darmkanker. Hij kon er nog even genieten van een korte professionele opbloei maar sterft in 1837 in Moskou. Drank-, huwelijksproblemen en een slechte gezondheid hebben belet dat Field een carrière uitbouwde die te vergelijken was met deze van andere grote pianovirtuozen van zijn tijd (bvb. Hummel, Kalkbrenner). Maar Field excelleerde wel als pianocomponist. Onder de letterlijk honderden kilo's vroegromantische pianoconcerti die Field en zijn tijdgenoten-virtuozen tot eigen eer en glorie schreven, vallen zijn 7 concerti bijzonder gunstig op. De orkestratie is steeds verrassend en gevarieerd, de pianopartijen expressief en verfijnd, origineel en nooit holvirtuoos. In 1794 ging de 62-jarige Joseph Haydn voor de tweede keer op concertreis naar Londen. Hij ging grààg, zijn eerste reis had hem immers evenveel spaarcenten opgebracht als de 30 jaar die hij bij de Esterhazy's in Hongarije doorbracht. Misschien kon hij zich zelfs, bedacht Haydn, net als Handel, voor het vervolg van zijn carrière in de metropool vestigen. Ook voor deze tournee had Haydn een tweede reeks van zes ‘Londense symfonieën’ gecomponeerd. De eerste ervan, de 99e symfonie, werd in 1794 uitgevoerd in het King's Theatre, Haydn dirigeerde het werk vanachter de pianoforte. Bij zijn eerste terugkeer uit Londen in 1791 vernam Haydn de dood van Wolfgang Amadeus Mozart voor wie hij een oprechte en mateloze bewondering had. Die bewondering was overigens helemaal wederzijds. Mozart's postume invloed is in de laatste zes Londense symfonieën overduidelijk. Zo gebruikt Haydn in de 99e symfonie voor het eerst klarinetten in een symfonische bezetting. Even Mozartiaans is het zeer verfijnde gebruik van blazers die als kleine kamermuziekensembles binnen het orkest worden behandeld wat vaak resulteert tot intieme passages van een magische schoonheid. Koen Uvin
© Copyright 2024 ExpyDoc