Kraailook JP

De gidsengids
Kraailook
Allium vineale
Kraailook is een in het wild
voorkomend lid van de uienfamilie
en schiet al vroeg in het voorjaar op.
Vaak staan die bolletjes op een
kluitje, zodat het lijkt op een soort
graspol. Later ontwikkelt deze plant
per "uitje" een tot 70 cm lange
bloeistengel met in top een kluitje
piepkleine uitjes, eerst nog bedekt
met een vlies, maar dat verdwijnt,
waarna tussen de uitjes kleine
paarse bloempjes op een 70 cmlang stengeltje tevoorschijn komen. Met deze bolletjes, broedbolletjes genoemd,
zorgt de plant voor zijn vegetatieve voortplanting.
Kraailook lijkt sterk op Bieslook maar heeft bladeren aan stengels geplaatst met
lange scheden grijzig groen en halfrond tot rond. De bloeiwijze in juli/augustus is
bijna altijd met bolletjes waaruit de roze of purper, bloemen ontstaan (zie foto). Bij
Bieslook zijn de bladeren wortelstandig heldergroen, glanzend, rond; de stengel
zonder bladen. De bloeiwijze in mei juli is zonder bolletjes, blauwachtig- of rozeviolet,
zelden wit.
In het Engels wordt het plantje wel vaak Wild Garlic of Wild onion genoemd en J.P.
Thijsse schrijft in ‘Kruiden langs Heg en Steg’ dat Kraailook in het Nederlands ook
wel ‘Wilde ajuin’ wordt genoemd.
Zoals alle andere Allium-soorten is ook
Kraailook goed eetbaar. Het blad kan
je de hele winter door oogsten en is
(spaarzaam toegepast!) een pittige
toevoeging aan een salade.
De bolletjes, met een doorsnede van
één tot twee centimeter, hebben een
sterke knoflooksmaak.
Aangezien de stof Allicine ook
voorkomt in Kraailook is het volgende
verhaaltje leuk om te weten.
Graham Jackson, een Brits arts, is ervan overtuigd dat het eten van knoflook bij
sommige mannen erectieproblemen kan verhelpen. Allicine, een stof aanwezig in
knoflook, verhoogt de bloedtoevoer naar de penis en helpt bovendien een deel van
de cholesterolplaque in de peniele bloedvaatjes af te breken.
Jan Pluim