Quantummechanica 1 Uitwerkingen werkcollege 8, 2007 1. Voor een atoom met 1 electron en Z protonen wordt de potenti¨ele energie van het electron: Z e2 1 V (r) = − 4πǫ0 r Dit is dus identiek aan de uitdrukking voor de potenti¨ele energie voor een waterstofelectron, maar met e2 vervangen door Ze2 . Omdat de golffunctie (en dus alle quantitatieve resultaten) uit deze uitdrukking voor V volgt, kunnen we alle resultaten voor het waterstofatoom gebruiken voor een 1 electron, Z-proton atoom, dmv de substitutie: e2 → Ze2 . De energie¨en van dit atoom in termen van de grondtoestandsenergie van waterstof zijn: " 2 # 2 1 Ze m = Z 2 En (Z = 1) n = 1, 2, 3, . . . En (Z) = − 2 2 4πǫ0 n 2¯ h E1 (Z) = E1 Z 2 ≈ (−13.61 eV) Z 2 Dus: 4πǫ0 h ¯2 a 0.529 = ≈ × 10−10 m mZe2 Z Z 2 m Z e2 = Z 2 R ≈ Z 2 1.097 × 107 m−1 R(Z) = 3 4πǫ 4πc h ¯ 0 a(Z) = In de Lyman reeks vinden we grootste golflengte voor de transitie 2 → 1. Dus ( n12 − n12 ) = (1 − 41 ) = 43 . We vinden: f i 3 1 R(Z) ≤ < R(Z) 4 λ Voor Z = 2 betekent dit: 22.8 · 10−9 m < λ ≤ 30.4 · 10−9 m. λ ligt zo tussen de 23 en 31 nm, dit ligt in het verre ultraviolet. Voor Z = 3 vinden we op dezelfde manier: 10.1 · 10−9 m < λ ≤ 13.5 · 10−9 m. Hier ligt de golflengte tussen zo’n 10 en 14 nm. Dit ligt nog verder in het ultraviolet. 2. Gegeven: [ri , pj ] = i¯ hδij en [ri , rj ] = [pi , pj ] = 0 a) Gebruik [AB, C] = A[B, C] + [A, C]B: [Lz , x] = [xpy − ypx , x] = [xpy , x] − [ypx , x] = x[py , x] + [x, x]py − y[px , x] − [y, x]px = i¯ hy [Lz , y] = [xpy − ypx , y] = [xpy , y] − [ypx , y] = x[py , y] + [x, y]py − y[px , y] − [y, y]px = −i¯ hx [Lz , z] = [xpy − ypx , z] = [xpy , z] − [ypx , z] = 0 1 [Lz , px ] = [xpy − ypx , px ] = [xpy , px ] − [ypx , px ] = x[py , px ] + [x, px ]py − y[px , px ] − [y, px ]px = i¯ h py [Lz , py ] = [xpy − ypx , py ] = [xpy , py ] − [ypx , py ] = x[py , py ] + [x, py ]py − y[px , py ] − [y, py ]px = −i¯ h px [Lz , pz ] = [xpy − ypx , pz ] = [xpy , pz ] − [ypx , pz ] = 0 b) Gebruik: [A, BC] = B[A, C] + [A, B]C: [Lz , Lx ] = [Lz , ypz − zpy ] = [Lz , ypz ] − [Lz , zpy ] = y[Lz , pz ] + [Lz , y]pz − z[Lz , py ] − [Lz , z]py = −i¯ hxpz + zi¯ h px = i¯ h(zpx − xpz ) = i¯ hLy c) [Lz , r 2 ] = [Lz , x2 ] + [Lz , y 2] + [Lz , z 2 ] = x[Lz , x] + [Lz , x]x + y[Lz , y] + [Lz , y]y + z[Lz , z] + [Lz , z]z = i¯ h(xy + yx) + i¯ h(−yx − xy) = 0 2 2 2 [Lz , p ] = [Lz , px ] + [Lz , py ] + [Lz , p2z ] = px [Lz , px ] + [Lz , px ]px + py [Lz , py ] + [Lz , py ]py + pz [Lz , pz ] + [Lz , pz ]pz = i¯ h(px py + py px ) + i¯ h(−py px − px py ) = 0 d) [H, Lz ] = 1 2 [p , Lz ] + [V (r), Lz ] = [V (r), Lz ], 2m omdat Lz commuteerd met p2 . p De laatste berekenen we door gebruik te maken van r = x2 + y 2 + z 2 ⇒ x x ∂r = p = ∂x r x2 + y 2 + z 2 ⇒ en ∂r y = ∂y r ∂V (r(x, y, z)) ∂V ∂r ∂V x = = ∂x ∂r ∂x ∂r r ∂V (r(x, y, z)) ∂V y = ∂y ∂r r Dus: h ¯ ∂ ∂ ∂ ∂ [V (r), Lz ] = V (x f − y f ) − (x (V f ) − y (V f ) i ∂y ∂x ∂y ∂x y x h ¯ (V xfy − V yfx ) − (xVr f + xV fy − yVr f − yV fx = 0 = i r r Vanwege de bolsymmetrie van H geldt ook [H, Lx ] = 0 en [H, Ly ] = 0. 2 3. Gegeven: Jˆ± = Jˆx ± iJˆy . a) † Jˆ+† = Jˆx + iJˆy = Jˆx† − iJˆy† = Jˆx − iJˆy = Jˆ− Waarbij we hebben gebruikt dat Jˆx en Jˆy observabelen zijn (en dus Hermites). b) Gebruik makende van [Jˆz , Jˆ± ] = ±¯ hJˆ± : Jˆz Jˆ± |j mj i = [Jˆz , Jˆ± ]|j mj i + Jˆ± Jˆz |j mj i = ±¯ hJˆ± |j mj i + mj h ¯ Jˆ± |j mj i = (mj ± 1)¯ h Jˆ± |j mj i Dus J± |j mj i is een eigentoestand van Jˆz bij eigenwaarde (mj ± 1)¯ h. c) We maken gebruik van Jˆ∓ Jˆ± = Jˆ2 − Jˆz2 ∓ h ¯ Jz : hj mj |Jˆ∓ Jˆ± |j mj i = hj mj |Jˆ2 − Jˆz2 ∓ h ¯ Jz |j mj i = j(j + 1)¯ h2 − m2j h ¯2 ∓ h ¯ 2 mj hj mj |j mj i =h ¯ 2 (j(j + 1) − mj (mj ± 1)) Aan de andere kant: hj mj |Jˆ∓ Jˆ± |j mj i = hJˆ± j mj |Jˆ± |j mj i = |λ± |2 hj mj±1 |j mj±1 i = |λ± |2 We nemen λ± re¨eel en positief, dan geldt: q λ± = h ¯ j(j + 1) − mj (mj ± 1) q dus: Jˆ± |j mj i = h ¯ j(j + 1) − mj (mj ± 1) |j mj±1 i 4. a) We gebruiken de bewegingsvergelijking voor Lx/y/z : i d hLx/y/z i = h[H, Lx/y/z ]i (Griffiths [3.71]) dt h ¯ 2 p [H, Lx/y/z ] = , Lx/y/z + [V, Lx/y/z ] = [V, Lx/y/z ] 2m Uit de volgende relaties: [V, px ] = i¯ h ∂V ∂x [V, py ] = i¯ h 3 ∂V ∂y [V, pz ] = i¯ h ∂V ∂z volgt: [V, Lx ] = [V, ypz ] − [V, zpy ] = y[V, pz ] + [V, y]pz − z[V, py ] − [V, z]py ∂V ∂V = i¯ h (r × ∇V )x −z = i¯ h y ∂z ∂y [V, Ly ] = [V, zpx ] − [V, xpz ] = z[V, px ] + [V, z]px − x[V, pz ] − [V, x]pz ∂V ∂V = i¯ h z = i¯ h (r × ∇V )y −x ∂x ∂z [V, Lz ] = [V, xpy ] − [V, ypx ] = x[V, py ] + [V, x]py − y[V, px ] − [V, y]px ∂V ∂V = i¯ h (r × ∇V )z −y = i¯ h x ∂y ∂x d hLx i = −h(r × ∇V )x i dt d hLy i = −h(r × ∇V )y i dt d hLz i = −h(r × ∇V )z i dt ⇒ d hLi = hr × (−∇V )i = hNi dt b) We weten dat alle drie de componenten van L commuteren met H als V bolsymmetrisch is (zie opgave 2). Dus [H, L] = 0. De bewegingsvergelijking voor L wordt dan: d hLi = 0 dt Andere manier: Dus: ∂V er ∂r V (r) = V (r) ⇒ ∇V = r × er = 0 ⇒ r × (−∇V (r)) = 0 d hLi = hr × (−∇V )i = 0 dt 4
© Copyright 2024 ExpyDoc