Evenwichten van stelsel differentievergelijkingen A. Lineair: 1. Het stelsel is van de vorm ~x(t + 1) = A~x(t) met A een matrix. 2. Het enige evenwicht is 0 0 3. Stabiliteit van het evenwicht: eigenwaarden λ1 en λ2 van A bepalen. → Re¨ele eigenwaarden: Stabiel als |λ1 | < 1 EN |λ2 | < 1. → Complexe eigenwaarden: Stabiel als det(A) < 1. B. Niet-lineair: 1. Het stelsel is van de vorm ( x1 (t + 1) = F (x1 (t), x2 (t)) x2 (t + 1) = G(x1 (t), x2 (t)) 2. De evenwichten worden bepaald door onderstaand stelsel op te lossen ( x1 (t) = F (x1 (t), x2 (t)) x2 (t) = G(x1 (t), x2 (t)) 3. Stabiliteit bepalen van het evenwicht (x∗1 , x∗2 ): ∂F ∂F ∂G ∂G , , , a) Zoek de parti¨ele afgeleiden ∂x 1 ∂x2 ∂x1 ∂x2 b) Vul het evenwicht in de parti¨ele afgeleiden in c) Stel de Jacobiaan J op: J= ∂F (x∗1 ,x∗2 ) ∂x1 ∂G(x∗1 ,x∗2 ) ∂x1 ∂F (x∗1 ,x∗2 ) ∂x2 ∂G(x∗1 ,x∗2 ) ∂x2 d) Eigenwaarden λ1 en λ2 van J bepalen. → Re¨ele eigenwaarden: Stabiel als |λ1 | < 1 EN |λ2 | < 1. → Complexe eigenwaarden: Stabiel als det(J) < 1. 1 !
© Copyright 2024 ExpyDoc