Hoe omgaan met bezoekers (met dementie) in de bus en de

Hoe omgaan met bezoekers
(met dementie) in de bus en de
thuissituatie
Vragenuurtje
 Wie weet er wie hij moet ophalen? Allemaal
gekende bezoekers (ook de nieuwe)?
Informatieoverdracht dus ok? Ja/neen
 Wie krijgt er een fiche of document mee met
daarop informatie over een nieuwe bezoeker?
 Hoeveel keer sta je per week voor een gesloten
deur?
 … zelf in te vullen op de fiche
Wat moet je weten over communicatie?
 Alles wat we doen is communicatie
Wat moet je nog weten?
 Twee soorten communicatie
− Digitale: afgesproken, duidelijk, over eens
− Analoge: niet afgesproken en onvoorspelbaar
Communicatie is een proces
Boodschap
Zender
Ontvanger
Boodschap
Communicatie is een cyclus: de zender geeft een boodschap door.
De ontvanger gaat na of ie het goed begrepen heeft en zendt een
boodschap terug.
De ontvanger wordt nu zender
We beïnvloeden elkaar dus voortdurend.
Wat kan er allemaal mislopen?
Zender
Boodschap
Ontvanger
 Je wacht niet op de aandacht van degene aan wie
je iets wil vertellen
 Je brengt een onduidelijke boodschap
http://www.youtube.com/watch?v=Uo9U1dJZ-ec
 Wat je zegt stemt niet overeen met hoe je er echt
over voelt. Je ziet dat aan je lichaamstaal
 Je bent beïnvloed door je emoties
Wat kan er allemaal mislopen?
Boodschap
Zender
Ontvanger
Je bent afgeleid
Je denk dat je weet wat de andere wil zeggen
Je luistert niet
Je verdenkt de andere ervan een reden te hebben
om met je te praten (motieven verkeerd inlezen)
 Je wil je eigen gedacht naar voor brengen
 Alleen hetgeen jij wil horen, luister je naar




Communicatietips?
− Denk eraan tegen wie je praat. Je zult heel anders
−
−
−
−
communiceren met een vriend, dan bv met een minister. (bij de
ene praat je bv dialect, bij de ander Algemeen Nederlands)
Leer uit vroegere ervaringen. Hou er rekening mee hoe jij
reageert in bepaalde situaties. B.v. Als je van jezelf weet dat je
rap verstrooid bent, probeer er op te letten je aandacht bij het
gesprek te houden.
Pas je houding aan. Zit niet benepen of volledig achterover.
Neem een luisterende houding aan. Dit betekent
geïnteresseerd, door het volgen van bovenvermelde tips.
Zorg dat u niet gestoord wordt door mensen die je proberen te
bereiken of je GSM of semafoon Dit kan immers zeer storend
werken als je b.v. in een ernstig gesprek zit
Zorg voor een duidelijke boodschap, zodat deze kan begrepen
worden
Communicatiestijlen (enkel ter informatie)
Twijfelende golflengte
Ongeveer 8% van de vrouwen en 3% van de mannen zit op de twijfelden golflengte
 Open over jezelf. Je laat zien wat je denk en voelt
waardoor je makkelijk contact maakt met anderen
 Je bent vriendelijk maar laat niet over je heen lopen
 Je durf ‘nee’ te zeggen en je durft vragen waar je
behoefte aan hebt
 Je vind het vaak wel eng om jezelf zo bloot te geven,
je voelt je vaak gespannen in het contact met
anderen
 Het ontbreekt je een stuk aan ‘sociaal
zelfvertrouwen’, waardoor je onzeker kan worden
 Je maakt je wat zorgen over hoe je overkomt en wat
anderen van je denken. Je hebt schrik dan anderen
je niet aardig vinden, maar dat zit eerder jezelf in de
weg
Extraverte golflengte
Ongeveer 20% van de mannen en 23% van de vrouwen zit op de extraverte golflengte
 Niet bang om voor jezelf op te komen
 Je zegt ’nee’ en je steekt je mening niet onder
stoelen of banken
 Netjes, zorgvuldig en betrouwbaar
 Communicatie met anderen ervaar je niet altijd als
ontspannen
 Je hebt moeite om jezelf te zijn bij anderen en om je
ware gedachten en gevoelens te delen
 Je bent bang dan anderen je negatief gaan
beoordelen
 Je bent perfectionistisch en stel hoge eisen aan je
werk. Je wil niet graag fouten maken
De controlerende golflengte
Ongeveer 6% van de vrouwen en 9% van de mannen zit op de contolerende golflengte
 Een gezelschapsdier, je praat gemakkelijk
 Spontaan en ontspannen in contact met
anderen
 Laat niet over je heen lopen
 Zelfverzekerd en als het erop aan komt, kun je
minder aardig uit de hoek komen
 Je zegt wat je denkt en voelt, ook als je er niet
mee eens bent
De koele golflengte
Ongeveer 10% van de vrouwen en 23% van de mannen zit op de koele golflengte
 Zelfverzekerd en assertief
 Je geeft aan waar je behoefte aan hebt en durft voor
jezelf op te komen
 Ontspannen in contact en niet snel van je stuk te
brengen
 Je laat het achterste van je tong niet zien, ware
gedachten en emoties hou je liever voor jezelf
 Contact blijft vaak zakelijk en afstandelijk, waardoor
het met sommige mensen moeilijk is om een
vriendschappelijke en persoonlijke band aan te
gaan
 Functioneert vaak individueel en weinig behoefte
aan goedkeuring van anderen
De Neurotische golflengte
Ongeveer 16% van de vrouwen en 6% van de mannen zit op de neurotische golflengte
 Gevoelig voor wat anderen van je vinden. Je hebt
graag dat andere je aardig vinden
 Je gaat graag met mensen om en bent voor
anderen vriendelijk en hartelijk
 Je voelt jet niet altijd op je best in contact met
anderen, wat gespannen en onzeker
 Je mag van jezelf geen fouten maken en vindt
het vaak lastig om voor jezelf op te komen
De vriendelijke golflengte
Ongeveer 9% van de vrouwen en 8% van de mannen zit op de vriendelijke golflengte
 Je houd rekening met anderen mensen en wil
niet kwetsen of benadelen, je doe mensen graag
een plezier
 Mensen vinden je vaak heel erg aardig
 Je bent openen en persoonlijk en geïnteresseerd
in de andere. Altijd klaar om een andere te
helpen
 Onderhoud goede relaties en vermoedelijk een
groot sociaal netwerk
 Je houdt niet van ruzie, in een conflict ben je
geneigd om toe te geven. Waardoor je jezelf wel
eens durft weg te cijferen
De sociaal angstige golflengte
Van de jonge mensen (18-23 jaar) bevindt ongeveer 20% zich op deze golflengte. Deze is vaak echter maar tijdelijk. Naar mate mensen meer
zelfvertrouwen krijgen, volwassener worden en hun draai vinden, gaan ze vaak over naar de koele of vriendelijke golflengte
 Je vindt het moeilijk om met mensen om te gaan,
sociale contacten wekken spanning op, waardoor je
ze soms uit de weg gaat
 In gesprekken die je hebt, laat je jezelf niet echt
zien, verlegen en afstandelijk. Je bent bang dat
anderen je negatief gaan beoordelen, je zullen
afwijzen of je zullen uitlachen
 Niet gemakkelijk voor anderen om een band op te
bouwen, ook al willen ze dat graag
 Voor jezelf opkomen en ‘nee’ zeggen doe je meestal
niet, je wil geen conflict met anderen
 Bij mensen die je echt kennen durf je jezelf te zijn
De ondoorgrondelijke golflengte
Ongeveer 5% van de vrouwen en 9% van de mannen zit op de ondoorgrondelijke golflengte
 Je gaat graag je eigen gang
 Je bent aardig en communiceert met de mensen om
je heen, alleen niet op zo’n persoonlijke of
emotionele manier
 Makkelijk in contacten met anderen en vrij
ontspannen
 Zelfverzekerd en gemakkelijk
 Geen hoge eisen aan jezelf en je stelt je niet
overkritisch op. Het is al snel ok voor jou. Je past je
aan als dat nodig is. Je staat dus niet snel op je
strepen, ook al is dat soms nodig
 Mensen krijgen moeilijk hoogte van je
Positie van de mantelzorger
DE POSITIE VAN DE
MANTELZORGER
Situatie
 Leontien zorgt reeds 4 jaar voor haar mama. Ze
doet dit met volle overtuiging en met volle
aandacht. Niet is haar teveel. Alhoewel, het
wordt toch wel heel wat moeilijker. Haar huisarts
heeft samen met haar besproken dat een dvc
een goed idee kan zijn. Na lang nadenken
stemde ze in en werd er een afspraak gemaakt.
Nu komen ze haar mama voor de eerste keer
halen, maar Leontien is er niet gerust in. Als de
chauffeur haar komt ophalen wil ze nog heel
veel vragen. Ze heeft zelfs een blaadje
voorbereid.
− Hoe ga je praten met Leontien?
Positie van Leontien
Familie
Draaglast
Mama
DVC
Huisarts
Behoefte
Leontien
Draagkracht
Omgeving
Familie
Bezoeker
Personeels
druk
Beleid
Behoefte
chauffeur
Werkdruk
Omgeving
Team
Dynamiek van de hulpverlenersdriehoek
De context van de Hulpverlener
(chauffeur)
Een functionele
relatie
Een functionele
relatie
BEÏNVLOEDING
De context van de
Familie
De context van de
persoon met dementie
Een persoonlijke relatie
21
Mantelzorg
 Hulp die wordt geleverd door familie, vrienden
kennissen
 Mantelzorg komt voor vanuit een sociale relatie
 Mantelzorgers kiezen er meestal niet voor om
mantelzorger te zijn
 Vaak 24/24 beschikbaar zijn
 Mantelzorgers zijn veelal niet voorbereid op de
taak die hen te wachten staat
Draaglast en draakracht
 Draaglast
− Het totaal aantal lasten
 Draagkracht
− De kracht die je hebt om ermee om te gaan
Draaglast
Draagkracht
Draagkracht en draaglast
 Objectieve belasting
− Hetgeen je ziet, het aantal taken dat wordt
opgenomen
 Subjectieve belasting
− Hetgeen je zelf aankan
− Voor iedereen anders
− Je kan dit niet zien
 Mantelzorgers hebben meer dan mantelzorg
alleen
− Eigen gezin, werk, vrijwilligerswerk…
Beïnvloeding draaglast en draagkracht
 Praktisch
− huishouden, zorg, kennis thuiszorgorganisaties,
kennis, coördinatie
 Emotioneel
− Verandering door ouder worden, ziekte, eigen
grenzen, zelfbeeld (zelfvertrouwen), levenshouding
 Relationeel
− Relatie met persoon met de oudere, relatie met
familie, relatie binnen eigen gezin, relatie
professionelen, activiteiten buiten huis
 Lichamelijk
− Gezondheid, welzijn, voeding, beweging, slapen?
Wat kan de rol van mantelzorger zijn?
 Een hulp
− Mantelzorgers nemen veel taken op. Er is geen
ondersteuning of minimale ondersteuning van de
mantelzorgers
 Een medehulpverlener
− Gezamenlijke taak, samenwerking is belangrijk
− Ondersteuning mantelzorg is minimale
 Een medehulpvrager
− Gezamenlijke taak, samenwerking is belangrijk
− Welzijn van mantelzorgers wordt volledig in rekening
genomen
Mantelzorg als medehulpvrager
 Oog voor signalen van mantelzorgers: moeilijk!
 Informeren van mantelzorgers over de
mogelijkheden
 Tijd en aandacht voor mantelzorg
 Je moet er tijd voor hebben
 Werk samen of vraag een deskundige die bv de
hulpverlening in de regio heel goed kent
Draaglast en draagkracht
 Als er een onevenwicht komt, kan dit tot
problemen leiden => overbelasting
Draaglast
Draagkracht
Positie van de Chauffeur
Laat je rijden?
EIGEN POSITIE ALS CHAUFFEUR
Rollen
 Iedereen heeft een rol en tegelijkertijd
verschillende rollen
− Bv opa en gebruiker van het dagverzorgingscentrum
− Echtgenoot en zorgbehoevende gebruiker
− Mantelzorger voor papa en politicus
− Chauffeur en vader of moeder
− Chauffeur en vrijwilliger
− …
Geschiedenis/informatie
 Zorg op maat kan enkel
− Als je wat voorkennis hebt
− Wie is de persoon die je gaat ophalen?
− Gaat de persoon uit vrij wil mee of omdat men vindt dat dit
moet?
− Kent de persoon het dagverzorgingscentrum?
− Is het iemand die sociaal of liever alleen is?
− Kent de persoon andere gebruikers van het dvc?
− ….
Sta ook eens stil bij je eigen rol
 Heb jij veel geduld of wat minder?
 Ben je enkel chauffeur/begeleider in de auto of
heb je nog andere taken?
 Hoe ben je zelf deze morgen gestart?
Maak een vergelijking
Fiche van de chauffeur(s)
Fiche van de gebruiker
− Hoe geduldig ben jij?
− Wie is hij of zij?
− Met hoeveel zijn jullie?
− Wat zijn aandachtspunten?
− Hoeveel tijd heb je?
− Kent hij dvc?
− Hoe ‘zwaar’ is de rit?
− Kent hij andere mensen
− Hoe ben je vanmorgen
− Wat is zijn zorgbehoefte?
opgestaan/toegekomen?
− Welk beeld heb je van de
gebruikers die je moet
halen?
− Wat weet je van de
gebruiker(s)?
− …
− Heeft hij dementie?
− Gaat hij uit vrij wil mee?
Belang van teamwork
 Alleen is maar alleen!
 Maken jullie deel uit van een team?
 Welke informatie krijgen jullie door?
Welke informatie kunnen jullie doorgeven en
wordt er dan ook rekening mee gehouden?
Wat doen we nu al?
 Werken met steekkaarten
− Wat doen we nu al om iedereen zo persoonlijk als
mogelijk te benaderen?
− Welke zaken maken het verschil?
− Welke tips heb je?
− Welke valkuilen heb je?
Wat doen we met gedrag waar wij het moeilijk mee hebben?
Wat is een conflict?
 Onenigheid tussen partijen
− Conflict kan positieve gevolgen hebben
− Je stelt iets aan de kaak, het wordt besproken en je komt tot
een oplossing
− Conflict kan negatieve gevolgen hebben
− Je stelt iets aan de kaak, het wordt besproken, je komt niet
tot een oplossing en het wordt erger
Reacties op een conflict
Bron: Gespecialiseerde psychogeriatrische Verzorgende
 Ontlopen
− Kwaliteiten
− Je kan het nu niet aan
− Je bent niet bij machte
− Je zoekt een derde
− Nadeel
− Altijd ontlopen
 Confronteren – het gesprek aangaan
− Kwaliteiten
− Pakt het conflict onmiddellijk aan
− Nadeel
− Wil iedereen die wel op dit moment. Kan iedereen dit?
− Veelal tijdrovend
Reacties op een conflict
 Forceren – gebruiken van macht
− Kwaliteiten
− Indien belangrijk kan macht gebruiker goed zijn
− Nadelen
− Schrikt af en altijd forceren => veel vijanden
 Toedekken – je laat het zo
− Kwaliteiten
− Je kan je goed inleveren. Vooral als derde goed
− Nadelen
− Je geeft iedereen altijd gelijk: Heb je een eigen mening?
− Toont geen negatieve emoties
− Anderen gaan ook toedekken
Achterdocht
Apathie
Agressie
Ontremming
Claimen
Angst
Vluchten
bedekken met
de mantel der
liefde
niet laten zeggen
angst
boosheid
zenuwachtig
reageren
niet op ingaan
overnemen
overdreven
stimuleren
opgeven
veel aandacht
geven
negeren, maar
toch af toe
bevestigen
niet naar
aanleiding
zoeken
je moet niet
bang zijn
teveel in een
keer vragen
te druk
schrik
straffen
persoonlijk
opnemen
belachelijk
maken
niet aux serieux
nemen
afstand nemen
grenzen stellen
wat gebeurt er
voor?
wat gebeurt er
na?
maak het
makkelijk
doe prettige
dingen
niet aandringen
als het niet lukt
beloon als het
niet gebeurt
negeren
afwisselen met
belonen
ken de levensgeschiedenis
waaraan zie je
het?
ken je de
oorzaak?
wat is de reactie
op jouw reactie?
heeft ie een
vluchtheuvel?
kan hij nog zelf
contacten
leggen?
bieden van
genegenheid
aandacht geven
op andere
manier
bedoeling
gedrag pogen te
achterhalen
grenzen stellen
ken de levensgeschiedenis
Agressie/agitatie - oorzaken
 Agressie is het al of niet met opzet uitvoeren
en/of nalaten van handelingen waardoor
anderen en/of jijzelf schade ondervinden
− Verbale agressie: met woorden
− Non verbale agressie: slaan, maar ook psychisch
− Komt tot 20% voor bij personen met dementie
 Oorzaken
− Frustratie: de werkelijkheid niet kunnen beheersen
− (Teveel) bemoeien
− Voelen zich niet begrepen
− Zelfbeeld daalt: er wordt teveel overgenomen
− Teveel prikkels (impulscontroleverlies)
Agressie/agitatie – reacties hulpverlening
 Vragen ons af waarom? We begrijpen het niet.
“Ik wil toch alleen maar helpen?”
 Zelf agressie gebruiken door
− Angst
− Boosheid
 Valkuil
− “Doet ie dat nu met opzet”
− “Is dat nu echt tegen mij” (persoonlijk opnemen)
Agressie/agitatie – Tips
 Voorkomen
− Gebruik de communicatietips
− Herkennen: als je weet dat het komt (belang
levensgeschiedenis!!!)
− Afstand nemen
− Inleven en grens stellen indien nodig
− Alternatieven aanreiken
− Omgaan met agressie
Achterdocht - oorzaken
 Achterdocht is ten onrechte denken dat
iemand/men het niet goed met je voorheeft
− Komt vooral in beginfase dementie voor
 Hoe komt het?
− Frustratie: niet meer begrijpen van de werkelijkheid
− Vergeten, niet meer weten
− Controle behouden: inspraak is vaak niet meer
mogelijk, er wordt van alles geregeld
− Overzicht kwijt in complexere relaties: wie is wie en
wat doet iedereen?
Achterdocht – reacties hulpverlening
 Bedekken met de mantel der liefde
− Vergroot de achterdocht: “ik wordt niet aux serieux
genomen”
 Zenuwachtig
− “Zie je wel, ik wist het, zij heeft dat gedaan”
 Niet laten zeggen
− Allebei een rotgevoel
 Niet op ingaan
− Een rotgevoel
Achterdocht - tips
 Wat gebeurt er voor dat de achterdocht begint?
 Wat gebeurt er na de achterdocht
 Stellen van vragen
− Benoemen: “u denkt dus dat”
− Duidelijk maken “ u weet dat dit zo niet is”
− Vragen om reactie: ‘” wat gaat u nu doen?”
 Altijd makkelijker als er een vertrouwenspersoon
is
Apathie - omschrijving
 Definitie: apathie is een stoornis in de motivatie
waardoor men niet kan komen tot handelen
en/of men niet kan genieten van zaken waar
vroeger wel van genoten werd en/of men niet
kan komen tot he tondernemen van handelingen
die kunnen leiden tot een meer ingevuld
bestaan
− Komt vrij vaak voor 15 tot 55%
− In combinatie met depressie tot 50%
− Fronto-temporale dementie tot 77%
Apathie oorzaken
 Het niet kunnen uitvoeren van een handeling
 Starten met een handeling, maar niet tot een
goed einde kunnen brengen
 Vervelend gevoel oplopen als het niet lukt
 Volgende keer lukt weer niet: vervelende gevoel
is er weer
 Niet kunnen starten van de handeling
Apathie – reacties hulpverleners
 Wijziging in relaties
− Overnemen
− Overdreven stimuleren
 Opgeven, het lukt toch niet
 Loopt tegen je eigen grenzen aan
Apathie - tips
 Verminder de stress door minder aan te dringen
als het echt niet lukt
 Maak de handelingen zo makkelijk als mogelijk
− Leg bv alles al klaar
 Beloon elke gelukte poging
 Doe prettige dingen en leer uit ervaringen
 Valkuil: apathie is zeer moeilijk om om te
draaien
Claimend gedrag - oorzaken
 Claimend gedrag is het herhaaldelijk op dezelfde
wijze vragen van aandacht voor zichzelf door de
cliënt terwijl het geven van aandacht aan die
cliënt niet leidt tot vermindering van dit gedrag.
− Roepen, gillen, plakken, aandacht blijven vragen, 100
keer bellen…
 Oorzaken
− Hou rekening met de omgeving waar je je bevindt
− Netwerk wordt steeds kleiner
− Als verzorgende ben je vaak vrij veel aanwezig
− Eenzaamheid, verveling, lichamelijk/psychisch ongemak die
niet verwoord kan worden, verkeerde denkbeelden
− Wordt het gedrag beloond??
Claimend gedrag – reactie hulpverleners
 Wensen worden vervuld en de persoon krijgt
veel aandacht
 Het start terug: “ je bent net geholpen” – terug
aandacht
 Negeren, maar toch nog af en toe gedrag
bevestigd zien
Claimend gedrag - tips






Zeker niet makkelijk: hele opdracht
Ken je de levensgeschiedenis?
Wat is het karakter?
In welke omstandigheden komt het voor?
Beloon als de cliënt niet claimt
Negeren afwisselen met belonen bij goed gedrag
Angst – oorzaken
 Angst is een vaag gevoel van onbehagen met
een voor de betrokkene onbekende oorzaak
 Oorzaken
− Verlies van grip op de werkelijkheid
− Snapt de andere niet: weet niet wat verwacht wordt,
maar wel dat er iets verwacht wordt
− Onverwacht aanraken
− Vertrouwde omgeving valt weg
− Verlies van eigen identiteit
Angst – reacties hulpverleners
 “Je moet niet bang zijn”
 Aanleiding van angst wordt niet gezocht
 Angst wordt niet herkend
Angst –tips
 Waaraan zie je de angst?
 Heb je een zicht op de oorzaken?
 Hoe reageerde je en wat was de reactie?
Vluchtgedrag - oorzaken
 Vluchtgedrag is het al dan niet opzettelijk
verwijderen uit een situatie die als te bedreigend
of belastend ervaren wordt.
 Oorzaken
− Veelal teveel prikkels – te druk
− Teveel dingen worden in één keer gevraagd
− Terug naar de ouders
Vluchtgedrag – Tips
 Waar vindt de persoon wel rust (in)
 Plezierige dingen doen
 Heeft de persoon een eigen plekje (eigen
vluchtheuvel)
 Kan de persoon nog op eigen initiatief contacten
leggen?
(seksueel) ontremd gedrag
 Gedragingen waar de rem vanaf is
− Ook agressie en claimen behoren hiertoe
 Seksueel
− Ongewenst aanraken
− Intrigerend kijken
− Seksuele voorstellen doen
− Seksuele handelingen stellen
Seksueel ontremd gedrag – reacties hv




Schrik
Persoonlijk opnemen
Straffen
Bagatelliseren= belachelijk maken
 Valkuil: als het één keer gebeurt, wordt alles
daarmee in verband gebracht
Seksueel ontremd gedrag - tips




Wat bedoelt de oudere met dit gedrag?
Heeft hij aandacht nodig?
Heeft hij genegenheid nodig?
Kan je de oudere beïnvloeden of is ie niet meer
te stoppen?
 Stel je steeds de vraag: kan je het aan?