Besluit 1o Subsidieregeling aanvulling kinderopvangtoeslag

A
gemeente Eindhoven
Besluit
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
Gelet op het bepaalde in de Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven,
titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 149 en 156 van de
Gemeentewet.
besluit:
Onder gelijktijdige intrekking van de Nadere regels subsidie aanvulling
kinderopvangtoeslag Gemeenteblad 2014, nr. 10 vast te stellen de navolgende:
Subsidieregeling aanvulling kinderopvangtoeslag
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:
a. ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Eindhoven;
b. De wet: de wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
c. het Besluit: Besluit kinderopvangtoeslag;
d. Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen: Awir;
e. kinderopvang: de definitie zoals omschreven in artikel 1.1 van de wet;
f. gastouderopvang: de definitie, zoals omschreven in artikel 1.1 van de wet;
g. kindercentrum: de definitie zoals omschreven in artikel 1.1 van de wet;
h. gastouderbureau: de definitie zoals omschreven in artikel 1.1 van de wet
i. kinderopvangorganisatie: een in het register kinderopvang als bedoeld in
artikel 1.47a van de wet opgenomen kindercentrum, gastouderbureau en
voorzieningen voor gastouderopvang;
j. ouder: de personen bedoeld in artikel 1.1 van de wet;
k. partner: de personen bedoeld in artikel 2, eerste lid sub f juncto artikel 3 Awir;
l. kind: de persoon als bedoeld in artikel 2, eerste lid sub c juncto artikel 4 Awir
m. kosten van de kinderopvang: de kosten welke, op grond van de wet, in
aanmerking worden genomen bij de hoogte van de kinderopvangtoeslag, die de
Belastingdienst/Toeslagen verstrekt;
A
Kenmerk
n. Toetsingsinkomen: het inkomen zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid sub i jo
artikel 8 Awir
o. IOAW: Wet Inkomensvoorziening Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
Werkloze Werknemers
Lq. IPAZ: Wet Inkomensvoorziening Oudere en Gedeeltelijk Arbeidsongeschikte
Gewezen Zelfstandigen
r. Ouderbijdrage tussenschoolse opvang: een bijdrage van de ouder in de kosten
voor het op schooldagen, tussen de middag, laten overblijven van zijn kind.
Artikel 2 Doel
Met deze subsidieregeling wordt beoogd ouders financieel te ondersteunen om
scholing, opleiding of (begeleiding naar) arbeid en zorg voor de kinderen te kunnen
combineren.
Artikel 3 Subsidieaanvrager
Voor subsidie komen in aanmerking personen als bedoeld in artikel 1.6 eerste lid,
onderdelen c, e en j van de wet en personen met inkomen uit arbeid, aangevuld met
de algemene bijstand op grond van de Participatiewet.
Artikel 4 Te subsidiëren activiteiten.
Een eenmalige subsidie wordt verleend in de kosten van kinderopvang bij een
kinderopvangorganisatie en/of tussenschoolse opvang voor de duur dat de ouder
werkt en aanvullende algemene bijstand op grond van de Participatiewet ontvangt,
gebruik maakt van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling, scholing of een
opleiding volgt.
Artikel 5 Subsidievereisten
Om in aanmerking te komen voor subsidie, als bedoeld in artikel 4, wordt voldaan
aan de volgende vereisten:
a. de ouder maakt gebruik van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling,
zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, Participatiewet, artikel 34,
eerste lid, onder a, IOAW, of artikel 34, eerste lid, onder a, IOAZ of, die de
noodzaak van kinderopvang met zich mee brengt; of
b. de ouder verricht tegenwoordige arbeid, waaruit inkomen uit werk en
woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt genoten, die
de noodzaak van kinderopvang met zich mee brengt en ontvangt
aanvullende algemene bijstand op grond van de Participatiewet; of
c. de ouder heeft de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, volgt scholing of
een opleiding en ontvangt algemene bijstand of kan algemene bijstand
ontvangen met toepassing van artikel 16 of 18, eerste en vierde lid
Participatiewet; of
d. de ouder is ingeschreven bij een school of instelling als bedoeld in paragraaf
2.2 of 2.4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdragen en schoolkosten
2
A
e.
f.
Kenmerk
dan wel als bedoeld in de artikelen 2.8 tot en met 2.11 van de Wet
studiefinanciering 2000;en
voor de activiteiten wordt niet reeds aanspraak gemaakt/ bestaat niet reeds
aanspraak op een andere tegemoetkoming en/of vergoeding en/of bijdrage;
en
artikel 1.6 lid 3 van de wet, indien de ouder een partner heeft
Artikel 6 Subsidieplafond/de verdeling van de subsidie
1. Het subsidieplafond voor het subsidiëren van activiteiten, zoals bedoeld in
deze subsidieregeling, wordt jaarlijks vastgesteld.
2. Indien het bedrag waarvoor op grond van deze subsidieregeling subsidie
zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag
hebben ingediend groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde
subsidieplafond, wordt op aanvragen beslist in de volgorde waarin de
aanvragen zijn binnen gekomen.
Artikel 7 Subsidiehoogte
1. De subsidie wordt verleend voor het aantal uren, dagen of dagdelen
kinderopvang en/of ouderbijdrage tussenschoolse opvang dat naar het oordeel
van het college redelijkerwijs nodig is voor combinatie van zorg met (een traject
gericht op) arbeid, opleiding of scholing.
2. De subsidie, als bedoeld in het eerste lid, is aanvullend op de door de
Belastingdienst/Toeslagen op grond van artikel 1.7 tot en met 1.9 van de wet
totaal te verstrekken kinderopvangtoeslag en bedraagt:
a. maximaal het restantpercentage van de kosten van kinderopvang,
behorend bij de vierde inkomenscategorie, dat, op basis van bijlage I van
het Besluit, niet vergoed wordt door de Belastingdienst/Toeslagen.
b. 100% van de ouderbijdrage tussenschoolse opvangkosten
Artikel 8 Bij aanvraag in te dienen gegevens
In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de bij de aanvraag in te
dienen gegevens worden de volgende gegevens overgelegd:
a. een volledig ingevuld en ondertekend vastgesteld aanvraagformulier, met de
volgende gegevens:
naam, adres, geboortedatum en burgerservicenummer van de ouder; v indien van
toepassing: naam, geboortedatum en burgerservicenummer van de partner;
9 naam, adres, geboortedatum en burgerservicenummer van het kind of kinderen
op wie de aanvraag betrekking heeft;
de aanvangdatum van de kinderopvang;
het verzamelinkomen en/of toetsingsinkomen.
b. een ondertekend contract van de kinderopvangorganisatie dat de kinderopvang
gaat verzorgen, waarin in ieder geval per kind wordt aangegeven:
3
A
Kenmerk
het aantal uren kinderopvang per maand;
de kostprijs per uur;
v de aanvang-en einddatum van de kinderopvang.
c. bij scholieren/studenten: een inschrijfbewijs van de school of
onderwijsinstelling.
d. een bewijs waaruit de overblijfkosten blijken
e. overige gegevens die het college nodig acht om te kunnen besluiten over de
aanvraag van de subsidie en/of de vaststelling van het toetsingsinkomen
Artikel 9 Aanvraagtermijn
1. In afwijking van het bepaalde in de ASV met betrekking tot de
aanvraagtermijn doorlopend worden ingediend.
2. De subsidie wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag is
ontvangen.
3. Indien op de datum van de aanvraag nog geen kinderopvang en/of
tussenschoolse opvang plaatsvindt, wordt de subsidie verleend met ingang
van de datum waarop kinderopvang en/of tussenschoolse opvang; zal
plaatsvinden.
4. Indien er sprake is van bijzondere omstandigheden die het rechtvaardigen
dat de aanvraag later is ingediend dan de datum waarop feitelijk gebruik is
gemaakt van de kinderopvang en/of tussenschoolse opvang, kan de
subsidie met terugwerkende kracht worden verleend.
Artikel 10
Beslistermijn
In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de beslistermijn kan in
bijzondere omstandigheden de beslistermijn worden verlengd met een termijn van 8
weken.
Artikel 11
Vaststelling subsidie
In aanvulling op het bepaalde in de ASV met betrekking tot de vaststelling van
subsidie wordt de subsidie direct vastgesteld.
Artikel 12
Inwerkingtreding en overgangsbepaling
Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar
bekendmaking en is van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari
2015. Subsidies die nog worden aangevraagd voor de uitvoering van activiteiten in
2014, worden behandeld overeenkomstig de Nadere regels subsidie aanvulling
kinderopvangtoeslag Gemeenteblad 2014, nr. 10.
Eindhoven,
4
A
Kenmerk
Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,
, secretaris.
5