Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: integralen 12/7/2014 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm), Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) 1. Inleiding Dit oefeningenoverzicht is opgebouwd vanuit de vragen van de vorige examens, gerangschikt per thema. De vragen komen van diverse sites. Vooral de site van Leen Goyens was handig en het atheneum van Veurne heeft een prachtige website met uitgewerkte antwoorden en extra oefeningen. 2. Oefeningen over integralen 1997 – juli Vraag 7 Bereken de waarde van de volgende bepaalde integraal: ∫ A. B. C. D. -1 0 1 2 − ∫ 1997 – Juli Vraag 8 Beschouw de volgende functie: y ( x ) 1 6 . x .(6.Ln( x) 1) C 36 Deze functie is het resultaat van: x . e dx 5 A. x x . Ln( x)dx 5 B. x . e dx 7 C. D. x Ln( x) 5 dx 1997 – Augustus Vraag 4 Eerste bewering: ∫ dr. Brenda Casteleyn = − ∫e + www.keu6.be Page 2 Tweede bewering: als u(x) ebn v(x) afleidbare functies zijn, dan geldt: A. B. C. D. ( ) ( )= ( ) ( )− Alleen de eerste bewering is juist Alleen de tweede bewering is juist Beide beweringen zijn juist Beide beweringen zijn onjuist ( ) ( ) 1997 – Augustus Vraag 10 De waarde van ∫ A. B. C. D. is ln 4 ½ ln4 2 ln24 2ln22 2000 – Juli Vraag 3 De waarde van ∫ A. B. C. D. / is: e/3 1/3 1/4 1/5 2001 – Augustus Vraag 7 De waarde van ∫ A. B. C. D. is: e-5 e-3 0 e-1 2002 – Juli Vraag 9 ∫ x. sin = A. B. C. D. –π –π/2 π/2 π dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 3 2007 – Augustus Vraag 1 Stel dat de functies F(x) en G(x) primitieve functies zijn van de functie f(x). Welke van onderstaande beweringen is dan juist? A. B. C. D. De functies F(x) en G(x) zijn gelijkwardig Er bestaat een reëel getal r zodat F(x) = rG(x) De functies F(x) en G(x) kunnen hooogstens in een constante verschillen F(x) en G(x) kunnen alleen rationale functies zijn 2007 – Augustus Vraag 7 Gegeven is ∫ = ln x en ∫ cos Welke bewerig is dan juist A. ∫ = ln sin x C. ∫ = ln x + = sin B. ∫ = sin ln x D. ∫ is niet te berekenen alleen op grond van de gegevens 2008 -Augustus Vraag 2 Voor partiële integratie geldt: f ( x).g '( x)dx g ( x). f ( x) g ( x). f '( x)dx Bepaal de volgende bepaalde integraal: x.(sin( x) cos( x))dx 0 A. /2 B. -/2 C. π + 2 D. π - 2 2010 – Augustus Vraag 7 Be beschouwen twee uitdrukkingen: ln( x ) dx ln( x ) x c Uitdrukking 1: dr. Brenda Casteleyn te www.keu6.be Page 4 Sin Uitdrukking 2: 2 1 1 (2 x ) dx x Cos (4 x ) c te 2 8 Welke uitdrukkingen zijn wiskundig juist? A. B. C. D. Uitdrukkingen 1 en 2 zijn juist. Uitdrukkingen 1 en 2 zijn fout. Uitdrukkingen 1 is juist en uitdrukking 2 is verkeerd. Uitdrukkingen 1 is verkeerd en uitdrukking 2 is juist. 2012 – Juli Vraag 6 versie 1 Bereken de volgende onbepaalde integraal: x .e 3 ex 2 2 dx 2 A. B. 3 e 3e2. x .e c te 2 3 e. x . e 3 e. x 2 2 c te 3 ex 2 2 C. e c te 3e 3 ex 2 2 D. x .e 3e c te 2010 – Juli Vraag 6 versie 2 Bereken de volgende onbepaalde integraal: A. 4 23 x 2 e c te 3 B. 3 23 x 2 e k 4 C. 2 23 x 2 e k 3 dr. Brenda Casteleyn x .e www.keu6.be 2 2 x 3 dx Page 5 D. 3 23 x 2 e k 2 2012 – Augustus Vraag 6 5x 2 Sin 2 . dx Bereken de volgende onbepaalde integraal: A. B. C. D. 2 5x 2 Cos C 5 2 2 5x 2 Cos C 5 2 5 5x 2 Cos C 2 2 5 5x 2 Cos C 2 2 2014 – Juli – Vraag 2 Werk de volgende onbepaalde integraal uit: A. B. I x.Ln( x) x 4.e 1 x 4 1 x 4 I Ln( x) e dx C 1 x 4 e C 4 I x.Ln( x) x 1 x 4 e I x . Ln ( x ) C C. 4 D. I x.Ln( x ) 4.e dr. Brenda Casteleyn 1 x 4 C www.keu6.be Page 6 3. Oplossingen oefeningen 1997 – juli Vraag 7 − ∫ ∫ e0 – e-∞ - ∫ (waarbij y = 1+x en dy = dx; en nieuwe grenzen: voor x = 0 y=1 en voor x = e-1 y =e)) 1 – 0 - (ln(e) – ln(1)) 1 – (1-0) = 0 Antwoord B 1997 – Juli Vraag 8 Gegeven: y ( x) 1 6 . x .(6.Ln( x ) 1) C 36 Gevraagd: van welke integratie is deze functie het resultaat Oplossing: vanprimitieve terug naar integraal = afleiden: Y’(x) = [6x5(6lnx – 1) + x6 ] = [36x5lnx –6x5 + 6x5 ] = x5lnx Antwoord B 1997 – Augustus Vraag 4 Gegeven: Eerste bewering: ∫ = − ∫e + Tweede bewering: als u(x) en v(x) afleidbare functies zijn, dan geldt: ( ) Gevraagd: welke beweringen juist? ( )= ( ) ( )− ( ) ( ) Oplossing: De eerste bewering is een toepassing van de tweede bewering. Ze zijn allebei juist: dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 7 Antwoord C 1997 – Augustus Vraag 10 De waarde van ∫ is Oplossing: Gebruik substitutie: y = ln x dan is dy = 1/x dx Vervanging in de integraal geeft: ∫ Primitieve: = ln(x)2/2 Invulling van waarden: = ( = ( ) – ( ) –0 ) (want ln 1 = 0) Pas eigenschappen log toe: logaxn = n logax = ( ) =2 2 Antwoord D 2000 – Juli Vraag 3 De waarde van ∫ / is: Gebruik substitutie en partiëel integratie: Y = 2x, dus dy = 2dx Vervanging in integraal geeft: ∫ = (2 = 2 − − ) = ( − )+ / = ( − ) – (0 − 1) =¼ dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 8 Antwoord C 2001 – Augustus Vraag 7 De waarde van ∫ Oplossing: ∫ =∫ is: (in teller 2 optellen en terug aftrekken) 1− = x – 2ln(x+1) Ι0e-1 = (e-1-2lne) – (0-2ln1) = e-1-2 (ln1 = 0) = e-3 Antwoord B 2002 – Juli Vraag 9 ∫ x. sin Gebruik partieel integratie: ∫ x. sin = (-cos x)x – ∫(− cos ) = -x cos x + sin x Waarden invullen: (-πcos π + sin π) – ((-0.cos(0) + sin(0)) = -π(-1)+0 = π Antwoord D 2007 – Augustus Vraag 1 Stel dat de functies F(x) en G(x) primitieve functies zijn van de functie f(x). Welke van onderstaande beweringen is dan juist? De functies F(x) en G(x) kunnen hoogstens in een constante verschillen Antwoord C 2007 – Augustus Vraag 7 Gegeven is ∫ = ln x en ∫ cos Welke bewering is dan juist dr. Brenda Casteleyn = sin www.keu6.be Page 9 ∫ = ln sin x ∫ = ln x + ∫ = sin ln x ∫ is niet te berekenen alleen op grond van de gegevens Gemakkelijkste manier is uitkomst van elke oplossing afleiden: Bij A: (ln sinx)’ = ( ) (gebruik: (ln f)' = f'/f ) = Bij B: (sin ln x)’ = cos lnx . (lnx)’ = cos Bij C: (ln x + )’ = + ( ). A, B en C zijn alledrie onjuist = + Antwoord D Om de integraal op te lossen: gebruik ∫ ∫ =∫ =∫ ( ) = ln = + Cte ln ∓ + Cte 2008 -Augustus Vraag 2 Voor partiële integratie geldt: f ( x).g '( x)dx g ( x). f ( x) g ( x). f '( x)dx Bepaal de volgende bepaalde integraal: x.(sin( x) cos( x))dx 0 Oplossing: ∫ . (sin + cos ) = −cos x. x— ∫ −cos x =∫ . sin +∫ + sin x .x – ∫ sin . cos = -cos x.x + sinx + sin x.x + cos x Waarden invullen: = (-cos π.π + sin π + sin π.π + cosπ)- (-cos(0).0 + sin(0) + sin (0).0 + cos (0)) dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 10 = (-(-1)π + 0 + 0.π + (-1)) - (-1.0 + + 0 + 1) = π – 1 -1 = π -2 Antwoord D 2010 – Augustus Vraag 7 Be beschouwen twee uitdrukkingen: ln( x ) dx ln( x ) x c Uitdrukking 1: 2 Sin (2 x)dx Uitdrukking 2: te 1 1 x Cos (4 x ) c te 2 8 Welke uitdrukkingen zijn wiskundig juist? Oplossing: Uitdrukking 1: gebruik partiële integratie toegepast op ∫ 1. ln ∫ ln = ln − ∫ = − + , dus uitdrukking 1 is fout Uitdrukking 2: zet het kwadraat om door gebruik te maken van machtsreductieregel: ( = ) De integraal uit uitdrukking 2 wordt dan ∫ ( ) =∫ - ∫ cos(4 ) = x - ∫ cos( ) = (met u = 4x en du = 4dx) = x - sin + = x - sin 4 + Ook uitdrukking 2 is fout Antwoord B 2012 – Juli Vraag 6 versie 1 Bereken de volgende onbepaalde integraal: x .e 3 ex 2 2 dx Oplossing: dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 11 Gebruik substitutie: = du = De integraal wordt dan: ∫ = ∫ Antwoord C = )′ = 3 ex dx dx = .( = = 2010 – Juli Vraag 6 versie 2 x .e Bereken de volgende onbepaalde integraal: 2 2 x 3 dx Oplossing: Gebruik subsitutie: du = (e dx = du/e )′ = e . x e . ( x )′ = e De integraal wordt dan: ∫ Antwoord B . =u . ( x)dx = ∫ = = e + Cte 2012 – Augustus Vraag 6 Bereken de volgende onbepaalde integraal: 5x 2 . dx 2 Sin Oplossing: Gebruik substitutie: = du = 5/2 dx, dus: dx = 2/5 du De integraal wordt dan: ∫ Antwoord B dr. Brenda Casteleyn =− =− www.keu6.be + Cte Page 12 2014 – Juli – Vraag 2 Gevraagd: bereken I = ∫ ( )+ Oplossing: splits de som I = ∫ ( ) + ∫ Bereken de eerste term van de som dmv partiële integratie: ∫ ( )1 ( )− ∫ = (ln( )) = x.ln(x) - ∫ . = x.ln(x) – x Bereken de tweede term dmv substitutie: ¼ x = t, dus dt = d(1/4x) = ¼ dx en dus is dx = 4.dt Vervang: ∫ = ∫ 4. Dus I = x.ln(x) – x + 4. = 4. = 4. +C Antwoord A dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 13
© Copyright 2024 ExpyDoc