zwangerschap en post- partum beleid bij ssri- gebruik.

IN ZWANG PROTOCOL:
ZWANGERSCHAP EN POST- PARTUM BELEID BIJ SSRI- GEBRUIK.
Achtergrond zwangeren en depressie
Depressie tijdens zwangerschap komt vrij vaak voor; ongeveer 10% van de zwangeren
voldoet aan de criteria van een depressie1. De laatste jaren is er een afname van gebruik van
tricyclische antidepressiva met als gevolg een toename van het gebruik van selectiveserotonin re-uptake inhibitors (SSRI’s). Een recente studie schat dat 5% van alle zwangeren
SSRI’s gebruiken tijdens de zwangerschap2.
Van geen enkel antidepressivum is bewezen dat het veilig kan worden gebruikt tijdens
zwangerschap en tijdens het geven van borstvoeding. Daarentegen weten we dat een
depressie grote invloed kan hebben op de zwangere en op haar ongeboren kind. Het blijft
noodzakelijk om voors-en tegens te blijven afwegen. Er zijn wisselende gegevens over een
verhoogd risico op congenitale afwijkingen (met name paroxetine), wel is er een duidelijke
associatie met verhoogde kans op spontane abortus.
Onttrekking bij SSRI’s
Onttrekkingsverschijnselen van SSRI’s bij volwassenen zijn bekend. De symptomen zijn
duizeligheid, paraesthesie, tremor, angst, misselijkheid en braken en duren gemiddeld 2-10
dagen.
Neonatale onttrekkingsverschijnselen na intra-uteriene SSRI blootstelling komen bij
ongeveer 30% van de neonaten voor3 4 5 6.
1
Bennett et al. Prevalence of depression during pregnancy; a systematic review. Obstet Gynaecol 2004;103(4): 698-709
Oberlander et al. Neonatal outcomes after prenatal exposure to SSRI antidepressants and maternal depression using
population-based linked health data. Arch Gen Psychiatry 2006;63(8): 898-906
2
3
Chambers et al. Birth outcomes in pregnant women taking fluoxetine. NEJM 1996; Vol 335(14): 1010-15
Costei et al. Perinatal outcome following third trimester exposure to paroxetine. Arch Pediatr Adolesc Med 2002;156: 112932
4
5
Malm et al. Risks associated with SSRI in pregnancy. Obstet Gyaecol 2005;106:1289-96
Levinson-Castiel et al. Neonatal abstinence syndrome after in utero exposure to SSRI in term infants. Arch Pediatr Adolesc
Med 2006;160:173-76
6
In Zwang Protocol: zwangerschap en post- partum beleid bij SSRI- gebruik / versie 2007
1
De meest voorkomende verschijnselen zijn ‘neonatal abstinence syndrome’ met
voedingsproblemen, geprikkeldheid, tremor en hypertonie. Andere, iets minder vaak
voorkomende symptomen zijn EEG-afwijkingen/convulsies, respiratoire distress,
hypothermie, (typisch) hoog huilen, hypotonie, braken, tachypnoe en agitatie. Een review uit
2005 vermeldt de volgende risico’s: neonataal abstinentie syndroom RR 3,0 (95% CI 2,0-4,4),
opname neonatologie RR 2,6 (95% CI 1,4-4,7), convulsies RR 4,1 (95% CI 1,5-11,0),
respiratoire symptomen RR 2,3 (95% CI 1,6-3,2)7.
SSRI’s in graviditeit:
- Voorkeursmiddelen: Sertraline (Zoloft), Fluoxetine (Prozac)
- Relatieve Contraindicatie (SSRI wijzigen): Paroxetine (Seroxat, cardiale
afwijkingen/VSD) en venlafaxine (Efexor, tegenstrijdige gegevens)
- Weinig gegevens (SSRI niet wijzigen): Fluvoxamine (Fevarin), Citalopram (Cipramil),
Escitalopram (Lexapro).
- CAVE bij rokende vrouwen! Meer preterme partussen en dysmaturiteit !
Beleid bij Partus:
- Een (poli-)klinische partus is geindiceerd. Postpartum wordt de neonaat
geobserveerd op de kraamafdeling gedurende 48 uur postpartum. Voor deze
observatie wordt de Finneganscore gebruikt (zie verder)
- Zolang de verpleegkundigen niet getraind zijn in de Finneganscore wordt de neonaat
geobserveerd op de kinderafdeling
Observatie neonaat op kraamafdeling:
- Finneganscore a 3 uur in GHZ (bij elke voeding, zie bijlage)
- Indien Finneganscore  8; direct contact met 3564 / 3497 voor opname neonaat
Kinderarts in consult:
- Bij elke partus met maternaal SSRI-gebruik (ongeacht neonatale symptomen)
- Loopt dagelijks visite en beoordeelt de geobserveerde Finneganscores
Borstvoeding :
- In principe geldt altijd: afwegen nut voor moeder/kind en risico voor kind
- Laagst effectieve dosis voor moeder voorschrijven
- Bij start antidepressivum in borstvoedingsperiode: voorkeur Sertraline (Zoloft)
- Liever geen Paroxetine (Seroxat)
Opname neonaat:
-
Indien Finneganscore (eenmalig)  8
Bij voedingsproblemen en/of verdenking apnoe’s
Moses-Kolko et al. Neonatal signs after late in utero exposure to SSRI’s. Literature review and implications for clinical
applications. JAMA 2005;293:2372-83
7
In Zwang Protocol: zwangerschap en post- partum beleid bij SSRI- gebruik / versie 2007
2
Bijlage: Neonatale abstinentiescore volgens Finnegan
Stoornis
Symptomen Score
Huilen met hoge
2
stem
Continue huilen
met hoge stem
Slaapt <1 uur na
de voeding
Slaapt <2 uur na
de voeding
Slaapt <3 uur na
de voeding
Verhogde reflex
van Moro
Uitgesproken
reflex van Moro
Milde tremoren bij
prikkelen
Ernstige tremoren
bij prikkelen
Milde tremoren in
rust
Ernstige tremoren
in rust
Verhoogde
spiertonus
Excoriatie
Centraal
zenuwStelsel
Myoclonieen
Convulsies
Transpireren
Temp > 37C en
< 38,5C
Temp > 38,5C
Neuromotorische
ademhaling
Frequent geeuwen
(>3-4 maal)
Cutis marmorata
Verstopte neus
Niezen (>3-4 maal)
Neusvleugelen
Gastrointestinaal
Ademfrequentie
>60/min
Ademfreq >60/min
met intrekkingen
Heftig zuigen op
vuistje
Slecht drinken
Regurgitatie
Projectiel braken
Zachte ontlasting
Diarree
Aantal uur postpartum:
3 6 9 12 15 18
21 24
27 30 33
36 39 42
45 48
3
3
2
1
2
3
1
2
3
4
2
1
3
5
1
1
2
1
1
1
1
2
1
2
1
2
2
3
2
3
Totaalscore
RICHTLIJNEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE FINNEGANSCORE
- Noteer de score bij het juiste tijdstip
- Geef scorepunten voor alle symptomen die waargenomen zijn tijdens de gehele periode,
ook al zijn ze op het moment van scoren niet aanwezig.
- Reflexen, spiertonus en ademhalingsfrequentie zijn alleen in rust (niet tijdens slaap)
goed te beoordelen.
- Tel de ademhalingsfrequentie gedurende een hele minuut.
- Meet de temperatuur steeds op dezelfde plaats.
- Geef geen scorepunten voor transpireren indien dit het gevolg is van extra warm
inpakken.
In Zwang Protocol: zwangerschap en post- partum beleid bij SSRI- gebruik / versie 2007
3