Borst + 12 Hartaandoeningen Hartaanval Bij een hartaandoening denken veel mensen onmiddellijk aan een hartaanval. Toch ligt bij een hartaanval het eigenlijke probleem niet steeds bij het hart, maar ook bij de bloedvaten. We spreken daarom over hart- en vaataandoeningen. Een hartaanval is het gevolg van een vernauwing of verstopping van de slagaders die het hart met bloed bevoorraden (kransslagaders). De zuurstofvoorziening en de werking van het hart komen daardoor in het gedrang. Afhankelijk van de ernst en de duur van het zuurstoftekort kan soms (een deel van) de hartspier afsterven. De symptomen die hiermee gepaard gaan, noemen we een hartaanval. Als een kransslagader vernauwd is, maar nog wel bloed doorlaat, treden er vooral symptomen op bij het leveren van een inspanning. Dan vraagt de hartspier immers meer zuurstof, wat door de vernauwing van het bloedvat moeilijk kan aangevoerd worden. Deze vorm van hartaanval noemen we angor (hartkramp of angina pectoris). De symptomen verminderen vaak als de inspanning wordt stopgezet, maar starten opnieuw als het slachtoffer de inspanning hervat. Gekende angorlijders hebben vaak medicatie bij zich die ze bij pijn moeten innemen. Een angoraanval leidt niet steeds tot een blijvend letsel aan de hartspier. het ontwaken. Mensen met angorklachten die al eerder een hartinfarct meemaakten, lopen een hoger risico op het krijgen van een (tweede) hartinfarct. Het risico op een vernauwing of verstopping van een kransslagader neemt toe naarmate er meer risicofactoren aanwezig zijn. Sommige daarvan hebben we niet in de hand, zoals leeftijd, erfelijkheid en geslacht (mannen lopen meer risico). Andere risicofactoren kunnen we wel beïnvloeden. Mensen met een verhoogde bloeddruk, diabetes of overgewicht lopen bijvoorbeeld meer risico op hart- en vaataandoeningen. Ook slechte leefgewoonten, zoals roken, een te vette voeding of te weinig lichaamsbeweging spelen een rol. Niet enkel de kransslagaders kunnen aangetast zijn. Ook bloedvaten in de hersenen kunnen dichtslibben. Een mogelijke complicatie daarvan is een beroerte (zie Beroerte, p. 236). WAT STEL JE VAST? • Een hartaanval begint dikwijls met vage symptomen. • Het slachtoffer ervaart een drukkende pijn en een beklemmend gevoel in de borststreek. • De pijn kan uitstralen naar de linker- of rechterarm, de rug, de nek, de schouders of de maagstreek. • Het slachtoffer is vaak kortademig. Hij krijgt een bleke of grauwe huidskleur, met blauwverkleuring aan de lippen en vingernagels. • Het slachtoffer kan duizelig zijn. • Hij zweet en is vaak angstig. • Soms is het slachtoffer misselijk en lijkt het alsof hij vooral maaglast heeft. WAT DOE JE? • Laat het slachtoffer stoppen met de inspanning waar hij mee bezig was. Zorg dat hij zo rustig mogelijk blijft. • Alarmeer 112. Zelfs als je niet zeker bent, mag je niet meer dan 5 minuten afwachten vooraleer je hulp inschakelt. • Help hem een comfortabele houding aan te nemen (bijvoorbeeld zittend of halfzittend). • Laat het slachtoffer zijn medicatie innemen als hij dat wil. Vraag hem daarbij de dosis te respecteren. Geef zelf geen medicatie. • Adviseer het slachtoffer om een arts te raadplegen, ook als de symptomen binnen de 5 minuten vanzelf voorbijgegaan zijn. Als een kransslagader volledig verstopt geraakt, spreken we over een hartinfarct. In dat geval krijgt een deel van de hartspier geen bloed (zuurstof) meer, waardoor dit deel afsterft. Dit is een blijvend letsel van de hartspier. Een hartinfarct kan zowel optreden bij activiteit als in rusttoestand. Sommige slachtoffers krijgen een hartinfarct in hun slaap of bij 260 261
© Copyright 2024 ExpyDoc