Afsprakenlijst notaties, afrondingen e.d. bij wiskunde

Afsprakenlijst notaties, afrondingen e.d. bij wiskunde
1. Pythagoras: Geen schema gebruiken.
Vanaf klas 2, alle niveaus, als volgt noteren:
AB2 + BC2 = AC2
AB2 + 32 = 82
AB2 = 64 – 9 = 55
AB = √55
2. Gonio: (geen tabel gebruiken!)
a. Als er alleen gegevens bekend zijn, maak dan eerst een schets met
potlood en lineaal.
b. Zijden berekenen:
c. Hoeken berekenen
d. Afronden:
Staat er in de vraag niets vermeld over afronding, dan ronden we de
zijden af op 1 decimaal (indien zinvol) en de hoeken op hele graden.
e. Zijn er eenheden gegeven, dan moeten die ook in het antwoord
genoemd worden.
3. Verhoudingstabellen
Aanleren in klas 1 met tussenstap 1.
Dit houden we zo vol in klas 2 en en 3/4 mavo.
Vanaf klas 3 H/V mag ook het kruisproduct gebruikt worden. Dan moet wel de
berekening naast of onder de kruistabel staan.
4. Vergelijkingen oplossen
a. Stappen onder elkaar noteren.
b. In elke regel komt de onbekende en het = teken terug.
c. Voorbeeld 1:
Voorbeeld 2:
8 + 3(2x – 1) = x + 2
x2 – 20x + 19 = 0
8 + 6x – 3 = x + 2
(x – 19) (x – 1) = 0
6x + 5 = x + 2
x – 19 = 0 V x – 1 = 0
5x = -3
x = 19
V x=1
x=
d. In klas 3/4 MAVO mag een vergelijking ook met inklemmen worden
opgelost. Dan moeten wel de waarde voor en na de goede uitkomst
worden gegeven.
e.
5. Hoeken en driehoeken
a. Wanneer voor het berekenen van hoeken bepaalde eigenschappen
worden gebruikt, dan schrijf je de
gebruikte ‘regel’ tussen haakjes
erachter. bv
S2 =
P3 = 680 ( Z-hoeken)
b. Congruente driehoeken: Noem
drie letters (bv HZH)
c. Gelijkvormige driehoeken: Noem
altijd HH
6. Overige afspraken:
a. Bij gebruik van een formule, deze eerst als formule noteren.
Bijvoorbeeld: Opp cirkel= r2 x π
b. Procenten in principe afronden op 1 decimaal, tenzij in de opgave
anders aangegeven.
c. De kans op een gebeurtenis schrijven we als een breuk. Moet het in
decimalen, dan afronden op 3 decimalen.
d. Hoekpunten moet in HOOFDLETTERS, lijnen met kleine letters.
e. Bij vraagstukken over ruimtelijke figuren (bv zijde of hoek berekenen)
altijd eerst een schets maken met potlood en lineaal van het vlak
waarin wordt gerekend en de hoekpunten en gegeven maten erbij
schrijven.
f. Groter / gelijk noteren we als ≥ (dus 1 horizontaal streepje onder)
Kleiner / gelijk noteren we als ≤