Gespreksstarter

w
w
w.
k
la
s
se
.b
er
Wat deed je lachen vandaag?
Wie was grappig?
Welk woord heeft de juf/meester
vandaag veel gebruikt?
e/
ou
d
s
Welk klasgenootje verdient
een compliment?
→Goed gedaan! Applaus!
Heb je zin in morgen?
Waar kijk je (niet) naar uit?
Deed je iets om trots op te
zijn? Iets liefs, iets moois of
iets moeilijks?
Wat vond je niet leuk
vandaag?
ww
w.
kl
as
se
. be
/o
u
de
rs
Hoe voelde jij je vandaag?
→ blij, boos, bang, verbaasd,
verdrietig
Wat heb je nieuw
geleerd vandaag?
1.
1.
: Knip deze strook af.
2. Leg het vel met de bedrukte kant naar onder.
Vouw nu de vier roze hoeken naar het middelpunt en
vorm zo een roze ruit.
2.
3. Draai het papier om en vouw opnieuw de vier gele hoeken
naar het middelpunt. Je krijgt een gele ruit.
4.
4. Vouw het vierkant in vieren en plooi terug open.
5. Steek je vingers onder de paarse flapjes en breng zo de
blauwe stippen naar elkaar toe. Klaar is kees!
3.
5.