Naam: _________________________________ MEETKUNDE: HERHALING 1 Kruis het tiende raam van links op de vijfde verdieping aan. 2 Kruis aan. Ik zie. 3 Waar sta ik? Teken het grondplan en noteer het aantal blokken. 4 Vul in of teken. A B C D E F G 1 staat in ___________ . 2 Teken een in C1-F2. 3 4 5 6 5 Teken een rechte hoek BAC. 6 Kruis alle passende namen aan. Omcirkel de meest passende naam. vierhoek vijfhoek trapezium parallellogram rechthoek ruit vierkant 7 Teken een vierkant met zijde 6cm. 8 Meet de lengte van de zijden en kruis de naam van de driehoek aan. Meet de hoeken en kruis de passende naam van de driehoek aan. gelijkzijdige driehoek gelijkbenige driehoek ongelijkzijdige/ongelijkbenige driehoek scherphoekige driehoek rechthoekige driehoek stomphoekige driehoek 9 Teken een rechte c door punt B. Let op c // a. a B 10 Teken een rechte f door punt E. Je weet dat f ┴ g. E g 11 Teken een verticale rechte m. 12 Teken een cirkel met middelpunt P en met straal [PQ] van 2cm. 13 Controleer. Kruis aan wat past. Vul de meest passende naam in. vier gelijke zijden gelijke overstaande zijden evenwijdige overstaande zijden vier gelijke hoeken vier rechte hoeken gelijke overstaande hoeken Dit is een_______________________ 14 Teken een figuur die gelijk is van vorm én van grootte. Deel 2
© Copyright 2024 ExpyDoc