b 2014_14 Begroting 2014 Stichting Openbaar Basisonderwijs

Gemeente Amsterdam
Bezoekadres
Pieter Calandlaan 1
1065 KH Amsterdam
Postbus 2003
1000 CA Amsterdam
Telefoon 14 020
Fax 020 253 6009
www.nleuwwest.amsterdam.nl
Stadsdeel Nieuw-West
X
Vergadering Deelraad
Reg.nr./DECOS nr.
19-02-2014
2014/INT/30
Onderwerp
Begroting 2014 Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden
Datum
De deelraad Nieuw-West,
Gezien de voordracht van het dagelijks bestuur van 21 januari 2014
Besluit
1. de begroting 2014 van de Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden
(STWT) goed te keuren.
Afschrift van dit besluit aan:
Stichting Openbaar Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden
STICHTING
Westelijke
Tuinsteden
Ondernemend Openbaar Onderwijs
Meerjarenbegroting en Jaarplan
2014, 2015, 2016
2
Inhoud
1.
Algemeen
3
2.
Financieel kader
5
3.
Onderwijs en leerlingen
12
4.
Personeel & Organisatie
18
5.
Huisvesting - meerjarenonderhoudsplan
22
6.
ICT Beleid
23
7.
Bestuursmodel
24
Begroting 2014 definitieve versie
3
1.
Algemeen
Voor u ligt de meerjarenbegroting en het Jaarplan 2014, 2015 en 2016 van de Stichting Openbaar
Basisonderwijs Westelijke Tuinsteden (STWT). Er is voor gekozen om in deze begroting een expliciete
relatie te leggen met het beleid zoals dat gevoerd zal worden de komende Jaren.
Belangrijke thema's in de komende Jaren zijn de invoering van passend onderwijs, de verdere
versterking van het onderwijs en de verdere professionalisering van het personeel en een
verbetering van het marktaandeel van onze scholen.
Een lerende gemeenschap
Momenteel doorloopt de stichting een ontwikkeling om te komen t o t een professionele lerende
gemeenschap. Dit betekent dat de vijftien scholen, vanuit en met behoud van hun eigenheid, zich
ontwikkelen t o t een professionele lerende gemeenschap waarin men van en met elkaar leert. Die
lerende gemeenschap heeft slechts één groot streven: alles in het werk zetten om het best mogelijke
onderwijs te bieden dat onze leerlingen verdienen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen in een warme,
veilige en zeker ook uitdagende omgeving. Dat vraagt boven alles een sterk ontwikkelde wil om te
leren. Te leren om het beter te doen, iedere dag weer. En dus ontwikkelen de scholen processen om
met elkaar die leerprocessen in te richten. Dat zijn processen van individuele leerkrachten, van
leerkrachten in teams, van leerkrachten en hun leidinggevende, van leerkrachten en de ouders van
de leerlingen. Maar ook, en dat is een extra dimensie, processen tussen scholen en het
bestuursbureau en tussen de organisatie STWT en het bestuur. De scholen ontwikkelen zich t o t
partners op allerlei gebied; van leidinggevenden die elkaar tips geven en coachen t o t conciërges die
de krachten bundelen om samen klussen te klaren met behulp van samen ingekocht materieel.
Deze werkwijze vereist een omslag in het denken: achtereenvolgens de leerkracht, de directie en het
bestuursbureau en het bestuur vormen "schillen" in de ondersteuning van de leerling.
Vanzelfsprekend neemt dit niet weg dat er ook verantwoordingslijnen blijven bestaan, niet in de
laatste plaats vanwege wettelijke voorschriften op dit gebied. Het primaat komt echter te liggen bij
het primaire proces: het verzorgen van goed onderwijs aan alle leerlingen. Dit heeft verregaande
gevolgen voor de aansturing en voor de wijze van werken van het bestuursbureau. Voor het
leiderschap passen begrippen als 'coachend en dienend leiderschap'. Voor het bestuursbureau
passen begrippen als 'ondersteunen', 'faciliteren' en ' dienen'. Dit betekent niet dat het
bestuursbureau nu omdraait en uit gaat voeren wat de scholen vragen. Het betekent wel dat het
bestuursbureau een meer interactieve relatie onderhoudt waarin samen met de scholen onderzocht
w o r d t op welke manier de processen geoptimaliseerd kunnen worden.
Ook betekent bovenstaande dat er gewerkt wordt aan de versterking van de verbondenheid tussen
de scholen. In 2013 is begonnen met een "scholentour", waarhij een directeur al zijn andere (vijftien)
collega's ontvangt en feedback krijgt. Hieruit komt een aantal punten naar voren waarop de scholen
van en met elkaar kunnen leren. Deze punten zijn het aangrijpingspunt om het gesprekken tussen de
scholen van start te laten gaan. Concreet komt dit t o t uiting in bijeenkomsten waarin
personeelsleden met dezelfde functie, bijvoorbeeld IB-ers, ICT-ers of conciërges, van de verschillende
scholen elkaar ontmoeten.
Begroting 2014 definitieve versie
4
Scholen in de buurt
Onze scholen willen en moeten nadrukkelijk verbonden zijn met de buurt waarin zij staan. Binnen
Amsterdam Nieuw West zien wij een grote diversiteit binnen de bevolking, zowel in culturele
achtergrond, gemiddeld opleidingsniveau en sociaal-economische status. Sommige wijken worden
grondig opgeschud in het kader van de stedelijke vernieuwing. Wij signaleren dat in een aantal
buurten van Nieuw West met relatief weinig bagage aan de basisschool beginnen.
De scholen zoeken nadrukkelijk de aansluiting bij de thuissituatie om een rijke leeromgeving voor het
kind te creëren. Dat legt een belangrijke, soms moeilijke, vraag bij de leerkrachten. Tegelijkertijd legt
het ook een verantwoordelijkheid bij de ouders. Vanzelfsprekend gaan wij graag met ouders in
gesprek over een goede invulling van hun verantwoordelijkheden.
Leeswijzer
In deze toelichting gaan we eerst in op de gehanteerde systematiek. Vervolgens beschrijven we per
beleidsterrein de ontwikkelingen en de gevolgen zoals we die verwachten. Hierin gaan we zowel in
op het begrotingsjaar 2014 als op de langere termijn. Uiteraard moet de lezer zich daarbij realiseren
dat ontwikkelingen in de verdere toekomst moeilijker accuraat in te schatten zijn.
Voor het meerjarenperspectief wordt uitgegaan van een lineaire ontwikkeling van de baten en lasten
relatief ten opzichte van het leerlingenaantal. Wij realiseren ons dat dit niet voor alle posten een
reëel beeld geeft.
Amsterdam, 19 december 2013
Joke Middelbeek, Algemeen Directeur
Begroting 2014 definitieve versie
5
2.
Financieel kader
Systematiek
In 2012 is de opzet van de begrotingscyclus iets gewijzigd ten opzichte van de voorgaande jaren. Er is
begonnen met een kaderbrief, die als startpunt dient voor de begroting. Hierin is vastgelegd aan
welke kaders de scholen zich moeten houden. Tevens zijn er ondersteunende documenten
meegestuurd ter verduidelijking van waar welke lasten drukken (op schoolniveau of op
bestuursniveau). Daarnaast is een planning meegestuurd binnen welke tijdslimieten de
begrotingscyclus moet plaatsvinden. Het financiële beleid van de stichting, dat op schoolniveau de
baten en lasten met elkaar in evenwicht dienen te zijn, is duidelijk verwoord. Binnen dit kader zijn de
scholen zelf verantwoordelijk en kunnen zij zelf hun reële begroting samenstellen. Een ander
opmerkelijk punt is dat er geen vergelijking met voorgaande begroting plaatsvindt, doch een toets
met de actuele kosten (prognose) van lopend Jaar. Hierdoor w o r d t voorkomen dat posten te laag
ingeschat worden. De scholen worden ondersteund door de afdeling financiën op het
bestuursbureau, die een vooraf ingevulde begrotingssheet per school invult met de meest relevante
en bekende gegevens.
Planning & Control Cyclus
De Jaarlijkse cyclus is in grote lijnen als volgt ingericht:
wanneer
wie
wat
mei
Bestuursbureau
Kaderbrief met uitgangspunten, informatie & planning
1 oktober
Scholen
Leerlingentelling
oktober
Scholen
Schoolbegroting
oktober
Bestuursbureau
Vaststelling budget per schooi
30 november
Bestuur
Vaststelling concept stichtingsbegroting
december
Bestuursbureau
Evt. aanpassingen op concept
15 december
Bestuur
Bestuursbesluit stichtingsbegroting
31 december
Bestuursbureau
Verzending begroting naar stadsdeel
maart
Bestuursbureau
Opstellen jaarrekening
mei
Bestuur
Vaststelling jaarrekening
Bekostiging
Het onderwijs w o r d t grotendeels gefinancierd door het Ministerie van OCW. Het Ministerie bekostigt
de scholen op bestuursniveau op basis van lumpsum. Dit geeft de scholen en het bestuur de
mogelijkheid om de gelden zo veel mogelijk in lijn met het eigen beleid en naar eigen behoefte in te
zetten. Er zijn vier structurele geldstromen vanuit OCW:
Personele bekostiging
Deze vergoeding aan de scholen dient ter dekking van de formatiekosten.
Personeel en arbeidsmarkt beleid
Hiervan w o r d t een gedeelte bovenschools ingezet voor centraal beleid en ondersteuning van
de scholen.
Materiële instandhouding
Begroting 2014 definitieve versie
6
Deze financieringsstroom wordt primair gebruikt ter dekking van inventaris,
huisvestingslasten en materiaal. Het gedeelte voor administratie, beleid en bestuur wordt
bovenschools ingezet.
Subsidies
Extra financieringen voor leerlinggebonden budget of specifieke projecten worden in onderling
overleg op schoolniveau en bovenschools ingezet.
De begroting is niet geïndexeerd. Een aanname is dat de inflatie wordt gecompenseerd door OCW.
Doelsubsidies en -uitkeringen worden volledig ingezet voor de daarvoor afgesproken doelstellingen.
Ook van andere instanties dan OCW, bijvoorbeeld het stadsdeel, ontvangt de stichting doelsubsidies.
Bestuursbureau en bovenschoolse kosten
De stichting heeft een bestuursbureau ter ondersteuning van het bestuur en van de scholen. Vanuit
de rijksmiddelen is voor de instandhouding van dit bureau 4% van het totale budget beschikbaar. Het
bureau bestaat uit de onderdelen algemeen, huisvesting, financiën en personeelszaken. Naast de
reguliere lasten van het bestuursbureau te weten de personele lasten, huisvesting beheert het
bestuurskantoor een aantal bovenschoolse posten zoals: ARBO, accountant, juridische
ondersteuning, lidmaatschappen, Europese aanbestedingen en mobiliteit. Het bestuursbureau zorgt
verder voor verdeling van gelden tussen de scholen betreffende de solidariteitsregeling en het
opvangen van groei en krimp. Indien de scholen onevenredig belast worden buiten de invloedssfeer
van de school, kunnen de betreffende scholen een beroep doen op de solidariteitsregeling voor een
compensatie BAPO-kosten en energie.
Leerlingenaantallen
In deze begroting is de leerlingtelling van 1 oktober 2013 leidend.
1 oktober 2013
1 oktober 2012
Slootermeerschool
353
344
Burgemeester De Vlugt
321
332
CC Einstein
181
190
Goeman Borgesius
271
293
Huizingaschool
257
260
Louis Bouwmeester
261
258
De Toekomst (v/h Ru Paré)
237
221
7e Montessorischool
485
491
Pieter Jelles Troelstra
688
694
SBO De Kans
144
155
De Punt
429
448
O.M.S.
294
282
Begroting 2014 definitieve versie
7
De Globe
298
287
De Vlaamse Reus
295
311
De Horizon
637
668
Totaal
5151
5234
We stellen vast dat op de teldatum 2013 83 leerlingen minder onze scholen bezochten dan in 2012.
Voor het regulier onderwijs gaat het om een daling van 72 leerlingen. Dit leidt t o t een afname van
OCW-gelden. In hoofdstuk 3 gaan we nader in op de ontwikkeling van de leerlingenaantallen.
Geconsolideerde begroting
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Stichting Westelijke Tuinsteden Totaal Geconsolideerd
2013
2014
2015
2016
Baten e n lasten
Baten
3.1 Rijksbijdragen OCW
€
30.640.718
€
30.934.054
€
33.089.000
€
33.089.000
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
€
1.405.181
€
1.389.752
€
1.240.000
€
1.090.000
3.3 Coiiege-, cursus-, les- en examengeiden
€
3.4 Baten werk in opdracht van derden
€
3.5 Overige baten
€
€
€
€
463.651
€
€
€
430.813
€
€
4.3 Huisvestingslasten
4.4 Overige lasten
€
€
431.000
28.052.965
€
27.903.000 : €
815.564
€
816.000
2.170.205 i €
1.942.524
€
2.126.713
1.922.009 • €
€
431.000
Lasten
4.1 Personeelslasten
4.2 Afschrijvingen
Saldo baten en lasten
Financiële b a t e n e n lasten
5.1 Financiële baten
5.2 Financiële lasten
Saldo financiële baten en lasten
Begroting 2014 definitieve versie
27.282.205
847.971
1
€
m
€
27.748.000 :
816.000 ;
4.043.000 : €
4.043.000
1.922.000
1.922.000
€
8
Toelichting op de begroting Stichting Westelijke Tuinsteden
Algemeen
Het resultaat begroting 2014 is positief uitgekomen op € 61.556.
Baten - meerjaren perspectief
De Rijksbijdragen OCW zijn geïndexeerd (inflatie en kleine incidentele subsidies). Het zgn.
Herfstakkoord is niet in de begroting verwerkt omdat nog niet bekend is onder welke voorwaarden
en hoeveel middelen voor 2014 beschikbaar zijn. Met ingang van 2015 wordt het onderhoud van
huisvesting gedecentraliseerd. Daardoor verwachten wij een stijging van de huisvestingsbaten enlasten met 2,1 miljoen voor de komende jaren.
In de overige subsidies zijn de prestatiebox gelden één op één doorgezet naar de scholen.
Voorwaarde voor opname van deze bedragen is dat de scholen hiervoor een plan indienen
(2013/14 € 500.694 en voor 2014/15 € 493.596).
De Rijksbijdrage voor overige overheidsbijdragen en -subsidies laten een dalende lijn zien. Dat komt
door de centralisering van de gemeente Amsterdam. Wij verwachten dat op termijn minder subsidies
beschikbaar zijn. Daarmee is in het meerjaren gedeelte rekening gehouden.
Lasten - meerjaren perspectief
Voor de opbouw van de lasten personeel en materieel zijn de schoolprognoses voor 2013 en 2014
gebruikt om t o t een reële jaarbegroting te komen. Het uitgangspunt is om de lasten en baten per
school in evenwicht te houden. Dit dwingt de scholen vooruit te kijken en op voorhand maatregelen
te nemen.
De personeelslasten (circa 85% van de begroting) heeft STWT aangepast aan de dalende trend in
leerlingenaantallen. De afbouw van het personeel dient gelijk op te gaan met de subsidieontwikkeling bij het D M 0 . Vanaf 2015/2016 verwachten wij weer stabiliteit in het aantal leerlingen.
De huisvestingslasten zijn gedaald door een lagere dotatie groot onderhoud. Dit onderdeel is
aangepast in de MJOP (zie hoofdstuk 5). De lagere dotatie verklaart de daling.
De overige lasten zijn gedaald. € 100.000 komt door de besparing op het bestuursbureau. Voor de
scholen worden de verwachte uitgaven voor ICT € 55.000 lager. Ook verwachten de scholen
€ 20.000 minder voor cultuur uit te geven.
Begroting 2014 definitieve versie
9
Begroting Bestuursbureau
STAAT VAN BATEN EN LASTEN
Bestuursbureau
2013
2014
2015
2016
Baten en lasten
Baten
3.1 Rijksbijdragen OCW
2.076.059
€
2.295.231
€
4.400.000
€
4.400.000
291.226
€
169.832
€
170.000
€
170.000
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
€
3.3 Coiiege-, cursus-, les- en examengeiden
€
€
3.4 Baten werk In opdracht van derden
€
€
3.5 Overige baten
€
€
€
€
€
Lasten
4.1 Personeelslasten
€
1.067.592
€
1.486.139
€
1.400.000
€
4.2 Afschrijvingen
€
120.150
€
97.814
€
87.000
€
1.380.000
87.000
4.3 Huisvestingslasten
€
385.000
€
210.000
€
2.300.000
€
2.300.000
4.4 Overige lasten
€
904.000
€
798.046
€
800.000
€
800.000
5.1 Financiële baten
€
50.000
€
40.000
€
40.000
€
40.000
5.2 Financiële lasten
€
-
€
-
€
-
€
Saldo baten en lasten
Financiële baten en lasten
Saldo financiële baten en lasten
Toelichting op de begroting bestuursbureau
Overdracht van en naar de scholen
Vanuit de scholen vindt overdracht van middelen plaats, zowel vanuit het personele als vanuit het
materiële deel, ter bekostiging van het bestuursbureau. Vanuit de materiële bekostiging w o r d t in
2014 € 329.471 overgedragen aan het bestuursbureau. Vanuit de personele bekostiging is dit
€ 2.143.360 voor 2014. Gelijktijdig vindt een aantal andere verrekeningen plaats tussen scholen en
de bovenschoolse middelen. Hierdoor is de hier beschreven overdracht niet gelijk aan de baten zoals
in bovenstaande tabel zijn opgenomen.
Impulsgelden
De impulsgelden zijn gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. Deze middelen zijn naar rato
over de scholen verdeeld, overeenkomstig de notitie "herverdeling impuis gelden 2010/2011".
Begroting 2014 definitieve versie
10
Solidariteitsregelingen.
Indien de scholen onevenredig belast worden buiten de invloedssfeer van de school, wordt deze
belasting bovenschools gecompenseerd. Hiervoor is een solidariteitsregeling opgezet. Voor de
compensatie BAPO is per schooljaar € 135.000 begroot en voor energie € 40.200.
Overige overheidsbijdragen en subsidies.
Hieronder valt de zorgbijdrage vanuit de gemeente, die begroot is op € 156.600 in 2014.
Personeelslasten
De personele lasten bestaan uit de loonkosten van de medewerkers van het bestuursbureau. In de
begroting is rekening gehouden met inhuur van extern personeel (financiën, ICT, het opzetten van
strategisch beleid en bestuurssecretariële werkzaamheden) van € 260.000 voor 2014.
Voor schoolbegeleiding is voor alle begrotingsjaren een bedrag van € 156.600 opgenomen. ARBOwerkzaamheden zijn begroot op € 60.000.
De Samenwerkingsverbanden van passend onderwijs zijn onlangs opgericht. Het is nog niet duidelijk
hoe de bedragen definitief verdeeld worden. Derhalve is in de begroting voor het schooljaar 75% van
de bijdrage voor 2013/2014 opgenomen in de begroting voor 2014/2015.
Voor de overige personele lasten is tevens een bovenschoolse 'buffer' opgenomen van € 155.000,
omdat de verwachting is dat de scholen wellicht iets boven de begroting actueel uitkomen (leereffect
prognosticeren en bijsturen). Vanuit deze 'buffer' wordt ook de groei gefinancierd.
Huisvestingslasten
De huisvestingslasten van het bestuursbureau bestaan voor een deel uit het klein dagelijks
onderhoud scholen, dat bovenschools getrokken is vanwege een betere beheersing van de uitgaven
(€ 95.000). In de begroting 2014 voor de huur van het pand is € 73.000 opgenomen. In 2014 zal het
bestuursbureau verhuizen naar een pand met minder oppervlakte en daarmee een lagere huur.
Financiële baten
Door de aanhoudende daling van het rentepercentage is de verwachting dat de baten hiervoor dalen
van € 50.000 naar € 40.000.
Overige lasten
De overige lasten zijn begroot op € 798.000
Onderwerpen
Bedrag
ICT Hardware/Software
€
Opmerking
65.500
Ook de kosten voor jaarlijks
onderhoud Parnassys 40k
Repro
Begroting 2014 definitieve versie
€
10.000
11
Abonnementen
€
2.000
Administratie kantoor
€
249.000
M.i.v, 2014 overgang van OSG
naar OOG
Acco u nta ntskoste n
€
30.000
BOA
€
80.000
Kantoorbenodigdheden
€
5.000
Contributie bestuurlijke organen
€
110.000
Deskundigenadvies (management/juridisch)
€
75.000
19K lager
Onderhoudsbeheer
€
66.000
Incl. overdracht
Internet voor de scholen
70k Inzet en PO-raad en overige
onderhoudsbeheer naar
gemeente.
Vergaderkosten
€
7.500
MR
€
32.000
Verzekeringen
€
10.000
Overige
€
10.500
Project Parnassys
€
25.500
Project Auditbureau professionele
€
20.000
€
798.000
leergemeenschap
Totaal
De overige lasten zijn in 2014 € 100.000 lager dan de begroting 2013. De besparingen zijn
gerealiseerd in de volgende posten:
•
€ 20.000 lagere juridische kosten
•
€ 30.000 lagere contributies
•
€ 50.000 Europese aanbestedingen.
Begroting 2014 definitieve versie
12
3.
Onderwijs en leerlingen
Het verzorgen van onder\A/ijs aan de leerlingen vormt de kern van onze stichting: het is het enige doel
van de organisatie. Hierin streven we naar hoge kwaliteit en een goede aansluiting op het voortgezet
onderwijs. Waar mogelijk houden we rekening met individuele behoeften van leerlingen.
Leerlingaantallen
De stichting signaleert al een aantal jaren een terugloop van het totale aantal leerlingen. Omdat het
aantal leerlingen de primaire bron voor de bekostiging is, is dit een zorgwekkende situatie. De
terugloop kent diverse oorzaken, die zowel binnen als buiten de scholen gevonden worden.
Verschillende scholen hebben te maken met ontwikkelingen zoals buurtrenovatie en de daarmee
samenhangende lagere leerlingenaantallen. Ook is in een aantal buurten sprake geweest van een
tijdelijke piek in het leerlingenaantal. Binnen de scholen moeten we vaststellen dat niet alle scholen
door ouders worden gezien als de aantrekkelijkste school van de buurt. Dit kan te maken hebben
met onderwijskwaliteit, maar ook met randvoorwaarden, zoals naschoolse opvang of aantrekkelijke
lestijden. Daar waar kan, is in het schooljaar 2013/2014 groei ingezet. Bij de Troelstraschool is een
extra onderbouwgroep gestart, in de huidige leerlingcijfers is dat nog niet te zien, maar wel in de
verwachte cijfers voor de teldatum 1 oktober 2014.
Wij zijn ons bewust van de noodzakelijke inspanningen om meer leerlingen aan te trekken. Per
school worden passende maatregelen genomen om de trend van krimp om te buigen in een gezonde
groei. Deze maatregelen zijn divers van aard en variëren van bijvoorbeeld het vormen van extra
kleutergroepen tot verbetering van de PR van de school. Waar nodig zullen wij met ouders en
eventueel andere bewoners in gesprek gaan om de school beter te laten aansluiten bij de behoeften
in de buurt. Op een aantal scholen is nog sprake van wachtlijsten. Waar mogelijk worden deze
kinderen zo snel mogelijk op onze scholen geplaatst.
Een bijzondere positie hierin w o r d t ingenomen door SBO De Kans. Anders dan de reguliere
basisscholen, wordt het leerlingenaantal van deze school niet alleen beïnvloed door de keuze van
ouders, maar ook door het beleid van het samenwerkingsverband over de doorstroom van leerlingen
naar het speciaal basisonderwijs. We zien dat het totaal aantal leerlingen in het Amsterdamse SBO in
de afgelopen jaren is afgenomen, in ongeveer een gelijke mate als het leerlingaantal van De Kans.
1 oktober
1 oktober
1 oktober
2011
2012
2013
Slootermeerschool
333
344
Burgemeester De Vlugt
351
CC Einstein
1 oktober 2014
1 oktober 2015
1 oktober 2016
353
353
353
353
332
321
322
322
322
214
190
181
181
181
181
G o e m a n Borgesius
297
293
271
285
288
290
Huizingaschool
259
260
257
252
250
250
Louis Bouwmeester
270
258
261
260
260
260
De Toekorhst
246
221
237
247
247
247
Begroting 2014 definitieve versie
13
7e Montessorischool
503
491
485
486
486
486
Pieter Jelles Troelstra
647
694
688
729
729
729
SBO De Kans
174
155
144
152
155
155
De Punt
465
448
429
425
421
420
O.M.S.
284
282
294
300
300
300
De Globe
323
287
298
299
299
299
De Vlaamse Reus
303
311
295
296
296
296
De Horizon
669
668
637
637
637
637
Totaal
5338
5234
5151
5224
5224
5225
Passend onderwijs
Met ingang van het schooljaar 2014-2015 wordt de wetgeving rond passend onderwijs van kracht.
Dat heeft onder meer t o t gevolg dat het samenwerkingsverband WSNS Amsterdam West, waarbij
onze stichting aangesloten is, ophoudt te bestaan. In plaats daarvan komt het
samenwerkingsverband Passend Onderwijs Amsterdam-Diemen. Momenteel wordt deze overgang
voorbereid. Deze transitie heeft een aantal gevolgen, die in materiële zin nog niet volledig duidelijk
zijn.
Vanuit het 'oude' samenwerkingsverband ontvingen de scholen een zorgontwikkelingsbudget en een
preventief budget per leerling. In 2013-2014 bedroeg dit in totaal € 66,88 per leerling. Voor de
stichting gaat het daarmee om een totaalbedrag van € 340.000. Daarnaast ontvingen de scholen
rechtstreeks van het Rijk een bedrag voor leerling-gebonden financiering (het "rugzakje"), op basis
van indicaties zoals afgegeven door de Commissie van Indicatiestelling. De hoogte van dit bedrag
varieert, afhankelijk van het cluster waarvoor de indicatie is afgegeven.
De bovengenoemde financieringsstromen komen in de nieuwe situatie te vervallen. In plaats daarvan
zal de financiering meer via het samenwerkingsverband verlopen. Daarbij heeft het nieuwe
samenwerkingsverband in principe de beleidsvrijheid om de ondersteuning aan de scholen in geld of
in natura aan te bieden, of een combinatie van beide. De precieze invulling is nog niet definitief
afgesproken. Wel is duidelijk dat het uitgangspunt gevormd wordt door het toekennen van een vast
bedrag per leerling.
Inhoudelijk vraagt de invoering van passend onderwijs een aanpassing van de scholen. Van
leerkrachten w o r d t verwacht dat zij het onderwijs nog beter dan voorheen op het niveau van de
leerlingen kunnen afstemmen. Dit betekent zowel dat leerlingen met een laag als met een hoog
niveau bediend moeten worden. Voor een deel van de scholen betekent dit dat extra geïnvesteerd
moet worden in de bij- en nascholing van de leerkrachten. Daarnaast is inmiddels een ontwikkeling in
gang gezet dat er meer wijkgericht gewerkt wordt. De kern hiervan is dat tussen scholen die bij
elkaar in de buurt staan, een gezamenlijk beleid geformuleerd wordt met als doel dat voor alle
leerlingen een passend onderwijsaanbod beschikbaar is. Hiervoor is inmiddels een aantal
Begroting 2014 definitieve versie
14
experimenten gestart. De lessen uit deze experimenten zullen in 2014 worden toegepast op alle
scholen. Als onderdeel hiervan wordt voor alle scholen een schoolondersteuningsprofiel opgesteld.
Hierin worden de mogelijkheden, grenzen en ambities per school beschreven, zodat duidelijk is voor
welke groepen leerlingen de school een passend onderwijsaanbod kan realiseren.
Een bijzonder positie in dit geheel wordt ingenomen door onze school voor speciaal basisonderwijs,
De Kans. in 2013-2014 ontvangt de stichting van het samenwerkingsverband voor de instandhouding
van deze school een bedrag van € 119.000. De komende jaren ontwikkelt De Kans zich t o t een
expertisecentrum.
Binnen STWT werken we met meerdere organisatiemodellen om kennis en begeleiding van
leerlingen en medewerkers te optimaliseren. Hierin speelt SBO De Kans een centrale rol. Aan deze
school is Het Kansrijk verbonden. Daarnaast werken we samen met het ABC en geven in deze
samenwerking inhoud aan De Vestibule. Beiden zorgen ervoor dat onze scholen efficiënter, sneller,
deskundig advies of begeleiding op de scholen kunnen krijgen. In de toekomst zal de uitdaging zijn
om, mede vanuit de mogelijkheden van passend onderwijs, meerdere vormen van begeleiding en
leer/onderwijsarrangementen binnen STWT aan te bieden.
Beleid binnen de scholen
Vanzelfsprekend vindt de meeste onderwijsontwikkeling plaats binnen de scholen: hier wordt
immers het onderwijs verzorgd. De ontwikkelingen binnen de scholen laten zich samenvatten onder
de volgende thema's, met daaronder de concretisering.
Onderwijs voor ieder kind:
Taalachterstanden
Hoogbegaafden
Brede talentontwikkeling
Aansluiting VVE-PO
Onderwijs up to date:
Werken met tabiets
Implementatie nieuwe methodes
Handelingsgericht werken
Versterking kwaliteitsborging
Versterking educatief partnerschap:
Cursussen voor ouders
Bijeenkomsten met ouders
Pedagogisch klimaat:
Het bestrijden van pesten
Gezonde leefstijl
Vanzelfsprekend zijn er duidelijke verschillen aan te wijzen tussen de scholen, afhankelijk van zowel
de behoeften van ouders en leerlingen als van de actuele stand van zaken op de school.
Begroting 2014 definitieve versie
15
Alle scholen streven naar een hoge kwaliteit van hun onderwijs. Iedere school heeft een
schooljaarplan waarin zij haar beleidsvoornemens en speerpunten voor het schooljaar weergeeft.
Omdat het te veel is om alle beleidsvoornemens van de vijftien scholen op te noemen, noemen wij
per bovengenoemd thema een aantal voorbeelden om zo een beeld te schetsen.
Onderwijs voor ieder kind
We willen alle leerlingen onderwijs bieden dat aansluit op hun leermogelijkheden, om te komen t o t
een goede ontwikkeling van ieder kind, op zowel cognitief als sociaal- emotioneel niveau. Op de
Louis Bouwmeester school zijn de leertaken aangepast aan de onderwijsbehoeften van het kind. Er
wordt een basistaak aangeboden en daarbij herhalingsstof of verrijkingsstof. De leerkrachten geven
instructie in kleine groepen binnen de grote groep (clusters), om de juiste leerstof aan te bieden die
aansluit bij de leermogelijkheden. De groepsplannen (werken in clusters) en het direct activerende
instructiemodel zijn vaststaande werkmodellen.
1 januari 2014 starten de Vlaamse Reus en de P.J. Troelstraschool met de Day a Week 5chool. De Day
a Week 5chool biedt onderwijs aan cognitief talentvolle leerlingen; kinderen die uitblinken qua
prestaties en denkstrategieën en die behoefte hebben aan meer uitdaging dan dat zij in hun
reguliere groep geboden krijgen. Zij komen één dag per week bijeen met ontwikkelingsgelijken van
verschillende scholen. De Day a Week 5chool heeft als doel een zo breed mogelijke basis te leggen
voor cognitieve talentontwikkeling en het voorkómen van demotivatie. Het lesaanbod is afgestemd
op de interesses van leerlingen. Het daagt hen uit en ontwikkelt hun intellectuele, emotionele en
sociale vaardigheden. Een van de belangrijke achterliggende principes is 'leren leren'.
Voor de Day a Week 5chool is het voorkomen van een tweedeling in het Amsterdamse
basisonderwijs een belangrijke keuze. Kenmerkend is dat de excellente leerlingen een belangrijke rol
blijven spelen in hun "thuisklas". Daarmee verhogen zij niet alleen hun eigen niveau en leerplezier,
maar ook dat van de (meer-)begaafde leerlingen in hun klas die niet aan de Day a Week 5chool
deelnemen. De leerling w o r d t uitgedaagd door bijvoorbeeld een spreekbeurt te geven of zijn/haar
ervaringen te delen met de eigen groep. Op deze manier vindt er een transfer plaats van de Day a
Week 5chool naar de deelnemende thuisscholen.
De ontwikkelkosten voor de Day a Week school bedragen éénmalig € 10.000 en worden
bovenschools betaald. Verder bedragen de kosten per kind € 1500,- per schooljaar. De deelnemende
scholen nemen dit op in hun eigen schoolbegroting.
Onderwijs up to date
De Horizon heeft de afgelopen twee jaar gewerkt aan het verbeteren van de instructievaardigheden
van leerkrachten bij lezen, woordenschat en spelling. In dit schooljaar w o r d t onder andere de
methode Taalactief 4 geïmplementeerd. De ieraren van de groepen 4-8 hanteren daarbij het
lesmodel Doordacht Lesgeven. Daarbij hoort dat de leraren begrijpen waarom bepaalde essenties uit
het lesmodel het leren van kinderen positief beïnvloeden. Taalactief 4 maakt dat er routines
ontstaan in het voorbereiden van lessen. De lessen worden daardoor doelgericht, activerend en
gedifferentieerd. 5teeds is er sprake van gerichte feedback en reflectie op de doelen. Om de
methode goed te implementeren, worden leraren geschoold. Er komen bijeenkomsten waarin
Begroting 2014 definitieve versie
16
geoefend wordt, intervisie plaatsvindt, maar ook gestuurd wordt op toepassing van de geleerde
principes. De kosten van het inhuren van externe expertise is opgenomen in de schoolbegroting.
In schooljaar 2012/2013 zijn op de Burgemeester de Vlugt school iPads in het onderwijs
geïntroduceerd. Gedurende een halfjaar zijn de IPads ingezet als uitbreiding en verrijking van het
onderwijsaanbod. Daarnaast voegen de iPads een belangrijke "plezierfactor" toe aan de lessen, die
kinderen extra stimuleert spelenderwijs te leren. Na veel positieve ervaringen is de inzet van iPads
dit schooljaar gecontinueerd en uitgebreid. In het eerste jaar zijn de iPads iedere dag van de week in
een andere (jaar)groep ingezet. Van groep 1 t o t en met groep 8 werkt iedere groep met eigen app's
ter verrijking, uitbreiding of gewoon om het leren leuker te maken. Zo gebruiken de
onderbouwgroepen onder andere de app "Tracy" om te oefenen met letters en fijne motoriek, ging
de middenbouw aan de slag met "Tafelmonsters" tijdens de rekenles en de bovenbouw met
interactieve topografie door de "Topo Europa" app.
De komende jaren gaat het ICT-landschap mede door de opkomst van tablet's drastisch veranderen.
Op korte termijn zuilen scholen zich de vraag moeten stellen of ze de komende jaren moeten
investeren in meer desktop computers of in meer individuele tablet's voor leerlingen. We voorzien
een groei in het gebruik van individuele app's met name voor kinderen die extra ondersteuning of
verrijking kunnen gebruiken. In het bijzonder voor die leerlingen die extra aandacht of persoonlijke
leerlijnen nodig hebben biedt de iPad extra mogelijkheden en een extra stimulans hiermee zelf aan
de slag te gaan.
In de nabije toekomst zullen digitale methodes een groot deel van de administratieve belasting van
de groepsleerkracht wegnemen. De leerkracht zal hierdoor meer tijd hebben voor aandacht voor
individuele kinderen, terwijl de app automatisch het werk nakijkt, individuele handelingsplannen en
groepsplannen genereert en volledig automatisch en adaptief de stof aanpast aan de behoeften van
het kind. In de verre toekomst voorzien we een school waar met name het gebruik van fysieke
tekstboeken voor verschillende vakken beperkt zal worden.
Versterking Educatief Partnerschap
De Kans organiseert jaarlijks een aantal bijeenkomsten met ouders uit de groepen 1 en 2. Het doel
van deze bijeenkomsten is ouders op de hoogte stellen over het inhoudelijk leerproces van kleuters
om zo handvatten te geven het onderwijsleerproces in de thuissituatie te versterken. Hiermee wil de
school de ouders meer bewust maken van het leerproces, en daardoor ook meer een beroep op hen
kunnen doen om het leerproces thuis voort te zetten.
De Vlaamse Reus wil ouders serieus betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Er worden
oudergesprekken georganiseerd over met name zwakke leerlingen. De criteria voor deze gesprekken
zijn niet hard, de kinderen worden geselecteerd in overleg tussen leerkracht en intern begeleider.
Vooraf worden de bespreekpunten geïnventariseerd en met de ouders wordt besproken wat
eenieder van elkaar mag verwachten. Voor deze gesprekken wordt een half uur uitgetrokken en de
leerkracht wordt vrijgeroosterd voor het voeren van deze gesprekken. De vervanging zal bekostigd
worden vanuit een subsidie vanuit het stadsdeel.
Begroting 2014 definitieve versie
17
Pedagogisch klimaat
De Osdorpse Montessorischool heeft als één van de speerpunten: sport, gezondheid
en
bewegen.
Daarom is er een vakwerkplan bewegingsonderwijs uitgewerkt en is er beleid op voeding- en
beweging. Activiteiten die er in dit kader ondernomen worden zijn:
Jump-in na-schoolse sportactiviteiten;
Waterproject;
traktatiebeleid;
beleid "eten pauze en lunch".
Begroting 2014 definitieve versie
18
4.
Personeel & Organisatie
De stichting streeft er naar om de talenten van alle personeelsleden zo goed mogelijk te benutten.
Dat betekent dat het personeel de ruimte moet krijgen om op basis van zijn talenten carrière te
maken, zowel binnen als buiten de stichting. Vanzelfsprekend wegen de belangen van de werkgever
daarin ook mee. Als blijkt dat de door het personeelslid gewenste ontwikkelingsrichting niet mogelijk
is binnen de stichting, zal de stichting het personeelslid graag ondersteunen bij het vinden van een
werkkring waarin dit wel mogelijk is.
Concreet betekent dit dat personeelsleden (ook) in de gelegenheid gesteld worden om carrière te
maken op elementen van onze core business:
het verzorgen van goed onderwijs en goede
ontwikkelingsondersteuning aan kinderen. Aan de andere kant betekent dit ook dat de werkgever
verwachtingen heeft ten opzichte van zijn personeel. Eerst en vooral verwacht de stichting dat
personeelsleden die in aanmerking willen komen voor een hogere inschaling, professionele
ontwikkeling tonen.
Het werken aan een lerende organisatie is leidend. In dit kader zullen wij ons de komende jaren gaan
richten op de thema's:
Versterking van de samenwerking lerarenopleidingen en opleiden in de school en begeleiden
van startende leraren
Nascholing
Loopbaanmogelijkheden binnen STWT
ARBO-en Verzuim.
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en opleiden in de school
STWT werkt sinds augustus 2008 samen met de HvA PABO. Alle scholen van STWT zijn
opleidingsscholen. Het doel van de samenwerking is om vaardigheden van startende leraren nog
beter op de praktijk van de scholen aan te laten sluiten. Het opleiden in de school w o r d t uitgevoerd
door vijf 'opleiders in school' die voor één dag per week zijn aangesteld om studenten van de HvA
PABO te begeleiden en op te leiden. Momenteel staat opleiden in de school (hierna te noemen:
OPUS) binnen STWT nog te weinig op de kaart. Binnen het kader van OPUS wil de stichting ook de
relaties met de Universitaire Pabo van Amsterdam (UPvA) hernieuwen. Naast een versterking van
het carrièreperspectief van de leerkrachten zijn wij ervan overtuigd dat hiermee een impuls w o r d t
gegeven aan een onderzoeksmatige aanpak binnen de scholen.
Wij zijn er van overtuigd dat de samenwerking met de HvA en straks weer UPvA een goede manier is
waarbij alle betrokkenen van elkaar kunnen leren. Daarom willen we dit jaar een start gaan maken
met de inzet van HvA en UPvA op onze studiedag (d.m.v. workshops door vakdocenten over
bepaalde expertises zoals dyslexie, kindgesprekken, geïntegreerd taal-zaakvakonderwijs en
didactiek).
Doelen en activiteiten
Momenteel staat OPUS binnen STWT nog te weinig op de kaart. Er zijn wei successen behaald, maar
deze zijn t o t nu toe onderbelicht gebleven binnen de organisatie. Voor een goed vervolg van de
samenwerking is een 'nieuwe impuls nodig waarbij draagvlak voor OPUS, een gezamenlijke visie en
een eenduidige aanpak ge(her)formuleerd moeten worden. Een actieve stuurgroep OPUS, met een
Begroting 2014 definitieve versie
19
duidelijke voorzitter en initiatiefnemer, en deelname van de coördinator OPUS aan het
directeurenoverleg, wordt hiervoor ingesteld.
STWT wil zich in het algemeen richten op een meer onderzoeksmatige houding en aanpak binnen de
scholen. Daarom gaan we een stuurgroep onderzoek oprichten (bestaande uit een directeur, een
leerkracht, een docent van de UPvA en de coördinator van opleiden in school STWT), die een
onderzoeksagenda voor de stichting opstelt en een platform opricht waarop iedere school de
resultaten van onderzoek kan plaatsen en succesverhalen kan etaleren.
Startende leraren
Nieuwe collega's worden momenteel vooral op de eigen school ingewerkt (vaak door de
parallelcollega of de IB-er). Een startende leerkracht wordt hierdoor vaak maar beperkt begeleid en
de begeleiding is sterk persoonsafhankelijk. STWT streeft naar een bredere begeleiding voor
startende leerkrachten, vanuit een stichtingsbrede visie (gedragen door de scholen). Deze bredere
begeleiding kan worden uitgevoerd door de opleiders in school. Zij hebben ervaring met het
begeleiden van stagiaires - LlO-stagiaires en hun mentoren. Door de opleiders in school ook de
beginnende leerkrachten te laten begeleiden verloopt de overgang tussen opleiding en praktijk nog
soepeler en kan er door deze doorgaande lijn in begeleiding meer kruisbestuiving plaatsvinden
tussen opleiding en basisschool.
Gedifferentieerd aanbod
Op de scholen van STWT is een begin gemaakt met het aanbieden van onderwijs op drie
instructieniveaus. Het besef van de noodzaak om op deze manier les te geven is aanwezig, maar nog
niet alle leerkrachten zijn op het gewenste niveau. Om hierin nog meer uniformiteit en continuïteit
binnen de stichting te realiseren willen wij leerkrachten bij elkaar laten kijken in de klassen
(stichtingbreed kennisdelen) om op deze manier van elkaar te leren. Excellente leerkrachten die
eenzelfde groep 'draaien' kunnen hun collega leerkrachten meer laten zien dan je op een cursus kunt
leren. Voor het realiseren van 'stichtingbreed bij elkaar in de keuken kijken' moet een functionaris
worden aangewezen die het overzicht bewaakt en voorstellen doet. Directies worden hierbij nauw
betrokken. Opleiders in school hebben ook een goed beeld van leerkrachten die in de klassen hun
zaakjes goed op orde hebben en als 'voorbeeld' zouden kunnen dienen.
STWT wil zich daarnaast specifiek richten op onderzoek naar de theorie omtrent differentiatie in
onderwijsaanbod, pedagogiek en klassenmanagement. Daarvoor richten wij een werkgroep 'omgaan
met verschillen' op bestaande u i t e e n lector/vakdocent van de HvA/UPvA, een leerkracht, een IB-er,
een directeur en de coördinator 015. Deze werkgroep onderzoekt en zet onderzoek uit met
betrekking t o t differentiatie in onderwijsaanbod, pedagogiek en klassenmanagement en regisseert
tevens de diverse acties met betrekking t o t omgaan met verschillen in de praktijk en zorgt voor
kennisdeling met alle scholen binnen STWT en andere schoolbesturen. De werkgroep geeft
specifieke aandacht aan onderzoek naar het inzetten van effectieve software waardoor leerlingen
een gedifferentieerd - op hun behoefte afgestemd - aanbod kan worden gedaan, (theoretisch en in
de praktijk).
Begroting 2014 definitieve versie
20
Nascholing
Wij dragen zorg voor het geven van kwalitatief onderwijs. Dit betekent een verantwoordelijkheid
voor de ontwikkeling van onze kinderen, onze medewerkers en de organisatie als geheel. Scholing
draagt bij aan zowel de individuele ontwikkeling van medewerkers maar ook aan de organisatiebrede
organisatiedoelen. Deskundigheidsbevordering geschiedt zowel individueel als in teamverband
(studiedagen). Alle scholen plannen jaarlijks een aantal studiedagen voor het personeel.
Stichtingsbreed organiseren wij een gezamenlijke studiedag op 26 maart voor alle personeelsleden
waarbij kennis met elkaar delen centraal staat. Er worden workshops gegeven over diverse
onderwerpen en op verschillende niveaus.
De scholingsbehoefte binnen ons personeelsbestand is zo divers, dat het de moeite loont om onze
krachten te bundelen en om op die manier de mogelijkheid te scheppen om personeelsleden
scholing te bieden die het best past bij hun eigen behoeften.
Iedere school heeft wel een specialiteit en/of een paar excellente leerkrachten, van wie collega's op
andere scholen veel kunnen leren. Een groot deel van de workshops zal daarom gegeven worden
door ons eigen personeel. Ook worden workshops gegeven door de HvA en UPvA en een aantal
externen.
De kosten van de gezamenlijke studiedag zijn bovenschools en begroot op € 29.500.
Loopbaanmogelijkheden
Traditioneel zijn de loopbaanmogelijkheden binnen het basisonderwijs beperkt. We kennen een
aantal taken, zoals het opleiden in de school en het mentorschap in de klas. Verder bestaat binnen
de leerkrachtfuncties de mogelijkheid om van een LA functie door te groeien naar een LB functie op
de gebieden van zorg, management en lesgeven. Wij willen in de toekomst meer aandacht besteden
aan de loopbaanperspectieven binnen STWT en toewerken naar een beloningsstructuur waarin de
kwaliteit van de inzet bepalend is voor de beloning. Ook willen wij de mogelijkheden onderzoeken
om loopbaanperspectieven te bieden die niet stoppen in het basisonderwijs. Iemand die de
kwaliteiten en vaardigheden heeft om goed les te geven in het primair onderwijs, kan dit meenemen
naar bijvoorbeeld het voortgezet onderwijs.
ARBO- en Verzuim
STWT voert een actief en effectief beleid om het ziekteverzuim zo laag mogelijk te houden. Wij
werken hiervoor samen met een bedrijfsarts. Het ziekteverzuim is al enige jaren rond de 5%. In 2014
gaat de tweede fase in van de nieuwe ziektewet. Er zal dan ook een studiedag worden georganiseerd
voor alle directeuren over de wijzigingen en verplichtingen die dit met zich meebrengt voor de
werkgever.
Momenteel worden er op alle scholen RI&E's (risico inventarisaties) afgenomen om de psychosociale
arbeidsbelasting van medewerkers te onderzoeken. Afhankelijk van de uitkomsten hiervan zal
aandacht worden besteed aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden, waar dat mogelijk is.
Dit is een continu proces.
Begroting 2014 definitieve versie
21
Verder is een PAGO (periodiek arbeidsgeneeskundig-onderzoek) gehouden onder de vakdocenten
bewegingsonderwijs. Zij lopen een verhoogd risico op gehoorschade. Uit de PAGO blijkt dat alle
vakdocenten bewegingsonderwijs tijdens de uitoefening van hun werk blootgesteld worden aan een
te hoge dagbelasting van gemiddeld 85,5 dB. In het eerste kwartaal van 2014 zal STWT met
oplossingen komen over (verdere) gehoorschade te voorkomen.
Eigen risicodragerschap
Op basis van de Wet op het Primair Onderwijs was de stichting in het verleden verplicht aangesloten
bij het Vervangingsfonds (VF). De stichting betaalde daarvoor een premie die jaarlijks door het
algemeen bestuur van het VF werd bepaald. Tegenover de premiebepaling staat dat kosten gemaakt
voor het inhuren van vervanging van personeel, bij het VF gedeclareerd kunnen worden. Hieronder
valt vervanging bij alle verzuim, zowel verzuim wegens ziekte, zwangerschap en bevalling, als
rechtspositioneel verlof.
Per 1 januari 2012 ontstond de mogelijkheid voor grote besturen om eigen risicodrager te worden
voor ziekte vervanging gedurende het eerste jaar. Hiervan heeft de stichting gebruik gemaakt. Per 1
augustus 2013 is STWT volledig eigen risicodrager geworden. Hierdoor komen meer kosten voor
eigen rekening, te weten de ziektevervanging na het eerste jaar en de vervanging van
rechtspositioneel verlof. Vanzelfsprekend vervalt hiermee ook de premieverplichting.
De scholen stoppen in deze in deze voorziening voor 2014 4,8% van de loonkosten en declareren
loonkosten voor ziektevervanging, zwangerschaps- en bevallingsverlof, als rechtspositioneel verlof.
Het ziekteverzuimpercentage van STWT is erg laag (prognose 5% voor 2014) door actief verzuim- en
beheerbeleid. De kosten zijn hierdoor lager dan premie die voorheen aan het Vf werd afgedragen. De
verwachting is dat de toevoeging aan de voorziening gelijk is aan de kosten. In de begroting 2014 is
het volledig eigenrisicodragerschap verwerkt.
Begroting 2014 definitieve versie
22
5.
Huisvesting - meerjarenonderhoudsplan
Het onderhoudsbeheer, inclusief het opstellen van het Meer Jaren Onderhoudsplan (MJOP), is per 1
januari 2013 aan een extern bureau uitbesteed. Begin 2013 heeft dit bureau het groot
onderhoudsplan geactualiseerd. Uitgaande van een onderhoudsplan volgens NEN 2767 op
conditiescore 3, redelijke conditie, en een jaarlijkse dotatie die in lijn ligt met de inkomsten uit de
materiële instandhouding, kunnen de verplichtingen de komende tien jaar niet worden gedekt uit de
gevormde voorziening groot onderhoud. Derhalve is ervoor gekozen om het onderhoudsplan voor de
jaren 2014 en 2015 op het niveau "Condititiescore 3" te handhaven en de jaren daarna terug te
brengen op het niveau "Conditiescore 4 " (matige conditie). In het MJOP is voor de scholen waarvoor
nieuwbouw is gepland slechts rekening gehouden met kosten ais gevolg van calamiteiten.
Uitgaande van bovenstaande en het feit dat in 2013 een bedrag ten laste van de
bestemmingsreserve groot onderhoud wordt gebracht, blijft de voorziening groot onderhoud en de
bestemmingsreserve groot onderhoud de komende 10 jaar op een acceptabel niveau. Het is wel de
doelstelling om het onderhoudsniveau zo spoedig mogelijk terug te brengen op "Conditiescore 3".
Begroting 2014 definitieve versie
23
6.
ICT Beleid
STWT ondersteunt de scholen in het uitvoeren van hun eigen ICT-beleid. De stichting vindt het
belangrijk dat de leerlingen op de scholen doelgericht vwerken met moderne ICT-middelen. Daarbij is
het uitganspunt dat ICT een middel is om de leer- en werkprocessen voor zowel leerlingen als
personeelsleden optimaal te ondersteunen. STWT heeft de ambitie om met behulp van innovatieve
ICT-middelen de kwaliteit van het onderwijsaanbod te verhogen, aansluitend bij de visie van de
school.
De voorwaarde hiervoor is dat er een basiskwaliteit van de ICT-infrastructuur op alle scholen
aanwezig is. Vanuit deze basiskwaliteit wordt ruimte gegeven aan innovatie. STWT wil stimuleren dat
de scholen projectmatig en planmatig te werk gaan met de inzet van nieuwe technieken en het
opzetten van een ICT-structuur. Deze ontwikkelingen moeten aansluiten bij de visie van de school.
Doelen die wij willen bereiken zijn:
Komen t o t een bovenschoolse ICT overlegstructuur waarin kennis en ervaringen worden
gedeeld. Onderling verbinden van kennis en vaardigheden van de ICT-coördinatoren: daar
waar nodig collegiale consultaties faciliteren.
Het ondersteunen van de ICT-coördinatoren op de scholen.
STWT wil leerlingen doelgericht kennis laten maken met de nieuwste iCT-technieken. Dit
wordt gedaan aan de hand van een projectplan per project. Daarin worden doel, visie,
uitvoering en dergelijke beschreven. Het is belangrijk dat de inzet van nieuwe technieken een
onderwijskundig doel heeft. Inzicht krijgen in het proces van het implementeren van een
nieuwe techniek op school.
Met behulp van het Panassys-ouderportaal w o r d t de digitale communicatie met ouders
ondersteunt. Hiermee stimuleren wij de betrokkenheid van ouders bij het onderwijsproces
van hun kind.
Met Parnassys-integraal, de kwaliteitsmoduie, hebben de gebruikers een beter overzicht
over tevredenheidspeilingen, schoolontwikkeling en persoonlijke ontwikkeling.
Meer eenheid en inzicht creëren op de scholen op het gebied van hardware. De school maakt
zelf keuzes met betrekking t o t het ICT beleid binnen de gestelde kaders van de schichting.
Het verbeteren en vernieuwen van de hardware en software van het bestuursbureau.
Begroting 2014 definitieve versie
24
7.
Bestuursmodel
In 2013 heeft de stichting, in samenwerking met het stadsdeel Nieuw West, het traject afgerond dat
leidde t o t de invoering van een organisatiemodel met een Raad van Toezicht en een (professioneel)
College van Bestuur. Dit was nodig na wijzigingen in de wet in 2010, waardoor het noodzakelijk werd
een onderscheid aan te brengen tussen het bestuur en het (intern) toezicht.
Na afronding van het besluitvormingsproces wordt in 2014 het nieuwe organisatiemodel
geïmplementeerd. De materiële effecten voor deze begroting zijn klein. Procedureel zijn er wel
gevolgen van de transitie. Concreet wordt vanaf 2014 gewerkt met een professioneel College van
Bestuur, dat het bevoegd gezag van de stichting vormt. Het College van Bestuur vervangt de
algemeen directeur, waarmee t o t dan toe gewerkt wordt. Intern wordt toezicht gehouden door de
Raad van Toezicht.
Omdat onze stichting openbaar onderwijs verzorgt, voorziet de wet erin dat de lokale overheid
functioneert als extern toezichthouder. Dit principe verandert niet door de bestuurlijke transitie. Wel
verandert de taakverdeling tussen het College van Bestuur, de Raad van Toezicht en de extern
toezichthouder. Ook verschuift, als gevolg van andere ontwikkelingen, het extern toezicht van de
deelraad van stadsdeel Nieuw West naar de centrale gemeenteraad van Amsterdam.
De stichting en de extern toezichthouder zijn een toezichtskader overeengekomen. Hierin staat
beschreven op welke wijze het intern en extern toezicht georganiseerd zijn en welke
verantwoordelijkheden beide toezichthouders hebben ten opzichte van elkaar en ten opzichte van
het College van Bestuur.
Begroting 2014 definitieve versie
Aan:
Van:
Datum:
Onderwerp:
wethouder Ronald Mauer, stadsdeel Nieuw West
Joke Middelbeek, College van Bestuur stichting basisonderwijs Westelijke
Tuinsteden
10 januari 2014
aanvullende vragen naar aanleiding begroting STWT
Naar aanleiding van de begroting 2014, 2015 en 2016 van stichting Westelijke Tuinsteden heeft het
stadsdeel een aantal aanvullende vragen gesteld. De formulering van de vragen is afgestemd met de
behandelend ambtenaar, de heer Gaasbeek. In dit memo worden deze vragen kort beantwoord.
1.
Hoe zijn de financiële problemen, die in 2012 hebben geleld tot een verzwaard toezicht door
het stadsdeel, opgelost? Waar en hoe zijn de gevolgen in deze begroting verwerkt?
Antwoord: Zoals in het jaarverslag 2012 is aangegeven, zijn ingrijpende maatregelen genomen om
meer grip te hebben op de financiën. Hierbij zijn de administratieve processen geactualiseerd. In
januari 2014 gaat de stichting over naar een ander administratiekantoor, waarmee afspraken zijn
gemaakt over verbeteringen van de administratieve inrichting.
Daarnaast is zeer kritisch gekeken naar alle uitgaven. Zowel de personele lasten als zeker ook de
materiële lasten zijn aanzienlijk teruggebracht. De effecten hiervan zijn respectievelijk worden
zichtbaar in de jaarverslagen (inclusief jaarrekeningen) over 2012 en 2013. Wij verwachten de
jaarrekening 2013 eind mei af te hebben.
Voor wat betreft de in 2012 gesignaleerde tekorten op het geplande onderhoud merken wij het
volgende op. De stichting heeft aan haar huisvestingsadviseur HEVO opdracht gegeven om binnen
het meerjarenonderhoudsplan te zoeken naar sturingsmogelijkheden. Dit leverde de volgende
besparingsonderwerpen op.
•
Aanvraag nieuwbouwprojecten. De stichting heeft vervangende nieuwbouw voor in totaal
zes scholen aangevraagd bij het stadsdeel. De honorering van deze aanvragen leidde tot
verminderde onderhoudsactiviteiten in de oude gebouwen. Dit leidt tot lagere kosten.
•
Slimmer aanbesteden. Via haar huisvestingsadviseur is de manier waarop het nog wel
noodzakelijk onderhoud wordt aanbesteed, aangepast. Dit heeft geleid tot lagere tarieven.
Een deel van de uitgespaarde onderhoudskosten is ingezet om de bestaande scholen zo aan te
passen dat zij beter te exploiteren zijn, met name op energie-gebied.
2.
Wat is de verklaring voor de in de begroting verwerkte stijging van de Rijksbaten ?
Antwoord: De Rijksbaten voor 2014 en verder zijn berekend op basis van de actuele, door het
ministerie van OCW gehanteerde tarieven. Deze stijgen enigszins (ten opzichte van 2013), onder
meer ter compensatie van gestegen sociale premies. Daarnaast is vanaf 2015 rekening gehouden
met de zogenaamde doordecentralisatie van het buitenonderhoud van de schoolgebouwen. Als
gevolg daarvan krijgen schoolbesturen hogere bedragen uitgekeerd, om omvangrijkere
verantwoordelijkheden op huisvestingsvlakte kunnen dekken.
3.
Welke nieuwbouwprojecten
in de begroting?
staan voor de stichting op stapel? Waar en hoe zijn zij verwerkt
Antwoord:
Voor de stichting staan 6 nieuwbouwprojecten op stapel. In 2016 verwachten wij de
oplevering van de Goeman Borgesius, de Troelstra, de Burgemeester De Vlugt en de Huizinga. In
2017 verwachten we de oplevering van de Louis Bouwmeester en het hoofdgebouw van de
5lootermeer.
Zoals op pagina 22 van de begroting beschreven is, zal voor die gebouwen alleen het hoogst
noodzakelijk onderhoud gepleegd worden. Daarnaast verwachten wij dat de nieuwe gebouwen meer
rendabel geëxploiteerd kunnen worden. Hierop wordt in de programma's van eisen nadrukkelijk
gestuurd. De verwachtte lastenverlaging is nog niet in de begroting opgenomen.
4.
In de begroting wordt aangegeven dat het onderhoudsniveau omlaag gaat van "redelijk"
naar "matig". Welke overwegingen heeft het schoolbestuur daar voor? Wat zijn de gevolgen
voor de gebouwen en voor het onderwijsproces?
Antwoord: In 2013 heeft een actualisering van het meerjarenonderhoudsplan (MJOP)
plaatsgevonden. Hieruit bleek dat het geplande onderhoud niet uit de bestaande bekostiging gedekt
kon worden. Een verhoging van het budget was binnen de totale bekostiging niet reëel. Mede op
basis van te verwachte nieuwbouw^ en de doordecentralisatie van het buitenonderhoud, is gekozen
om het ambitieniveau te verlagen. Zodra duidelijk is welke gevolgen de doordecentralisatie precies
heeft, ook financieel, zal het totale onderhoudsprogramma moeten worden herzien. Het
uitgangspunt is uiteraard dat het onderwijsproces goed gefaciliteerd wordt. Daarnaast wordt
gewaakt naar langetermijneffecten (kosten) van besparingen op de korte termijn.
5.
Welke door het stadsdeel gesubsidieerde
ouderbetrokkenheid?
trajecten zijn in gang gezet op het gebied van
Antwoord: Op al onze scholen zijn verschillende trajecten in gang gezet rond ouderbetrokkenheid,
vaak met subsidies van het stadsdeel en/of de gemeente. De resultaten worden conform de subsidieeisen verantwoord. Deze begroting beoogt niet de projectdoelen zoals neergelegd in de
subsidieaanvragen te herhalen.
Op alle scholen, uitgezonderd de 7^ Montessorischool, zijn dit trajecten in het kader van de
subsidieregeling "brede talent ontwikkeling", onderdeel EPO (Educatief Partnerschap Ouders). De
looptijd is van 1 augustus 2013 tot en met 31 december 2014.
Daarnaast wordt op de Goeman Borgesius met de zogeheten TOB-subsidie van DWI een taalcursus
voorouders aangeboden.
In het kader van Voor- en Vroegschoolse Educatie (WE) vinden op de Slootermeer en de
Burgemeester De Vlugt trajecten plaats om de om de rol van ouders binnen het onderwijs voor het
jonge kind te versterken. Alle scholen ontvangen subsidie voor de coördinatie van W E . Hierbinnen is
ook de ouderbetrokkenheid een aandachtspunt.
6.
In eerdere documenten en gesprekken is de ambitie/zijn de ambitiegesprekken aan de orde
geweest. Wat zijn de resultaten en vorderingen? Waarom worden op biz. 16 onder educatief
partnerschap maar twee scholen, waarvan 1 regulier, genoemd? (is dit alles?) Zijn er nog
andere resultaten uit de ambitiegesprekken?
De ambitiegesprekken hebben geleid tot een schooljaarplan (per school). Hierin worden de
speerpunten beschreven. Deze begroting geeft inzicht in de ontwikkelingen op stichtingsniveau.
Daarom is er voor gekozen om de ontwikkelingen slechts te illustreren met een aantal speerpunten
van de scholen.
De voorbeelden op pagina 15 en 16 beogen, zoals bovenaan pagina 15 beschreven staat, een beeld
te schetsen van de ontwikkelingen binnen de scholen. De voorbeelden beogen dus niet uitputtend te
zijn.
^ Zie ook de beantwoording van vraag 1.
7.
Vindt, in het kader van 'scholen in de buurt', afstemming of samenwerking met andere
schoolbesturen plaats? Hoe is de ouderbetrokkenheid gedacht? Ook weer vanuit eerder
genoemde ambitiegesprekken ?
Antwoord: Afstemming met andere schoolbesturen vindt plaats in het kader van Passend Onderwijs.
Er zijn een aantal wijkexperimenten uitgezet waarin scholen van verschillende schoolbesturen en
andere wijkpartners samenwerken om een goede leer- en ontwikkelomgeving te creëren voor
kinderen. De relaties op schoolniveau in het kader van Passend Onderwijs, zoals beschreven
onderaan pagina 13, hebben vanzelfsprekend ook invloed op de doelstellingen van 'scholen in de
buurt'.
8.
Wat is de bron van de gehanteerde ieerlingprognoses ? En hoe kan het dat er niet of
nauwelijks ontwikkelingen zichtbaar zijn?
De prognoses op de pagina's 12 en 13 zijn gemaakt op basis van de huidige gegevens en
inschattingen van onze scholen. Hierbij is onder meer rekening gehouden met reeds bekende in- en
uitschrijvingen. Naarmate de prognoses betrekking hebben op de verdere toekomst, wordt de
voorspellende waarde zwakker.
De prognoses zijn niet zonder meer in lijn met de prognoses zoals de gemeente die opstelt ten
behoeve van de huisvestingsprogramma's. Dit wordt veroorzaakt door de fundamenteel andere
prognosetechniek die ten grondslag ligt aan beide documenten.