Konsumentenrecht Consumentenrecht E.H. Hondius 1 Kollektieve aktie Op 1 juli jl. is de wettelijke regeling inzake kollektieve aktie (art. 3:305a/b BW) in werking getreden. In het verleden heeft de Hoge Raad (mijns inziens ten onrechte) geweigerd op een dergelijke regeling te anticiperen — HR 25 april 1986, NJ 1987, 742 inzake Consumentenbond/ gemeente Smilde. Maar HR 2 september 1994, RvdW 1994, 165 inzake Consumentenbond c. Nuts-Ziektekostenverzekering brengt hier verandering in: de Raad anticipeert hierin expliciet op de nieuwe wet. Reeds enkele maanden na de inwerkingtreding van eerdergenoemde wettelijke regeling is een waardevol kommentaar hierop verschenen in de vorm van de Utrechtse dissertatie van N. Frenk, Kollektieve akties in het privaatrecht, Deventer 1994. 2 Oneerlijke kontraktsbedingen In diverse Europese landen wordt gewerkt aan implementatie van de richtlijn oneerlijke kontraktsbedingen. De Consumer Law Journal (1994, pp. 109-148) wijdt er een themanummer aan. Niet alleen wordt de implementatie in Groot-Brittannië en Italië besproken, ook wordt de richtlijn door schrijvers uit Amerika, Egypte en Japan in rechtsvergelijkend perspektief geplaatst. In Verbraucher und Recht 1994, pp. 137-145 inventariseert F. Bultmann de meningen over de vraag in hoeverre het AGB-Gesetz aanpassing behoeft. 3 Timeshare De lang verbeide richtlijn inzake timeshare is in aantocht. De richtlijn zal een afkoelingsperiode van 10 dagen voorschrijven. Alleen wanneer niet de voorgeschreven informatie wordt verstrekt, is een periode van drie maanden voorzien. Omdat vooruitbetaling de effektiviteit van afkoelingsperiodes zou verminderen, wordt deze door de richtlijn verboden. 2506 KATERN 53 4 Schuldsanering Vrijwel geen land in Europa of er is wel een wettelijke regeling inzake schuldsanering in aantocht of reeds in werking — zie bijvoorbeeld over het Duitse wetsvoorstel R. Kemper in de Revue européenne de droit de la consommation 1994, pp. 114-122. Over de verschillende stelsels schreef N. Huls in opdracht van de Europese Commissie een rapport, dat thans bij Kluwer België in druk is verschenen (Nick Huls et al., Overindebtedness of consumers in the EC member states: facts and searchfor solutions, Diegem 1994, 262 p.). 5 Colportagerichtlijn: geen direkte werking Faccini Dori wilde zo graag Engels leren. Dat althans werd haar verteld door een handige colporteur van een schriftelijke kursus Engels, wiens jachtgebied het Centraal Station van Milaan bevatte. Na enige dagen kreeg Signora Dori spijt en wilde ze gebruik maken van de bij richtlijn voorgeschreven afkoelingsperiode. Maar helaas: Italië had de colportage-richtlijn nog niet geïmplementeerd. En aan horizontale werking wilde het Hof van Justitie, anders dan A-G Lenz, nog niet. Een oplossing wordt wellicht geboden door richtlijnconforme interpretatie van Italiaanse wetgeving (bijv. een open norm uit de Codice civile) en anders door de Italiaanse overheid aansprakelijk te stellen voor de niettijdige implementatie (zaak C-91/92 — zie de annotatie elders in dit nummer van Ars Aequi). 6 Francovich en de konsument Aansprakelijk gesteld voor de niet tijdige implementatie van een richtlijn, dat is wat de Duitse overheid reeds is overkomen. Vorig jaar strandde een aantal reizigers vanwege een faillissement van hun reisorganisator. Van een garantiefonds was in Duitsland toen nog geen sprake. Thans pogen enkele van de gestrande reizigers ingevolge Francovich hun schade op de in gebreke gebleven Duitse overheid te verhalen. Het LG Bonn heeft hierover inmiddels prejudiciële vragen aan het Europese Hof gesteld. 7 De (langdurig) verzekerde konsument In Duitsland is per 1 juli 1994 een wijziging van de regelgeving inzake verzekering tot stand ge- Konsumen tenrech t komen (BundesGesetzBlatt I, 28 juli 1994). De wijziging is een gevolg van de verzekeringsrichtlijnen van de Europese Unie. Belangrijkste diskussiepunt was de tienjarige looptijd van veel Duitse verzekeringspolissen. Uiteindelijk werd een compromis bereikt op vijfjaar. Daarop anticiperend heeft het BGH in een aantal nog niet gepubliceerde arresten van 13 juli 1994 de tienjaarskontrakten voor een aantal branches in de ban gedaan. 10 Geen smartegeld voor vertraagde reiziger Mr. Lucas had een chartervlucht geboekt bij Avro (geen familie). Door een foutje bij Avro kon mr. Lucas pas 24 uur later terugvliegen. Zijn materiële schade (hotel, taxi, telefoon) kreeg hij keurig vergoed. Maar smartegeld voor geleden stress zat er niet in. Volgens Judge Hodgson van het Sheffield County Court is een vervoerovereenkomst niet 'a contract to provide peace of mind or freedom from distress': Lucas v. Avro, (1994) 7 CL 109. 8 Konsument en konkurrentie Een evergreen van het konsumentenrecht is de verhouding tot het mededingingsrecht. Hoe de Fransen hierover denken wordt uiteengezet in de bundel van Yves Serra en Jean Calais-Auloy (red.), Concurrence et consommation, Dalloz 1994 (125 p.). Het boek bevat de inleidingen voor een kongres dat in oktober 1993 plaatsvond te Perpignan. 9 Produkten en diensten In 1995 zal het tien jaar geleden zijn dat de richtlijn produktenaansprakelijkheid tot stand kwam. Dat betekent dat er dan krachtens de richtlijn een evaluatie zal dienen plaats te vinden. Reeds nu beginnen de studies hierover af te komen — zie de bijdragen in de European Review of Private Law 1994/2, alsmede het opstel van Gerhard Hohloch, 'Produkthaftung', Zeitschrift für Europaisches Privatrecht 1994, pp. 408-445. Opvallend is dat de vrees van het bedrijfsleven voor een enorme toeneming van het aantal aansprakelijkstellingen vooralsnog niet is uitgekomen. De dienstenrichtlijn — in september jl. nog in A&A 1994, pp. 113-118 geanalyseerd door C.C. van Dam — is van de baan. Dat blijkt uit een mededeling (juni 1994) van de Europese Commissie. Wel wordt nog de totstandbrenging van vrijwillige codes overwogen. Voorts wordt aan sektorale richtlijnen gedacht, bijvoorbeeld voor de bouw en de gezondheidszorg. Over produktveiligheid ten slotte handelt de bijdrage van M. van Gestel en G.M.F. Snijders in H.W. Micklitz et al. (red.), Federalism and Responsibility/A study on product safety law and practice in the EC (1994). 11 De ontplofte boiler Een belevenis. De vakantie in Turkije blijkt zich ten dele af te spelen in een grotkamer uitgehouwen in een heuvel. De belevenis verkeert evenwel in ontsteltenis als de twee avontuurlijke reizigers ernstige brandwonden oplopen als gevolg van een defekte boiler. Kunnen zij hiervoor de reisorganisator aansprakelijk stellen? Rb Groningen 11 maart 1994, TvC 1994/5 meent van wel: artikel 7:507 lid 1 BW verplicht de reisorganisator de reisovereenkomst uit te voeren overeenkomstig de verwachtingen die de reiziger op grond van die overeenkomst redelijkerwijs mocht hebben. De onderhavige reis is niet overeenkomstig deze verwachtingen verlopen. De reisorganisator kan zich ook niet op overmacht voor de hotelier beroepen. Deze had de boiler namelijk een dag tevoren laten kontroleren. De reisorganisator dient de schade derhalve te vergoeden. 12 Zwammen We blijven nog even in Groningen, waar de President van de Rb moest oordelen over de vraag welke rechtsmiddelen de koper van een woonhuis met zwam onder de vloeren ten dienste staan. Een dergelijk woonhuis mist volgens de President een voor eigen bewoning noodzakelijke eigenschap, te weten: deugdelijke vloeren waarin nog geen kiem van snel om zich heen grijpend bederf aanwezig is. De enkele aanwezigheid van zwam brengt dan ook mee dat koper de in de transportakte verstrekte garantie kan inroepen. Ook deze uitspraak is gepubliceerd in TvC 1994/5. KATERN 53 2507
© Copyright 2024 ExpyDoc