The Flanders Fields door Robbe Van Brandt 5de leerjaar GOEZO

The Flanders Fields
door Robbe Van Brandt
5de leerjaar GOEZO Klokkenlaan Nijlen
Een paar dagen voor het conflict
Halllo,
ik ben Jack Steward, 19 jaar.
Ik kwam van mijn werk in de stad Londen en ik deed de brievenbus open. Er
zat een brief in van korporaal Giani. We wisten allemaal dat de Duitsers van
plan waren om oorlog te voeren, maar ik dacht dat het een grap was. Ik
deed de brief open. Er stond: “Je moet ons leger komen ondersteunen! Jij!
Voor ons vaderland!!”
Op 28 juli 1914 brak de oorlog uit. Ik ging naar de kazerne van het leger. Ik
werd zo een soldaat met veel moed. We moesten hard trainen. Mijn broer en
ik werden supergoed in oorlog voeren.
Naar het front - 1915
Na een jaar van hard trainen waren we supersoldaten. We hebben alle
gevaren leren kennen. En toen mochten we de trein op naar het front in
Ieper. We zagen tal van gewonden aan het station.
We stapten op en onze groep wuifde naar alle familieleden die kwamen
afscheid nemen. We wisten helemaal niet wat ons te wachten stond, tot we
in Ieper aankwamen en we de geweren hoorden ratelen, de bommen
hoorden ontploffen en de gewonde soldaten hoorden gillen.
We kregen een gamel, een bajonet, enkele granaten, kogels en een
gasmasker. Wat moesten we met die rare maskers doen? De officiers
vertelden ons het hele verhaal… We werden door de Duitsers bestookt met
chloorgas of fosgeen. En dat is heel erg gevaarlijk voor de longen! We
werden bang. Plots was de zin om oorlog te voeren verdwenen.
Aan het front vlogen tientallen mortieren ons om de oren. Boem!!!!!Bang,
boem! John Black, 18 jaar oud, sneuvelde al snel door een mortier. We
doken weg in de loopgraven. Allemaal zagen we het duistere slagveld.
Iedereen werd er stil van, behalve de bommen, die bleven kraters slaan. Het
zat er vol met ratten en overal lagen gesneuvelde kameraden. We wachtten
op de volgende Duitse aanval. Ik was heel bang. Mijn broer ook. De
machinegeweerpost deed al het werk. Na de aanval stond geen boompje
meer overeind. Ik heb van ons team niemand meer teruggezien…
Aanvallen – 1916
We zitten nu al een dik jaar in de loopgraven. De Canadezen en de
Amerikanen zijn ons te hulp geschoten. Eergisteren werd sergeant Michel op
gruwelijke wijze gedood. Mike Lorenz is 21 jaar geworden en toen gedood.
Mijn broer sneuvelde op 21 juni, hij was net 18. Ik wil die Duitsers dood. Ik pink
een traan weg want ik mis mijn broer.
De Duitsers hebben een nieuw gevaarlijk wapen uitgevonden. Mosterdgas
heet het, of Yperiet. Het verbrandt niet alleen je longen, maar ook je huid.
Gisteren nog zijn Wilson Couk en Nelson Wells gestikt door het nieuwe gas.
In de aanval – 1917
Voor de tiende keer moeten we weer aanvallen vandaag. Ik ben al blij dat ik
nog leef. We mogen enkele dagen op verlof.
Het is al dagen aan het regenen. De stank van de lijken is vreselijk. De ratten
knabbelen aan je voeten als je probeert te slapen. En al die bommen die de
hele nacht inslaan… de krijsende gewonden…. Ik kan er niet van slapen.
We eten weer droog brood en slappe bouillon.
Bij de volgende aanval zetten we onze helmen stevig op ons hoofd. Onze
nieuwe sergeant fluit en dan klimmen we uit onze loopgraaf. Zodra we ons
hoofd boven de rand uitsteken vliegen de kogels ons om de oren. De Duitsers
schieten er op los. Ik zag voor mij Richard Van Leem neervallen. Het werd
zwart voor mijn ogen.
Na een tijd – ik weet niet hoe lang – werd ik wakker. Ik lag op een draagberrie
naast Courtois Demolin. De hospikken brachten ons naar het veldhospitaal. Ik
werd er verzorgd door een meisje. Ze heette Marie Van Hoek. Ze was net als
ikj 22 jaar. Ze was Nederlandse. Ik had vreselijke pijn aan mijn hoofd. Ze
vertelde me dat ik een kogel in mijn hoofd had gekregen. Ze liet me de kogel
zien en zei dat ik veel geluk had gehad. Ze zei me ook dat ik binnenkort naar
huis mocht.
Een week later mocht ik naar huis. Eindelijk zag ik mama en papa terug. Ik
vertelde dat Willy, mijn broer, gesneuveld was. Ze waren ontroostbaar.
Ik droomde thuis over Marie. Ik moest aldoor aan haar denken. Mijn buik
voelde aan alsof er honderden vlinders in rondfladderden. Man, wat was ik
verliefd! Ze is dan ook zo mooi!
Na een week moest ik terug naar het front. Wat een hel was het daar! Ik liep
de loopgraaf in die de naam “dodengang” had gekregen.
Het einde - 1918
De Duitsers verloren meer en meer terrein. Er waren duizenden gesneuvelde
soldaten bij ons, maar ook bij hen. We wisten dat ze net als ons stilaan
uitgeput geraakten. Veel van de Duitse soldaten waren amper 16 jaar!
Op het einde wonnen we meer dan 5 Duitse linies en wel 5 kilometer land. Op
11 november 1918 om 11 uur was de strijd gestreden. We hebben gewonnen!
En de zoektocht naar Marie kon beginnen… Ik wilde haar absoluut vinden
want ze had mijn hart gestolen…
Jack Steward, 23 jaar